Colleges Constitutioneel Recht - UvA
- 2345 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
We kunnen de machtenverdeling onderverdelen in:
· horizontaal: wetgever; bestuur gemeente;
· verticaal: Rijk, provincie, gemeente.
Er bestaan confederaties, federale staten, gedecentraliseerde eenheidsstaten en eenheidsstaten.
· Federale staten: er is een centrale overheid, maar de federale deelstaten hebben ook eigen bevoegdheden. Een voorbeeld van een federale staat is Duitsland.
· Confederatie: staat die bestaat uit delen die samenkomen voor samenwerking en niet heel diep grondwettelijk zijn verankerd. Een voorbeeld van een confederatie is de republiek der zeven verenigde Nederlanden.
· Gedecentraliseerde eenheidsstaat: binnen de eenheidsstaat zijn er ook autonome eenheden. Een voorbeeld van zo een staat is Nederland.
· Vóór 1982 was Frankrijk het ultieme voorbeeld van een gecentraliseerde eenheidsstaat.
· Rekening houden met plaatselijke voorkeuren en verschillen (lokale democratie)
· Staat dichter bij de burger
· In Nederland wordt dat geacht goedkoper te zijn
(wat betreft bepaalde dienstverlening)
· werk en inkomen
(subsidieregelingen; bijstand);
· jeugdzorg (jeugdbescherming; pleegzorg ed)
per 1 januari zijn dit gemeentelijke taken geworden;
· maatschappelijke ondersteuning (zorg voor beperkten) chr. psychisch of psychosociaal.
Dus de gemeentes werken dan samen op deze gebieden wegens tekort aan middelen, mensen, en expertise. Er worden dan professionele organisaties ingehuurd. Dit waren voorheen eigenlijk geen gemeentelijke zaken. Het gaat bij bovengenoemde om de welzijnssfeer.
· art. 3 Statuut
· art. 43 Statuut: constitutionele waarborgen ‘’fundamentele waarborgen, rechtszekerheid en deugdelijk bestuur’’
denk aan defensie; nationaliteit
Als hier regels over gemaakt moet worden, dan gebeurt dit in de Rijkswet.
· de rest, maar samenwerking zoals volgt uit art. 36-40 van het Statuut.
Denk hierbij aan sociaal economische kwesties; infrastructuur; onderwijs en dergelijke.
· Koning (als staatshoofd)
· Raad van ministers Koninkrijk (incl. de gevolmachtigde ministers van de andere 3 landen)
· Raad van State van het Koninkrijk (Raad van State plus de leden van de andere 3 landen)
· Koninkrijkswetgever
· Wettelijke regels bij Rijkswet gemaakt, sommigen gelden voor alle landen, andere niet.
· We kennen echter geen Koninkrijksparlement!
· In de S-G zitten geen vertegenwoordigers van de andere landen en toch worden de rijkswetten door de S-G gemaakt. Er geld voor hen echter alleen een raadgevende stem, maar mag niet meestemmen. In het regering dus wel een waarboorg voor de andere landen wat betreft inspraak, maar niet in het parlement.
Binnen het koninkrijk zijn we een federatie, maar binnen Nederland niet.
Territoriaal (algemeen bestuur): Rijk; provincie; gemeente.
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn openbare lichamen. Zij maken deel uit van het staatsbestel van Nederland. Zie artikel 1 lid 2 van het Statuut. Hoe verhoudt zich dit tot art. 1 van de Grondwet? Mocht er sprake zijn van “in strijd met”, dan gaat het Statuut, en daarmee bovengenoemde differentiatiebepaling, voor.
De Grondwet geldt voor Nederland (geldt ook voor Bonaire, Sint E. en Saba).
Curacao Aruba en sint maarten hebben een eigen Grondwet.
Functioneel (specifieke taak): Waterschappen (133 GW); openbare lichamen (134 GW) voor beroep en bedrijf vergelijk dit bijvoorbeeld met de NOvA.
Artikel 180
1.
De burgemeester is aan de raad verantwoording schuldig over het door hem gevoerde bestuur.
2.
Hij geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
3.
Hij geeft de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
En zie ook:
1.
De burgemeester kan te allen tijde bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister worden ontslagen.
2.
Indien sprake is van een verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad, kan de raad, door tussenkomst van de commissaris van de Koning, een aanbeveling tot ontslag zenden aan Onze Minister.
3.
Voordat de raad verklaart dat van een verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad sprake is, overlegt hij met de commissaris over de aanleiding tot die verklaring.
4.
Een aanbeveling vormt geen onderwerp van beraadslagingen en wordt niet vastgesteld dan nadat de raad tenminste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard, dat tussen de burgemeester en de raad sprake is van een verstoorde verhouding.
5.
De oproeping tot de vergadering waarin over de aanbeveling wordt beraadslaagd of besloten, wordt tenminste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als de raad heeft bepaald, bij de leden van de raad bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot de aanbeveling.
6.
De commissaris brengt advies uit aan Onze Minister over de aanbeveling.
7.
Onze Minister wijkt in zijn voordracht slechts af van de aanbeveling op gronden ontleend aan het advies van de commissaris dan wel op andere zwaarwegende gronden.
Decentralisatie in eenheidsstaat:
· Er kan sprake zijn van strijd met het algemeen belang, of strijd met de wet.
1.
De wet regelt de inrichting van provincies en gemeenten, alsmede de samenstelling en bevoegdheid van hun besturen.
2.
De wet regelt het toezicht op deze besturen.
3.
Besluiten van deze besturen kunnen slechts aan voorafgaand toezicht worden onderworpen in bij of krachtens de wet te bepalen gevallen.
4.
Vernietiging van besluiten van deze besturen kan alleen geschieden bij koninklijk besluit wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
5.
De wet regelt de voorzieningen bij in gebreke blijven ten aanzien van regeling en bestuur, gevorderd krachtens artikel 124, tweede lid. Bij de wet kunnen met afwijking van de artikelen 125 en 127 voorzieningen worden getroffen voor het geval het bestuur van een provincie of een gemeente zijn taken grovelijk verwaarloost.
6.
De wet bepaalt welke belastingen door de besturen van provincies en gemeenten kunnen worden geheven en regelt hun financiële verhouding tot het Rijk.
Montesquieu: de l’espirit de lois. Het gaat hier om horizontale machtenscheiding. Er wordt bij de uitvoerende, rechtsprekende en wetgevende macht op hetzelfde niveau onderscheid gemaakt. Naast horizontale scheiding kennen wij ook verticale machtenscheiding. Dan gaat het om de verspreiding van de staatsmacht over het territorium van de staat. Staatsvorming is dan een onmiskenbaar begrip.
Eenheidsstaat: Fa voor 1983;
federale staat: o.a. koninkrijk der Nederlanden, Vs; Dl;
gedecentraliseerde eenheidsstaat: o.a. NL (in europa), Fa na 1983 Denemarken.
Beide vormen kennen zowel verticale machtenscheiding/territoriale machtenscheiding als horizontale machtenscheiding.
Territoriale, ‘lagere’, overheden oefenen een belangrijk deel uit van de overheidsmacht.
In Nederland kennen we dan de provincies en de gemeenten. In federale staten kennen ze daarvoor deelstaten.
Deelstaten in een federale staat hebben recht op zelforganisatie. Ze kennen een eigen grondwet en eigen parlement/regering, Bij gemeenten en provincies wordt echter door de wetgever de inrichting/positie bepaald. Toezicht betreffende de deelstaten vindt alleen plaats door de rechter. Bij de provincies en gemeenten wordt dit nog aangevuld door hoger bestuur. De bevoegdheden worden qua omvang bepaald door de grondwetgever. Bij de provincies en gemeenten door de wetgever.
Deelstaten hebben recht op zelforganisatie, maar in veel federale grondwetten is dat wel enigszins beperkt. Art. 4(4) Constitution: The US shall guarantee to every State in this Union a Republican form of Government (…)
Bevoegdheden van de federale staat zijn opgesomd in de constitution.
Bevoegdheden die daar niet in staan, zijn bevoegdheden van de deelstaten. Zowel de federatie als de deelstaten hebben exclusieve bevoegdheden. Art. 1 (1) US Constitution: The Congress shall have power to lay and collect taxes; to provide and maintain a Navy; to raise and support Armies etc. Alles wat hieronder valt komt toe aan de deelstaten.
Toezicht houden gebeurt door de Supreme Court. De federale staat en deelstaten moeten niet elkaars bevoegdheden gaan overnemen.
Art. 1 lid 1 Statuut: Het Koninkrijk omvat de landen Nederland, Aruba, Curacoa en Sint-Maarten. Zie ook art. 42 lid 1 en 2.
Het Koninkrijk der Nederlanden is ook een soort federatie.
Wijziging in de grondwet van Aruba, Curacao en sint maarten die betrekking heeft op fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de bevoegdheden van de vertegenwoordigende lichamen van de landen en de rechtspraak, wordt overlegd aan de regering van het Koninkrijk. Zij treedt niet in werking dan nadat de regering van het Koninkrijk haar instemming hiermede heeft betuigd. Daar komt art. 44 lid 1 van het Statuut op neer. onder curatele van regering van Nederland.
Bevoegdheden: de onderwerpen die niet in het Statuut staan, komen toe aan de landen. Zie met name art. 3 lid 1 van het Statuut. Voor de bevoegdheden van het Koninkrijk. Een Rijkswet regelt koninkrijksaangelegenheden.
Toezicht: harmonisatiewet arrest. De rechter mag de wet niet toetsen aan het statuut.
art. 50 lid 1 statuut Wetgevende en bestuurlijke maatregelen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, die in strijd zijn met het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met belangen, welker verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is, kunnen door de Koning als hoofd van het Koninkrijk bij gemotiveerd besluit worden geschorst en vernietigd. De voordracht tot vernietiging geschiedt door de raad van ministers.
In een échte federatie kom je dat niet tegen.
De gemeenten kennen geen zelforganisatie. Aan het hoofd van de gemeente staat de gemeenteraad; ook het college van B&W zijn deel van het gemeentebestuur.
art. 132: de wet regelt de inrichting van provincies en gemeenten, alsmede de samenstelling en bevoegdheid van hun besturen.
Alle gemeenten hebben dezelfde structuur en organen.
art. 124 van de Grondwet -> twee bronnen:
· medebewind op basis van delegatie (aan die delegatie moet een wet in formele zin ten grondslag liggen);
· autonomie op basis van attributie.
De formele wetgever kan de autonomie beperken, maar er moet een zekere mate van autonomie blijven. Anders wordt de Grondwet, die autonomie veronderstelt, geschonden. Regeling en bestuur moeten betrekking hebben op de ‘huishouding’, iets openbaars. Alles wat gemeenten doen moet op basis van de Gemeentewet (wordt gezien als autonomie).
Art 124 lid 1: Voor (…) gemeenten wordt de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding aan hun besturen overgelaten.
APV = (grotendeels) autonome verordening, zie art. 149 van de Gemeentewet. Denk aan wat betreft organisatie van evenementen, straatprostitutie ed. De meeste strafbare feiten betreffen het niet opruimen van hondenpoep, fietsen in een voetgangersgebied ed.
Medebewind, zie art. 124 lid 2. Regeling en bestuur kunnen van de besturen van de provincies en gemeenten worden gevorderd bij of krachtens de wet. Vorm van delegatie. Er moet een basis te vinden zijn in de wet in formele zin. Geacht medebewind te zijn is alles wat gemeenten doen op basis van ‘bijzondere’ wetten.
Toezicht door de rechter. Betrekking hierop hebben de volgende arresten: Wilnisser Visser; Emmense Beliekluivers en Antikraak Arnhem. Toezicht door het bestuur -> art. 132 lid 2 Gw: de wet regelt het toezicht op deze besturen.
We kennen preventief toezicht en repressief toezicht. Kijk voor preventief toezicht naar art. 132 lid 3 van de Grondwet. Kijk voor het repressieve toezicht naar lid 3 van bovengenoemd artikel.
Gebaseerd op collegejaar 2015-2016
Aantekeningen bij de hoorcolleges Consititoneel Recht, Universiteit van Amsterdam
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3788 |
Add new contribution