2. Verslaggeving t.b.v. de fiscus

• Vennootschappelijke jaarrekening (bedrijfseconomische); balansoverzicht, winst/verlies rekening en toelichting over beide rekening.

• Norm: de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.

• Fiscale jaarrekening; fiscale vermogensopstelling, fiscale winstberekening, berekening belastbaar bedrag en toelichting over alle overzichten. Kan opgesplitst worden in: Extracomptabele en intracomptabele fiscale jaarrekening.

• Norm: De fiscale periodewinst dient te worden bepaald volgens goed koopmansgebruik.

• De fiscale winstbepaling gezien als een winst minimaliserend stelsel. Winst naar toekomst verschuiven of vermijden zodat er een belastingvoordeel kan optreden.

• Toerekeningsverschillen:

• Belastinglatentie = het verschil tussen de belastinglast en de belastingschuld.

• Passieve latentie, gevolg van uitstel van betaling. Dus fiscale winst is lager dan vennootschappelijke winst. (positief verschil).

• Actieve latentie, gevolg van vooruitbetaling. Dus fiscale winst is hoger dan vennootschappelijke winst. (negatief verschil).

• Verschillen in winstbegrip:

• Verschillen door: deelnemingsvrijstelling, investeringsaftrek subsidies, tantièmes, uitgaven als kosten behandeld door onderneming maar niet door belastingdienst.

• Verschillen vormen verlichting of verzwaring voor belastingdruk.

• Effectief tarief = (belastinglast / vennootschappelijke jaarwinst vóór belasting) x100%

• Boeken van voorziening latentie: Resultatenbenadering of Balansbenadering.

• Berekenen fiscale winst: 1. Fiscale resultatenrekening. 2. Vermogensvergelijking. 3. Afleiding vanuit fiscale winst vóór belasting.

• Te betalen belasting: Verschil fiscaal vermogen – stortingen en + onttrekking = fiscale winst -> + fiscale faciliteiten -> - giften -> +/- verliesverrekening = belastbaar bedrag -> x25% = te betalen belasting.

3. Fiscale jaarrekening

• Fiscale vermogensopstelling.

1. Vennootschappelijke T-account -> bepaal onbekende.

2. Denkbeeldige fiscale T-account -> bepaal eindwaarde.

• Fiscaal ondernemingsvermogen.

• Belastingheffing over uitkering aan aandeelhouders: Gestort en opgevraagd aandelenkapitaal, agio, winstreserve.

• Fiscale reserves ten laste van fiscale winst: egalisatiereserve (voorziening), herinvesteringsreserve (boekwinsten van verkoop van bedrijfsmiddelen: kan stille reserve ontstaan, deze zorgt voor een belastbaar tijdelijk verschil), overige reserves.

• Fiscale winstberekening

• Opbrengst- & kostenposten moeten overeenkomen met de fiscale voorschriften

• Tantièmes fiscaal gezien een kostenpost, vennootschappelijk gezien niet

• Investeringssubsidies bate voor vennootschappelijke en niet voor fiscale winstberekening.

• Aandelenkapitaal terugbetalingen geen fiscale lasten maar een pluspost.

• Stortingen in aandelenkapitaal geen fiscale baten, dus een minpost

• Andere plusposten: Dividend en vennootschapsbelasting.

• Investeringsregelingen en deelnemingsvrijstelling -> Bij berekening van belastbaar bedrag bepaalde bedragen aftrekken of bijtellen door investeringen of deelnemingen.

• Vermogensvergelijking: Vermogensverschil vast stellen door het vergelijken van vermogensbedragen op verschillende tijdstippen.

10. Latente belastingverhoudingen

• Verschillen tussen fiscale en vennootschappelijke winst door:

• Verschillen in toerekening aan jaren: gevolg van winstverschuivingen -> latente belastingverplichting of latente belastingvordering.

Carryback: terugwenteling van fiscaal verlies.

Carryforward: terugwenteling van toekomstige verliescompensatie

• Verschillen in winstbegrip:

• Gevolg van deelnemingsvrijstelling tegen verkrijgingprijs of tegen netto-vermogenswaarde.

• Gevolg van netto-voordeel investeringsaftrek = belastbaar bedrag – (investeringsaftrek percentage * belastbaar bedrag).

• Gevolg van herwaardering (3 methoden).

• Methode De Blaey

• Methode Nederstigt

• Methode Van Hoepen

• Herwaarderen met financieringscorrectie: deels eigen vermogen, deels vreemd vermogen.

• Samenvaljaarrekening = zowel vennootschappelijk als fiscaal met dezelfde waarderings- en winstbepalingsgrondslagen werken.

• Problemen door samenvalrekening met: herinversteringsreserve, niet-aftrekbare kosten, deelnemingsvrijstelling en investeringsaftrek.

12. Waarderingsmethoden deelnemingen

• Deelneming: Kapitaalverschaffing om duurzame band aan te gaan en houden ten behoeve van de eigen werkzaamheid.

• Dochtermaatschappij als een andere NV/BV: meer dan helft stemrechten in AVA of meer dan helft bestuurders of commissarissen benoemen (en aandeelhouder).

• Groepsmaatschappij: vennootschappen economische eenheid en organisatorisch verbonden.

• Waardering deelnemingen: Verkrijgingsprijs, actuele waarde of vermogensmutatiemethode.

• Goodwill: Verkrijgingsprijs deelneming is hoger dan de waarde.

• Badwill: Verkrijgingsprijs is lager dan de eerste boekwaarde van de deelneming.

• Vermogensmutatiemethode: waardering van de deelneming is gelijk aan het aandeel van de moedermaatschappij in het eigen vermogen van de deelneming.

• Bij waardering volgens vermogensmutatiemethode: Eerste boekwaarde is netto-vermogenswaarde of zichtbare intrinsieke waarde.

• Wettelijke reserve deelnemingen: Nodig wanneer problemen met dividend uitkeren.

19. De geconsolideerde jaarrekening

• Consolidatiekring: de ondernemingen die in de consolidatie moeten worden betrokken. Groepsmaatschappij / overheerste rechtspersoon.

• Groepsmaatschappij: rechtspersonen en vennootschappen in economische eenheid organisatorisch verbonden.

• Overheerste rechtspersoon: moedermaatschappij overheersende zeggenschap.

• Geconsolideerde jaarrekening: een groepsjaarrekening waarin financiële gegevens uit afzonderlijke jaarrekeningen samengevoegd.

• Intercompanywinsten: groepsmaatschappij winst door verkoop aan andere verbonden onderneming.

• Solvabiliteit: het vermogen om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

• Liquiditeit: Zorgen dat continuïteit niet in gevaar komt.

• Nevenschikkingsconcern of Horizontaal concern: verbonden door contracten.

• Consolidatieuitsluiting: Geen consolidatieplicht.

• Toerekeningsregel: Hoedanigheden van een kapitaalparticipatie van een dochtermaatschappij aan de moedermaatschappij toegerekend.

• Tussenholdings: Houdstermaatschappij die niet aan het hoofd van gehele groep staat maar aan het hoofd van een groepsdeel.

20. Technische aspecten consolidatie

• Consolidatie als moeder 100% aandelen in bezit heeft: onderlinge verhoudingen uitschakelen en dan resterende posten optellen.

• Doel geconsolideerde jaarrekening: beeld van groepsvermogen en groepsresultaat.

• Formele eenheid: ondernemingen hanteren eenzelfde rekeningenstelsel.

• Materiële eenheid: Posten gelijke benamingen en dezelfde inhoud.

• Consolidatie met behulp van consolidatiegrootboek: 1. Grootboekrekeningen voor balansposten. 2. Eliminatieposten.

• Elimitatieposten: journaalposten gemaakt voor het consolideren van jaarrekeningen.

• Integrale consolidatie: Bedragen van de individuele maatschappijen optellen.

• Consolidatie met behulp van werkblad: Direct een kolommenstaat gemaakt.

• Toepassing vermogensmutatiemethode: meestal wanneer moeder beslissende zeggenschap heeft in de dochter.

• Derdenbelang: Moedermaatschappij bezit minder dan 100% van de aandelen.

• Verkrijgingsprijs: Waarvoor de verworven deelneming wordt geleverd.

21 & 22. Downstream- en Upstream-sales

• Intercompanytransacties: leveringen tussen de bij de consolidatie betrokken ondernemingen.

• Downstreamsales: Moedermaatschappij levert aan de dochtermaatschappij.

• Gevolg: Eliminatie ongerealiseerde winsten en correctie boekingen.

• Eliminatieboekingen: Onderlinge transacties en verhoudingen tussen moeder en dochter worden geëlimineerd.

• Correctieboekingen: boekingen in de vennootschappelijke balans en resultatenrekening van de moedermaatschappij.

• Upstreamsales: Dochtermaatschappij levert aan moedermaatschappij