Somatische symptoom stoornis: een belangrijke verandering in de DSM-V (2013) - Artikel

Redenen voor verandering omtrent somatoforme stoornissen:

  1. Term ‘somatoforme’ vaag en leidt tot verwarring.

  2. Somatoforme stoornissen hadden een centraal uitgangspunt: de klachten moesten medisch onverklaarbaar zijn. Dit uitgangspunt was echter problematisch: 1. de betrouwbaarheid van de beoordeling of er sprake is van een medische verklaring voor somatische klachten is laag. 2. Bovendien wordt er een scheiding gemaakt tussen lichaam en geest; als een stoornis niet lichamelijk te verklaren is betekent dit nog niet dat het psychisch is (en omgekeerd).
    3. Tot slot is het voor patiënten die echt lichamelijke klachten ervaren moeilijk te accepteren dat alles ‘in je hoofd zit’.

  3. In de DSM-IV-TR staan verschillende somatoforme stoornissen waarbij er overlap is tussen deze stoornissen. Dit is verwarrend en maakt het de clinici niet makkelijker. De vijf verschillende stoornissen worden in de nieuwe DSM samengevat tot twee stoornissen: 1. somatisch symptoom stoornis en 2. ziekte angststoornis (illness anxiety disorder). De grenzen zijn nu duidelijker.

  4. Voor het vaststellen van een somatoforme stoornis werden er een aantal symptomen als voorwaarde gesteld (bijv. 4 pijnklachten, 2 GI symptomen, 1 seksueel symptoom en 1 pseudo-neurologisch symptoom). Deze werden door de clinici aangevinkt. Deze regels waren echter omslachtig, verwarrend en onbetrouwbaar.

  5. De criteria voor de ongedifferentieerde somatoforme stoornis waren erg losjes waardoor een groot percentage van de bevolking in aanmerking zouden komen voor deze diagnose.

  6. Door de problemen met de somatoforme stoornis, diagnosticeerden weinig clinici een patiënt met dergelijke stoornissen.

De veranderingen die zijn doorgevoerd in de DSM-5 hebben deze problemen geprobeerd op te lossen.

In de nieuwe DSM-5 wordt de diagnose somatisch symptoomstoornis (SSD) gesteld wanneer er aanhoudende (langer dan 6 maanden) en klinisch significante somatische klachten zijn die gepaard gaan met disproportionele of excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen. De focust ligt niet alleen op de somatische klachten maar ook op de emoties, denken en gedrag. SSD kan in ernst beoordeeld worden als mild, matig of ernstig.

Somatische stoornissen konden eerst alleen worden gediagnosticeerd wanneer er geen medische oorzaak gevonden kon worden. Maar in de nieuwe criteria staat dat SSD ook kan worden gediagnosticeerd als er een medische oorzaak is.

Een empirische studie bij 456 Duitse psychosomatische patiënten concludeerde dat de validiteit en klinische bruikbaarheid van de DSM-5 voor de somatische symptoomstoornis beter is dan de DMS-IV somatoforme stoornissen. In een andere studie bleek dat de DSM-5 goed onderscheid kan maken tussen een stoornis en mensen die een medische behandeling nodig hebben.

Construct validiteit en descriptieve validiteit blijkt beter te zijn dan de DSM-IV.

Ook de betrouwbaarheid van de SSD bleek uit onderzoek zeer goed. Er was een goede interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen verschillende clinici in het stellen van een diagnose. Voor de B-type criteria (excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen) werd ook een goede test-hertest betrouwbaarheid gevonden. Ook de clinicus globale beoordeling van de ernst van de somatische symptomen (als mild, gemiddeld of extreem) was acceptabel. Ook was er een hoge overeenkomst tussen de beoordeling van de clinici en de patiënt over de ernst van de somatische symptomen.

Uit dergelijke veldstudies blijkt dat clinici de nieuwe SSD diagnose als een verbetering beoordelen ten opzichte van de DSM-IV in termen van gebruiksgemak. Ze beoordelen het zelfs als de meest verbeterde en bruikbare criteria ten opzichte van andere stoornissen.

De nieuwe SSD criteria leggen veel nadruk op het oordeel en beoordeling van de clinici. Er is bezorgdheid dat deze criteria leiden tot over-diagnose van SSD.

Enkele studies hebben gekeken naar aanhoudende somatische klachten in combinatie met disproportionele of excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen. Eén studie keek naar data van een willekeurig gekozen steekproef met gezonde participanten, participanten met een ernstige medische aandoening (zoals hart- en vaatziekten) en participanten met functiestoornissen

(zoals prikkelbare darmsyndroom). Omdat zowel somatische symptomen en de B-type criteria (excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen) nodig zijn voor een diagnose SSD, blijkt dit te leiden tot minder diagnoses dan voorheen. Somatische symptomen werden namelijk gezien bij de medische groep, maar zij voldeden niet aan de B-type criteria waardoor ze (terecht!) niet gediagnostiseerd konden worden met SSD. Van de 952 participanten noemde 6,7% zowel somatische symptomen als B-type criteria, waardoor 6.7% dus in aanmerking kwamen voor een mogelijke SSD diagnose. Deze prevalentie is hoger dat die van DSM-IV somatisatiestoornis maar veel lager dan die van ongedifferentieerde somatoforme stoornis.

Ook uit een andere studie blijkt dat patiënten met ernstige medische klachten niet automatisch voldoen aan de criteria van een SSD. Dit is omdat er sprake moet zijn van een combinatie van somatische symptomen en B -type criteria die geassocieerd zijn met een verslechterde kwaliteit van leven. Deze resultaten laten zien dat het gebruik van de nieuwe DSM-V criteria voor SSD zal niet leiden tot een over-diagnose.

Patiënten met SSD hebben last van hinderlijke, somatische symptomen in combinatie met verstoring in gedachten, gevoelens en gedragingen die leiden tot stress en aantasting van kwaliteit van hun dagelijks leven. Volgens de nieuwe criteria hoeven de klachten niet medisch onverklaarbaar te zijn (wat voorheen wel het geval was). Hiermee kan dus een diagnose SSD samen gaan met medische ziektes.

Er bestaan vele behandelingen voor onderdelen van de nieuwe SSD diagnose: somatische symptomen, gezondheid gerelateerde angst, bezorgdheid en gepieker over gezondheid, en onbehulpzaam gedrag. Hierbij kan gedacht worden aan cognitieve therapie, gedragsmatige technieken (bijv. ontspanningstechnieken, mindfullness), psychotherapie, en in sommige gevallen medicatie.

Diagnoses als somatisatiestoornis en hypochondrie zijn stigmatiserend. Volgens de auteurs komt dit omdat men denkt dat er niets mis is met dergelijke mensen en dat ze hun lijden aan zichzelf te danken hebben. SSD is geconceptualiseerd als een psychiatrische stoornis, wat verondersteld dat het lijden verder gaat dan alleen somatische symptomen. Ook de naam van de stoornis is neutraler. Er wordt dan ook verwacht dat de SSD minder stigmatiserend is dan de DSM-IV diagnoses.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Article summaries Clinical Psychology - UL - 2020-2021

Article summaries Clinical Psychology - UL - 2020-2021. Use the connected summaries below to broaden your skills on clinical psychology. The upper part of the articles is summarized in English, the lower part in Dutch. Specific attention is given to treatment and background of Schizophrenia and eating disorders

Summaries and supporting content: 
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1036 1