Compendium PFE toevoeging nr. 38-60

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Hoofdstuk 9:  Het huwelijksvermogensrecht

De echtgenoten hebben ten opzichte van elkaar en ten opzichte van derden enkele rechten en plichten, de belangrijkste staan in art 81 tot en met 83 ( nieuw). De norm ‘ elkaar het nodige te verschaffen’ van art 81 wordt verder in art 84 uitgewerkt, op de echtgenoten rust de verplichting bij te dragen in de kosten van de huishouding. Deze verplichtingen eindigen bij ontbinding van het huwelijk, en soms ook bij voortduren van het huwelijk (scheiding van tafel en bed, zie art 92a). Zie voor de regeling van alimentatie na beëindiging van het huwelijk art 157. Partijen hebben recht op pensioenverevening, ook als er sprake van uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. Behalve concrete verplichtingen kunnen de beginselen van art 81 ook uitkomst bieden als de wetgever bepaalde punten ongeregeld gelaten heeft, bijvoorbeeld over het recht op gebruik van goederen na echtscheiding. De beginselen van art 81 spelen hier een rol als de redelijkheid en billijkheid tussen contractspartijen. Niet altijd zijn de beginselen van art 81 in rechte afdwingbaar, veelal alleen als de norm van dit artikel geconcretiseerd is. Meestal is er wel sprake van afdwingbaarheid m.b.t. verplichtingen betreffende de vermogensrechtelijke verhouding tussen partijen, rechten en plichten met een familierechtelijk karakter kunnen meestal niet afgedwongen worden. Bij vermogensrechtelijke verplichtingen kan de rechter op straffe van een dwangsom tot nakoming veroordelen. Afdwingbaarheid bestaat in het algemeen voor de verstoring van het gebruiksrecht en de aanspraak op levensonderhoud.

Art 84 is een uitwerking van art 81 en regelt de draagplicht voor de kosten van het huishouden, inbegrepen de kosten voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Ook inbegrepen zijn alle kosten voor het welzijn (lichamelijk en geestelijk) van de minderjarige kinderen en de echtgenoten. Voor de kosten van de huishouding geldt een subjectief criterium; er wordt o.a. gekeken naar de levenswijze van het gezin. Behalve de kosten van eten en drinken vallen ook de kosten voor vervoer, vakanties etc. onder het huishouden. Art 84 lid 1 geeft een interne regeling tussen de echtgenoten. Van deze regeling kan men afwijken bij schriftelijke overeenkomst, dit hoeft dus niet in de vorm van huwelijkse voorwaarden (art 84 lid 3). De hoofdregel gaat uit van de volgende situaties, die afhankelijk zijn van het huwelijksgoederenstelsel waarin echtgenoten getrouwd zijn:

 

  1. gemeenschappelijk vermogen zonder privé-vermogen(s)

  2. gemeenschappelijk vermogen met privé-vermogen(s)

  3. alleen privé-vermogen(s)

 

De kosten komen eerst ten laste van het gemeenschappelijk inkomen, bij ontoereikendheid ten laste van (een van de) privé-inkomens, naar evenredigheid van de grootte van deze inkomens. Als beide vermogens ontoereikend zijn komen de kosten ten laste van het gemeenschappelijk vermogen. Bij ontoereikendheid daarvan gaat het ten laste van ieders privé-vermogen naar evenredigheid. De regeling van art 84 leeft niet erg, mede omdat hij niet zo goed aansluit bij de praktijk. Wat betreft de draagplicht voor kosten die niet tot de huishouding behoren is de situatie anders in gemeenschap van goederen en bij uitsluiting daarvan.

Bij gemeenschap van goederen zal er voor deze kosten vrijwel altijd een gemeenschappelijke draagplicht bestaan, bij algehele uitsluiting daarvan blijven de kosten voor rekening van degene die de schulden aangegaan is.

