Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering
samenvatting van de literatuur voor klinische psychologie
Access options
How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?
- You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
- You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
- You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
Already an account?
- If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
- Please note: here too you must have used the same email address.
Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?
Toegangsopties (NL)
Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?
2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
- Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
- Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
- Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
Heb je al een WorldSupporter account?
- Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
- Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
- Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?
Join JoHo WorldSupporter!
What can you choose from?
- To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
- To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
- To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
- To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
- For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
- To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)
Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter! (NL)
Waar kan je uit kiezen?
JoHo WorldSupporter membership (donateurschap): €5,- per jaar
- Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
- Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
- Voor gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
- Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
JoHo membership met extra services (abonneeservices):
Online toegang: €10,-
- Voor online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
- Voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland en reizen
- Voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
- Voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
Online toegang + Postbezorg en pickup service + Projectsteun: €15,-
- Voor gebruik van de postservice waarbij je met korting printsamenvattingen kan bestellen en thuis laten bezorgen
- Voor gebruik van de pickup service om printsamenvattingen gratis bij je studievereniging te kunnen afhalen (indien van toepassing)
- steun je de JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten met een extra bijdrage
Online toegang + Postbezorg- en pickup service + Extra projectsteun: €20,-
- Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten op de Filipijnen
Meld je aan, wordt member (donateur) en maak gebruik van de services
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Klinische Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
literatuursamenvatting klinische psychologie 22/23 Universiteit
Hoofdstuk 1
7 factoren die onderscheid maken tussen abnormaal en pathologisch gedrag
Persoonlijk lijden.
De (dis)functionaliteit van het gedrag.
Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag.
Onvoorspelbaarheid en controleverlies.
Opvallend en onconventioneel gedrag.
Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt.
Het overtreden van morele normen
psychische stoornissen: syndroom dat gekenmerkt is door symptomen op het gebied van cognitieve functies, emotieregulatie, of het gedrag van een persoon
Definities die mentale stoornissen uitsluiten
Te verwachte en cultuur aanvaarde reacties vb rouw
Langdurig deviant gedrag behorend bij een politieke/religieuze/seksuele minderheid
Gedrag dat tot stand komt door conflict tussen individu en maatschappij
3 modellen voor abnormaal gedrag
Statistisch model: gaat uit van een normaalverdeling van menselijke eigenschappen
Medisch/ziektemodel: bekijkt of de symptomen somatogeen of psychogeen zijn. Somatogeen: lichamelijke aandoening is onderliggend aan een psychische stoornis
Psychogeen: stoornis veroorzaakt door onderliggend psychologisch mechanisme
Leer/onderwijsmodel: er wordt een leerdoel opgesteld en een bijpassend onderwijsprogramma
Hoofdstuk 2
Reductionisme: zoekt naar één/meer onderliggende mechanismen om het gedrag (deels) te verklaren. In de maatschappij, leerprincipe maar ook biologische processen.
Nature (biologisch) en nurture (psychologisch) hebben een onderlinge samenhang.
Internaliserende stoornissen: overactiviteit van het autonome zenuwstelsel, remming van gedrag. Emotionele instabiliteit, verstoord affect vb angststoornissen, stemmingsstoornissen
Externaliserende stoornissen: onderactiviteit van het autonome zenuwstelsel. Vb gedragsproblemen
Genetisch perspectief: Middels familie/tweeling/adoptiestudies. Coëfficiënt, 0-1, geeft de concordantie van een eigenschap binnen een familie aan.
Differential susceptibility theory: genetische vatbaarheid uit zich alleen in een bepaalde omgeving
Diathese-stressmodel: vatbare personen hebben meer kans op de ontwikkeling van een negatieve uitkomst als deze zich in een negatieve omgeving bevind. Vb temperamenten
3 verschillende temperamenten
Makkelijk
Moeilijk
Langzame starters
Cognitief-neurowetenschappelijk perspectief: Een onder-of overactivatie van het limbisch systeem (amygdala, hippocampus, hypothalamus), belangrijk voor emotie, motivatie, genot, emotioneel geheugen, is gerelateerd aan psychische stoornissen net zoals cortisol, de prefrontale cortex (waarneming, motoriek, spraak etc)
emotieregulatie: het hanteren, ervaren en uiten van emoties door een bepaalde situatie.
5 emotieregulatiestrategieën
Veranderen van de input
Selecteren van de situatie
Veranderen van de aandacht voor de situatie
Veranderen van de herwaardering van de betekenis van de stimulus
Onderdrukking van de uiting van emoties
Comorbiditeit: gelijktijdig hebben van twee of meer vormen van psychische stoornissen. Binnen individu of familie.
Hoofdstuk 3
Acquisitie: het aanleren van nieuw gedrag
Instrumentele conditionering (Thorndike): straffen, belonen
Klassieke conditionering (Pavlov): associatie met de omgeving
Operante conditionering (Skinner): skinner-box, gewenst gedrag via belong automatiseren
Vormen van leren
Appetitieve conditionering: gebruik van voedsel tijdens conditionering
Aversieve conditionering: er is sprake van een onaangename consequentie
Causaal leren: het trekken van verbanden tussen verschillende gebeurtenissen. Leidt tot voorspellingsfouten
Twee verschillende systeem in gedrag
Doelgericht gedrag: associaties tussen responsen en uitkomsten.
Gewoontegedrag: associaties tussen stimuli en responsen
van welke vorm sprake is kan worden getest via uitkomst-devaluatieprocedure. Als een devaluatie van de uitkomst leidt tot een vermindering van gedrag is er sprake van doelgericht gedrag.
Tweefactorentheorie
.....read moreCollege- en werkgroepaantekeningen bij Klinische Psychologie - UU
College- en werkgroepaantekeningen bij Klinische Psychologie - UU
- Aantekeningen colleges van 2022/2023
- Aantekeningen colleges van 2020/2021
- Klinische Psychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU
Samenvattingen en studiehulp voor Psychologie Bachelor 1 aan de Universiteit Utrecht - Jaargang 2022/2023
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de vakken van de opleiding Psychologie, Bachelor 1 aan de Universiteit Utrecht
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie Universiteit Utrecht B1 op JoHo.org
jaar 1 Psychologie 22/23 Universiteit Utrecht
literatuursamenvatting Psychologie als Wetenschap 22/23 Universiteit Utrecht
Hoofdstuk 1
Wetenschap als sociaal construct: laten zien hoe je tot een conclusie bent gekomen. Dmv
bvb samenwerking, lezingen, conferentie toespraken, debatten, seminars, tijdschriften
→ Henry Oldenburg publiceerde eerste journal, Philosophical Transactions nieuw
tijdperk
Verloop van wetenschappelijk onderzoek:
● Lezen van wetenschappelijk relevant materiaal
● Opstellen van onderzoeksvraag, idee, theorie, hypothesis, experiment etc
● Aanvraag financiering voor apparatuur, materialen, werving deelnemers
● Dataverzameling en data-analyse
● Vorming van wetenschappelijk artikel
Opbouw van een wetenschappelijk paper
● Abstract: samenvatting van ongeveer 150 woorden van de hele studie en resultaten
● Inleiding: korte samenvatting van bekende informatie en relevantie
● Methodesectie: gedetailleerde uitwerking van uitvoering van experiment
● Resultatensectie: documentatie van cijfers, tabellen, grafieken, statische analyses
● Discussie: doordachte, geïnformeerde overwegingen over betekenis van resultaten
→ desk rejection: paper wordt door tijdschrift afgewezen omdat het niet voldoet aan de
kwaliteit, interesse of dat het niet passend is bij het tijdschrift
→ peer review: vorm van intercollegiale toetsing om kwaliteit te verbeteren, verifiëren of te
controleren. Na succesvol peer review wordt een wetenschappelijke paper gepubliceerd.
Mertonian norms (Robert Merton): goede ambities waarnaar gestreven moet worden
● Communism: gezamenlijk eigenschap van wetenschappelijke goederen
(intellectueel eigendom) om collectieve samenwerking te bevorderen.
● Universalism: wetenschappelijke validiteit is onafhankelijk van de sociaal-politieke
status en persoonlijke attributen van de deelnemers.
● Disinterestedness: gehandelt in het voordeel van gemeenschappelijke
wetenschapelijke onderneming en niet persoonlijk gewin van individuen
● Organized skepticism: kritische beoordeling van wetenschappelijke claims en
openlijke discussie van onderzoeksresultaten en methoden.
