Wetenschapstheorie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefententamens - RUG
- 2315 reads
College-aantekeningen bij Wetenschapstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2018/2019
Okasha gaat in op de filosofische elementen van wetenschapsbeoefening. In de wetenschapsfilosofie houden filosofen zich bezig met vragen als: wat onderscheidt kennis van geloof? Wat is het verband tussen technologie en wetenschap? Hoe moet je wetenschap bedrijven? Wat doen wetenschappers eigenlijk?
In deze cursus zit een bepaalde lijn. We beginnen met het behandelen van de normatieve overtuiging naar de descriptieve overtuiging; van hoe het hoort naar hoe werkt het; van echte strikte wetenschapsfilosofie naar meer wetenschapsgeschiedenis. Tevens beginnen we met epistemologie naar ontologie: van wetenschap als kennis naar wetenschap als praktijk.
Dit college gaat over de eerste vier hoofdstukken van het boek van Okasha en het artikel van Meehl (1978).
In de eerste twee colleges verwijst de docent naar een casus om theorieën te illustreren. Het gaat om een psychologe studie uit 1988: het facial feedback effect. Uit deze studie blijkt dat gezichtsuitdrukkingen een invloed hebben op het ervaren van emoties. Als je een emotie hebt zou je die in de meeste gevallen uitdrukken op je gezicht, maar dit effect zou ook de andere kant op gaan volgens dit onderzoek. Dus als je een triest gezicht hebt zou je je triester voelen.
Er bestaan twee theorieën over dit mechanisme:
Popper is de grondlegger van de falsifeerbaarheidstheorie. Volgens hem zou een bewering enkel wetenschappelijk zijn als het te falsificeren is. Neem als voorbeeld de bewering dat het facial feedback effect berust op cognitieve gevolgtrekking. Dit zou enkel een wetenschappelijke bewering zijn als je zou kunnen aantonen dat dit effect niet optreedt als je een onbewuste gezichtsuitdrukking teweeg kan brengen. Anders zou het pseudo-wetenschap zijn.
Volgens Popper moet je ook in de politiek zo te werk gaan. De bewering die een politicus maakt moet toetsbaar zijn. Je moet kleinschalige experimenten doen om te kijken of de bewering werkt (bijv. in instituties).
Er zitten echter haken en ogen aan Poppers theorie:
Wetenschap bestudeert een realiteit die het zelf heeft gemaakt. Dit is eenvoudig te begrijpen als je denkt aan technologische producten van de wetenschap (gloeilampen, auto’s). Deze producten zijn door mensen bedacht, ontworpen en gemaakt. Deze menselijke ontwerpen veranderen de realiteit. De uitvindingen veranderen niet alleen wat we fysiek kunnen, het verandert ook de sociale werkelijkheid. Deze nieuwe werkelijkheden worden bestudeerd bestudeerd door de wetenschap. In dat opzicht wordt dus een zelf gecreëerde realiteit bestudeerd.
Ook op ‘eenvoudiger’ niveau maakt wetenschap de wetenschap. Het armoedeniveau in Nederland werd als voorbeeld genoemd. Een aantal plekken in Nederland werden als erg armoedig gekwalificeerd (waaronder Groningen). Het is echter maar de vraag wanneer sprake is van armoede. De definitie hiervan die de wetenschappers hanteren bepaalt de werkelijkheid in termen van het onderzoek. Een ander voorbeeld is moordcijfers. Wat namelijk als moord telt, verschilt per land. In Nederland moet bijvoorbeeld sprake zijn van ‘voorbedachte rade’ om iets als moord te laten gelden. Maar als dit belangrijk is, wat wordt dan met de oorlogsmoorden gedaan? En abortus?
In de klapper zit een artikel over Lumping and Splitting. Dit gaat erover dat we voortdurend aan het indelen en classificeren zijn. Het indelen op zichzelf is niet slecht, maar we moeten ons er wel bewust van zijn dat we hierdoor onze eigen kennis en realiteit vormen. Lumping is het bij elkaar gooien van verschillende categorieën, zoals dieren. Dit gaat volgens het artikel altijd gepaard met splitting, bijvoorbeeld wanneer een grens tussen (alle) dieren en mensen wordt getrokken.
Een nominalistische manier van denken is bijvoorbeeld: Woorden hebben geen door de natuur gegeven betekenis, het zijn slechts namen. Deze denkwijze is eigenlijk net als wetenschap. In de wetenschap wordt namelijk gezegd: er zijn mensen met de volgende eigenschappen, en dit wordt gerubriceerd als een stoornis. Dit is hoe wetenschapstheoretici denken. Bij het essentialisme wordt op een andere manier gedacht, bijvoorbeeld: ADHD uit zich in de volgende symptomen, namelijk... Veel vakwetenschappers denken op deze wijze. Nick Haslam heeft een artikel geschreven over dit onderwerp. In dit artikel wordt gesteld dat nominalistisch denken verschrikkelijk stigmatiserend en ongegrond is.
Opmerkelijk is dat in de wetenschap bij uitspraken zoals: ‘X procent van de bevolking is arm, gestoord, student’ etc, het antwoord verschilt met de gebruikte definitie van het onderzochte verschijnsel en met de gebruikte methoden om het gedefinieerde verschijnsel te onderzoeken. Wetenschapstheoretici die dergelijke problemen beseffen stellen dat hiermee meer naar buiten gekomen moet worden.
De European Research Council let hier ook op. Zij maken onderscheid tussen mode 1 science en mode 2 science. Mode 1 is het vertellen vanaf de Olympus om vanuit de ivoren toren door te geven hoe het zit. Mode 2 is.....read more
In dit seminar wordt dieper in gegaan op het artikel van Meehl (1978) en worden voorbeeldtentamenvragen behandeld.
