Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - WorldSupporter Start
- 4561 reads
Verdachte heeft opzettelijk gehandeld in strijd met de Opiumwet. (Art. 3 lid 1 onder B).
Nav een melding dat in de woning van de verdachte zich een hennepplantage zou bevinden, heeft de politie - voorzien van een machtiging tot het binnentreden van de woning - aldaar een onderzoek ingesteld. Op een afgesloten zolderkamer trof zij 224 hennepplanten aan. De verdachte is veroordeeld ter zake van het opzettelijk telen van die planten.
Verweer raadsvrouw van de verdachte: het bewijs is onrechtmatig verkregen omdat een tussendeur is geforceerd. De politie had een machtiging tot het binnentreden van de woning, maar niet de bevoegdheid het huis te doorzoeken.
Het hof verwerpt het beroep op onrechtmatige bewijsvergaring. Het enkele feit dat de afgesloten deur is geforceerd, brengt niet met zich mee dat er sprake is van doorzoeking. Art. 9 Opiumwet geeft de bevoegdheid tot onderzoek en in dat kader bestaat tevens de bevoegdheid om onderzoek in een afgesloten ruimte te doen.
Het Hof heeft het beroep op onrechtmatige bewijsvergaring ten onrechte, althans op ontoereikende gronden verworpen.
Het middel steunt op de opvatting dat een machting tot binnentreden de opsporingsambtenaar slechts de bevoegdheid geeft de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, doch niet de bevoegdheid na de binnentreding een deur te verbreken die toegang geeft tot het vertrek waar het delict wordt gepleegd of redelijkerwijze vermoed kan worden dat het wordt gepleegd. Het middel beroept zich daartoe onder meer op de MvT tot herziening van het gerechtelijk vooronderzoek, inhoudende dat activiteiten die verder gaan dan 'zoekend rondkijken' moeten worden aangemerkt als een 'doorzoeking', waartoe een opsporingsambtenaar niet bevoegd is. Die opvatting van het middel kian niet als juist worden aanvaard, in aanmerking genomen dat het voorbehoud mbt afgesloten vertrekken niet in enige wettelijke bepaling is neergelegd. Volgens de duidelijke bewoordingen van de bepaling van art. 9 Awbi kan degene die bevoegd is de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, zich de toegang tot en doorgang tot enig vertrek in de woning verschaffen, voor zover het doel van het binnentreden dit ook redelijkerwijs vereist. Daaronder valt ook het forceren van de (tussen)deur van een vertek. Dat laat onverlet dat de opsporingsambtenaar niet gerechtigd is om daarna dat vertrek te doorzoeken, dus meer te doen dan 'zoekend rondkijken'.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution