Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - WorldSupporter Start
- 4561 reads
De verdachte wordt vervolgd wegens het uitoefenen van bedreiging met geweld, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Hij schreef dreigbrieven aan familieleden van degenen die van hem gestolen zouden hebben. De familie kreeg daarin de laatste kans de wraak af te kopen door het geld naar hem te storten. De ontvangers van de brieven dienden een aanklacht in. De verdachte verweerde zich door te stellen dat hij niet het oogmerk had zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Bovendien zou hij niet hebben gedreigd met geweld, maar met wraak. Het geweld zou door derden gepleegd worden, blijkens de brieven.
Is er voldaan aan het in vereiste gesteld in art. 317 Sr: het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen?
Bedreiging met geweld in de zin van art. 317 Sr ziet niet enkel op bedreiging met geweld dat door de bedreiger zelf wordt aangewend. Ook geweld door derden aangewend, valt onder de omschrijving van dit delictsartikel. Dat de verdachte meent dat hij recht had op het geld, neemt niet weg dat hij een wederrechtelijke bevoordeling kan hebben beoogd. Verdachte had moeten beseffen dat hij de grenzen van de maatschappelijke betamelijkheid in verregaande mate heeft overschreden.
De verdachte heeft gehandeld met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.
Voor welk delict is de verdachte veroordeeld, en wat zijn de bestanddelen van dit delict?
Wat stellen cassatiemiddelen V en VI? Welke inhoud heeft kennelijk de ten laste gelegde wederrechtelijkheid volgens deze cassatiemiddelen?
Waarom is het cassatieberoep verworpen voor zover het gaat om het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling? Welke inhoud heeft kennelijk de ten laste gelegde wederrechtelijkheid in de opvatting van de HR?
Stelling: “Door de uitleg van de HR van het bestanddeel “(met het oogmerk zich of een ander) wederrechtelijk (te bevoordelen)” in art. 317 Sr, heeft dit bestanddeel grotendeels zijn beperkende functie verloren.
Geef uw oordeel over deze stelling.
Bedreiging met geweld; art. 317 Sr.;
Interpretatie remmeling, zonder eigen recht.
Verdachte handelde zonder eigen recht. De cassatiemiddelen stellen dat er niet wederrechtelijk gehandeld is. Volgens de cassatiemiddelen houdt wederrechtelijkheid in dat hij niet gerechtigd was om geld van de personen te verkrijgen. Hij had privaatrechtelijk gezien recht op het geld.
Volgens de HR houdt wederrechtelijkheid in: in strijd met het ongeschreven of geschreven recht. Hij had weliswaar recht op het geld, maar deed dit op een verkeerde manier.
Juist;
Door de interpretatie die de HR hier geeft verliest het bestanddeel dus goeddeels zijn beperkende functie; de HR heeft m.b.t. art. 317 op het standpunt dat wederrechtelijk betekent “in strijd met het (geschreven en ongeschreven) recht. De betekenis van het bestanddeel valt hier dus samen die van het element.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution