Oefententamens Vennootschappen en Rechtspersonen (UU - Recht B2)
- 3734 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Set met Extra oefenvragen uit 2015 voor het vak Vennootschappen en Rechtspersonen - Universiteit Utrecht - Rechten - Bachelor 2
Een tiental Haagse jongeren besluit in het voorjaar van 2010 gezamenlijk debatten te organiseren om de politieke betrokkenheid van jongeren te vergroten. Twee van de jongeren, Leif en Cahil, krijgen de dagelijkse leiding over de gezamenlijke activiteiten. De anderen nemen zitting in afzonderlijke commissies. Er worden verschillende vergaderingen gehouden, waarbij het één keer zelfs tot stemming komt. Ieder betaalt een bijdrage van € 50 om de aanloopkosten te betalen. De jongeren vragen uw advies.
Welke rechtsvorm acht u het meest geschikt voor deze samenwerking? Bespreek in uw advies de stichting en vereniging en geef hierbij aan of bij het aangaan van deze rechtsvorm de notaris betrokken dient te worden.
De jongeren besluiten een vereniging op te richten. Deze draagt de naam Haagse Discussies. De jongeren willen dat de leden van de club beslissen over de toelating van nieuwe leden en dat het bestuur zich niet met deze procedure bemoeit. Cahil stelt dat het juridisch geen enkel verschil maakt of de vereniging al dan niet bij notariële akte wordt opgericht. Of een vereniging nu met of zonder notariële akte is opgericht, het is steeds een rechtspersoon en de informele vereniging heeft dezelfde mogelijkheden als een formele vereniging.
Is deze stelling van Cahil juist?
Het is volgens Cahil zelfs niet vereist dat de statuten van de vereniging op schrift worden gesteld. De oprichters kunnen afspreken wat zij wensen zoals in casu ten aanzien van de beslissingsbevoegdheid over het toelaten van leden; daarbij is het van geen belang of de statuten op schrift staan.
Is deze stelling van Cahil juist?
Er is in de loop van 2011 steeds meer belangstelling voor de debatten. De kosten voor de activiteiten die de jongeren organiseren worden steeds hoger. Er worden steeds vaker en grotere ruimtes gehuurd en er worden prominente gasten op de club uitgenodigd. Leif (inmiddels bestuurder van de club) wil de informele vereniging omvormen tot een formele vereniging.
Is Leif zelfstandig bevoegd tot het omvormen van de informele vereniging tot een formele vereniging?
Op 1 september 2012 is de Stichting Lief voor de Natuur opgericht. De stichting wil door het verspreiden van kennis en informatie over de natuur op scholen in de provincie Groningen, meer respect voor de natuur bij brengen bij jonge mensen. Deze stichting kent een eenkoppig bestuur. De eerste bestuurder is Irys en zij was tevens de oprichter van de stichting. In de statuten is in artikel 13 bepaald dat de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van de bestuurder van de stichting is opgedragen aan de donateursraad, bestaande uit drie grote vaste donateurs, namelijk de Provincie Groningen, de Gemeente Groningen en de stichting Het Groningse Landschap. Voorts is in artikel 18 van de statuten bepaald dat de donateursraad de jaarrekening, de begroting en het beleidsplan voor het komende jaar van het bestuur dient goed te keuren, alvorens het beleidsplan door het bestuur uitgevoerd mag worden.
Zijn deze statutaire bepalingen (art. 13 en art. 18) toegestaan? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet en wat zijn de gevolgen?
Enkele dagen vóór 1 september 2012 bestelt bestuurder Irys namens de stichting in oprichting een bureau van € 5.000 voor het nieuwe kantoor van de stichting bij Yelena BV. Op 3 september wordt het bureau afgeleverd en direct in gebruik genomen door Irys. Op 10 september is de stichting ingeschreven in het handelsregister. Op 30 september is het bureau nog steeds niet betaald.
Is verdedigbaar dat Yelena BV de stichting en/of bestuurder Irys met kans op succes kan aanspreken tot betaling van het bureau? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?