Lid 2 van art. 84 behandelt de zogenaamde fourneerplicht, de plicht tot het ter beschikking stellen van de noodzakelijke middelen voor het goed kunnen functioneren van het huishouden. Deze middelen moeten worden geleverd uit de goederen genoemd in lid 1 of naar draagkracht. De goederen die daarvoor aangewend moeten worden zijn de goederen die onder het bestuur van (een van beide) echtgenoten staan. Dit geldt in principe alleen als de echtgenoten volgens de normale regels bestuur over hun goederen hebben, en niet in geval een bestuursopdracht als in art 91. Ook van dit lid kan worden afgeweken bij schriftelijke overeenkomst door de echtgenoten, zelfs zover dat één van de echtgenoten alle kosten op zich neemt (het zogenaamde nihil-beding). De verdeling van de kosten der huishouden kan bij echtscheiding van belang worden, als de ene echtgenoot bepaalde kosten uit zijn privé-vermogen heeft voldaan en stelt dat de ander op grond van de verdeling mee moet betalen. Als regelingen als in art 84 over de kosten van de huishouding in de vorm van huwelijkse voorwaarden gemaakt zijn voor 22 juni 2001 kunnen die na dat tijdstip gewijzigd worden door middel van een schriftelijke overeenkomst. Dit is een overgangsregeling, normaliter kunnen huwelijkse voorwaarden namelijk alleen worden gewijzigd in de daarvoor voorgeschreven dwingende vorm.

Voor echtgenoten die niet samenwonen in onderling overleg wordt algemeen aangenomen dat art 84 ook geldt. Van niet samenwonen in onderling overleg is volgens de HR alleen sprake als het niet samenwonen berust op uitdrukkelijk of stilzwijgend verkregen overeenstemming. Aan deze eis is niet voldaan als na een eenzijdige verbreking geen van beide partijen zich wil herenigen. Als echtgenoten echter om gewichtige redenen niet samenwonen heeft de HR bepaald dat art 84 niet van toepassing is en de algemene regel van art 81 geldt.

De aansprakelijkheid van echtgenoten onderling moet worden onderscheiden van de aansprakelijkheid ten opzichte van derden. Voor huishoudelijke schulden geldt t.o.v. derden een ruimere aansprakelijkheid dan t.o.v. andere schulden. Voor huishoudelijke schulden zijn beide echtgenoten naast elkaar voor het geheel aansprakelijk, zie art 85. Onder art 85 vallen ook de verbintenissen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten die ten behoeve van de huishouding aangegaan zijn. De verhaalsmogelijkheden van de derde zijn dus uitgebreid tot het vermogen van ieder van de echtgenoten. Als er een gemeenschap is, kan de derde zich hierop ook verhalen. Volgend uit art 6:6 lid 2 BW zijn de echtgenoten hoofdelijk verbonden. De niet-contacterende echtgenoot kan echter geen crediteurs-rechten, zoals kwijtschelding, uitoefenen. Er is sprake van uitgaven t.b.v. de gewone gang van huishouden zoals omschreven in art 85 als dit objectief gezien blijkt uit de aard van de uitgave en de naar buiten blijkende leefwijze van het gezin. Het gaat erom wat een derde heeft mogen begrijpen.

Art 86 geeft regels over de opheffing van de verregaande aansprakelijkheid van art 85. Art 86 geeft de mogelijkheid tot opheffing van de aansprakelijkheid van schulden die in die toekomst gemaakt zullen worden. Het verhaalsrecht van de crediteuren op de gemeenschap blijft bestaan.

Let op lid 3 en 4, als niet aan deze vereisten voldaan is kan de beschikking niet werken tegen derden. De interne verhouding tussen echtgenoten verandert door dit artikel niet.

Tijdens het huwelijk zijn beide echtgenoten in principe volledig handelingsbekwaam en –bevoegd. Op deze regel wordt echter een uitzondering gemaakt in art 88 voor handelingen die bezwaarlijke gevolgen kunnen hebben voor de echtgenoot.

Voor bepaalde rechtshandelingen hebben echtgenoten toestemming van de andere echtgenoot nodig ter bescherming van die andere echtgenoot. De opsomming in art 88 is limitatief. Een schriftelijke toestemming is alleen nodig als de wet voor het verrichten van de rechtshandeling een vorm voorschrijft, zie lid 3. Zie voor een uitzondering op lid 1 lid 2.

Lid 1 sub a spreekt over overeenkomsten strekkende tot vervreemding etc. Vermeld moet worden dat deze bepaling zich tot rechtshandelingen beperkt. Uit het woord “tot” is op te maken dat de toestemming al in de obligatoire fase als toestemming nodig is, dus niet pas bij de beschikkingshandeling. Uit het woord “strekkende” valt op te maken dat ook voor een koopoptie toestemming nodig is. Het verkrijgen van toestemming is niet nodig als het gaat om een woning die alleen wordt bewoond door de handelende echtgenoot. Dit is zo als duidelijk is dat de niet handelende echtgenoot zijn “woonstede” heeft willen prijsgeven. Dit is niet per definitie het geval als een van de echtgenoten ten tijde van de scheidingsprocedure de woning alleen bewoont als gevolg van een voorlopige voorziening daartoe. Volgens de HR valt ook een woning die in de toekomst door beide echtgenoten bewoond gaat worden onder art 88 lid 1 sub a.

Lid 1 sub b beschermt de echtgenoot tegen vrijgevigheid van de andere echtgenoot. Het gaat om bepaalde giften (hieronder vallen ook andere materiële bevoordelingen dan schenking) die niet gebruikelijk en bovenmatig zijn. Voor giften die tijdens het leven van de handelende echtgenoot niets aan zijn vermogen onttrekken hoeft geen toestemming gevraagd te worden. Factoren die bepalen of een gift bovenmatig is zijn o.a. de financiële positie van de echtgenoten, hun leefmilieu, de relatie tussen echtgenoten en de begiftigde en de waarde van de gift.

Lid 1 sub c beschermt de echtgenoot tegen grote financiële risico’s zoals borgstelling, het zich sterk maken voor een derde en het zich verbinden tot zekerheid voor een schuld van een derde. Het zich sterk maken voor een ander ziet op garantiebedingen, zoals het verklaren voor een bank dat men garant staat dat het eigen vermogen van een vennootschap op een bepaald moment een bepaalde omvang zal hebben. Onder het zich verbinden tot zekerheid voor een schuld van een derde valt het derde-pand en de derde-hypotheek. Let op: deze uitzonderingen gelden alleen als zij niet zijn aangegaan in de normale uitoefening van een beroep of bedrijf.

Het aangaan in de normale uitoefening van beroep en bedrijf wordt heel eng uitgelegd, er zal niet snel sprake van zijn, omdat de rechtshandeling waartoe zekerheid verstrekt moet worden zelf moet behoren tot de normale uitoefening van het beroep of bedrijf.

Lid 1 sub d ziet op koop op afbetaling voor goederen die niet zijn aangekocht ter normale uitoefening van beroep of bedrijf. In de bepaling wordt het woord “kennelijk” gebruikt, dat aangeeft dat de wederpartij zich niet snel zal kunnen beroepen op zijn veronderstelling dat gezien de aard van de zaken geen toestemming vereist was. Bij twijfel moet de wederpartij inlichtingen vragen aan de niet handelende echtgenoot. Art 88 lid 6 geeft de mogelijkheid tot vervangende toestemming van de kantonrechter als de rechtshandeling nog niet verricht is.

Art 89 geeft de sanctie aan op handelen in strijd met art 88: vernietigbaarheid, slechts in te roepen door de andere echtgenoot. Zie over deze bevoegdheid na echtscheiding/scheiding van tafel en bed: lid 3. Na overlijden van de handelende echtgenoot krijgt de andere echtgenoot niet meer of minder rechten, niet minder omdat hij als erfgenaam wel aan de rechtshandeling gebonden is maar tevens een beroep op een vernietigingsgrond kan doen.

Niet meer rechten, omdat na verjaringstermijn, na het overlijden van de handelende partner, geen beroep meer gedaan kan worden op een vernietigingsgrond, ook al is het beroep niet gebonden aan verjaringstermijn op grond van art 3:51 lid 3 BW.

De mogelijkheden tot het doen van een beroep op art 89 worden beperkt door de derdenbescherming. In geval dat de derde te goeder trouw was en er geen sprake was van een gift, kan er geen beroep gedaan worden op art 88, zie art 89 lid 2. Goeder trouw wordt slechts aangenomen als de wederpartij dacht en mocht denken dat de toestemming gegeven was of dacht en mocht denken dat er geen toestemming nodig was.

Het mogen denken dat er geen toestemming nodig was zal niet snel aangenomen worden. Als er in de literatuur geen overeenstemming is over de vraag of er toestemming nodig is, mag men er niet vanuit gaan dat die toestemming niet nodig is. De wederpartij dient ook te vragen of degene met wie hij handelt getrouwd is, doet hij dit niet, dan kan er geen sprake zijn van goeder trouw. Bij een borgtocht met internationale aspecten is er meer ruimte voor goeder trouw. Let op: als echtgenoten niet de Nederlandse nationaliteit hebben, dan is volgens de wet conflictenrecht huwelijksbetrekkingen beslissend voor de vraag of er toestemming nodig is het recht van de gewone verblijfplaats van de niet handelende echtgenoot.

De factoren die van belang zijn bij het bepalen of men er van uit mag gaan dat er toestemming gegeven is, zijn: namelijk de mate van waarschijnlijkheid dat de toestemming gegeven is en de bezwaarlijkheid van het controleren van de gegeven toestemming bij de niet handelende echtgenoot. Zelfs als de wederpartij af gaat op een (valse) schriftelijke verklaring, wordt hij niet steeds beschermd.

Art 90 regelt de bestuursbevoegdheid van de echtgenoten. Volgens dit artikel is de echtgenoot bevoegd tot het besturen van zijn eigen goederen en volgens de regels van art 97 bevoegd tot het bestuur van de gemeenschapsgoederen. Art 97 geeft aan dat de echtgenoot van wiens zijde het goed in de gemeenschap gevallen is bestuursbevoegd is. Lid 2 geeft aan wat er onder bestuur verstaan dient te worden: het gaat om handelingen waarbij een echtgenoot met uitsluiting van de ander die bevoegd is tot het uitoefenen van bepaalde bevoegdheden. De bevoegdheden zijn ongeveer de bevoegdheden die de eigenaar heeft, hoewel het mogelijk is dat de andere echtgenoot de bevoegdheid tot genot en gebruik heeft. Niet exclusief voor de bestuursbevoegde echtgenoot is de bevoegdheid tot het verrichten van obligatoire rechtshandelingen zoals verhuur etc. Voor de verhuur en verkoop van het goed hoeft men geen bestuursbevoegde echtgenoot te zijn, maar voor de daarop volgende levering of het verschaffen van het recht van gebruik van het goed wel. Wanneer een goed door een bestuursonbevoegde aan een derde verkocht wordt en dat niet geleverd wordt, kan de derde de bestuursonbevoegde echtgenoot uit wanprestatie aanspreken. Lid 3 verklaart de bepalingen over lastgeving van overeenkomstige toepassing als de ene echtgenoot het bestuur van de goederen aan de andere echtgenoot over laat. Onder dit “overlaten aan de ander” wordt verstaan als de echtgenoot uitdrukkelijk of stilzwijgend toestaat dat de andere echtgenoot de goederen bestuurt zonder dat daar een zaakwaarneming of overeenkomst aan ten grondslag ligt. Verricht een echtgenoot onbevoegd bestuurshandelingen, dan zijn de bepalingen omtrent onrechtmatige daad van toepassing. Lid 4 bepaalt dat de bestuursbevoegde echtgenoot kan toetreden tot de rechtshandeling van de niet bestuursbevoegde echtgenoot.

Art 91 bepaalt dat als de bestuursbevoegde echtgenoot niet in staat is tot het uitoefenen van zijn bestuur dat de andere echtgenoot kan vragen aan de rechtbank tot het opdragen van het bestuur aan hem/haar. Dit kan voor alle goederen of voor een deel ervan. Deze opdracht is dan met uitsluiting van de andere echtgenoot, dit geldt ook als de echtgenoot in ernstige mate tekort schiet in het bestuur over de gemeenschapsgoederen. De rechter kan bij toekenning van het verzoek hieraan wel beperkingen opleggen.

Lid 3 bepaalt dat beide echtgenoten opgeroepen worden voor de zitting om gehoord te worden. Wil de bestuursopdracht ook tegen derden werken dan moet zijn voldaan aan de eisen voor de beschikking als genoemd in art 86 lid 2, 3 en 4, zie art 91 lid 2. Lees ook art 91 lid 4, waarbij bedacht moet worden dat onder andere dan bestuurshandelingen de obligatoire overeenkomst tot vervreemding valt.

Art 92 geeft regels over derdenbescherming. Wanneer een derde het niet kon weten dat de echtgenoot bestuursonbevoegd was, kan dit niet aan hem tegengeworpen worden. De derde hoeft alleen te stellen of te bewijzen dat hij niet wist dat de echtgenoot onbevoegd was. Hij heeft daarbij geen onderzoeksplicht. Het tweede lid van art 92 ziet op de rechtsverwerking. De echtgenoot die gestoord is in het bestuur van zijn goed door een derde die te goeder trouw is kan zich daar slechts binnen een redelijke termijn nadat hij bekend is geworden met deze stoornis tegen verzetten.

De derde die niet te goeder trouw was komt deze bescherming niet toe, hij kan slechts een termijn stellen waarin de bestuursbevoegde echtgenoot zijn rechten dient uit te oefenen. Lees ook lid 3 van art 92.

Titel 6 is niet van toepassing op van tafel en bed gescheiden echtgenoten.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
310