Meehl maakt een vergelijking tussen psychologie en andere wetenschappen. In tegenstelling tot de psychologie, wordt er in de fysica experimenten moeilijker gemaakt om de theorie of hypothese te verifiëren. Dit wordt gedaan aan de hand van bold conjectures. Bijvoorbeeld Einsteins relativiteitstheorie leidt tot hele specifieke voorspellingen. Hij voorspelde een hele kleine verschuiving van de sterren achter de zon (vanwege de zwaartekracht van de zon). Als dat bevestigd wordt dan is dat een goede ondersteuning voor de bewering.
In de psychologie wordt er heel anders te werk gegaan. Het wordt makkelijker gemaakt om de theorie te verifiëren door bijvoorbeeld grote steekproeven. Ook is er geen sprake van bold conjectures omdat psychologen enkel voorspellen dat er geen verschil is. Theorieën kunnen niet eens bevestigd worden nadat de nulhypothese is verworpen. Daarnaast zijn theorieën in de psychologie een verzameling van ideeën en beweringen die niet kwantitatief zijn.
Het belangrijkste probleem volgens Meehl is dat significante verschillen te makkelijk zijn te vinden. Waarom is dat zo? Er zijn altijd onbekende en random factoren die leiden tot kleine verschillen (crud factors). Je kan dus altijd een verschil vinden als je lang genoeg zoekt. Er wordt niet naar de effect size gekeken. Dit betekent dat de standaardnulhypothese is dat er geen verschil is tussen de groep en dus altijd verworpen kan worden. Eenzijdige nulhypothese zijn 50% van de tijd onjuist met genoeg statistische power. Dit is dus anders in de fysica. Hypotheses zijn erg specifiek bijvoorbeeld uit theorie T volgt dat variabele X de waarde 4,362 heeft. Het idee is dat als de voorspellingen zo specifiek zijn dan moet de theorie wel kloppen. Meehl geeft hiervoor niet een oplossing in zijn artikel, maar een alternatief kan zijn om de effect size erbij te noemen.
Meehl noemt 20 problemen van psychologisch onderzoek. In het seminar gingen we in op de secties met de meeste vragen. De eerste sectie is ‘individual differences’. Hierin maakt Meehl onderscheidt tussen idiografisch onderzoek, wat gericht is op individueel gedrag en nomothetisch onderzoek, wat gericht is op algemene wetmatigheden. Psychologisch onderzoek is in de meeste gevallen nomothetisch omdat er conclusies worden getrokken over een steekproef naar een populatie aan de hand van nulhypothesetoetsing. In individuele verschillen worden als psychologen gezien als ruis. Ze zoeken immers naar wetmatigheden en niet naar verschillen. Omdat er altijd dus sprake is van individuele verschillen is dit problematisch. Het onderzoek van Hamaker geeft aan waarom het in sommige gevallen beter kan zijn om naar individuele verschillen te kijken. Uit dit onderzoek bleek een negatieve correlatie tussen het aantal getypte woorden en het aantal fouten. Mensen die goed en snel kunnen.....read more
Welke redenering is geldig?
Een mislukte replicatiepoging kan nooit een theorie definitief ontkrachten, want…
Wat is (volgens Meehl) een probleem met nulhypothesetoetsing in psychologie?
In het Unabomber-Manifest werd de introductie van de auto gepresenteerd als voorbeeld van:
De Unabomber stuurde bombrieven naar onder meer:
Dat Ted Kaczynski volgens zijn moeder ‘naast andere kinderen speelde in plaats van met ze’ is:
Dat Kaczynski verklaarde nooit hallucinaties te hebben gehad, was voor Johnson:
In het geval-Kaczynski bestond verschil van mening over de vraag of het in zijn blokhut al dan niet een ‘rotzooi’ was. Dit is:
De ‘single case methodology’ die Silva hanteerde bij zijn onderzoek van Kaczynski:
De tekst.....read more
Wat bedoelen Ashmore et al. met het begrip demarcatie?
Het verschil tussen therapie en psychologie
Het verschil tussen wetenschap, nonwetenschap en pseudowetenschap
Het verschil tussen psychologie en de natuurwetenschappen
De Unabomber zag de toenemende computerisering van de maatschappij als...
een proces waar desnoods met geweld een einde aan moest worden gemaakt
een onafwendbaar proces
een proces dat door wetgeving zorgvuldig in goede banen moest worden geleid
Hoe denken de Logisch Positivisen over het begrip verificatie?
Verificatie is wat de natuurwetenschappen onderscheidt van de sociale wetenschappen.
Verificatie is wat wetenschap onderscheidt van pseudo-wetenschap.
Volgens de Logisch Positivisten is verificatie van weinig belang in de wetenschap.
Wat is volgens Lindegaard een belangrijk aspect van intersubjectiviteit?
Het onvermogen om je in te leven in een ander
Open vragen stellen tijdens interviews
Het vermogen om je eigen definities van goed en kwaad los te laten
Wat laten Collins & Pinch in hun analyse van de controverse rond chemische geheugenoverdracht zien?
Dat de theorie nooit definitief gefalsifieerd is.
Dat het bewijs ervoor op fraude berustte.
Dat de kritiek op McConnell grotendeels onterecht was.
B
A
B
C
A
Deze TentamenTests is gebaseerd op 2017/2018.
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Statistiek II voor de opleiding Psychologie, jaar 2, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie B2 - RUG op JoHo.org
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution