Oefententamens Vennootschappen en Rechtspersonen (UU - Recht B2)
- 3733 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Twee aannemers willen hun krachten bundelen en een contractuele samenwerkingsvorm aangaan. Zij denken aan een vennootschap onder firma of een stille maatschap. Ze besluiten zich eerst te verdiepen in de wetelijke bepalingen die voor deze rechtsvormen gelden. Nu lezen zij dat voor de v.o.f. geldt dat de vennoten niet bevoegd zijn te vertegenwoordigen ten aanzien van handelingen welke niet tot de vennootschap betrekkelijk zijn. Bij de maatschap vinden zij een dergelijke bepaling niet terug in de wet.
Leg uit waarom bij de maatschap geen behoefte bestaat aan een dergelijke bepaling. (10 punten)
Mark runt een eenmanszaak die zich bezighoudt met kaasimport uit Zwitserland, Fromagerie genaamd. Mark staat ingeschreven als eigenaar in het handelsregister en zijn dochter Irene werkt in de zaak. in verband met het bereiken van de pensioengerechigde leeftijd wil Mark zich terugtrekken uit de onderneming en de zaak overdoen aan Irene. Aldus geschiedt, maar per abuis wordt vergeten Mark uit te schrijven uit het handelsregister. Na een tijdje komt Mark hierachter en hij vreest voor persoonlijke aansprakelijkheid voor schulden van de eenmanszaak, wanneer gehandeld wordt namens Fromagerie. Mark raadpleegt een bevriende student rechten en die beweert het volgende: “Degene die staat ingeschreven in het handelsregister is alijd aansprakelijk wanneer gehandeld is namens de onderneming, waarbij het geen verschil maakt of de derde daadwerkelijk het handelsregister heeft geraadpleegd.”
Geef aan op welke rechtspraak en wetgeving de bewering van de student gebaseerd is en noem twee redenen waarom deze bewering niet juist althans niet volledig is. (10 punten)
Maartje is met haar vader Jan met ingang van 1 september 2012 voor onbepaalde tijd een v.o.f. aangegaan (VOF Veehouderij Koetjes & Kalfjes) die ten doel heet het gezamenlijk uitoefenen van een veehouderijbedrijf op de boerderij van Jan. De vof is ingeschreven in het handelsregister. Jan heet bij het aangaan van de vennootschap de boerenwoning ingebracht evenals de veestallen en de 15 hectare land die om de boerderij heen liggen. Ook heeft hij de hele veestalen ingebracht evenals zijn kennis en arbeid. Maartje heeft haar kennis en arbeid ingebracht. Daarnaast heeft zij de ‘economische’ eigendom van een tractor ingebracht in het samenwerkingsverband. In de schritelijke vennootschapsovereenkomst is bepaald dat ieder der vennoten bevoegd is de vennootschap te doen eindigen door schriftelijke opzegging aan de andere vennoot met een opzegtermijn van 3 maanden. Na een groot meningsverschil over de bedrijfsvoering tussen Maartje en Jan, besluit Maartje op 1 augustus 2017 dat ze niet langer wil samenwerken met haar vader. Ze zegt de vennootschap daarom op in overeenstemming met de opzeggingsvereisten in de vennootschapsovereenkomst. De vennootschap wordt vervolgens per 1 december 2017 ontbonden. Tijdens de verefening en verdeling van het vermogen van de vennootschap stelt Maartje zich op het standpunt dat de waardevermindering van de tractor (de afschrijving hiervan over de afgelopen 5 jaar) verrekend moet worden tussen haar en haar vader. Tevens stelt zij dat Jan en zij gezamenlijk eigenaar zijn van de tractor en dat Jan zijn aandeel in de tractor aan haar terug moet leveren.
Geef aan in hoeverre de stellingen van Maartje correct zijn. (10 punten)
Sinds de opriching in 2010 floreert wijnhandel Annies & Co VOF, de wijnhandel is opgezet en wordt geleid door de drie zussen Anne, Amber en Lot van Duijn. Zij hebben allen geld en arbeid ingebracht. De samenwerkingsovereenkomst bevat geen van de wet afwijkende bepalingen. Op 1 mei 2017 is Amber uitgetreden uit het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband en het uitreden van Amber van Duijn zijn ingeschreven in het handelsregister. Het samenwerkingsverband wordt voortgezet door Anne en Lot. Begin april 2017 heeft Anne van Duijn namens Annies & Co VOF een partij Franse wijn bij Wijnleverancier De Fransoos besteld voor een bedrag van 10.000 euro. De wijn is – zoals afgesproken – afgeleverd in juni 2017, maar nog steeds niet betaald in november 2017. Wijnleverancier De Fransoos spreekt vervolgens de kapitaalkrachtige Amber van Duijn in prive aan tot betaling van de 10.000 euro. Amber betoogt tegenover de crediteur dat hij zijn vordering eerst zal moeten verhalen op Annies & Co VOF.
