Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - WorldSupporter Start
- 4735 reads
Fotofrost, een bedrijf dat zich bezighoudt met de in- en uitvoer van fotografische artikelen, is gevestigd in de BRD. De prismakijkers van Fotofrost, afkomstig uit de DDR, moesten ingevoerd worden in de BRD. Op een gegeven moment kreeg Fotofrost een navordering van invoerrechten ten aanzien van die prismakijkers. Omdat de goederen oorspronkelijk uit de DDR kwamen, had de douane ze aanvankelijk ingeklaard met vrijstelling van invoerrechten. Na een controle was Hauptzollamt Lübeck-Ost van oordeel dat Fotofrost wel invoerrechten aan de douane was verschuldigd. Aangezien Fotofrost voldeed aan de voorwaarden van artikel 5 lid 2 Verordening nr. 1697/79, hoefde de bevoegde autoriteit niet over te gaan tot navordering van het bedrag, gezien het hier ging om een vergissing van de douane die de belastingschuldige zelf redelijkerwijs niet kon ontdekken en hij dus te goeder trouw heeft gehandeld. Gezien het feit dat Fotofrost alle papieren juist had ingevuld, lag het risico bij de douane. Hauptzollamt Lübeck-Ost mocht echter niet zelf besluiten tot het afzien van navordering, nu deze bevoegdheid ligt bij de Commissie. De Commissie oordeelde dat er alsnog overgegaan moest worden tot navordering.
Kan de nationale rechter een beschikking van de Commissie gegeven krachtens een verordening van de Commissie over het niet-navorderen van invoerrechten als bedoeld in de verordening van de Raad, waarin wordt vastgesteld dat niet-navordering van invoerrechten niet gerechtvaardigd is, op haar geldigheid toetsen en eventueel in een beroep tot nietigverklaring van de invoerrechtennota beslissen dat van navordering moet worden afgezien?
De nationale rechterlijke instanties kunnen een onderzoek instellen naar de geldigheid van een gemeenschapshandeling en, indien zij menen dat de door partijen aangevoerde middelen van ongeldigheid gegrond zijn, deze verwerpen door vast te stellen dat de handeling ten volle geldig is. Door zo’n uitspraak wordt het bestaan van de gemeenschapshandeling immers niet in gevaar gebracht. Zij zijn daarentegen niet bevoegd om handelingen van de Gemeenschapsinstellingen ongeldig te verklaren. Verschillen van inzicht tussen de rechterlijke instanties van de lidstaten over de geldigheid van de gemeenschapshandelingen zouden de eenheid van de communautaire rechtsorde zelf in gevaar kunnen brengen en afbreuk kunnen doen aan het fundamentele vereiste van rechtszekerheid.
Kortom, de nationale rechterlijke instanties zijn niet bevoegd om zelf de ongeldigheid van de handelingen van de gemeenschapsinstellingen vast te stellen.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution