Verbintenissenrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20
- 1496 reads
Woningexploitant Aarts overhandigt aan al zijn nieuwe huurders een afschrift van een door beide partijen ondertekende schriftelijke huurovereenkomst waarin wordt verwezen naar door Aarts gehanteerde voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel ter plaatse.
Deze voorwaarden bevatten de volgende clausule: ‘Huurder mag de door hem gestorte waarborgsom nimmer verrekenen met enige andere op hem jegens verhuurder rustende verplichting.’
Is op een dergelijke clausule afdeling 6.5.3 van toepassing?
Kunnen de huurders zich met succes tegen een beroep op de clausule verweren door te stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn geworden?
Zo nee, bieden de artt. 6:233 t/m 237 BW de huurders mogelijkheden zich met succes tegen een beroep op deze clausule te verweren?
Firma Knoops is gespecialiseerd in het tijdelijk in bewaring houden van jassen op evenementen. Bij een garderobe die door Knoops op een landbouwbeurs is geïnstalleerd, geeft Titia, werkneemster bij een zuivelproductiebedrijf, haar jas tegen betaling van € 2 in bewaring. Aan het eind van de dag blijkt haar jas onvindbaar. Als Titia aanspraak maakt op schadevergoeding, vestigt een medewerker van Knoops haar aandacht op een (overigens duidelijk zichtbaar) bord waarop geschreven staat: ‘Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies en/of diefstal.’
Gegeven het bord met de hierboven weergegeven tekst: is Knoops aansprakelijk voor het verlies van Titia’s jas?
Tip: houd het artikel van De Graaf bij de hand.
Maroeska runt een webwinkel genaamd ‘De taart onder de kers’, gericht op de online verkoop van bakgerei. Zij bestiert deze webwinkel alleen, vanuit de grote schuur bij haar boerderij in Loosdrecht, waarin ze een kantoor en magazijn heeft ingericht.
Is Maroeska te kwalificeren als ‘dienstverlener’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek? Is zij (ook) te kwalificeren als ‘dienstverrichter’?
Stel dat Maroeska in ieder geval kan worden gekwalificeerd als ‘dienstverlener’. De overeenkomsten die zij met haar klanten sluit, bevatten zowel algemene voorwaarden als contractvoorwaarden niet zijnde algemene voorwaarden. Als bezoekers van haar webwinkel iets kopen, kunnen ze, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst, in de bestelomgeving alle voorwaarden inzien en als pdf-bestand op hun computer opslaan. De voorwaarden zijn behalve in deze bestelomgeving niet op haar website te vinden.
Voldoet Maroeska in haar hoedanigheid van dienstverleneraan haar wettelijke informatieplichten met betrekking tot de door haar gehanteerde voorwaarden? Verwacht je dat De Graaf zich kan vinden in deze uitkomst?
Stel dat het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt. Rechtenstudent Hans heeft in de webshop van Maroeska een bakvorm besteld, die bij nader inzien toch niet geschikt is voor de bruidstaart die hij van plan is te maken. Hij wil de door Maroeska verzaakte informatieplicht aangrijpen om van de overeenkomst af te komen.
Biedt de wet Hans aanknopingspunten om wegens de verzaakte informatieplichtde gehele overeenkomst te ontbinden?
Het aanstaande bruidspaar Soek-Gijtenbeek is op zoek naar een chique bruidssuite voor een overnachting na hun huwelijksdag op 2 juni. Na enige tijd gezocht te hebben, komt het stel uit bij het luxe hotel L’Arnaqueur in Den Haag met een prachtige bruidssuite van 70 m2 met dakterras en een schitterend uitzicht over de stad Den Haag. Het aanstaande echtpaar gaat langs bij het hotel om de suite te bekijken en is enthousiast over de mooie suite. Voor de nacht van 2 op 3 juni wordt ter plekke geboekt.
Een maand voor het huwelijk ontvangt het bruidspaar een bericht van het hotel dat de bruidssuite in het hotel helaas toch niet beschikbaar is. Het echtpaar kan wel in een andere suite van 55 m2 met balkon verblijven. De reden voor de verplaatsing van het aanstaande echtpaar naar een andere suite blijkt (naar later bekend wordt) de komst van een bekende Amerikaanse popster te zijn.
Het aanstaande echtpaar neemt geen genoegen met deze verplaatsing naar de andere suite en start een kort geding. Het hotel verweert zich door zich te beroepen op hun algemene voorwaarden, die via de homepage van het hotel zijn te vinden. In deze voorwaarden is het volgende beding opgenomen:
“5.1 De hotelhouder is gehouden aan de gast op het overeengekomen tijdstip accommodatie ter beschikking te stellen van binnen zijn hotel gebruikelijke kwaliteit. Het hotel behoudt zich het recht voor om in plaats van de gereserveerde kamer/suite enige andere kamer/suite aan de gast ter beschikking te stellen. De gast dient met het hem geboden alternatief genoegen te nemen.”
Kan het aanstaande echtpaar zich met succes tegen een beroep op deze clausule verweren? NB: bespreek eerst de vraag of het hotel aan zijn wettelijke informatieplichten heeft voldaan; ga vervolgens na of het beding onredelijk bezwarend is.
Zou de uitkomst anders zijn als zij de kamer via de website van het hotel hadden geboekt?
Afdeling 6.5.3 ‘algemene voorwaarden’ is hierop van toepassing. Onder algemene voorwaarden wordt ex. art. 6:231 sub a verstaan: ‘een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd’.
De algemene voorwaarden in casu worden aan alle nieuwe huurders overhandigd, waardoor het in een aantal overeenkomsten wordt opgenomen. Vervolgens moet het beding niet de kern van de prestaties weergeven. Ook hieraan is voldaan, omdat het beding ziet op het verrekenen van de waarborgsom. Dit is niet de kern van de prestatie.
Concluderend dat afdeling 6.5.3 van toepassing is.
Gebruiker = woningexploitant
Wederpartij = huurders
Nee, dit is geen geldig verweer om de algemene voorwaarden uit te sluiten van de overeenkomst. Door middel van aanbod en aanvaarding (art. 6:217) zijn de algemene voorwaarden al geaccepteerd. Daarbij komt dat op grond van art. 6:232 een wederpartij gebonden is aan de algemene voorwaarden, ook als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud daarvan niet kende. Er zijn enkel 2 gronden, genoemd in art. 6:233, die kunnen zorgen voor vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden.
De huurders stellen dat de algemene voorwaarden geen deel van de overeenkomst zijn. Hiervoor moet gekeken worden naar art. 6:233. Op grond van dit artikel is een beding vernietigbaar volgens sub a bij onredelijk bezwarende gevolgen voor de wederpartij en sub b bij het schenden van de informatieplicht door de gebruiker.
Sub A: de clausule is niet onredelijk bezwarend.
Sub B: hierin wordt de geschonden informatieplicht door gebruiker aan wederpartij onder voorwaarden vernietigbaar gesteld. De bewijsplicht ligt hier bij de gebruiker, dus de woningexploitant. Er moet nu gekeken worden naar art. 6:234 lid 1. De huurders kunnen zich verweren met dat de woningsexploitant hen niet de algemene voorwaarden ter hand heeft gesteld. Hij heeft enkel een afschrift gegeven waarin wordt verwezen naar de voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Er is geen reden aangevoerd waardoor de woningsexploitant niet in staat was om de voorwaarden ook ter hand te stellen. Tevens zijn de wijzen in art. 6:230C ook niet van toepassing, daar waar Aarts wel valt onder ‘dienstverrichter’ (definitie in art. 6:230A). Verwijzing naar de kamer van koophandel is enkel geldig wanneer het ter hand stellen redelijkerwijs niet mogelijk was. Als hiervan sprake was, had hij tevens moeten vermelden dat de voorwaarden op verzoek alsnog zullen worden toegezonden. De woningsexploitant heeft dus zijn informatieplicht op grond van art. 6:233 sub b jo. 6:234 lid 1 geschonden. Dit betekent dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn.
De geschreven stelling op het bord is een exoneratiebeding en kan worden aangemerkt als onderdeel van de algemene voorwaarden, omdat het bij iedere koper wordt gebruikt en het geen kernbeding is (art. 6:231 sub a).
Door, ondanks het bord, toch haar jas tegen betaling te laten ophangen, heeft Titia het aanbod aanvaardt (art. 6:217). Zelfs wanneer firma Knoops begreep of moest begrijpen dat Titia het bord niet had gezien, is Titia toch gebonden (art. 6:232). Het beding is enkel vernietigbaar wanneer het onredelijk bezwarend is of wanneer firma Knoops de informatieplicht heeft geschonden (art. 6:233 sub a en sub b).
Wanneer de gebruiker de informatieplicht heeft geschonden moet worden beoordeeld op grond van art. 6:234. Uit het arrest Geurtzen/Kampstaal blijkt dat art. 6:234 lid 1 zo moet worden uitgelegd dat indien hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn, zich niet op vernietigbaarheid kan beroepen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het geval van een algemene voorwaarde deel uitmakende van een eenvoudige exoneratieclausule, die in een winkel op bedrijfsruimte op duidelijke wijze aan klanten wordt gepresenteerd. Dit is in casu ook het geval. Dit betekent dat op art. 6:233 sub b jo 6:234 geen beroep kan worden gedaan, omdat de informatieplicht niet is geschonden.
Nu moet worden gekeken of vernietigbaarheid kan volgen door een beroep op een onredelijk bezwarende situatie voor de wederpartij ex. art. 6:233 sub a. Titia is de wederpartij en is een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, maar als consument. Op grond van art. 6:237 sub f ‘dat de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding’ kan een beroep worden gedaan wat wijst naar het vermoeden van onredelijk bezwarend.
Als dit verweer slaagt, dan heeft Titia wellicht wel recht op schadevergoeding.
‘De dienstverlener verleent een dienst van de informatiemaatschappij, dat wil zeggen een “dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van de afnemer van de dienst wordt verricht zonder dat partijen gelijktijdig op dezelfde plaats aanwezig zijn” (art. 3:15d lid 3 BW), bijvoorbeeld door middel van een website.’
Maroeska is een dienstverlener, omdat zij een dienst verleent tegen een vergoeding. Dit gebeurt via elektronische weg en zonder dat partijen op dezelfde plaats aanwezig zijn.
‘De dienstverrichter daarentegen is, kort gezegd, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die onderdaan is van respectievelijk gevestigd is in een lidstaat van de EU/EER en die een dienst in de zin van de dienstenrichtlijn aanbiedt of verricht (art. 6:230a en 6:230b, aanhef BW).’
Maroeska is ook een dienstverrichter, omdat zij als natuurlijk persoon gevestigd is in Loosdrecht. Loosdrecht ligt in Nederland en dit is een lidstaat van de EU/EER.
Doordat de e-commerce-richtlijn is gesplitst, zitten er verschillen in de tekst die bepaalt op welke wijze de contractvoorwaarden in geval van elektronisch contracteren ter beschikking moeten worden gesteld. Art. 6:227b gebruikt het woord ‘zodat’ en het art. 6:234 lid 2 gebruikt het woordje ‘en’. Volgens art. 6:234 lid 2 moeten de voorwaarden op de site staan, zodat deze kunnen wordne opgeslagen en voor latere kennisneming beschikbaar zijn. Volgens dit artikel zou Maroeska dus niet voldoen aan het wettelijke informatieplichten. Dit leidt tot vernietiging. De Graaf kan zich niet vinden in deze uitkomst, omdat dit niet overeenstemt het art. 6:277b, de e-commerce-richtlijn en de parlementaire geschiedenis. De Graaf is dus voor het woordje ‘zodat’ en niet ‘en’. De Graaf is van mening dat art. 234 lid 2 niet duidelijk is geformuleerd, en dat eruit valt te lezen dat het zou betekenen dat de algemene voorwaarden altijd op de website ter beschikking moeten staan. Volgens de Graaf zou Maroeska wel hebben voldaan aan de informatieplicht.
Wanneer de gebruiker zich niet heeft gehouden aan de informatieplicht op grond van art. 6:233 sub b jo. 6:234, dan worden de algemene voorwaarden vernietigd. Dit betekent dat niet de gehele overeenkomst kan worden ontbonden, maar dat enkel de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. Op grond van art. 6:227b lid 5 kan de overeenkomst wel worden ontbonden.
Clausule: algemene voorwaarden op grond van art. 6:231 sub a (geldt voor alle hotelbezoekers en is geen kernbepaling). De algemene voorwaarden zijn geldig tussen het hotel (gebruiker) en de gasten (wederpartij) door middel van aanbod en aanvaarding (art. 6:217). Op grond van art. 6:232 is de wederpartij gebonden aan de overeenkomst ook dan als bij het sluiten ervan de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud daarvan niet kende.
Ex. art. 6:233 kan een beding in algemene voorwaarden vernietigd worden in 2 gevallen: sub a) onredelijk bezwarend voor wederpartij, sub b) schending informatieplicht door gebruiker.
Sub B: op grond van art. 6:234 lid 1 moeten de algemene voorwaarden ter hand worden gesteld, tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is, dan moet het ter inzage liggen bij de Kamer van Koophandel of griffie van een gerecht + dat het op verzoek zal worden opgestuurd. In het onderhavige geval is het niet ter hand gesteld, omdat er wordt aangegeven dat het op de homepage van het hotel te vinden was. Ook is aan de informatieplicht voldaan indien het is verstrekt volgens de wijzen overeenkomstig in art. 6:230C. Art. 6:230C vereist een dienstverrichter en op grond van art. 6:230A is het hotel ook een dienstverrichter. Echter is niet aan 1 van de wijzen in art. 6:230C voldaan (sub 3 niet, omdat het niet is meegedeeld door het hotel). Dit betekent niet dat het redelijkerwijs onmogelijk was om het ter hand te stellen. Tevens is op grond van het arrest first data BV vs. KPN hotspots niet voldoende om de informatieplicht te laten bestaan uit enkel het aanwezig zijn op de website. Mocht het toch redelijkerwijs onmogelijk zijn geweest, dan heeft het hotel ook niet aan die 2 vereisten voldaan. Art. 6:234 lid 3 biedt in dit geval ook geen uitkomst, omdat er geen uitdrukkelijke instemming is geweest van de wederpartij. Het hotel heeft dus zijn informatieplicht geschonden.
Sub A: ziet op de vraag of dit beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. De wederpartij komt nu terecht in een geheel andere kamer dan dat zij hadden geboekt. Op grond van het beding moeten zij hiermee akkoord gaan. Ex art. 6:237 sub C wordt het vermoed onredelijk bezwarend te zijn indien de gebruiker de bevoegdheid verleent om een prestatie te verrichten die wezenlijk van de toegezegde prestatie afwijkt, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden. Dit is van toepassing op het onderhavige geval, omdat zij een andere hotelkamer krijgt die aanzienlijk verschilt van de kamer die zij hadden geboekt. Echter is het hier niet helemaal duidelijk of aan de tenzij formule is voldaan. Er wordt gesteld dat het echtpaar in een andere kamer kan verblijven. Hier lijkt nog de mogelijkheid tot ontbinding te zijn. Als dit het geval is, dan kunnen zij geen beroep doen op art. 6:233 sub a.
Er zou dan een ander antwoord kunnen komen omtrent de vernietigbaarheid art. 6:233 sub b betreffende de informatieplicht. Art. 6:233 sub a ziet namelijk op een inhoudelijke toets. Op grond van art. 6:234 lid 2 moeten de algemene voorwaarden bij een elektronisch gesloten overeenkomst ter beschikking worden gesteld en moeten kunnen worden opgeslagen. Zie ook arrest First Data Bv/ KPN hotspots, waar is geformuleerd dat de gebruiker het initiatief moet nemen dat de wederpartij tot kennisneming van de voorwaarden in staat stelt, en wel op zodanige wijze dat voor de wederpartij duidelijk is welke voorwaarden van toepassing zijn en hij er eenvoudig kennis van kan nemen. Hieraan is wel voldaan omdat zij de algemene voorwaarden openbaar hebben gemaakt op de website.
Indien terbeschikkingstelling niet mogelijk is, dan had het hotel moeten laten weten waar van de algemene voorwaarden kennis kon worden genomen en dat zij op verzoek langs elektronische weg kan worden toegezonden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1748 |
Add new contribution