Boeksamenvatting bij de 9e druk van Managerial Statistics van Keller
- Hoofdstuk 1. Inleiding
- Hoofdstuk 2. Tabellen en diagrammen
- Hoofdstuk 3. Grafieken en presentaties
- Hoofdstuk 4. Analyse en beschrijving van data
- Hoofdstuk 5. Steekproeven in de praktijk
- Hoofdstuk 6. Kansen en mogelijkheden
- Hoofdstuk 7. Discrete variabelen en investeringen
- Hoofdstuk 8. Continue variabelen
- Hoofdstuk 9. Verdelingen
- Hoofdstuk 10. Schattingen
- Hoofdstuk 11. Significantie
- Hoofdstuk 12. Conclusies trekken
- Hoofdstuk 13. Het vergelijken van populaties
- Hoofdstuk 14. Analyse van de variantie
- Hoofdstuk 15. Chi-kwadraat toets
- Hoofdstuk 16. Simpele lineaire regressie en correlatie
- Hoofdstuk 17. Meervoudige regressie
- Hoofdstuk 18. Modellen opstellen
- Hoofdstuk 19. Geen parameters
- Hoofdstuk 20. Tijdsreeksen en voorspelling
- Hoofdstuk 21. Statistische processen beheren
- Hoofdstuk 22. Beslissingsanalyse
- Hoofdstuk 23. Conclusie
Hoofdstuk 1. Inleiding
Door middel van statistiek kan men informatie uit data verwerven. Er zijn verschillende manieren om dit te doen.
Descriptive statistics houdt zich bezig met het organiseren, samenvatting en presenteren van data op een informatieve manier. Dit kan bijvoorbeeld door middel van grafieken.
Inferential statistics zijn methodes die gebruik maken van een steekproef. Een relatief kleine groep wordt dan als samenstelling genomen om de rest van de populatie te vertegenwoordigen. Deze manier van werken geeft een globaal beeld over de werkelijkheid.
Men weet pas de precieze data als men ieder lid van de populatie zou ondervragen, maar dit is tijdrovend en doorgaans onmogelijk.
Statistical inference problems bestaan uit 3 factoren, namelijk:
Population
Dit is een groep van items die van belang zijn voor het vraagstuk (hoeft niet per se uit mensen te bestaan)
Een beschrijvende maat voor een populatie wordt een parameter genoemd, bijvoorbeeld het aantal stemmen bij presidentsverkiezingen.
Sample
Dit is een subgroep die uit de populatie naar voren komt. De data (statistiek) afkomstig uit de subgroep wordt gebruikt om betekenis te geven aan de parameters.
Statistical Inference
Dit is het proces van het maken van een aanname, voorspelling of besluit naar aanleiding van de data die uit de populatie verkregen is.
Aangezien deze data bij een kleine groep wordt verkregen, die een veel grotere populatie vertegenwoordigd is de informatie niet altijd betrouwbaar. Om de betrouwbaarheid te meten zijn er twee begrippen:
Confidence level
Deze meet of de meting ook nog betrouwbaar zou zijn als deze heel vaak wordt herhaald.Significance level
Als het doel van de meting het trekken van conclusies over een populatie is, dan meet de significance level hoe vaak de conclusie verkeerd zou zijn op de lange termijn.
Voorbeeld: stel dat er geconcludeerd wordt dat Bush de verkiezingen met meer dan 50% zal winnen, met een significance level van 5%, dan betekent dit dat deze conclusie.....read more
Add new contribution