Title: Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in PDF
Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in PDF

Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen

  • PDF met 53 voorbeeld tentamenvragen met antwoorden
Media of Business and Economics Supporter
Content categories
This content is used in bundle:

Management Science: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Boeksamenvatting bij de 3e druk van Management Science Modeling van Albright en Winston

Boeksamenvatting bij de 3e druk van Management Science Modeling van Albright en Winston


1. Introductie modelleren

Rekenkundig model

Een rekenkundig model is een kwantitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem. Deze representatie kan verwoord worden in termen van rekenkundige expressies (zoals vergelijkingen en ongelijkheden) of als een serie van onderling gerelateerde cellen in een werkblad.

Verschil tussen beschrijvende modellen en optimalisatiemodellen

Beschrijvende modellen zijn die alleen de situatie omschrijven. Optimalisatie modellen zijn daarentegen alle modellen die een wenselijk verband of actie suggereren noemen we optimalisatiemodellen.

Queueing

Een wachtrijprobleem noemen we ook wel een queueing. In hoofdstuk 13 wordt hier verder op ingegaan.

Verschil tussen modelleren en modellen

Dit boek richt zich in het bijzonder op modelleren en niet modellen. Dit is omdat modelleren een proces beschrijft waarin je de essentie van een reële probleem abstract maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.

De zeven stappen van het modelleringproces

Modelleren kan gekarakteriseerd worden als een proces dat verloopt in zeven stappen. Deze zeven stappen zijn:

  • definiëren van het probleem

  • verzamelen van data

  • ontwikkelen van een model

  • verificatie van het model

  • optimalisatie en besluitvorming

  • communicatie van model naar management

  • implementatie van model

Ogenschijnlijk is de eerste stap een eenvoudige stap, maar de definitie van het probleem is lang niet altijd eenvoudig. Vaststellen wat het exacte probleem is van noodzakelijk belang om het probleem daadwerkelijk op te kunnen lossen.

De tweede stap, verzamelen van data, neemt doorgaans de meeste tijd in beslag. De derde en de vijfde stap (de ontwikkeling van het model en de optimalisatie en besluitvorming) worden in dit boek het meest behandeld.

De meest bruikbare modellen zijn die modellen die de essentie van het probleem weten weer te geven zonder te verzanden in minder belangrijke details. Een model moet dan ook zo eenvoudig mogelijk zijn. De grootste uitdaging in de derde stap is dan ook het vinden van de juiste balans tussen een te eenvoudig model en een te complex model.

Heuristiek

Een oplossingsmethode dat doorgaans wordt gezien als een relatief simpel model dat goede maar niet altijd optimale oplossingen biedt, is de heuristische methode. Een heuristiek is vooral gebaseerd op gezond verstand, intuïtie en proberen.

Belang van modelleren

Volgens de schrijvers van het boek is de werkbladbenadering de beste manier om een model te ontwikkelen omdat deze benadering een beroep doet op het grote publiek. Dat modeleren binnen de managementwetenschap van belang is, daarvan zijn de schrijvers overtuigd. Ze geven daarvoor vier redenen:

  • Het geeft de mogelijk om over een probleem in het algemeen na te denken en dwingt tot logisch denken.

  • .....read more
Access: 
Public
Hoorcollege aantekeningen Management Science

Hoorcollege aantekeningen Management Science


college 1

Modelleren (H1)

Modelleren is het vereenvoudigd weergeven van de werkelijkheid.

Doel: situatie beter begrijpen/besturen.

Het is een creatief denkproces, niet goed/fout maar geschikt/ongeschikt.

7 stappen proces (zie slides/boek)

  1. Probleem defineren. Belangrijkste vaardigheid is luisteren

  2. Data verzamelen. Op basis van feiten

  3. Model ontwikkelen. Welke aannames van de toekomst: ‘stel nou…’ vragen (Kun je later weer gebruiken).

  4. Verifiëren. Nog steeds recht aan het probleem: heb je het begrepen? Je hebt dus al model + informatie maar nog geen oplossing

  5. Optimaliseren. Oplossingen bedenken m.b.v. een model (Excel)

  6. Communiceren. Ook aangeven hoe gevoelig het model is (welke variaties er zijn op algemene oplossing)

  7. Uitvoering

Een model bestaat uit:

  • Parameters (gegevens + aannames)

  • Beslissingen (variabelen)

  • Uitkomsten (consequenties)

  • Structuur (samenhang)

Bij verificatie vraag je jezelf af: “is dit model juist?”

Bij validatie vraag je jezelf: “helpt dit model?”

Spreadsheet modellen (H2)

Spreadsheet modellen zijn rijen en kolommen met cellen waarin gegevens/relaties tussen andere cellen met gegevens staan.

Gegevens:

  • Parameters: celwaarde ongewijzigd in het model

  • Variabele: mag gewijzigd worden

Relaties: de cel bevat (de uitkomst van) een formule waarin naar andere cellen wordt verwezen.

Veel gemaakte fouten:

  • Foute/verouderde gegevens

  • Onjuiste bewerkingen op gegevens

  • Absolute/relatieve verwijzingen

  • Instelling handmatige herberekening

  • Toevoegen/weghalen van rijen/kolommen

Voordelen van spreadsheets: zie slides

Data analyse (H2+H3)

Data analyse is vanuit date een model construeren

  1. Patronen herkennen (verondersteld verband)

  2. Hypothese testen/veronderstelling verifiëren (verondersteld verband)

  3. Alternatieven vergelijken (en andere alternatieven vinden)

  4. Voorlopige keuze: voorlopige theorie, er kan dus nog een betere komen.

Voorbeeld theorie: ‘belonen is beter dan straffen’, maar het patroon is andersom. Wat mis is met deze patroonherkenning is dat er onterecht invloed verondersteld wordt op de uitkomst, zoals bijvoorbeeld het straffen bij het gooien van een dobbelsteen.

Dus: altijd kritisch zijn op eigen veronderstelling en eigen denkfouten door kritiek adresseren.

Oplossing: dataset splitsen

  • Deel voor vinden relaties

  • Deel voor aantonen relaties

Vertrouw niet alleen op een grafiek maar bekijk ook de achterliggende data bij bijvoorbeeld het aantonen van een trend. Voor voorbeeld zie slide!

Reden tot snelle patroonherkenning: de mens wil graag patronen zien:

  • Geeft gevoel van controle

  • Wordt versterkt als eigen gedrag de verklaring is (“ik heb hard gewerkt dus verdien ik een bonus”)

  • Cognitieve bias: niet meer van de eigen denkwijze afwijken

Trends aantonen: regressie (H3)

Met Excel kun je trends aantonen

Zie slide voor voorbeeld!

Houd het model

.....read more
Access: 
Public
Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in Tekst

Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in Tekst


Meerkeuze- en open vragen Management Science

Vraag 1

Wat is een rekenkundig model?

  1. Het is een kwalitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem.
  2. Het is een kwantitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem.
  3. Het is een proces van het samenstellen van inputs en besluitvariabelen in een werkblad.
  4. Het is een proces van het invoeren van inputs en besluitvariabelen in een werkblad.

Vraag 2

Wat is een voorbeeld van een wiskundig model?

  1. Queing model
  2. Beschrijvend model
  3. Besprekend model
  4. Verklarend model

Vraag 3

Wat is het verschil tussen beschrijvende en optimalisatie modellen?

  1. Een beschrijvend model is een model dat een wenselijk verband of actie suggereert. Een optimalisatie model is een model dat alleen de situatie omschrijft.
  2. Een beschrijvend model is een model dat een oorzaak gevolg situatie aangeeft. Het optimalisatie model is een model dat kijkt naar het verleden.
  3. Beschrijvende model is een model dat alleen de situatie omschrijft. Optimalisatie model is een model dat een wenselijk verband of actie suggereren.
  4. Een beschrijvend model is een model dat kijkt naar het verleden. Het optimalisatie model is een model dat een oorzaak gevolg situatie aangeeft.

Vraag 4

Geef de definitie van modelleren.

  1. Modelleren geeft de essentie van het probleem weer zonder te verzanden in minder belangrijke details.
  2. Modelleren beschrijft een proces waarin je de essentie van een reële probleem vaag maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.
  3. Modelleren beschrijft een proces waarin je de essentie van een reële probleem abstract maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.
  4. Modelleren geeft de grote lijnen van het probleem weer zonder te verzanden in minder belangrijke details.

Vraag 5

Wat is geen besluitvariabele die gebruikt wordt bij lineair programmeren?

  1. Subjective cellen
  2. Changing cellen
  3. Objective cellen
  4. Constraints

Vraag 6

Evenredigheid is een onderdeel van een lineair model. Wat wordt hiermee bedoeld?

  1. Het niveau van welke activiteit dan ook, wordt vermenigvuldigd met een constante factor.
  2. Het impliceert dat de som van de bijdragen aan de verschillende activiteiten van een bepaalde beperking, gelijk is aan de totale bijdrage tot deze beperking.
  3. Het houdt in dat er zowel integer als niet-integer activiteitenniveaus zijn toegestaan.
  4. Het heeft lineaire doelstelling en lineaire beperkingen.

Vraag 7

Wat wordt bedoeld met de Net present value (NPV)?

  1. De oorspronkelijke waarde van een stroom van kasstromen die zich voordoen in de toekomst.
  2. Het rentepercentage voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen om naar de netto contante waarde te krijgen.
  3. De huidige waarde van een stroom van kasstromen die zich voordoen in de toekomst.
  4. Het inflatie percentage voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen om naar de netto contante waarde te krijgen.

Vraag 8

.....read more
Access: 
Public
Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in PDF
Samenvattingen en studiehulp voor Bedrijfskunde Bachelor 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Related content or attachment:
Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in Tekst

Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in Tekst


Meerkeuze- en open vragen Management Science

Vraag 1

Wat is een rekenkundig model?

  1. Het is een kwalitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem.
  2. Het is een kwantitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem.
  3. Het is een proces van het samenstellen van inputs en besluitvariabelen in een werkblad.
  4. Het is een proces van het invoeren van inputs en besluitvariabelen in een werkblad.

Vraag 2

Wat is een voorbeeld van een wiskundig model?

  1. Queing model
  2. Beschrijvend model
  3. Besprekend model
  4. Verklarend model

Vraag 3

Wat is het verschil tussen beschrijvende en optimalisatie modellen?

  1. Een beschrijvend model is een model dat een wenselijk verband of actie suggereert. Een optimalisatie model is een model dat alleen de situatie omschrijft.
  2. Een beschrijvend model is een model dat een oorzaak gevolg situatie aangeeft. Het optimalisatie model is een model dat kijkt naar het verleden.
  3. Beschrijvende model is een model dat alleen de situatie omschrijft. Optimalisatie model is een model dat een wenselijk verband of actie suggereren.
  4. Een beschrijvend model is een model dat kijkt naar het verleden. Het optimalisatie model is een model dat een oorzaak gevolg situatie aangeeft.

Vraag 4

Geef de definitie van modelleren.

  1. Modelleren geeft de essentie van het probleem weer zonder te verzanden in minder belangrijke details.
  2. Modelleren beschrijft een proces waarin je de essentie van een reële probleem vaag maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.
  3. Modelleren beschrijft een proces waarin je de essentie van een reële probleem abstract maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.
  4. Modelleren geeft de grote lijnen van het probleem weer zonder te verzanden in minder belangrijke details.

Vraag 5

Wat is geen besluitvariabele die gebruikt wordt bij lineair programmeren?

  1. Subjective cellen
  2. Changing cellen
  3. Objective cellen
  4. Constraints

Vraag 6

Evenredigheid is een onderdeel van een lineair model. Wat wordt hiermee bedoeld?

  1. Het niveau van welke activiteit dan ook, wordt vermenigvuldigd met een constante factor.
  2. Het impliceert dat de som van de bijdragen aan de verschillende activiteiten van een bepaalde beperking, gelijk is aan de totale bijdrage tot deze beperking.
  3. Het houdt in dat er zowel integer als niet-integer activiteitenniveaus zijn toegestaan.
  4. Het heeft lineaire doelstelling en lineaire beperkingen.

Vraag 7

Wat wordt bedoeld met de Net present value (NPV)?

  1. De oorspronkelijke waarde van een stroom van kasstromen die zich voordoen in de toekomst.
  2. Het rentepercentage voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen om naar de netto contante waarde te krijgen.
  3. De huidige waarde van een stroom van kasstromen die zich voordoen in de toekomst.
  4. Het inflatie percentage voor de verdiscontering van de toekomstige kasstromen om naar de netto contante waarde te krijgen.

Vraag 8

.....read more
Access: 
Public
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1404