Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Sturing en Stofwisseling HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse

HC28: Microscopie schildklier, bijnier, hypofyse

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college worden de macro- en microscopie van de endocriene klieren (behalve de gonaden) besproken
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Endocriene klieren

Endocriene klieren hebben bepaalde eigenschappen:

  • Het zijn geen afvoerbuizen, maar geven producten (hormonen) af aan de bloedbaan
  • Van epitheliale oorsprong → cellen zijn gerangschikt in nestjes, strengen en follikels
  • Hebben een basaalmembraan en worden omringd door (gefenestreerde) capillairen

Voorbeelden van endocriene klieren zijn:

  • Hypofyse
  • Schildklier
  • Bijschildklier
  • Bijnier
  • Gonaden

De ontwikkeling van endocriene en exocriene klieren is vergelijkbaar:

  1. Oppervlakte epitheel (endoderm of ectoderm) groeit uit tot een buisje
  2. Klieren verbinden met het oppervlak (exocrien) of verliezen hun verbinding (endocrien)
  3. Endocriene klieren worden verbonden met een bloedvat en maken hormonen, exocriene klieren zijn verbonden met een afvoerbuis en maken andere stoffen

Hypofyse

Onderdelen:

De hypofyse is een aanhangsel van de hypothalamus en heet ook wel de glandula pituitaria. Hij is via hormonen en bloedvaten verbonden met de hypothalamus. De hypofyse heeft twee delen:

  • Adenodeel
    • Ectodermaal weefsel uit het monddak/mondslijmvlies, dat uitgroeit tot een bochtje: het zakje van Rathke
    • De hypofysevoorkwab/anteriore hypofyse
  • Neurodeel
    • Weefsel afkomstig uit de neurale buis (diencephalon)
      • Het diencephalon vormt samen met het telencephalon het cerebrum
    • De hypofyseachterkwab/posteriore hypofyse

Het adeno- en neurodeel groeien tegen elkaar aan, en komen bij elkaar als het schedelbot het adenohypofyse deel scheidt van het mondslijmvlies.

Naast de hypofyse ontstaan er ook andere delen uit het diencephalon:

  • Epifyse
  • Epithalamus
  • Thalamus
  • Hypothalamus

Functie:

De hypothalamus is de baas van het zenuwstelsel en van het endocrien systeem → stelt het regelniveau in. Vervolgens zorgt de hypofyse voor de "finetuning" van het endocrien systeem. Dit gebeurt vooral via feedbackregulatie.

Ligging:

De hypofyse zit in "sella tunica" (turkse zadel) en heeft een specifieke ligging:

  • Achter het chiasma (de kruising van de oogzenuwen)
    • Als er een adenoom (tumor van het adeno-deel) ontstaat, groeit deze vaak om het chiasma heen → lastig te verwijderen
  • Tussen de carotiden → via de sinus kan de hypofyse makkelijk bereikt worden

Macroscopie:

De hypofyse bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Adenohypofyse
    • Pars distalis: de grote kwab van de adenohypofyse
      • Ligt voor een spleetje die bij mensen is veranderd in blaasjes/follikels
    • Pars intermedia: klein deel aan de andere kant van de spleet
    • Pars tuberalis: deel dat om het hypofysesteeltje heen ligt
  • Neurohypofyse
    • Pars nervosa: het grootste deel
      • Er is geen holte/spleet
    • Infundibulum: het steeltje dat de hypothalamus verbindt
      • Continu met eminentia mediana (twee kleine "pootjes") van de hypothalamus
        • Dit wordt soms het 3e deel van de neurohypofyse genoemd

Verschillende regio's hebben een andere samenstelling van cellen en dus een andere hormoonproductie.

De neurohypofyse produceert hormonen die worden uitgestoten naar het capillaire netwerk en de puntjes van de axonen:

  1. In de eminentia mediana en de basis van het infundibulum zit een capillair netwerk waarin de hormonen uitkomen
  2. De capillairen lopen via een poortadersysteem naar het pars distalis
    • De neurohypofyse en de adenohypofyse communiceren via dit portaalsysteem
  3. De cellen van de adenohypofyse reageren hierop door hormonen te produceren die door het bloedvatenstelsel afgevoerd worden

Adenohypofyse:

De vascularisatie van de adenohypofyse verloopt als volgt:

  1. Arteria carotis interna
  2. Arteria hypophysialis superior
  3. Primair capillairbed in de eminentia en het infundibulum
  4. Vena portalis hypophysialis
    • Dit is het hypofyseo-portale systeem
  5. Secundair capillairbed in de adenohypofyse
  6. Vena hypophysialis

De verschillende onderdelen van de adenohypofyse hebben een andere functie en microscopische eigenschappen:

  • Pars distalis/tuberalis
    • Celnestjes/strengen, soms follikels (bolletjes met lumens erin)
      • 50% is chromofoob: inactieve/gedegranuleerde acidofiele en basofiele cellen
      • 40% is acidofiel: GH en prolactine
      • 10% is basofiel: ACTH, FSH, LH, TSH
    • Gefenestreerde capillairen
  • Pars intermedia
    • Cysten met colloïd
      • Vooral basofiele en chromofobe cellen
    • Waarschijnlijk wordt MSH, ACTH en endorfine geproduceerd
    • Gefenestreerde capillairen

De verschillende soorten cellen kunnen met Azan kleuring worden aangetoond:

  • Acidofiele cellen kleuren oranje
  • Chromofobe cellen kleuren lichtroze
  • Basofiele cellen kleuren blauw
  • Erytrocyten kleuren ook oranje

Neurohypofyse:

De vascularisatie van de neurohypofyse verloopt als volgt:

  1. Arteria carotis interna
  2. Arteria hypophysialis inferior
  3. Capillairbed in de pars nervosa
  4. Vena hypophysialis

De neurohypofyse heeft bepaalde microscopische eigenschappen:

  • Cellichamen liggen in de kernen in de hypothalamus, hun axonen lopen door naar de neurohypofyse
    • De hormonen die in de hypothalamus worden geproduceerd worden afgegeven aan een bloedvat of lopen door het axon naar de neurohypofyse
    • De hypothalamus bestaat uit:
      • Nucleus paraventricularis: ADH
      • Nucelsu supraopticus: oxytocine
  • Infundibulum: ongemyeliniseerde axonen
  • Pars nervosa: ongemyeliniseerde axonen met lichaampjes van Herring en pituicyten
      • Lichaampje van Herring: het uiteinde van een axon dat is volgelopen met hormonen
        • Ligt altijd naast een bloedvat
        • Als dit uiteinde depolariseert worden de hormonen uitgestoten in de omliggende ruimte (perivasculaire ruimte) en worden ze opgenomen door de bloedvaten
      • Pituicyten: perivasculaire uitlopers
        • Een soort astrocyten, maar neurohypofyse specifiek
  • Gefenestreerde capillairen

Regulatie prolactine-oxytocine:

Een voorbeeld van de werking van de hypofyse is de regulatie van prolactine en oxytocine:

  1. Jonge moeders zijn gevoelig voor het huilen van een kind → huilen is een psychogene stimulus
  2. In de hypothalamus wordt oxytocine aangemaakt
  3. Oxytocine loopt via de axonen richting het pars nervosa van de neurohypofyse
  4. Onderweg wordt een deel van de oxytocine afgegeven aan het capillair systeem en komt het in de adenohypofyse
  5. De adenohypofyse reageert door in de acidofiele cellen prolactine te maken → stimuleert de melkproductie
  6. Oxytocine hoopt zich op in de lichaampjes van Herring en wordt uitgestoten in het vaatsysteem → stimuleert in de capillairen van de borst de expulsie van melk in de borst

Schildklier

De schildklier heeft ook wel de glandula thyroïdea. Hij ontstaat in de 3e week van de ontwikkeling uit het endoderm van het monddak. Uiteindelijk komt hij voor de trachea terecht.

De schildklier bestaat uit 2 lobben die verbonden zijn door de isthmus. Er zijn 2 typen cellen:

  • Follikelcellen: komen tijdens de 3e week van de ontwikkeling uit de mondbodem
    • Dit zijn de belangrijkste, en de meeste, cellen
  • Parafolliculaire cellen: komen tijdens de 7e week van de ontwikkeling uit het kieuwzakje

Bloedvoorziening:

De schildklier wordt door verschillende vaten voorzien van bloed:

  • Arterieel
    • Arteria thyroïdalis superior
    • Arteria thyroïdalis inferior
  • Veneus
    • Vena thyroïdalis superior
    • Vena thyroïdalis media
    • Vena thyroïdalis inferior

Microscopie:

De schildklier bestaat uit bolletjes en heeft een holle binnenkant. Tussen de lobben liggen bindweefselschotten. De structuur van de schildklier is als volgt:

  • Eenlagig kubisch/cilindrisch epitheel
  • Folliculaire cellen
    • Dit zijn de cellen van de wanden van de bolletjes
    • De binnenkant is hol en gevuld met schildklierhormoon en gelachtige substantie
    • Produceren thyroglobuline → wordt opgeslagen in het colloïd en vrijgemaakt als T3 en T4
  • Parafolliculaire cellen (C-cellen)
    • Zijn aan de buitenkant van de bolletjes als een soort kauwgom tegen de follikelwand geplakt
    • Produceren calcitonine → zorgt voor botafbraak

Bijschildklier

De bijschildklier heet ook wel de glandula parathyreoïdea. Hij bestaat uit:

  • 6 kleine klompjes cellen
    • Meestal tussen de kapsels van de schildklier en soms bij de thymus
    • 2 typen cellen:
      • Hoofdcellen (chief cells)
        • Produceren parathyroïd hormoon (PTH)
          • PTH heeft een tegengestelde functie van calcitonine
        • Heten ook wel C-cellen → niet te verwarren met de C-cellen uit de schildklier
      • Oxyfiele cellen
        • Niet aanwezig bij de geboorte → hoeveelheid neemt toe met de leeftijd
        • Onbekende functie
  • Vetweefsel
    • Neemt toe met de leeftijd
  • Gefenestreerde capillairen

Bijnier

De bijnier is een samengesteld orgaan:

  • De nieren en schors ontstaan uit intermediair mesoderm
  • Het merg ontstaat uit het ectoderm van de neurale lijst

De ontwikkeling van de nieren en bijnieren is helemaal gescheiden.

Vascularisatie:

De vascularisatie van de bijnieren ziet er als volgt uit:

  • Aanvoer
    • Arteria suprarenalis
    • Arteria superiores
    • Arteria media
    • Arteria inferiores
  • Afvoer
    • Vena renalis

Rondom een vene (centrale medullaire venen) liggen neurale lijstcellen.

Opbouw:

De bijnier bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Merg
    • Produceert neurotransmitters (adrenaline en noradrenaline) → zorgt voor de "adrenaline-rush"
      • Dit kan omdat de merg afkomstig is van neurale lijstcellen
  • Schors
    • Produceert steroïdhormonen (mineralcorticoïden, glucocorticosteroïden, gonadocorticosteroïden)
      • Welk hormoon er gemaakt wordt, is afhankelijk van de regio van de schors
    • Opgebouwd uit plooien
      • Zona glomerulosa
        • De bovenkant
        • Hier slaan de plooien om
        • Productie van mineralcorticoïden
      • Zona fasciculata
        • De middelste regio
        • Productie van:
          • Gonadocorticoïden (DHttA, DHttAS, androstenedione)
          • Glucocorticoïd (cortisol, corticosterone)
      • Zona reticularis
        • De onderkant
        • Productie van:
          • Gonadocorticoïden (DHttA, DHttAS, androstenedione)
          • Glucocorticoïd (cortisol, corticosterone)

Adrenaline:

Er is altijd een adrenaline-basis spiegel in het bloed: de productie van adrenaline in het merg wordt aangestuurd door de steroïden die in de schors zitten. Om dit te regelen is er een portaalsysteem tussen het merg en de schors, waardoor adrenaline vrijgelaten kan worden in de venen. Mergvenen hebben een dikke longitudinale spierlaag. Ze zijn gevuld met adrenaline-rijk bloed → voor de "adrenaline-rush" is er een reflex dat ervoor zorgt dat de gladde spiercellen (longitudinale vezels) in de venen verkorten, waardoor het adrenaline-rijke bloed in de circulatie vrijkomt.

Corticosteroïden:

Corticosteroïden kunnen goed in vet oplossen, waardoor membranen soms ook worden opgelost. Als iemand is overleden, betekent dit dat de bijnier heel snel degenereert → het microscopische beeld is niet erg goed meer.

Microscopie:

De microscopie van verschillende delen van de nierschors ziet er als volgt uit:

  • Zona glomerulosa
    • Dicht opeen gepakte ovoïde clusters
    • "Gecurvede" kolommen omgeven door capillairen
  • Zona fasciculata
    • Cellen gerangschikt in lange, rechte strengen
    • Gescheiden door sinusoïdale capillairen
  • Zona reticularis:
    • Cellen kleiner dan in de zona fasciculata → minder cytoplasma en grote concentratie van kernen
    • Gerangschikt in anastomoserende strengen
    • Gescheiden door capillairen

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
1902