Een groep rechtenstudenten van de Universiteit Amsterdam besluit om, in het kader van hun rechtenstudie, deel te nemen aan een grote internationale pleitwedstrijd. Deze prestigieuze, vijfdaagse wedstrijd wordt ieder jaar georganiseerd door een ander land. Dit jaar is het de beurt aan de Verenigde Staten. Om alles te kunnen bekostigen, richten ze een stichting op. Het is de bedoeling dat de stichting wordt opgericht om ook deelnames in de aankomende jaren te kunnen organiseren. De stichting krijgt de naam Stichting Amsterdams Pleitteam. De stichting wordt opgericht bij notariële akte en ingeschreven in het handelsregister. Twee studenten uit het team worden benoemd tot bestuurders. Om alvast een startkapitaal te hebben, storten de studenten zelf ieder een bedrag van € 500 naar een rekening op naam van de stichting. De rest van het geld willen zij binnenhalen via sponsoren. De studenten blijken heel succesvol, ze winnen de wedstrijd. Achteraf maken ze de stand op en wat blijkt: er zit nog heel veel geld in de stichting. Ze hebben zoveel sponsorgeld binnen gehaald dat hun eigen stortingen niet nodig blijken te zijn geweest. De bestuurders besluiten daarom om de Stichting het door de studenten ingelegde geld aan een ieder terug te laten storten.
Is deze terugstorting mogelijk? Zo ja, op basis waarvan? Zo nee, waarom niet?
Wat kunnen de gevolgen zijn van een eventuele terugstorting?
Bestuurder X vraagt aan u of de statuten van de stichting gewijzigd kunnen worden nu hierover in de statuten niets is bepaald. Hoe luidt uw antwoord?
Stel dat de studenten beslissen niet een stichting, maar een vereniging op te richten waarvan de deelnemers aan de pleitwedstrijd van het betreffende jaar lid worden en waar in de statuten bepaald wordt dat bij een positief saldo aan het einde van het academisch jaar dit uitgekeerd zal worden aan de leden.
Welk bezwaar is er in dat geval tegen de betreffende statuten aan te voeren?
Op welke wijze kunnen de statuten van de vereniging gewijzigd worden? Hoe luidt uw antwoord op deze vraag wanneer expliciet in de statuten is bepaald dat deze niet gewijzigd kunnen worden?
Op 1 november 2012 is de Paardenvereniging Kiki opgericht door drie oprichters. Deze oprichters zijn tevens de eerste bestuurders. De vereniging is niet opgericht bij notariële akte, maar spontaan ontstaan uit een lokaal initiatief van enkele paardenliefhebbers. De vereniging is ook niet ingeschreven in het handelsregister. In september 2013 wordt door de ruitervereniging Kiki een regionaal kampioenschap georganiseerd. Namens de vereniging heeft het voltallige bestuur een overeenkomst gesloten met cateringbedrijf Zitora BV die de catering zal verzorgen bij het evenement. Na afloop van de geslaagde dag stuurt Zitora de rekening van € 2.500 aan de ruitervereniging. De kas van de vereniging is echter niet toereikend om deze rekening te voldoen.
Wie kan met kans op succes door Zitora worden aangesproken tot betaling van de rekening?
Wie kan met kans op succes door Zitora worden aangesproken tot betaling van de rekening indien de vereniging in juni 2013 is ingeschreven in het handelsregister?
Wie kan met kans op succes door Zitora worden aangesproken tot betaling van de rekening indien de statuten van de vereniging in juni 2013 zijn opgenomen in een notariële akte en de vereniging is ingeschreven in het handelsregister?
Wie kan met kans op succes door Zitora worden aangesproken tot betaling van de rekening indien de statuten van de vereniging in juni 2013 zijn opgenomen in een notariële akte maar de vereniging niet is ingeschreven in het handelsregister?
In de statuten van de vereniging is bepaald dat een lid niet op bijeenkomsten van de vereniging zal mogen verschijnen wanneer het paard van het betreffende lid een besmettelijke ziekte heeft die voorkomt op de lijst van ziekten in de statuten. Verder is bepaald in de statuten dat het lid - onmiddellijk nadat bij het paard van het betreffende lid een dergelijke besmettelijke ziekte is geconstateerd - het bestuur van de vereniging hiervan schriftelijk op de hoogte zal stellen. Yelena komt op 2 oktober 2013 met haar paard op een kampioenschap van de vereniging terwijl de veearts twee dagen daarvoor bij het paard de Afrikaanse paardenpest heeft geconstateerd. Dit is een zeer besmettelijke ziekte die voorkomt op de lijst van ziekten in de statuten. Het bestuur van de vereniging en ook de overige leden zijn woedend als zij hier enkele dagen na het kampioenschap achter komen.
Kan het lidmaatschap van Yelena worden beëindigd? Zo ja, op welke wijze(n)? Geef ook aan in hoeverre Yelena zich hiertegen zou kunnen verzetten.
Roeivereniging 'Hanze' is een formele vereniging met 400 leden. In de statuten van de roeivereniging staat onder het kopje 'Statutenwijziging' het volgende: 'Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen. In die vergadering moet ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.' In 2013 wil de roeivereniging overgaan tot statutenwijziging. Hiertoe worden de leden geheel in overeenstemming met de wettelijke bepalingen opgeroepen voor de algemene ledenvergadering op 1 november 2013 om 20.00 uur. Op de vergadering van 1 november 2013 zijn 80 leden aanwezig. Door de aanwezige leden wordt een besluit tot statutenwijziging genomen met 2/3e meerderheid.
Is het besluit tot statutenwijziging rechtsgeldig?
Stichting Astma Centrum geeft trainingen aan astma patiënten om hun klachten te reduceren. De stichting gebruikt als accommodatie voor deze dagen de Het Boshuis in Garderen. Ook vinden de maandelijkse bestuursvergaderingen van de stichting plaats in Het Boshuis. De stichting is opgericht bij notariële akte en ingeschreven in het handelsregister. In het reglement van de stichting is met betrekking tot Het Boshuis onder andere bepaald dat daar niet gerookt mag worden. Het bestuur van de stichting bestaat uit vier leden; Cor, Mark, Barbara en Hilde. Bestuurders Cor en Mark zijn fervente rokers. Op verzoek van deze twee bestuurders besluit het bestuur, zonder dat de reglementen worden gewijzigd, dat er tijdens de vergadering van het bestuur gerookt mag worden in Het Boshuis. Een van de vaste donateurs van de stichting, Fransje Timmer, is fel tegen dit besluit van het bestuur. Zij vindt dat het bestuur een voorbeeldfunctie heeft binnen de stichting en dat daarom juist het bestuur zich aan de regel met betrekking tot het niet roken in Het Boshuis zou moeten houden.
Kan Fransje Timmer iets ondernemen tegen het besluit van het bestuur? Zo ja, wat en hoe moet zij dit aanpakken? Zo nee, waarom niet?
Door het "rookdebacle" zijn de verhoudingen binnen het bestuur ernstig verstoord. Bestuurder Barbara is het al enige tijd niet eens met het door het bestuur gevoerde beleid en het besluit omtrent het rookverbod is voor haar de druppel: zij legt haar bestuursfunctie neer. Een week later komt zij er achter dat bestuurder Cor, als penningmeester, jarenlang financieel wanbeleid heeft gevoerd (door o.a. geld aan de stichting te onttrekken) en dat de stichting op het randje van faillissement staat. Ook bestuurder Hilde is woedend en ook zij is opgestapt uit het bestuur. Beide dames willen het beste voor de stichting en willen dat Cor zo snel mogelijk uit zijn bestuursfunctie ontheven wordt. Ze vragen uw advies.
Welke mogelijkheid hebben de dames om Cor als bestuurder van de stichting te (doen) ontslaan?
Alberts, Berends en Corneille werken samen in de VOF De Drukkerij. Het bedrijf houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van de boekdrukkunst. De drie vennoten brengen ieder hun arbeid in. Daarnaast is afgesproken dat Corneille een bedrijfspand met een waarde van € 200.000 zal in brengen en Berends een drukpers (roerende zaak) met een waarde van € 15.000.
Corneille wil de samenwerking met Alberts en Berends opzeggen. Kan een vennoot te allen tijde aan de vennootschap opzeggen? Aan welke vereisten dient een opzegging te voldoen?
Op welke wijze kan worden bereikt dat er een automatische verkrijging van de onroerende zaken door Alberts en Berends plaatsvindt als Corneille uit de vennootschap treedt door opzegging? Welke formaliteiten dient men, gelet op het feit dat het gaat om de verkrijging van onroerende zaken, in acht te nemen? Welke wetsartikelen zijn voor dit antwoord van belang?
Op 2 juli 2013 koopt Alberts namens de VOF voor € 5.000 papier bij leverancier Papyrus BV. Betaling van deze € 5.000 door de VOF blijft uit, zelfs na herhaaldelijk aanmanen door Papyrus. Op 1 augustus 2013 is Corneille uitgetreden en is Daamen toegetreden als nieuwe vennoot tot de VOF. Het samenwerkingsverband is ingeschreven in het handelsregister, als ook de uittreding van Corneille en toetreding van Daamen.
Titel 2, artikel 2:26 BW: een vereniging kan alleen door twee mensen of meer worden opgericht (meerzijdige rechtshandeling), zij bepalen de statuten, al dan niet bij notariële akte. Eén grondregel (statuut) is de bepaling van het doel, waarbij in de gaten moet worden gehouden dat dit doel niet mag zijn om de winst te verdelen onder de leden. Een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid hoeft zich niet te houden aan de minimum eisen voor de statuten.
Titel 6, artikel 2:285 BW: een stichting kan worden opgericht met een rechtshandeling, een handeling gericht op het intreden van een daaraan door het recht verbonden gevolg. Dit moet bij notariële akte. Een stichting heeft een ledenverbod en moet proberen een bepaald doel te verwezenlijken. Ze zijn met z'n tweeën, ze hoeven geen notaris in te huren, ze kunnen leden hebben, deze leden kunnen invloed hebben in de vereniging door middel van stemmingen (algemene vergadering) en er zijn minder statuutvoorschriften. Dus de vereniging moet aangeraden worden; alle leden hebben dan invloed op het besluitvormingsproces. Er is een grondwettelijk recht van vereniging, dus ook zonder notaris is het oprichten van een vereniging mogelijk.
Artikel 2:30 lid 1 BW: een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid kan geen registergoederen verkrijgen en kan geen erfgenaam zijn. Volgens lid 2 zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk.
Er staat nergens dat het op schrift dient te geschieden. Uit art. 2:30 lid 3 BW valt af te leiden dat een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid zijn statuten niet op schrift hoeft vast te leggen. Willen ze art. 2:33 BW anders regelen in de statuten, dan moeten deze statuten op schrift gesteld zijn, zie art. 2:52 BW.
Art. 2:28 lid 1 BW: nee dit moet de algemene vergadering beslissen.
Artikel 2:285 BW: ledenverbod. Donateurs zijn geen leden.
Artikel 18 statuut: nu krijgen ze meer bevoegdheden en zijn ze wel aan te merken als leden, hetgeen in strijd is met de kernwaarden van een stichting.
De rechtbank kan de stichting ontbinden op grond van art. 2:21 sub c. BW Statuut 13 is ook een mogelijkheid, art. 2:286 lid 4 sub c BW. Statuut 18 geeft teveel bevoegdheden, waardoor het teveel gaat lijken op een lidmaatschap. Artikel 2:293 BW, wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Statuut 13: art. 2:298 BW, de rechtbank kan in beginsel alleen bestuurders benoemen en ontslaan, maar bij een wijziging van de statuten is ook de donateursraad hiertoe bevoegd. Statuut 18: art. 2:300 lid 2 BW, ook hier kunnen de statuten worden gewijzigd en is het bestuur niet meer nodig bij de ondertekening van de jaarrekening.
Art. 2:289 lid 2 BW: bij een stichting in oprichting is iedere bestuurder voor een rechtshandeling waardoor hij de stichting verbindt naast de stichting hoofdelijk aansprakelijk. De stichting is nu al ingeschreven, maar Irys blijft hoofdelijk aansprakelijk, art. 2:289 lid 2 BW, evenals de stichting, art. 2:203 BW (alleen lid 1). artikel 2:93 lid 1 BW geldt ook voor stichtingen, lid 2 werkt waarschijnlijk ook, maar hierover is nog onvoldoende jurisprudentie, art. 2:89 lid 2 BW.
Artikel 2:285 lid 3 BW: uitkeringsverbod. In casu is er geen idieële of sociale strekking. Ontbinding is ook niet mogelijk, want zolang het doel nog niet bereikt is, zal rechtbank het niet goedkeuren. Dit mag wel bij contractuele overeenkomst, bijvoorbeeld bij betalingen enz.
Ontbinding van de stichting door de rechtbank, art. 2:21 lid 3 BW. Het uitkeringsverbod wordt overtreden. Volgens lid 2 kan er een termijn verleend worden om te repareren. Bijvoorbeeld 2:285 BW, ledenverbod, ontbinding op grond van art. 2:21 lid1 sub c BW.
Artikel 2:293 BW stelt dat dit slechts kan wijzigen als de mogelijkheid in de statuten is opgenomen. Artikel 2:294 BW stelt dat dit soms wel kan door rechter, zie lid 1. Art. 2:21 lid 1 sub b BW stelt de mogelijkheid van ontbinding door rechtbank.
Volgens artikel 2:26 lid 3 BW mag er geen winst onder leden verdeeld worden. Sponsoring moet worden gezien als winst. Een positief saldo bevat in dit geval dus ook winst en een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen, alleen incidenteel.
Art. 2:42 lid 1 BW, statuten kunnen alleen gewijzigd worden bij besluit van een algemene vergadering. Lid 2: De statuten kunnen ook gewijzigd worden als expliciet is opgenomen dat ze niet gewijzigd kunnen worden bij besluit van de algemene vergadering met instemming van alle leden (algemene stemmen). Dit aantal is 43, tenzij de statuten anders bepalen, 2/3 meerderheid.
Volgens art. 2:30 lid 2 BW zijn de bestuurders hoofdelijk naast de informele vereniging verbonden voor schulden uit een rechtshandeling die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Indien er wel is ingeschreven, geldt lid 4: dan zijn alleen degenen uit lid 2 aansprakelijk voor zover de wederpartij aannemelijk maakt dat de vereniging niet aan de verbintenis zal kunnen voldoen. Hier kan alleen van worden afgeweken als de statuten op schrift zijn gesteld, artikel 2:52 BW.
Volgens art. 2:30 lid 4 BW is na de inschrijving van de vereniging de vereniging aansprakelijk voor schulden, evenals degene die vanwege lid 2 in hoofde is verbonden, maar alleen als de wederpartij aannemelijk maakt dat de vereniging niet aan de verbintenis zal voldoen.
Uit art. 2:29 lid 2 BW volgt dat het bestuur niet hoofdelijk aansprakelijk is als de vereniging is ingeschreven in het handelsregister, wat moet vanwege de statuten die zijn opgenomen in notariële akte. Zitora zal dus alleen de vereniging aan kunnen spreken.
Volgens art. 2:29 lid 2 BW is iedere bestuurder voor een rechtshandeling waardoor hij de vereniging verbindt naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk; in dit geval dus het gehele bestuur.
Volgens art. 2:35 lid 2 BW kan de vereniging het lidmaatschap van Yelena opzeggen, omdat ze niet meer aan de vereisten gesteld door de statuten voor het lidmaatschap kan voldoen en de relatie met de leden verstoord is. Volgens art. 2:35 lid 3 kan Yelena worden ontzet, omdat zij in strijd met de statuten heeft gehandeld en de vereniging op een onredelijke wijze heeft benadeeld. Ze heeft haar zieke paard niet aangegeven bij het bestuur en ze is met dit zieke paard naar een bijeenkomst van de vereniging geweest, waar ze de paarden van andere leden heeft of zou kunnen hebben besmet. Yelena kan in beroep bij de algemene vergadering, art. 2:35 lid 4 BW, binnen één maand na ontvangst.
Nee, meer dan de helft van de leden is afwezig en dus is er niet voldaan aan de vereisten uit de statuten voor een statutenwijziging, art 2:43 lid 1 BW. De quorum is vrij te bepalen in de statuten door de vereniging. Nietig vanwege artikel 2:14 BW.
Fransje heeft een 'redelijk belang' bij de stichting als donateur, dus kan hij volgens art. 2:15 lid 3 sub a via art. 2:15 lid 1 sub c BW het besluit van het bestuur door de rechtbank laten vernietigen (actie van een belanghebbende nodig), omdat het besluit in strijd is met een reglement. Dit moet binnen een jaar, lid 5.
Hilde en Barbara kunnen bij de rechtbank het ontslag van Cor eisen op grond van art. 2:298 lid 1 sub a BW, omdat Cor schuldig is aan wanbeheer. Hilde en Barbara moeten dan wel belanghebbende zijn, gehele bestuur verantwoordelijk voor financiën, niet alleen Cor, art. 2:9 lid 1 BW.
Opzegging kan door art. 7A:1683 lid 3 BW. Volgens art. 15 WvK jo. 7A:1686 BW is deze opzegging vernietigbaar als het in strijd is met redelijkheid en billijkheid.
Uittredingsovereenkomst-> voortzettingsbeding is een dergelijke opzegging, geen ontbinding als gevolg, maar dat het doorgezet kan worden (bij juridisch eigendom).
Blijvingsbeding -> vereist is dan levering, art. 3:89 en 3:186 lid 1 BW (dus krachtens een authentieke akte en inschrijving).
Overnemingsbeding -> bij niet juridisch eigendom.
Vermogensbeding
Albert en Berend zijn op basis van art. 17 en 18K hoofdelijke aansprakelijk. Een toetredend vennoot is in beginsel niet aansprakelijk.
Voorbeeld tentamens Vennootschappen en Rechtspersonen zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht (bachelor 2)
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2344 |
Add new contribution