Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 3

Opdrachten

Opdracht 1

Woningexploitant Aarts overhandigt aan al zijn nieuwe huurders een afschrift van een door beide partijen ondertekende schriftelijke huurovereenkomst waarin wordt verwezen naar door Aarts gehanteerde voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel ter plaatse. 

Deze voorwaarden bevatten de volgende clausule: ‘Huurder mag de door hem gestorte waarborgsom nimmer verrekenen met enige andere op hem jegens verhuurder rustende verplichting.’

Vraag 1A

Is op een dergelijke clausule afdeling 6.5.3 van toepassing?

Vraag 1B

Kunnen de huurders zich met succes tegen een beroep op de clausule verweren door te stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn geworden?

Vraag 1C

Zo nee, bieden de artt. 6:233 t/m 237 BW de huurders mogelijkheden zich met succes tegen een beroep op deze clausule te verweren?

Opdracht 2 

Firma Knoops is gespecialiseerd in het tijdelijk in bewaring houden van jassen op evenementen. Bij een garderobe die door Knoops op een landbouwbeurs is geïnstalleerd, geeft Titia, werkneemster bij een zuivelproductiebedrijf, haar jas tegen betaling van € 2 in bewaring. Aan het eind van de dag blijkt haar jas onvindbaar. Als Titia aanspraak maakt op schadevergoeding, vestigt een medewerker van Knoops haar aandacht op een (overigens duidelijk zichtbaar) bord waarop geschreven staat: ‘Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies en/of diefstal.’

Gegeven het bord met de hierboven weergegeven tekst: is Knoops aansprakelijk voor het verlies van Titia’s jas?

Opdracht 3

Tip: houd het artikel van De Graaf bij de hand.

Maroeska runt een webwinkel genaamd ‘De taart onder de kers’, gericht op de online verkoop van bakgerei. Zij bestiert deze webwinkel alleen, vanuit de grote schuur bij haar boerderij in Loosdrecht, waarin ze een kantoor en magazijn heeft ingericht. 

Vraag 3A

Is Maroeska te kwalificeren als ‘dienstverlener’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek? Is zij (ook) te kwalificeren als ‘dienstverrichter’?  

Stel dat Maroeska in ieder geval kan worden gekwalificeerd als ‘dienstverlener’. De overeenkomsten die zij met haar klanten sluit, bevatten zowel algemene voorwaarden als contractvoorwaarden niet zijnde algemene voorwaarden. Als bezoekers van haar webwinkel iets kopen, kunnen ze, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst, in de bestelomgeving alle voorwaarden inzien en als pdf-bestand op hun computer opslaan. De voorwaarden zijn behalve in deze bestelomgeving niet op haar website te vinden.

Vraag 3B

Voldoet Maroeska in haar hoedanigheid van dienstverleneraan haar wettelijke informatieplichten met betrekking tot de door haar gehanteerde voorwaarden? Verwacht je dat De Graaf zich kan vinden in deze uitkomst?

Stel dat het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt. Rechtenstudent Hans heeft in de webshop van Maroeska een bakvorm besteld, die bij nader inzien toch niet geschikt is voor de bruidstaart die hij van plan is te maken. Hij wil de door Maroeska verzaakte informatieplicht aangrijpen om van de overeenkomst af te komen. 

Vraag 3C

Biedt de wet Hans aanknopingspunten om wegens de verzaakte informatieplichtde gehele overeenkomst te ontbinden?

Opdracht 4 

Het aanstaande bruidspaar Soek-Gijtenbeek is op zoek naar een chique bruidssuite voor een overnachting na hun huwelijksdag op 2 juni. Na enige tijd gezocht te hebben, komt het stel uit bij het luxe hotel L’Arnaqueur in Den Haag met een prachtige bruidssuite van 70 m2 met dakterras en een schitterend uitzicht over de stad Den Haag. Het aanstaande echtpaar gaat langs bij het hotel om de suite te bekijken en is enthousiast over de mooie suite.  Voor de nacht van 2 op 3 juni wordt ter plekke geboekt.

Een maand voor het huwelijk ontvangt het bruidspaar een bericht van het hotel dat de bruidssuite in het hotel helaas toch niet beschikbaar is. Het echtpaar kan wel in een andere suite van 55 m2 met balkon verblijven. De reden voor de verplaatsing van het aanstaande echtpaar naar een andere suite blijkt (naar later bekend wordt) de komst van een bekende Amerikaanse popster te zijn.

Het aanstaande echtpaar neemt geen genoegen met deze verplaatsing naar de andere suite en start een kort geding. Het hotel verweert zich door zich te beroepen op hun algemene voorwaarden, die via de homepage van het hotel zijn te vinden. In deze voorwaarden is het volgende beding opgenomen:

“5.1 De hotelhouder is gehouden aan de gast op het overeengekomen tijdstip accommodatie ter beschikking te stellen van binnen zijn hotel gebruikelijke kwaliteit. Het hotel behoudt zich het recht voor om in plaats van de gereserveerde kamer/suite enige andere kamer/suite aan de gast ter beschikking te stellen. De gast dient met het hem geboden alternatief genoegen te nemen.” 

Vraag 4A

Kan het aanstaande echtpaar zich met succes tegen een beroep op deze clausule verweren? NB: bespreek eerst de vraag of het hotel aan zijn wettelijke informatieplichten heeft voldaan; ga vervolgens na of het beding onredelijk bezwarend is.

Vraag 4B

Zou de uitkomst anders zijn als zij de kamer via de website van het hotel hadden geboekt? 

Antwoordindicatie

Opdracht 1

Vraag 1A

Afdeling 6.5.3 ‘algemene voorwaarden’ is hierop van toepassing. Onder algemene voorwaarden wordt ex. art. 6:231 sub a verstaan: ‘een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd’.

De algemene voorwaarden in casu worden aan alle nieuwe huurders overhandigd, waardoor het in een aantal overeenkomsten wordt opgenomen. Vervolgens moet het beding niet de kern van de prestaties weergeven. Ook hieraan is voldaan, omdat het beding ziet op het verrekenen van de waarborgsom. Dit is niet de kern van de prestatie.

Concluderend dat afdeling 6.5.3 van toepassing is.

Gebruiker = woningexploitant

Wederpartij = huurders

Vraag 1B

Nee, dit is geen geldig verweer om de algemene voorwaarden uit te sluiten van de overeenkomst. Door middel van aanbod en aanvaarding (art. 6:217) zijn de algemene voorwaarden al geaccepteerd. Daarbij komt dat op grond van art. 6:232 een wederpartij gebonden is aan de algemene voorwaarden, ook als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud daarvan niet kende. Er zijn enkel 2 gronden, genoemd in art. 6:233, die kunnen zorgen voor vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden.

Vraag 1C

De huurders stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn. Hiervoor moet gekeken worden naar art. 6:233. Op grond van dit artikel is een beding vernietigbaar volgens sub a bij onredelijk bezwarende gevolgen voor de wederpartij en sub b bij het schenden van de informatieplicht door de gebruiker.

Sub A: de clausule is niet onredelijk bezwarend.

Sub B: hierin wordt de geschonden informatieplicht door gebruiker aan wederpartij onder voorwaarden vernietigbaar gesteld. De bewijsplicht ligt hier bij de gebruiker, dus de woningexploitant. Er moet nu gekeken worden naar art. 6:234 lid 1. De huurders kunnen zich verweren met dat de woningsexploitant hen niet de algemene voorwaarden ter hand heeft gesteld. Hij heeft enkel een afschrift gegeven waarin wordt verwezen naar de voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Er is geen reden aangevoerd waardoor de woningsexploitant niet in staat was om de voorwaarden ook ter hand te stellen. Tevens zijn de wijzen in art. 6:230C ook niet van toepassing, daar waar Aarts wel valt onder ‘dienstverrichter’ (definitie in art. 6:230A). Verwijzing naar de kamer van koophandel is enkel geldig wanneer het ter hand stellen redelijkerwijs niet mogelijk was. Als hiervan sprake was, had hij tevens moeten vermelden dat de voorwaarden op verzoek alsnog zullen worden toegezonden. De woningsexploitant heeft dus zijn informatieplicht op grond van art. 6:233 sub b jo. 6:234 lid 1 geschonden. Dit betekent dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn.

Opdracht 2

De geschreven stelling op het bord is een exoneratiebeding en kan worden aangemerkt als onderdeel van de algemene voorwaarden, omdat het bij iedere koper wordt gebruikt en het geen kernbeding is (art. 6:231 sub a). 

Door, ondanks het bord, toch haar jas tegen betaling te laten ophangen, heeft Titia het aanbod aanvaardt (art. 6:217). Zelfs wanneer firma Knoops begreep of moest begrijpen dat Titia het bord niet had gezien, is Titia toch gebonden (art. 6:232). Het beding is enkel vernietigbaar wanneer het onredelijk bezwarend is of wanneer firma Knoops de informatieplicht heeft geschonden (art. 6:233 sub a en sub b). 

Wanneer de gebruiker de informatieplicht heeft geschonden moet worden beoordeeld op grond van art. 6:234. Uit het arrest Geurtzen/Kampstaal blijkt dat art. 6:234 lid 1 zo moet worden uitgelegd dat indien hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn, zich niet op vernietigbaarheid kan beroepen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het geval van een algemene voorwaarde deel uitmakende van een eenvoudige exoneratieclausule, die in een winkel op bedrijfsruimte op duidelijke wijze aan klanten wordt gepresenteerd. Dit is in casu ook het geval. Dit betekent dat op art. 6:233 sub b jo 6:234 geen beroep kan worden gedaan, omdat de informatieplicht niet is geschonden.

Nu moet worden gekeken of vernietigbaarheid kan volgen door een beroep op een onredelijk bezwarende situatie voor de wederpartij ex. art. 6:233 sub a. Titia is de wederpartij en is een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, maar als consument. Op grond van art. 6:237 sub f ‘dat de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding’ kan een beroep worden gedaan wat wijst naar het vermoeden van onredelijk bezwarend. 

Als dit verweer slaagt, dan heeft Titia wellicht wel recht op schadevergoeding. 

Opdracht 3

Vraag 3A

‘De dienstverlener verleent een dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen een “dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van de afnemer van de dienst wordt verricht zonder dat partijen gelijktijdig op dezelfde plaats aanwezig zijn” (art. 3:15d lid 3 BW), bijvoorbeeld door middel van een website.’

Maroeska is een dienstverlener, omdat zij een dienst verleent tegen een vergoeding. Dit gebeurt via elektronische weg en zonder dat partijen op dezelfde plaats aanwezig zijn.

‘De dienstverrichter daarentegen is, kort gezegd, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die onderdaan is van respectievelijk gevestigd is in een lidstaat van de EU/EER en die een dienst in de zin van de dienstenrichtlijn aanbiedt of verricht (art. 6:230a en 6:230b, aanhef BW).’

Maroeska is ook een dienstverrichter, omdat zij als natuurlijk persoon gevestigd is in Loosdrecht. Loosdrecht ligt in Nederland en dit is een lidstaat van de EU/EER.

Vraag 3B

Doordat de e-commerce-richtlijn is gesplitst, zitten er verschillen in de tekst die bepaalt op welke wijze de contractvoorwaarden in geval van elektronisch contracteren ter beschikking moeten worden gesteld. Art. 6:227b gebruikt het woord ‘zodat’ en het art. 6:234 lid 2 gebruikt het woordje ‘en’. Volgens art. 6:234 lid 2 moeten de voorwaarden op de site staan, zodat deze kunnen wordne opgeslagen en voor latere kennisneming beschikbaar zijn. Volgens dit artikel zou Maroeska dus niet voldoen aan het wettelijke informatieplichten. Dit leidt tot vernietiging. De Graaf kan zich niet vinden in deze uitkomst, omdat dit niet overeenstemt het art. 6:277b, de e-commerce-richtlijn en de parlementaire geschiedenis. De Graaf is dus voor het woordje ‘zodat’ en niet ‘en’. De Graaf is van mening dat art. 234 lid 2 niet duidelijk is geformuleerd, en dat eruit valt te lezen dat het zou betekenen dat de algemene voorwaarden altijd op de website ter beschikking moeten staan. Volgens de Graaf zou Maroeska wel hebben voldaan aan de informatieplicht. 

Vraag 3C

Wanneer de gebruiker zich niet heeft gehouden aan de informatieplicht op grond van art. 6:233 sub b jo. 6:234, dan worden de algemene voorwaarden vernietigd. Dit betekent dat niet de gehele overeenkomst kan worden ontbonden, maar dat enkel de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. Op grond van art. 6:227b lid 5 kan de overeenkomst wel worden ontbonden.

Opdracht 4

Vraag 4A

Clausule: algemene voorwaarden op grond van art. 6:231 sub a (geldt voor alle hotelbezoekers en is geen kernbepaling). De algemene voorwaarden zijn geldig tussen het hotel (gebruiker) en de gasten (wederpartij) door middel van aanbod en aanvaarding (art. 6:217). Op grond van art. 6:232 is de wederpartij gebonden aan de overeenkomst ook dan als bij het sluiten ervan de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud daarvan niet kende. 

Ex. art. 6:233 kan een beding in algemene voorwaarden vernietigd worden in 2 gevallen: sub a) onredelijk bezwarend voor wederpartij, sub b) schending informatieplicht door gebruiker.

Sub B: op grond van art. 6:234 lid 1 moeten de algemene voorwaarden ter hand worden gesteld, tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is, dan moet het ter inzage liggen bij de Kamer van Koophandel of griffie van een gerecht + dat het op verzoek zal worden opgestuurd. In het onderhavige geval is het niet ter hand gesteld, omdat er wordt aangegeven dat het op de homepage van het hotel te vinden was. Ook is aan de informatieplicht voldaan indien het is verstrekt volgens de wijzen overeenkomstig in art. 6:230C. Art. 6:230C vereist een dienstverrichter en op grond van art. 6:230A is het hotel ook een dienstverrichter. Echter is niet aan 1 van de wijzen in art. 6:230C voldaan (sub 3 niet, omdat het niet is meegedeeld door het hotel). Dit betekent niet dat het redelijkerwijs onmogelijk was om het ter hand te stellen. Tevens is op grond van het arrest first data BV vs. KPN hotspots niet voldoende om de informatieplicht te laten bestaan uit enkel het aanwezig zijn op de website. Mocht het toch redelijkerwijs onmogelijk zijn geweest, dan heeft het hotel ook niet aan die 2 vereisten voldaan. Art. 6:234 lid 3 biedt in dit geval ook geen uitkomst, omdat er geen uitdrukkelijke instemming is geweest van de wederpartij. Het hotel heeft dus zijn informatieplicht geschonden.

Sub A: ziet op de vraag of dit beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. De wederpartij komt nu terecht in een geheel andere kamer dan dat zij hadden geboekt. Op grond van het beding moeten zij hiermee akkoord gaan. Ex art. 6:237 sub C wordt het vermoed onredelijk bezwarend te zijn indien de gebruiker de bevoegdheid verleent om een prestatie te verrichten die wezenlijk van de toegezegde prestatie afwijkt, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden. Dit is van toepassing op het onderhavige geval, omdat zij een andere hotelkamer krijgt die aanzienlijk verschilt van de kamer die zij hadden geboekt. Echter is het hier niet helemaal duidelijk of aan de tenzij formule is voldaan. Er wordt gesteld dat het echtpaar in een andere kamer kan verblijven. Hier lijkt nog de mogelijkheid tot ontbinding te zijn. Als dit het geval is, dan kunnen zij geen beroep doen op art. 6:233 sub a. 

Vraag 4B

Er zou dan een ander antwoord kunnen komen omtrent de vernietigbaarheid art. 6:233 sub b betreffende de informatieplicht. Art. 6:233 sub a ziet namelijk op een inhoudelijke toets. Op grond van art. 6:234 lid 2 moeten de algemene voorwaarden bij een elektronisch gesloten overeenkomst ter beschikking worden gesteld en moeten kunnen worden opgeslagen. Zie ook arrest First Data Bv/ KPN hotspots, waar is geformuleerd dat de gebruiker het initiatief moet nemen dat de wederpartij tot kennisneming van de voorwaarden in staat stelt, en wel op zodanige wijze dat voor de wederpartij duidelijk is welke voorwaarden van toepassing zijn en hij er eenvoudig kennis van kan nemen. Hieraan is wel voldaan omdat zij de algemene voorwaarden openbaar hebben gemaakt op de website. 

Indien terbeschikkingstelling niet mogelijk is, dan had het hotel moeten laten weten waar van de algemene voorwaarden kennis kon worden genomen en dat zij op verzoek langs elektronische weg kan worden toegezonden. 

Access: 
Public
This content is related to:
Verbintenissenrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20

Image

This content is also used in .....

Verbintenissenrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 1

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 1

Vragen

Vraag 1

Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

Vonnis inzake Gemeente Schiedam versus Stichting Samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse Ziekenhuizen (hierna: SSVZ)

‘2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast. 
2.1  Het Schieland ziekenhuis te Schiedam en het Holy ziekenhuis te Vlaardingen hadden eind tachtiger jaren ieder plannen voor ingrijpende renovaties van de bestaande ziekenhuisgebouwen. Op initiatief van de toenmalige staatssecretaris van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zijn deze renovatieplannen ingetrokken en hebben de gezamenlijke besturen gekozen voor een nieuwbouw fusie-ziekenhuis. 
2.2 Bij brief van 25 oktober 1991 deelt algemeen directeur L.A. van Eijk namens het Schieland ziekenhuis en het Holy ziekenhuis aan de Gemeente onder meer het volgende mede: 
“Zoals eerder in onze correspondentie met het College van B.& W. is aangekondigd, 
zal door het Schieland Ziekenhuis en het Holy Ziekenhuis een locatiestudie worden gestart ten behoeve van een nieuwbouwziekenhuis in deze gezondheidsregio met een omvang van 605/635 bedden. Wij hebben hiervoor het bureau Zandvoort Ordening & Advies bv ingeschakeld. 
(…)”. 
2.3 Op verzoek heeft de Gemeente in dat kader een aantal potentiële locaties in Schiedam aangedragen, waaronder de locatie Nieuwland, gelegen tussen de Damlaan, de Poldervaart en het spoor. 
2.4 Het locatieonderzoek is in december 1991 uitgevoerd. Blijkens een rapport van stedebouwkundig bureau Zandvoort Ordening & Advies (hierna: Zandvoort), (…), oordeelt Zandvoort dat de locatie Nieuwland “duidelijk de beste plaats is voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis”. Zandvoort komt vervolgens tot de volgende eindconclusie: “Wij adviseren de locatie Nieuwland als vestigingsplaats voor het nieuw te bouwen ziekenhuis”. 
2.5 Conform het externe advies van Zandvoort is door de besturen van beide ziekenhuizen gekozen voor de locatie Nieuwland als (bouw)locatie voor het nieuwe ziekenhuis. Dit besluit is op 12 december 1991 door middel van een persbericht kenbaar gemaakt. In dat persbericht is tevens medegedeeld “dat één dezer dagen het voornemen tot besluit inzake fusie door beide besturen zal worden ondertekend”, zomede ”dat op korte termijn met de Gemeente Schiedam nader overleg zal worden gevoerd over de verder te nemen stappen”. 
(….)
2.17  Bij brief van 8 september 1999 deelt SSVZ aan de Gemeente het volgende mede: 
“Ingevolge uw verzoek bevestigen wij hierbij onze uitspraken zoals gedaan tijdens de vergadering van de Raadscommissie ROVV van 31 augustus 1999. De stichting SSVZ zal de financiering en de exploitatie van de gebouwde parkeervoorziening verzorgen. (….). De stichting SSVZ zal meewerken aan een kostenneutrale grondexploitatierekening van de percelen waarop de nieuwbouw van ziekenhuis en parkeergarage zal worden gevestigd. Binnen de exploitatiekosten gaat het daarbij om de standaardvoorzieningen zoals die rechtstreeks samenhangen met de vestiging van het ziekenhuis. Uiteraard.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 2

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 2

Opdrachten

Opdracht 1 

(Bij een geschil over de uitleg van een overeenkomst staan soms grote belangen op het spel, zoals wordt geïllustreerd in onderstaande uitspraak.)

Lees het navolgende vonnisen geef antwoord op de volgende vragen:

Vraag 1A

Op welke rechtsgrond wordt de vordering tot betaling van bijna vijf miljoen euro gebaseerd?

Vraag 1B

Waarover wordt in deze zaak getwist?

Vraag 1C

Wat is het verschil tussen de Haviltex- en de caonorm? In welk soort zaken wordt de eerste toegepast; in welk soort zaken de tweede?

Vraag 1D

Welke norm is relevant voor de onderhavige zaak? 

Vraag 1E

Past de rechtbank deze norm correct toe?

.....read more

 

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Vonnis van 13 december 2006 

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 
UNOCAL NETHERLANDS B.V., 
gevestigd te 's-Gavenhage, 
eiseres, 
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, 

tegen 

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 
WINTERSHALL NOORDZEE B.V., 
gevestigd te 's-Gavenhage, 
gedaagde, 
procureur voorheen mr. H.C. Grootveld, 
thans mr. W. Heemskerk   

Partijen zullen hierna Unocal en Wintershall worden genoemd. 

(…)

2.  De feiten 
2.1 Bij besluit van 9 juni 1980 heeft de Minister van Economische Zaken op grond van de destijds geldende Mijnwet continentaal plat van 23 september 1965 (hierna te noemen: "de Mijnwet") een vergunning verleend aan Unocal en DSM Energie B.V. (hierna te noemen: "DSM"). Deze vergunning geeft recht op het winnen van aardolie en aardgas alsmede van andere in dezelfde afzetting voorkomende delfstoffen (hierna te noemen: "koolwaterstoffen") in het deel van het continentaal plat dat is aangeduid als blok Q1 (hierna te noemen: "de winningvergunning"). 

2.2 Unocal heeft krachtens een overeenkomst met DSM recht op een aandeel van 80% van de productie van koolwaterstoffen in blok Q1 en DSM heeft recht op een aandeel van 20% daarin.   

2.3 Unocal heeft haar aandeel, voor zover dit betrekking heeft op het diepe gedeelte van het continentaal plat (in navolging van partijen hierna aan te duiden als "de deep"), overgedragen aan Clyde Petroleum Exploratie B.V. (hierna te noemen: "Clyde"). Op 29 september 2000 hebben Unocal en Clyde daartoe een zogenoemde Farm-in Agreement gesloten (hierna te noemen: "de overeenkomst"). Hierin is onder meer het volgende bepaald: 

"ARTICLE 1   DEFINITIONS AND INTERPRETATION 
(..) 
"Hydrocarbons"  means natural gas, crude oil, natural gas liquids and similar substances before refining. 

"Interest" means the interest of UNOCAL in respect of the Deep, comprising of 80% (eighty percent) of all right, title and interest in any way related to the Deep and all property, assets, rights and liabilities which are directly or indirectly connected therewith, as such interest is further specified in Annex I hereto. 
(..) 
"Reservoir"  means a reservoir of Hydrocarbons fully or partly located in the Deep. 

ARTICLE II  TRANSFER   

2.1 Subject to the terms, provisions and conditions set forth in this Agreement, UNOCAL hereby transfers

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 3

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 3

Opdrachten

Opdracht 1

Woningexploitant Aarts overhandigt aan al zijn nieuwe huurders een afschrift van een door beide partijen ondertekende schriftelijke huurovereenkomst waarin wordt verwezen naar door Aarts gehanteerde voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel ter plaatse. 

Deze voorwaarden bevatten de volgende clausule: ‘Huurder mag de door hem gestorte waarborgsom nimmer verrekenen met enige andere op hem jegens verhuurder rustende verplichting.’

Vraag 1A

Is op een dergelijke clausule afdeling 6.5.3 van toepassing?

Vraag 1B

Kunnen de huurders zich met succes tegen een beroep op de clausule verweren door te stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn geworden?

Vraag 1C

Zo nee, bieden de artt. 6:233 t/m 237 BW de huurders mogelijkheden zich met succes tegen een beroep op deze clausule te verweren?

Opdracht 2 

Firma Knoops is gespecialiseerd in het tijdelijk in bewaring houden van jassen op evenementen. Bij een garderobe die door Knoops op een landbouwbeurs is geïnstalleerd, geeft Titia, werkneemster bij een zuivelproductiebedrijf, haar jas tegen betaling van € 2 in bewaring. Aan het eind van de dag blijkt haar jas onvindbaar. Als Titia aanspraak maakt op schadevergoeding, vestigt een medewerker van Knoops haar aandacht op een (overigens duidelijk zichtbaar) bord waarop geschreven staat: ‘Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies en/of diefstal.’

Gegeven het bord met de hierboven weergegeven tekst: is Knoops aansprakelijk voor het verlies van Titia’s jas?

Opdracht 3

Tip: houd het artikel van De Graaf bij de hand.

Maroeska runt een webwinkel genaamd ‘De taart onder de kers’, gericht op de online verkoop van bakgerei. Zij bestiert deze webwinkel alleen, vanuit de grote schuur bij haar boerderij in Loosdrecht, waarin ze een kantoor en magazijn heeft ingericht. 

Vraag 3A

Is Maroeska te kwalificeren als ‘dienstverlener’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek? Is zij (ook) te kwalificeren als ‘dienstverrichter’?  

Stel dat Maroeska in ieder geval kan worden gekwalificeerd als ‘dienstverlener’. De overeenkomsten die zij met haar klanten sluit, bevatten zowel algemene voorwaarden als contractvoorwaarden niet zijnde algemene voorwaarden. Als bezoekers van haar webwinkel iets kopen, kunnen ze, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst, in de bestelomgeving alle voorwaarden inzien en als pdf-bestand op hun computer opslaan. De voorwaarden zijn behalve in deze bestelomgeving niet op haar website te vinden.

Vraag 3B

Voldoet Maroeska in haar hoedanigheid van dienstverleneraan haar wettelijke informatieplichten met betrekking tot de door haar gehanteerde voorwaarden? Verwacht je dat De Graaf zich kan vinden in deze uitkomst?

Stel dat het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt. Rechtenstudent Hans heeft in de webshop van Maroeska een bakvorm besteld, die bij nader inzien toch niet geschikt is voor de bruidstaart die hij van plan is te maken. Hij wil de door Maroeska verzaakte informatieplicht aangrijpen om van de overeenkomst af te komen. 

Vraag 3C

Biedt de wet Hans aanknopingspunten om wegens de verzaakte informatieplichtde gehele overeenkomst te ontbinden?

Opdracht 4 

Het aanstaande bruidspaar Soek-Gijtenbeek.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 4

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 4

Opdrachten

Opdracht 1

Mijnheer A koopt een trui voor € 50. Na twee weken trekt hij de trui voor het eerst aan en ontdekt dan dat in het breiwerk een fout zit. Hij gaat terug naar de winkel, ziet dat er nog enkele identieke truien hangen en vraagt de verkoper zijn trui te ruilen voor een exemplaar zonder breifout. De verkoper weigert, onder verwijzing naar de kassabon, waarop staat dat ruilen alleen mogelijk is met bon en binnen acht dagen. A heeft geen bon en de acht dagen zijn ook voorbij. Overigens betwist de verkoper niet dat de trui bij hem is gekocht. Heeft A recht heeft op een andere trui?

Opdracht 2

Maartje is net naar Utrecht verhuisd en heeft eindelijk een eigen appartement. Na een tijdje heeft zij genoeg van het gesjouw naar de wasserette en besluit zij een wasmachine te kopen. In de winkel ziet ze meerdere modellen en vraagt de verkoper waarop de prijsverschillen zijn gebaseerd. Ze krijgt te horen dat de duurdere modellen, meestal Duitse ‘Qualitätsprodukte’, langer meegaan en twee jaar garantie hebben. De goedkopere modellen daarentegen hebben maar één jaar garantie. De keuze is niet moeilijk, want Maartje zit krap bij kas: ze schaft het goedkoopste exemplaar aan. De wasmachine wordt een week later geleverd. 

Nadat de wasmachine 14 maanden lang tenminste twee keer per week gedraaid heeft, werkt geen enkel programma meer. Maartje gaat terug naar de winkel en wil een kosteloos herstel van haar wasmachine. De verkoper deelt haar mee dat dit helaas niet mogelijk is, omdat de garantietermijn is verlopen. 

Vraag 2A

Wat is een garantie? 

Vraag 2B

Welk voordeel biedt een garantie in bewijsrechtelijk opzicht?

Vraag 2C

Waarom is het antwoord van de verkoper onjuist? Besteed in je antwoord tevens aandacht aan de bewijsrechtelijke positie van Maartje.

Vraag 2D

Kan Maartje met succes vorderen dat zij de koopprijs krijgt terugbetaald (in plaats van herstel)?

Opdracht 3

Lees onderstaande casus. 

Begint je achternaam met de letter A t/m L, bereid dan een kort pleidooi in hoger beroep voor waarin je verdedigt dat de vordering van appellante in hoger beroep alsnog moet worden toegewezen. Begint je achternaam met de letter M t/m Z, verdedig dan het standpunt dat het vonnis van de rechtbank in eerste aanleg in stand moet worden gehouden. In beide pleidooien moeten de volgende aspecten aan de orde komen:

  • betreft het al dan niet een consumentenkoop (en de relevantie hiervan);
  • is er sprake van nonconformiteit/garantie (en de relevantie hiervan);
  • is er voldaan aan de klachtplicht (en de relevantie hiervan).

4.1 [appellante] heeft op 27 mei 2008 een gebruikte auto van het type Range Rover, merk Landrover, kenteken: TH-PT-63 (hierna: de auto) gekocht van Hazet voor een bedrag van € 7.002,-. Op diezelfde dag is de auto geleverd. De afspraken die in het kader van de aankoop door [appellante] zijn gemaakt tussen.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 5

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 5

Opdrachten 

Opdracht 1 

Huizing is een liefhebber van het golfspel. Op zondag 4 juli doet hij dat met zijn vrienden Boer en Riemersma. Terwijl Huizing nog maar een korte afstand hoeft af te leggen naar de volgende ‘hole’, gebruikt hij een verkeerde ‘club’, waardoor hij de bal veel harder slaat dan bedoeld. De bal treft Boer in zijn oog, die daardoor aan een oog blind raakt.

Vraag 1A

Aangesproken door Boer verweert Huizing zich met de stelling dat hij niet aansprakelijk is, omdat Boer dit risico heeft aanvaard. Beoordeel dit verweer.

Vraag 1B

Is Huizing aansprakelijk?

Vraag 1C

Stel dat de bal niet Boer treft, maar toeschouwer Jolink. Is Huizing aansprakelijk jegens Jolink?

Vraag 1D

Stel dat niet Boer getroffen wordt, maar een voorbijganger buiten het golfterrein. Heeft Huizing onrechtmatig gehandeld?

Opdracht 2

Kees de Wit is meermaals geconfronteerd met inbraken, diefstal en vernieling rondom zijn woning. De daders zijn onbekend. Kees heeft hiervan regelmatig aangifte gedaan. Tot op heden is niemand gearresteerd, laat staan berecht of veroordeeld. Kees heeft er dan genoeg van en stelt de politie aansprakelijk voor de door hem geleden materiële schade, omdat de politie niet voldoende adequaat opsporingshandelingen heeft verricht. Kees redeneert dat wanneer de politie dit wél had gedaan en de daders zouden zijn gevonden, hij de schade op hen had kunnen verhalen. Nu dat niet is gebeurd, wil Kees dat de politie betaalt.

Geef aan gemotiveerd aan waarom Kees de politie al dan niet succesvol aansprakelijk kan stellen. Besteed in uw antwoord aandacht aan de onrechtmatigheidsvraag en de relativiteitsvraag. NB: zie art. 3 Politiewet.

Opdracht 3

Hansen, werkzaam bij de Gemeente Solingerland, wandelt in 1994 op een zaterdagmiddag langs de rivier. Vanuit tegengestelde richting komt Veenman hem tegemoet. Veenman heeft een hond bij zich die niet is aangelijnd. Als beide heren elkaar treffen springt de hond van Veenman tegen Hansen op. Hansen, die erg bang is voor honden, slaat instinctief de hond van zich af. Veenman wordt heel kwaad op Hansen en schopt en slaat Hansen, waardoor de laatste in de rivier valt. Veenman maakt zich vervolgens met zijn hond uit de voeten. Hansen kan zelf uit het water komen. Hij is gewond geraakt en hij is erg van slag.

Enkele maanden later komt in rechte vast te staan dat Veenman aansprakelijk is voor de schade die Hansen heeft geleden. Hansen krijgt ook betaald.  In 1999 heeft Hansen echter nog steeds klachten van mentale en fysieke aard, waardoor hij zijn werk niet meer goed kan doen. Hansen dreigt daardoor (nog meer) schade te lijden. Hansen lijdt echter ook al sinds zijn jeugd aan suikerziekte. Hansen wil graag zijn schade verhalen op Veenman, omdat hij van mening is dat deze schade nog steeds is terug te voeren op de onfortuinlijke gebeurtenissen in 1994. In het kader van een nieuwe gerechtelijke procedure wordt Hansen onderzocht door een psychiater, deze constateert het.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 6

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 6

Opdrachten 

Opdracht 1 

Een enigszins aangeschoten fietsendief, Felix B. (30 jaar oud), zwalkt met zijn nieuwe aanwinst over de rijweg. Als Felix weer plotseling naar het midden van de rijweg uitwijkt wordt hij aangereden door Van Aalst, die achter hem reed in zijn zojuist gekochte Volkswagen en hem voorzichtig probeerde in te halen. Felix heeft letselschade en de zojuist gejatte fiets is total loss. Van Aalst verklaart tegenover de politie dat hij al van veraf kon zien dat de fietser niet helemaal nuchter was. Felix spreekt Van Aalst aan voor de door hem geleden schade. Vaststaat dat het gedrag van Felix voor 60% aan het ontstaan van de schade heeft bijgedragen.

Vraag 1A

Kan Van Aalst zich met succes op overmacht beroepen? Welk criterium is hier beslissend?

Vraag 1B

Veronderstel dat bij de aanrijding ook de aldaar geparkeerde auto van Beets is beschadigd door de auto van Van Aalst. Kan Beets zijn schade verhalen op Van Aalst op grond van art 185 WVW?   

Vraag 1C

Felix is door de aanrijding gewond geraakt en hij moet de duim van zijn linkerhand missen. Hij vordert van Van Aalst € 9.000 smartengeld, een op zichzelf billijk bedrag bij verlies van een duim. Dient Van Aalst deze schade volledig te vergoeden?

Vraag 1D

Stel dat Felix 13 jaar is, verandert het antwoord dan? Behandel daarbij zowel de vraag naar de vestiging van  de aansprakelijkheid als de vraag naar de omvang van de schadevergoeding.

Vraag 1 E

De zorgverzekeraar van Felix wil de kosten van geneeskundige behandeling (€ 10.000) van Felix verhalen op Van Aalst. Slaagt deze vordering?

Vraag 1F

Veronderstel dat Van Aalst door de aanrijding een forse deuk in zijn auto heeft opgelopen (schade € 2.000). Kan hij deze schade verhalen op de 30-jarige Felix?

Opdracht 2

Kluyt koopt voor eigen gebruik voor € 299 (spectaculaire eenmalige aanbieding) een nieuwe wasdroger van een hem onbekend merk bij een plaatselijke witgoedwinkel. Al bij de eerste droogbeurt gaat er iets mis met de droger, waardoor het apparaat gloeiend heet wordt en de kleren in de droger verloren gaan. Ook de wasdroger is niet langer bruikbaar. Kluyt wil zijn schade (€ 299 en naar schatting € 650 aan kapotte kleren) vergoed krijgen. In het garantiebewijs van de fabrikant staat onder andere vermeld dat de fabrikant gedurende twee jaar na aankoop alleen aansprakelijk is voor gratis vervanging van kapotte onderdelen van de wasdroger.

Vraag 2A

Kan de producent met succes aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade? 

Vraag 2B

Na onderzoek blijkt dat de oververhitting is ontstaan in een schakelaar die is vervaardigd met behulp van een nieuw materiaal, Novopet, dat in de ruimtevaart zijn goede eigenschappen heeft bewezen en daarom door veel wasdrogerfabrikanten in hun producten wordt toegepast. Kort voordat Kluyts wasdroger is geproduceerd, is bij de NASA uit onderzoek gebleken dat kwaliteit van Novopet onder aardse omstandigheden soms onbetrouwbaar kan zijn. Hierover.....read more

Access: 
Public
Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 7

Verbintenissenrecht - UU - B2 - 2019/2020 - Werkgroep Week 7

Opdrachten

Opdracht 1

Heemskerk BV exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met de samenstelling van kunstmest. Het bedrijf maakt daarbij gebruik van stoffen die bij aanraking schadelijk zijn voor de gezondheid. Door slecht onderhoud ontploft een stookketel en komen schadelijke stoffen vrij in de vorm van een poederwolk die zich snel in de buurt verspreidt. De gevolgen zijn aanzienlijk: de pui en de aluminium kozijnen van het naastgelegen bouwbedrijf Moerman worden door de stof aangetast. Vijf werknemers van Moerman worden ernstig ziek, één van hen, Luiten, blijkt overgevoelig voor de stof en raakt blijvend invalide, twee anderen, Zwaan en Muller, raken onvruchtbaar.

Vraag 1A

Op welke gronden kan Moerman proberen Heemskerk BV aansprakelijk te stellen voor de schade aan de pui? Je kunt volstaan met het noemen van de grondslag en een korte motivering. Bespreek ten minste drie mogelijke grondslagen.

Stel dat Heemskerk aansprakelijk is voor de gevolgen van de ontplofte ketel.

Vraag 1B

Moerman is krachtens de wet (art. 7:629 BW) verplicht loon door te betalen aan zijn zieke werknemers. Kan Moerman deze bedragen verhalen op Heemskerk BV?

Moerman lijdt als gevolg van de uitstoot van de schadelijke stoffen omzetschade.

Vraag 1C

Stel dat de omzetschade het gevolg is van de ziekte van zijn werknemers (en hij zo snel geen adequate vervanging kan regelen). Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1D

Stel dat de omzetschade het gevolg is van schade aan het bedrijfspand waardoor dit enige tijd moet worden gesloten. Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?

Vraag 1E

Moerman wenst de schade aan de kozijnen vergoed te zien. Maakt het voor de omvang van de vergoeding waarop hij aanspraak heeft verschil of hij:

I.       de oude kozijnen laat zitten;

II.      de kozijnen met behulp van eigen medewerkers vervangt (inkoopkosten kozijnen € 6.500); 

III. de kozijnen door een aannemingsbedrijf laat vervangen (kosten kozijnen € 9.000, kosten arbeidsloon € 4.000)?

Vraag 1F

De partner van Luiten besteedt vele uren per week aan de verzorging van haar invalide man. Heeft zij recht op een vergoeding ter zake?

Vraag 1G

Heeft de partner van Zwaan recht op smartengeld omdat haar man geen kinderen kan verwekken?

Opdracht 2 

Beoordeel de volgende stellingen als juist of onjuist en motiveer uw antwoord.

Vraag 2A

Volgens het huidige Nederlandse schadevergoedingsrecht kan een directe nabestaande van een slachtoffer die is overleden op grond van een gebeurtenis waarvoor een aansprakelijke partij kan worden aangewezen, van deze aansprakelijke partij vergoeding vorderen van zowel de begrafeniskosten als van immateriële schade die het gevolg is van het verdriet wegens het wegvallen van het slachtoffer.

Vraag 2B

Een toegewezen verzoek tot winstafdracht op grond van art. 6:104 BW heeft volgens de Hoge Raad niet alleen een compensatoir, maar ook een punitief karakter.

Opdracht 3 

Een vijf maanden oude baby is door de oppas geschud en geslagen, toen de ouders van de baby een avond weg waren. Ten gevolge.....read more

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1573