Kan Amber van Duijn met kans op succes worden aangesproken tot betaling van de 10.000 euro door Wijnleverancier De Fransoos? Besteed in uw antwoord ook aandacht aan het verweer van Amber. (10 punten)
Ga ervan uit dat tegelijkerijd met de uitreding van Amber van Duijn, Silke van Westerdorp op 1 mei 2017 als commanditaire vennoot toetreedt tot het samenwerkingsverband en Olivier Noord als beherend vennoot. Aan alle daarbij behorende formaliteiten wordt voldaan.
Kan/kunnen Silke en/of Olivier met kans op succes door Wijnleverancier De Fransoos worden aangesproken tot betalinge van de 10.000 euro? Zo Ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet? (10 punten)
De bepaling waarop de vraag ziet is te vinden in art. 17 lid 2 K. Bij de maatschap behoeven de maten een volmacht van de andere maten om de maatschap te kunnen vertegenwoordigen (art. 7A:1679/1681 BW). Er geldt dus geen vertegenwoordigingsbevoegdheid op grond van de wet zoals bij de v.o.f., waar de vennoten bevoegd zijn tot vertegenwoordiging tenzij de samenwerkingsovereenkomst anders bepaalt of de handeling buiten het doel valt (art. 17 lid 1 en 2 K). Omdat maten toch alijd een volmacht nodig hebben van de andere maten, is een beperking tot handelingen die binnen het doel vallen niet nodig: voor handelingen buiten het doel zal geen volmacht worden verleend.
Norm:
De student baseert zijn bewering op het arrest Damen/Geho en art. 25 Hrgw. Uit het arrest Damen/Geho volgt inderdaad dat het niet uitmaakt of de derde daadwerkelijk het handelsregister heeft geraadpleegd om bescherming te kunnen ontlenen aan art. 25 Hrgw. Het is echter niet zo dat degene die staat ingeschreven alijd aansprakelijk is. Hij is niet aansprakelijk als de werkelijke eigenaar niet gebonden is (vgl. Conclusie A-G onder 5). Ook is hij niet aansprakelijk jegens een derde die weet dat hij niet de eigenaar is. De derde wordt namelijk enkel beschermd indien hij te goeder trouw is (‘onkundig’), zo blijkt uit art. 25 Hrgw.
Norm:
De manier waarop goederen in de vennootschappelijke gemeenschap zijn ingebracht, is bepalend voor het antwoord op de vraag of er verrekend en/of teruggeleverd moet worden. Maartje heeft de ‘economische’ eigendom van de tractor ingebracht. Dat betekent dat een waardedaling – in beginsel – voor rekening komt van de vof, wat neerkomt op verrekening van de waardedaling tussen de vennoten c.q. Maartje en haar vader. De eerste stelling van Maartje is dus juist. Van een goed dat economisch wordt ingebracht blijft het juridisch eigendom bij de inbrenger. De stelling van Maartje ten aanzien van de gezamenlijke eigendom en teruglevering is dus onjuist. De tractor is alijd haar eigendom gebleven en er is dus ook geen sprake van een aandeel van Jan dat hij zou moeten terugleveren.
Norm:
De vof is bevoegd vertegenwoordigd door Anne op grond van art. 17 K (haar bevoegdheid is niet uitgesloten of beperkt en de koop van wijn valt binnen het doel van de vof). De vof is dus gebonden. Voor de verbintenissen van de vof zijn -naast de vof- de vennoten hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 K). Deze aansprakelijkheid blijft (in beginsel) ook na uitreden bestaan. Omdat de verbintenis van de vof is ontstaan begin april 2017, voor het uitreden van Amber op 1 mei 2017, kan Amber voor het gehele bedrag (10.000 euro) aangesproken worden in prive op grond van art. 18 K. Het verweer van Amber is niet juist omdat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten inhoudt dat zij elk voor de gehele schuld kunnen worden aangesproken zonder dat er voor de schuldeiser een voorgeschreven volgorde van verhaal geldt.
Norm:
Silke is als commanditaire vennoot (in beginsel) niet aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Het ontbreken van externe aansprakelijkheid kan worden afgeleid uit art. 20 lid 3 K, dat duidelijk maakt dat de commanditaire vennoot slechts intern gehouden is tot haar inbreng in de venootschap. Wijnleverancier De Fransoos kan Silke derhalve niet aanspreken tot betaling van de 10.000 euro. De Wijnleverancier kan wel Olivier als toetredend beherend vennoot aanspreken voor de betaling van 10.000 euro. Uit het arrest HR Carlande volgt immers dat een toetredend beherend vennoot op grond van art. 18 K (ook) hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap die zijn ontstaan voor zijn toetreden.
Norm:
Voorbeeld tentamens Vennootschappen en Rechtspersonen zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht (bachelor 2)
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2642 |
Add new contribution