Hoofdstuk 2
Replicatie Crisis: voortdurende methodologische crisis waarin is vastgesteld dat veel
wetenschappelijke studies moeilijk/onmogelijk te repliceren/reproduceren zijn
vb priming studies, gevangenisexperiment (Zimbardo), Diederik Stapel
→ Veel in psychologie doordat we ongrijpbare dingen proberen vast te leggen
→ in de medische wereld was een probleem met onvoldoende specifieke details
● Repliceerbaarheid: opnieuw uitvoeren door onafhankelijke onderzoekers, verificatie
● Reproduceerbaarheid: heranalyseren van oorspronkelijke data door onafhankelijke
onderzoekers. Heruitvoering van data-analyse met dezelfde data
medical reversal: nieuwe onderzoeken halen de uitkomsten van oude onderzoeken
onderuit
Cochrane Collaboration: gerenommeerde instelling die systematisch de kwaliteit van
medische behandelingen beoordeelt. Voor 45% is onvoldoende bewijs van effectiviteit
Hoofdstuk 3
Onderzoekers die fraude hebben gepleegd
● Paolo Macchiarini: onethische uitvoering van experimentele operaties. Bijna alle
patiënte overleden na synthetishce luchtpijptransplantaties
● William Summerlin: wetenschappelijke fraude. Kleurde een stukje witte vacht zwart
van een muis en claimde dat dit een geslaagde huidtransplantatie was
● Woo-Suk Hwang: manipulatie en opzettelijk foute etikettering van foto’s over
stamcelonderzoek voor klonen van mensen
● Haruko Obokata: bewerking van illustraties over ontwikkeling van STAP-cellen
● Diederik Stapel: manipulatie/zelf verzinnen van gegevens en verzinnen van
volledige experimenten
● Andrew Wakefield: vervalsing van medische gegevens over verband tussen BMRvaccin en autisme bij kinderen
● Lawrence Sanna, Dirk Smeesters:
literatuursamenvatting klinische psychologie 22/23 Universiteit
Hoofdstuk 1
7 factoren die onderscheid maken tussen abnormaal en pathologisch gedrag
Persoonlijk lijden.
De (dis)functionaliteit van het gedrag.
Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag.
Onvoorspelbaarheid en controleverlies.
Opvallend en onconventioneel gedrag.
Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt.
Het overtreden van morele normen
psychische stoornissen: syndroom dat gekenmerkt is door symptomen op het gebied van cognitieve functies, emotieregulatie, of het gedrag van een persoon
Definities die mentale stoornissen uitsluiten
Te verwachte en cultuur aanvaarde reacties vb rouw
Langdurig deviant gedrag behorend bij een politieke/religieuze/seksuele minderheid
Gedrag dat tot stand komt door conflict tussen individu en maatschappij
3 modellen voor abnormaal gedrag
Statistisch model: gaat uit van een normaalverdeling van menselijke eigenschappen
Medisch/ziektemodel: bekijkt of de symptomen somatogeen of psychogeen zijn. Somatogeen: lichamelijke aandoening is onderliggend aan een psychische stoornis
Psychogeen: stoornis veroorzaakt door onderliggend psychologisch mechanisme
Leer/onderwijsmodel: er wordt een leerdoel opgesteld en een bijpassend onderwijsprogramma
Hoofdstuk 2
Reductionisme: zoekt naar één/meer onderliggende mechanismen om het gedrag (deels) te verklaren. In de maatschappij, leerprincipe maar ook biologische processen.
Nature (biologisch) en nurture (psychologisch) hebben een onderlinge samenhang.
Internaliserende stoornissen: overactiviteit van het autonome zenuwstelsel, remming van gedrag. Emotionele instabiliteit, verstoord affect vb angststoornissen, stemmingsstoornissen
Externaliserende stoornissen: onderactiviteit van het autonome zenuwstelsel. Vb gedragsproblemen
Genetisch perspectief: Middels familie/tweeling/adoptiestudies. Coëfficiënt, 0-1, geeft de concordantie van een eigenschap binnen een familie aan.
Differential susceptibility theory: genetische vatbaarheid uit zich alleen in een bepaalde omgeving
Diathese-stressmodel: vatbare personen hebben meer kans op de ontwikkeling van een negatieve uitkomst als deze zich in een negatieve omgeving bevind. Vb temperamenten
3 verschillende temperamenten
Makkelijk
Moeilijk
Langzame starters
Cognitief-neurowetenschappelijk perspectief: Een onder-of overactivatie van het limbisch systeem (amygdala, hippocampus, hypothalamus), belangrijk voor emotie, motivatie, genot, emotioneel geheugen, is gerelateerd aan psychische stoornissen net zoals cortisol, de prefrontale cortex (waarneming, motoriek, spraak etc)
emotieregulatie: het hanteren, ervaren en uiten van emoties door een bepaalde situatie.
5 emotieregulatiestrategieën
Veranderen van de input
Selecteren van de situatie
Veranderen van de aandacht voor de situatie
Veranderen van de herwaardering van de betekenis van de stimulus
Onderdrukking van de uiting van emoties
Comorbiditeit: gelijktijdig hebben van twee of meer vormen van psychische stoornissen. Binnen individu of familie.
Hoofdstuk 3
Acquisitie: het aanleren van nieuw gedrag
Instrumentele conditionering (Thorndike): straffen, belonen
Klassieke conditionering (Pavlov): associatie met de omgeving
Operante conditionering (Skinner): skinner-box, gewenst gedrag via belong automatiseren
Vormen van leren
Appetitieve conditionering: gebruik van voedsel tijdens conditionering
Aversieve conditionering: er is sprake van een onaangename consequentie
Causaal leren: het trekken van verbanden tussen verschillende gebeurtenissen. Leidt tot voorspellingsfouten
Twee verschillende systeem in gedrag
Doelgericht gedrag: associaties tussen responsen en uitkomsten.
Gewoontegedrag: associaties tussen stimuli en responsen
van welke vorm sprake is kan worden getest via uitkomst-devaluatieprocedure. Als een devaluatie van de uitkomst leidt tot een vermindering van gedrag is er sprake van doelgericht gedrag.
Tweefactorentheorie
.....read moreliteratuursamenvatting ontwikkelingspsychologie 22/23 Universiteit Utrecht
hoofdstuk 1
ontwikkelingspsychologie: beschrijving en identificeren van veranderingen in de manier waarop mensen denken en zich gedragen tijdens de ontwikkeling
nature vs nurture psychologische ontwikkeling
nativism (nature): wordt voornamelijk bepaald door erfelijke factoren
empiricism (nurture): wordt voornamelijk bepaald door omgevingsfactoren
→ interactie is actief, dynamisch proces waarin het kind een actieve, essentiële rol speelt
patronen in ontwikkeling
continuous development: doorlopend proces waarbij elken nieuwe gebeurtenis voortbouwt op eerdere ervaringen. Vaardigheden veranderen op geleidelijke manier
discontinuous development: veranderen gebeuren plotseling en resulteren in kwalitatief verschillende stadia van ontwikkeling
kritische periode: leeftijdsfase waarbinnen bepaalde ervaringen nodig zijn voor verloop
sensitieve periode: leeftijdsfase waarbinnen specifieke ervaringen optimaal voor verloop
invloed van ontwikkeling op andere domeinen
domein-algemene ontwikkeling: heeft invloed op veel verschillende vaardigheden
domein-specifieke ontwikkeling: ontwikkeling gebeurt onafhankelijk van elkaar en heeft weinig invloed op vaardigheden in andere domeinen
levels of explanation: verschillende niveaus waarop ontwikkeling beschreven kan worden
perspectieven op ontwikkeling
culturele: verschillende omgeving en zo verschillende ervaringen zijn van invloed
biologische: manier waarop de hersenen en neuronen zich gedragen en ontwikkelen is van invloed op ons gedrag, sociale relaties en cognitieve vaardigheden
ecologische: de relaties tussen verschillende systemen
levensperiode: ontwikkeling is een proces dat het gehele leven doorloopt. age cohort effect: effect van historische factoren op de ontwikkeling
chronosysteem (Urie Bronfenbrenner, ecologisch perspectief)
microsysteem: omgeving waarin kind leeft en contact heeft met mensen, instituten
mesosysteem: onderlinge relaties van de componenten binnen het microsysteem
exosysteem: indirecte omgevingen die van invloed zijn op de ontwikkeling
macrosysteem: ideologische, institutionele patronen van een bepaalde (sub) cultuur
