De pedagogische kwaliteit van differentiatie in het onderwijs - Bosker & Doolaard (2009) - Artikel


De pedagogische kwaliteit van een leerkracht of een school heeft te maken met de mate waarin een leerkracht of school erin slaagt om met verschillen tussen leerlingen om te gaan. Oftewel het gaat erom hoe goed scholen in staat zijn om te differentiëren tussen leerlingen. Wanneer differentiatie zich afspeelt binnen klassenverband, dan spreken we van interne differentiatie. Speelt de differentiatie zich buiten de klas af, dan is er sprake van externe differentiatie. Maar differentiëren kent verschillende vormen, die allemaal hun eigen voor- en nadelen kennen.

Verschillen

De meeste internationaal vergelijkende onderzoeken laten zien dat het onderwijs in Nederland er goed voorstaat. Maar hoe zit het met de verschillen tussen leerlingen? De verschillen tussen Nederlandse leerlingen zijn nooit groter en vaak zelfs kleiner dan de verschillen die gemiddeld in andere landen worden aangetroffen. Dit resultaat is om een aantal redenen opmerkelijk. Ten eerste kent het Nederlands voortgezet onderwijs een zeer uitgewerkt en gedifferentieerd systeem. Je zou in eerste instantie verwachten dat zo’n systeem tot enorme prestatieverschillen tussen 15-jarige leerlingen zou leiden. Ten tweede is het opmerkelijk omdat een veel gehoorde klacht uit het basisonderwijs is dat door de aanwezigheid van leerlingen met specifieke onderwijskundige behoeften en/of leerachterstanden, de variatie niet te hanteren is.

Zoals gezegd zijn de verschillen relatief klein, maar in absolute zin blijven de verschillen groot.

Voortgezet onderwijs

Omgaan met verschillen tussen leerlingen wordt opgelost door extern te differentiëren. Direct bij aanvang van het voortgezet onderwijs wordt er gedifferentieerd: je kunt terecht komen in het vmbo tot en met het vwo. Deze vorm van differentiatie wordt in het buitenland ook wel streaming (Engeland) en tracking (VS) genoemd.

Zoals hiervoor vermeld, is gebleken dat Nederlandse leerlingen in het voortgezet onderwijs het goed doen in internationaal vergelijkbaar onderwijs. Het lijkt daarom misschien alsof het extern gedifferentieerde systeem van voortgezet onderwijs de voorkeur heeft boven andere systemen. Echter, er zijn ook indicaties dat leerlingen in geïntegreerde onderwijssystemen (waarin leerlingen langer een gezamenlijk curriculum volgen) over het algemeen tot een hoger vaardigheidsniveau komen dan leerlingen in extern gedifferentieerde onderwijssystemen. Maar dit is allemaal moeilijk te beoordelen omdat een onderwijssysteem en de aannames en inrichting van het onderwijsbeleid in een land niet los van elkaar gezien kunnen worden.

Zo wijst Standaert erop dat het in landen met een sterk technisch-rationele opvatting van onderwijsbeleid, sterk gedifferentieerde systemen samengaan met outputeisen, marktwerking, externe controle, verantwoordingsplicht en externe toetsen.

Deze kenmerken zouden wel eens belangrijker kunnen zijn dan het gegeven dat een onderwijssysteem extern gedifferentieerd is.

Basisonderwijs

In het basisonderwijs moeten scholen (bijna) alle leerlingen van passend onderwijs voorzien. Omgaan met verschillen betekent dat leerlingen ongelijk behandeld worden op grond van kennis die de leerkracht heeft over relevante verschillen. Deze verschillen kunnen betrekking hebben op indirecte kenmerken (bijvoorbeeld leeftijd, sekse, sociaal - economisch milieu, intelligentie, persoonlijkheid) of op directe kenmerken (bijvoorbeeld prestatie, leerstijl of motivatie). In de praktijk differentiëren leerkrachten voornamelijk op basis van prestatieverschillen. Hoe ziet die ongelijke behandeling eruit? Het komt er vooral op neer dat leerlingen verschillend geïnstrueerd of begeleid worden, ongelijk door de leerstof heengaan of ongelijke leerstof verwerken.

De vraag is echter: waartoe dient de differentiatie?

In deze simpele afbeelding zijn drie lijnen getekend. De dikste lijn staat voor situatie 1, de middeldikke lijn staat voor situatie 2, de dunste lijn staat voor situatie 3.

Situatie 1 (dikste lijn)

Deze lijn geeft de situatie aan hoe de prestaties voor en na een periode van ongedifferentieerd onderwijs eruit zal zien. De prestaties zullen gemiddeld toenemen, maar wie van te voren laag scoort zullen dat na afloop nog steeds doen.

Situatie 2 (middeldikke lijn)

Deze situatie toont hoe gedifferentieerd onderwijs (met name gericht op leerlingen met specifieke onderwijskundige behoeften en/of met leerachterstanden) leidt tot een meer gelijke verdeling van prestaties na afloop van de onderwijsperiode. Door leerkrachten worden minimumdoelen gehanteerd die alle leerlingen moeten bereiken. De inspanningen richten zich vooral op de aanvankelijk laag presterende leerlingen die een relatief grote vooruitgang boeken. Door middel van compensatie wordt geprobeerd een meer gelijke verdeling te verkrijgen. Dit wordt ook wel convergente differentiatie genoemd.

Leerlingen zijn wat betreft prestatieniveau dichter bij elkaar gekomen.

Situatie 3 (dunste lijn)

In deze situatie maken alle leerlingen een enorme sprong voorwaarts. Het kan daarbij zelfs zo zijn dat de verschillen verder toenemen, dit wordt ook wel divergente differentiatie genoemd. De zwakke leerlingen en leerlingen met een achterstand leren wel meer bij dan in situatie 1, maar omdat het minder snel gaat, wordt het gat met de goede leerlingen wel groter.

Situatie 2 verdient de voorkeur omdat:

  • Een vroege achterstand doorwerkt in de latere schoolloopbaan
  • Een vroege achterstand eerder groter wordt dan kleiner

Convergente differentiatie verdient ook met het oog op het perspectief van de doelstellingen van het Onderwijsachterstandenbeleid en het Weer Samen Naar School - beleid de voorkeur boven divergente convergentie.

Verwarring

Er zijn aanverwante begrippen van differentiatie die soms maar vaak ook niet corresponderen met differentiatie. Dit geldt bijvoorbeeld voor ‘adaptief onderwijs’. De verwarring ontstaat vooral wanneer sommigen adaptief onderwijs gelijk stellen aan interne differentiatie, terwijl anderen het soms in engere en soms in bredere zin gebruiken.

Een andere term, namelijk ‘onderwijs – op - maat’, wordt door de overheid als het ware exclusief gereserveerd voor aanpassing van het onderwijs aan leerlingen met specifiek onderwijskundige behoeften en/of met leerachterstanden. Oftewel het gaat dan om onderwijs op maat voor sommige, maar niet voor alle leerlingen. Hiermee wordt dan ook convergente differentiatie bedoeld terwijl dit in beleidsprogramma’s regelmatig vertaald wordt als divergente differentiatie (alle leerlingen krijgen het meest passende onderwijs).

Blok stelde een akkoorddefinitie voor. In dat geval moeten we van adaptief onderwijs spreken als we te maken hebben met doelbewuste interne differentiatie (differentiatie waarbij het klassenverband niet wordt doorbroken).

Wat zijn nu de effecten van differentiatie? Vele meta-analyses laten in dit licht verschillende resultaten zien. De vraag wordt Oftewel wat beter is, homogeen of heterogeen groeperen maar daarover is geen eenduidige conclusie te trekken. Over het algemeen lijken de zwak presterende kinderen het meest gebaat te zijn bij heterogene groepen.

Een beperking van de akkoorddefinitie van adaptief onderwijs van Blok is dat een en ander binnen klassenverband gerealiseerd moet worden. Het is namelijk veel belangrijker nog dat differentiatie een onderdeel van een onderwijsproces is dat optimaal op de leerling is afgestemd. Het is juist de inbedding die bepaalt hoe doeltreffend de differentiatie zal zijn en of die differentiatie wel of juist niet binnen klassenverband plaatsvindt, is van ondergeschikt belang. Uit onderzoek blijkt dat veel basisscholen er nog niet in slagen om de hele cyclus verantwoord vorm te geven.

Zorgwekkend is dat er in het onderwijs vele programma’s zijn die onder de onduidelijke noemer van adaptief onderwijs aan de man worden gebracht. Hierbij is vaak divergente differentiatie de regel, dat is dus op zichzelf al problematisch. Daarnaast is het van vele programma’s niet duidelijk of ze wel werken, althans dit is nog niet evidence-based.

Tot slot

Differentiatie is een oplossing voor het omgaan met verschillen in het onderwijs. De verschillen kunnen daarbij kleiner worden, gelijk blijven of groter worden. Het begrip adaptief onderwijs zorgt voor verwarring. Het is beter om te stellen dat differentiatie noodzakelijkerwijs onderdeel uitmaakt van adaptief onderwijs: zonder differentiatie is er geen adaptief onderwijs. In succesvolle onderwijsprogramma’s wordt differentiatie gecombineerd, bijvoorbeeld met het aanpassen van de instructiemethoden en het geven van extra tijd. Eventueel kan ook het klassenverband worden doorbroken, bijvoorbeeld voor remediëring of pre-teaching. Veel adaptief onderwijs programma’s vinden hun weerslag in vormen van divergente in plaats van convergente differentiatie. Dit past niet bij de doelstellingen van Weer Samen Naar School en het Onderwijsachterstandenbeleid.

Grenzen aan differentiatie

Differentiatie kan effectief zijn maar is wel kostbaar en kan slechts goed vormgegeven worden als er op het niveau van de school voldaan is aan een aantal randvoorwaarden. Dit heeft onder meer te maken met de inzet van extra handen in de klas en verkleining van de groepsgrootte. Het verband tussen groepsgrootte en differentiatie is als volgt. In een groep met een beperkte omvang kan een leerkracht eerder onderkennen welke leerlingen extra hulp nodig hebben.

Bovendien is het in een kleinere groep makkelijker te realiseren om voor een leerling de instructie, het tempo of de verwerking aan te passen omdat in een kleinere groep nu eenmaal minder leerlingen zullen zitten met specifieke onderwijskundige behoeften.

De grenzen van het gedifferentieerde onderwijs hebben met name te maken met de kosten die ermee gemoeid zijn.

Welke vormen van differentiatie dragen nou echt bij aan de pedagogische kwaliteit? Men vraagt zich hierbij af of differentiatie zo moet worden vormgegeven dat alle leerlingen optimaal profiteren (waardoor de verschillen tussen leerlingen kunnen toenemen) of dat men moet inzetten op de leerlingen met een achterstand (waardoor de verschillen tussen leerlingen kunnen afnemen maar de getalenteerde leerling misschien niet aan zijn of haar trekken komt). De gulden middenweg lijkt dan aantrekkelijk, maar die is moeilijk te vinden.

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
699