Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Hersenen en Aansturing HC25+26: Hogere corticale functies

HC25+26: Hogere corticale functies

Links versus rechts

Links- en rechtshandig:

Welke hemisfeer dominant is voor taal, verschilt bij rechts- en linkshandigen:

  • 90% van de populatie is rechtshandig
    • Bij 98% is de linkerhemisfeer dominant voor taal
  • 10% van de populatie is linkshandig
    • Bij 70% is de linkerhemisfeer dominant voor taal
    • Bij 15% zijn er bilaterale taalvermogens
    • Bij 15% is de rechterhemisfeer dominant voor taal

Rechter- en linkerhemisfeer:

De rechter- en linkerhemisfeer verschillen in een aantal opzichten van elkaar:

  • Rechterhemisfeer
    • Globaler → geeft een totaalplaatje
    • Taal
      • Aprosodie
      • Apragmatisme
    • Anosognosie
    • Neglect
    • Ruimtelijk inzicht
  • Linkerhemisfeer
    • Gefocust op details
    • Taal
      • Afasie
      • Alexie
    • Apraxie

Taal

De linkerhemisfeer is meestal de dominante hemisfeer voor de taal. Hier spelen bij het spreken meerdere hersenonderdelen een rol:

  • Spraakcentrum van Broca: maakt een motorplan voor de taalproductie
    • In de gyrus frontalis inferior
    • Een motorplan van een woord of zin wordt gemaakt en doorgestuurd naar de motorische cortex
    • Begrip voor werkwoorden
  • Spraakcentrum van Wernicke: het auditieve geheugen van woorden
    • In de gyrus temporalis superior
    • Het grootste deel van het begrip van taal
      • Onderscheid tussen fonemen
      • Woordgeheugen
      • Associatie tussen woord en betekenis
  • Fasciculus arcuatus: zet een herinnering van hoe een woord klinkt om in een motorplan voor het uitspreken van een woord
  • Gyrus angularis: nodig voor het omzetten van letters naar een woord
  • Non-dominante hemisfeer: zorgt voor o.a. emoties en ruimtelijk inzicht
    • Apragmatisme: dingen niet in een bredere context kunnen zetten
      • Alles heel letterlijk opnemen
      • Geen rekening met de omgeving houden
      • Emotionele impact niet kunnen inschatten
    • Aprosodie: niet kunnen intoneren

Nazeggen:

Bij het nazeggen van woorden/zinnen worden de volgende stappen ondergaan:

  1. Primaire auditieve cortex
    • Analyse van geluiden
      • Fonemen
        • In de linkerhemisfeer
        • Klankeigenschappen
      • Prosodie/melodie
        • In de rechterhemisfeer
        • Emotionele lading
  2. Spraakcentrum van Wernicke
    • Omzetten van klank naar woord
    • Verbindt een betekenis aan een woord
  3. Fasiculus arcuatus
    • Brengt informatie met een betekenis naar het centrum van Broca
    • Verbindt het spraakcentrum van Wernicke met het spraakcentrum van Broca
  4. Centrum van Broca
    • Maakt een plan om een woord uit te spreken
  5. Primaire motorcortex
    • Het plan wordt uitgevoerd → aansturen van de larynx, tong, mimiek en ademhalingsspieren

Voorlezen:

Bij het voorlezen worden de volgende stappen ondergaan:

  1. Primaire visuele cortex
    • Visuele informatie wordt verwerkt
  2. Gyrus angularis
    • Visuele input wordt gedecodeerd
    • Symbolen worden herkend als letters en woorden
  3. Spraakcentrum van Wernicke
    • Associeert het beeld-woord met het klank-woord
  4. Fasciculus arcuatius
    • Informatie wordt doorgezet
  5. Spraakcentrum van Broca
    • Een plan om het woord uit te spreken wordt opgesteld
  6. Primaire motorcortex
    • Het plan wordt uitgevoerd

Dysartrie:

Bij dysartrie weet iemand wel wat hij wil zeggen, maar komt het er niet goed uit. De stoornis ligt op het niveau van de klanken. Het is geen taalstoornis, maar een spraakstoornis. De oorzaak van dysartrie kan in verschillende gebieden liggen:

  • Cerebellum
  • 1e motorneuron: pseudobulbair
  • 2e motorneuron: bulbair
    • Dit is slappe dysartrie
  • Extrapiramidaal

Afasie:

Bij afasie is er sprake van gestoorde taal. Dit is wel een taalstoornis. Afasie kan op meerdere gebieden optreden:

  • Productie
  • Spraak
  • Schrijven
  • Gebaren
  • Inhoud
  • Fluency
  • Begrip

Er zijn dan ook verschillende vormen van afasie:

  • Broca afasie
    • Heet ook wel motorische of expressieve afasie
    • Moeite met werkwoorden
      • Het begrip voor werkwoorden zit in het spraakcentrum van Broca
    • Begint vaak met mutisme
    • Woorden moeizaam kunnen benoemen → woordarm
    • Niet vloeiend
    • Automatismen gaan vaak wel goed
      • Bijv. de dagen van de week
    • Praten in telegramstijl, maar wel informatief
    • Gestoorde grammatica
      • Ook het begrip hiervan is gestoord
    • Het begrip van taal is (grotendeels) bespaard
    • Patiënten zijn bewust van hun stoornis
  • Wernicke afasie
    • Heet ook wel sensoriche of receptieve afasie
    • Perfect vloeiende zinnen, maar totaal inhoudsloos
    • Geheugenverlies van hoe woorden klinken
    • Gestoord taalbegrip
    • Niet beseffen van spreekfouten
    • Veel werkwoorden gebruiken
    • Verbetert niet met nazeggen
    • Patiënten zijn niet bewust van hun stoornis
  • Gemengde afasie
    • Zowel het spraakcentrum van Broca als van Wernicke zijn aangedaan
    • Geen vloeiende spraak
    • Slecht begrip
    • Globale afasie: een ernstige vorm van gemengde afasie
  • Afasie fasciculus arcuatus
    • Disconnectie tussen het spraakcentrum van Wernicke en van Broca
    • Goed begrip
    • Goede fluency
    • Gestoord nazeggen
    • Anomie: het benoemen is gestoord
    • Lezen gaat goed, hardop voorlezen niet
  • Woorddoofheid
    • Laesie in de primaire auditieve cortex
      • Er is dus iets mis bij de eerste stap voor de geluidsverwerking
    • Klanken kunnen niet omgezet worden in woorden
    • Spontane spraak is normaal
    • Nazeggen is gestoord
    • Vermogen om taal te begrijpen is intact
  • Woordblindheid
    • Alexie, maar zonder agrafie
      • Alexie: niet kunnen lezen
      • Agrafie: niet kunnen schrijven
    • Laesies in de visuele cortex (links) + splenium corpus callosum of gyrus angyularis (links) + splenium corpus callosum
      • Projectie van de visuele cortex naar de taalgebieden is verstoord, en door de bijkomende corpus callosum laesie komt er geen hulp vanuit de rechterkant
    • Het kunnen zien van letters en woorden, maar het niet kunnen geven van een betekenis aan de beelden
    • Vlot schrijven maar de eigen tekst niet meer kunnen herkennen
    • Wel woorden en de betekenis kunnen reproduceren als de woorden hardop gespeld worden

Zien

Het onderste en bovenste gezichtsveld worden door verschillende vezels geïnnerveerd:

  • Vezels uit de bovenste retina zorgen voor het onderste gezichtsveld
  • Vezels uit de onderste retina zorgen voor het bovenste gezichtsveld

Hemianopsie:

Bij hemianopsie is ongeveer de helft van het beeld niet zichtbaar. Er zijn verschillende vormen van hemianopsie:

  • Bitemporale hemianopsie
    • De kruisende vezels die door het chiasma lopen worden beschadigd → de vezels die nasaal op de retina vallen zijn aangedaan
      • Datgene wat nasaal op de retina valt, bevindt zich lateraal van de mens
  • Kwadrantanopsie
    • Vezels uit het bovenste retina kwadrant zijn door een laesie na het chiasma aangedaan
      • Dit zijn de vezels uit het onderste gezichtsveld
  • Homonieme hemianopsie → dezelfde helft is aan beide ogen beschadigd
    • Veroorzaakt door een infarct in de arteria cerebri posterior sinistra
    • Soms blijft het zicht op die plaats wel goed omdat er een takje van de arteria cerebri media is die de macula nog doorbloed

 

Syndroom van Anton:

Het syndroom van Anton ontstaat vaak door bilaterale infarcten en soms door trauma:

  • De geniculostriatale banen worden beschadigd → de patiënt wordt corticaal blind
  • Tegelijkertijd is er ook visuele anosognosie
    • De blindheid wordt hevig ontkend, terwijl er echt geen zicht is
    • Associatieve visuele cortex is bespaard, waardoor er fictieve beelden ontstaan

Aandacht

De frontaalkwab zorgt verdelen van aandacht en het focussen van aandacht. Hier kunnen verschillende dingen foutgaan:

  • Hemineglect
    • Het bestaan van 1 "wereldhelft" valt weg
      • Er wordt niet erkend dat deze helft bestaat
    • Gelokaliseerd in de lobus pariëtalis
    • Stimuli komen gewoon corticaal aan, maar de expliciete gewaarwording ontbreekt
    • Meestal ligt het letsel in de rechterhemisfeer → er is een assymetrische rol van de linker- en rechterhemisfeer voor ruimtelijke aandacht
      • De rechterhemisfeer kan de aandacht op stimuli links en rechts in de omgeving richten → bij een stoornis kan links minder compenseren
      • Bij schade aan de linkerhemisfeer is er nog steeds aandacht voor de hele omgeving
    • Rapporteert niet, maar registreert wel → het basale circuit voor de waarneming van stimuli is intact → er is soms toch waarneming na:
      • Nadrukkelijke vooraankondigingen
      • Calorische, optokinetische of proprioceptieve stimulatie
      • Licht draaien van de romp
    • Soms wordt het eigen lichaam (bijv. de handen) niet herkend
    • Verschilt met hemianopsie: een hemianopsie patiënt gaat na een tijdje compenseren en ziet perfect beide kanten, een hemineglect patiënt niet
    • Bij een hemineglect links is de linkerkant van de omgeving weggevallen, bij een hemineglect rechts de rechterkant
  • Hemi-inattentie
    • Blijft vaak over na herstel van een hemineglect
    • Als 2 visuele prikkels tegelijkertijd aangeboden worden, wordt er 1 vergeten

Inhibitie:

Een andere functie van de lobus frontalis is inhibitie. Een voorbeeld van inhibitie is het benoemen van de kleuren van letters terwijl de letters samen de naam van een andere kleur vormen.

Doen

Als het "doen" verstoord is, is er sprake van apraxie. Apraxie is een linkerhemisfeer stoornis: links pariëtaal-laterofrontaal. Er zijn 2 vormen van apraxie:

  • Ideomotorische apraxie: defecte spatio-temporale bewegingen
    • Bijv. als een patiënt zich niet kan aankleden omdat hij de handelingen niet meer weet
  • Ideatoire apraxie: ingewikkelde sequentiële taken gaan niet meer
    • Niet meerdere stappen achter elkaar kunnen opvolgen
    • Het gevoel voor logische volgorde is verstoord

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2827