hoofdstuk 2
behaviorisme: veranderingen in het gedrag zijn veroorzaakt door ervaringen
klassieke conditionering (pavlov): twee stimuli komen herhaaldelijk tegelijk voor
operant conditionering (thorndike, skinner): reactie/consequentie op specifieke stimuli
maturatie theorie: manier waarop de vaardigheden van kinderen zich ontwikkelen hangt grotendeels af van de genen. Ontwikkelen vindt plaats volgens biological timetables
psychodynamische benadering (Freud): persoonlijkheid bestaat uit drie componenten die veranderen tijdens de ontwikkelingen. Ontwikkeling vindt plaats volgens discrete stadia
drie componenten psychodynamische benadering
id: persoonlijke instinctieve drijfveer. Werkt volgens pleasure principle
ego: rationele, realistische aspect. controleert id. Bevredigen van behoeftes door middel van sociaal aangepast gedrag
superego: bewustzijn geïnternaliseerde ouderlijke, maatschappelijke waarden rollen
vijf fases voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. psychodynamische benadering
Orale: focus ligt op aangename activiteiten (bvb eten)
Anale: aanleren om bevredigen van behoeftes uit te stellen (vb wc gebruik)
Fallische: nieuwsgierigheid naar seksualiteit, anatomie van geslacht
Latentie: tijdelijke wegzakking van seksuele drift, vermijding relaties ander geslacht
Genitale: seksuele verlangen
psychosociale theorie (Erikson): ontwikkeling bestaat uit een serie van 8 fases. Elke fases heeft persoonlijke, sociale taken die het individu moet volbrengen
ethologische theorie: gedrag moet gezien en begrepen worden in de context waarin het zich voordoet. Gedrag heeft een waarde voor overleving. Kinderen leren ook door contact met de omgeving en is dus niet alleen biologische opmaak.
social learning theory (Bandura): vier cognitieve processen voor observationeel
.....read moreliteratuursamenvatting cognitie en gedrag 22/23 Universiteit Utrecht
hoofdstuk 1- introductie
De geest: creëert en controleert mentale functies zoals perceptie, aandacht, geheugen, emoties, taal, beslissen, denken en redeneren (cognitie/mentale vaardigheden). Maakt representaties van de wereld (opereren/functioneren)
Franciscus Donders: onderzoek naar reactietijd. dmv simpele reactietijd (snel mogelijk drukken na stimulus) en keuze-reactietijd (knop voor links/rechts ). Verschil hiertussen wijst op een mentaal proces geïnterpreteerd uit gedrag.
Wundt (structuralisme): algehele ervaring wordt bepaald door basale elementen (sensaties) van de ervaring. Probeerde een ‘periodieke tabel van de geest’ te creëren door middel van analytische introspectie (ervaringen, gedachteprocessen als respons op stimuli)
Ebbinghaus: Leren van ‘onzin-lettergrepen’. ‘savings method’. Savings= (originele benodigde tijd) - (tijd nodig om de lijst te herleren na een bepaalde tijd). Langere tussentijd leidt tot minder savings.
William James: observaties van de geest dmv introspecties over de werking van zijn eigen geest
John Watson (behaviorisme): Gaat uit van meetbaar observeerbaar gedrag, niet onmeetbare processen zoals emoties, redeneren en denken. Relaties tussen stimuli en responses verklaren gedrag. (Klassieke conditionering Pavlov)
Skinner (operant conditionering): gedrag wordt versterkt door de presentatie van positieve versterkers of terugtrekking van negatieve versterkers
Tolman: rat creëert cognitief schema (cognitive map) van doolhof. Valt buiten behaviorisme, namelijk cognitie en geen stimulus-response connectie.
Chomsky: taalontwikkeling wordt niet bepaald door imitatie of bevestiging (Skinner), maar door een aangeboren ingebouwd biologisch programma dat in alle culturen bestaat
informatieverwerkingsbenadering: geest is een informatieverwerkende computer. werking van de geest kan beschreven worden in een aantal zich voordoende stadia
Broadbent (filtermodel,): Input → selectieve filter → detector → geheugen = stadia’s
Sensorische informatie komt binnen. Het filter beslist waar aandacht naar toe gaat en detector slaat gefilterde informatie op. Vb dichotische luister experiment van Cherry
kunstmatige intelligentie: Een machine zich laten gedragen op manieren die intelligent genoemd zouden worden als een mens die gedragingen zou laten zien
Miller: geheugen is niet een passieve opslag van sensorische informatie is, maar bedraagt een actief proces → de geest als computermetafoor
modellen: representaties die helpen cognitieve structuren/ processen te visualiseren en verklaren
structurele modellen: vereenvoudigde representaties van een fysieke structuur. Brengen hersenstructuren in kaart die betrokken zijn bij specifieke cognitieve functies
procesmodellen: werking van een cognitief proces meestal dmv stappenproces
resource modellen: procesmodel gefocussed op benodigde inspanning, middelen voor proces
beste manieren voor studeren
spacing (verschillende momenten) en interleaving (door elkaar leren van onderwerpen)
actief ophalen van informatie uit het geheugen zorgt voor beter onthouden
regelmatig testen. Herhaling van stof, gewenning testsituaties, zwakke punten herkennen
aantekening maken met de hand. Actief bezig met de stof en efficiënter
hoofdstuk 6- andere sensorische systemen
aspecten van geluid
amplitude: van een geluidsgolf bepaald de intensiteit (luidheid)
frequentie: aantal geluidsgolven per sec gemeten in Hz. (Toonhoogte (pitch)) 15-20 000 Hz
timbre: kwaliteit en complexiteit van een bepaalde toon
structuren van het oor
oorschelp (pinna): lokalisatie van geluiden. vorm verschilt per persoon
middenoor: trommelvlies (tympanic membrane) is verbonden aan drie botjes (hamer, aambeeld,
literatuursamenvatting hersenen en gedrag 22/23 Universiteit Utrecht
biologische psychologie: probeert een link te leggen tussen de opbouw van de hersenen en het gedrag dat een organisme vertoont. studie van fysiologische, evolutionaire en ontwikkelingsmechanismen van gedrag en ontdekking
dorsale gezichtspunt: Een aangezicht van de hersenen van bovenaf
ventrale gezichtspunt: Een aangezicht van de hersenen van onderaf
4 soorten biologische verklaringen voor gedrag:
ontogenetische verklaring: geeft een beschrijving van hoe gedrag of een hersenstructuur zich ontwikkelt binnen een organisme. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de invloed van genen, voeding, ervaringen en interacties hiertussen
fysiologische verklaring: legt een verband tussen de fysiologische toestand van de hersenen, andere organen en het gedrag
functionele verklaring: probeert te achterhalen waarom gedrag of een hersenstructuur zich op een bepaalde manier ontwikkeld heeft.
evolutionaire verklaring: relateert gedrag of een hersenstructuur aan de evolutionaire geschiedenis van een soort.
Genetische drift: proces waarbij in een kleine populatie een gen zich ‘per ongeluk’ doorgeeft via voortplanting, en waardoor op den duur een hele groep mensen of een bevolkingsgroep een afwijkend (positief, negatief of neutraal) gen heeft.
redenen waarom proefdieren worden gebruikt
Mens is wil meer te weten, is nieuwsgierig(eigenbelang)
Onderliggende mechanismen zijn vergelijkbaar, makkelijker te bestuderen
Kennis over dieren werkt verhelderend met betrekking tot de menselijke evolutie
Juridische of ethische beperkingen voorkomen bepaalde vormen van onderzoek
op mensen.
abolitionisten: fel tegen het gebruik van proefdieren
minimalisten: onderzoek op dieren is soms wel nodig, maar zo min mogelijk
de drie R’s
Reductie (reduction) van het aantal dieren dat gebruikt wordt;
Vervanging (replacement) van dieren door computermodellen of andere dierenvervangers;
Welgemanierdheid (refinement) zodat pijn en oncomfortabele situaties vermeden kunnen worden.
nature: aangeboren
nurture: gevormd door ervaring
empirisme: stelt dat kennis een resultaat is van ervaringen.
stromingen binnen de psychologie
Structuralisme: de geest kan worden opgebroken in de kleinste elementen van mentale ervaringen. (Wilhelm Wundt en Titchener)
Gestalt Psychologie: Gestalt betekent geheel. Het opbreken van de gehele perceptie in bouwblokken leidt tot het verlies van belangrijke psychologische informatie
Functionalisme: Waarom werkt gedrag en mentale processen op een bepaalde manier? de waarde van een activiteit hangt af van de gevolgen ervan. Als het de kans op overleving vergroot wordt het herhaald (William James)
Klinische Psychologie: Combinatie van verklaren van abnormaal gedrag (stoornissen) aan de hand van levenservaringen, fysieke oorzaken, medische behandelingen
Freud: ontwikkelde de psychodynamische theorie en de technieken van psychoanalyse voor het behandelen van mentale stoornissen
Humanistische Psychologie: mensen worden goed geboren en zijn gemotiveerd om zichzelf te verbeteren
Behaviorisme: richt zich op observeerbaar, meetbaar gedrag. Klassieke conditionering (Pavlov): een geleerde associatie wordt gebruikt om te anticiperen op belangrijke toekomstige gebeurtenissen. Law of effect (Thornton): gedragingen met plezierige uitkomsten in de toekomst vaker voor zullen komen, terwijl gedragingen met onplezierige uitkomsten minder vaak zullen voorkomen. Skinner: gedachten en gevoelens zijn gedragingen die
College-aantekeningen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Utrecht - 2022/2023
Hoorcollege 1
Ontwikkelingspsychologie voor:
- Voorspellen volwassen functioneren
- Begrijpen menselijke natuur
- Begrijpen hoe gezond functioneren is te bevorderen
Ontwikkelingspsychologie: studie van verandering
- Binnen individuen
- Van conceptie tot dood
- From womb to tomb (ei tot eind)
3 domeinen ontwikkelingspsychologie
- Fysiologische ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociale en emotionele ontwikkeling
Stappen ontwikkelingspsychologie onderzoek
- Beschrijven ontwikkeling: systematisch in kaart brengen van stabiliteit en verandering over tijd
- Begrijpen ontwikkeling: aantonen ontwikkelingsmechanismen/oorzaken
- Optimaliseren ontwikkeling: hoe ondersteunen voor algemene, klinische populatie
Nature: Ontwikkeling bepaald door genetische aanleg (nativisme). Thomas Hobbes “bij geboorte zijn er ‘predisposities’ vb egoïsme”. Rousseau: “mens is van nature goed”
Nurture: Ontwikkeling bepaald door omgeving (empirisme). John Locke “menselijke geest is onbeschreven bij geboorte, alle kennis is gevolg van ervaring”.
- Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding (interactie)
Vormen van interactie
- X-vorm
- V-vorm
Continue ontwikkeling: Ontwikkeling vindt geleidelijk plaats, zonder abrupte veranderingen Discontinue ontwikkeling: Ontwikkeling is opeenvolging van abrupte veranderingen (ontwikkeling verloopt in ‘stadia’)
Hoorcollege 2
Vier interactionistische theorieën voor nature, nurture
- Ecologische theorie (Bronfenbrenner)
- Psycho-sociale ontwikkelingstheorie (Erikson)
- Evolutionaire psychologie (Darwin en co)
- Zelf-determinatie theorie (Deci en Ryan)
Ecologische theorie (Bronfenbrenner)
- 1.Kind: Aanleg, persoonlijkheid, biologische en genetische
- factoren
- 2.Microsysteem: Directe omgeving van het kind (school,
- familie)
- 3.Mesosysteem: Connecties tussen de microsystemen
- 4.Exosysteem: Indirecte omgevingen (bijv.
- werkomstandigheden van ouders)
- 5.Macrosysteem: Culturele context
- 6.Chronosysteem: Tijd
Psycho-sociale ontwikkelingstheorie (Erikson)
- Ontwikkeling wordt bepaald door interactie van 3 systemen: biologie, psychologie, cultuur
- Ontwikkeling bestaat uit 8 stadia (de 5 stadia van freud+ 3 extra=lifespan perspectief)
- Elk ontwikkelingsstadium bestaat uit een conflict uit twee uitersten (bvb intimiteit vs isolement). Die de basis voor een ontwikkelngstaak vormt. Succesvolle oplossing leidt tot deugden (vb liefde). Niet oplossen (stagnatie) leidt tot pathologie
Evolutionaire psychologie (Darwin en co)
- Maturation approach: universeel verloop van stadia en groei door evolutie (verschil tussen levensfases in biologische taken)
- Evolutie ledit tot vastlegging van adaptieve conditionele ontwikkelingspaden
Zelf-determinatie theorie (Deci en Ryan)
- Organisch perspectief: kinderen zijn van nature gedreven om te leren en zich te ontwikkelen
- Omgeving kan natuurlijke ontwikkeling stimuleren/dwarsbomen. Base behoeften: competentie, autonomie, verbondenheid
Onderzoeksdesign
- Zelfrapportage: vragenlijst, interview
- Ouder/leerkracht/peer rapportage
- Observatie: naturalistisch (alledaagse omgeving) of gestructureerd (geënsceneerde omgeving)
- Cross-sectionele methode: vergelijkt groepen proefpersonen van verschillende leeftijd
- Longitudinale
- 1 of 33
- next ›
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution