Collegeaantekeningen deel 1 Opzet en schuld


Hoorcollege week 1

 

Opzet en schuld
Dit zijn psychische bestanddelen. We verwijten iemand dat hij feitelijk heeft gehandeld, maar dat hij ook anders had kunnen handelen en in deze omstandigheid ook anders had moeten handelen.

Het persoon van de dader staat centraal.

Opzet
Dit is een bewuste handeling en het meest voorkomende en belangrijkste subjectieve bestanddeel. Het is het belangrijkste compont van poging tot een misdrijf art. 45 Sr, voorbereiden art. 46 Sr en deelneming art. 47 en 48 Sr.

De betekenis van opzet is alleen in de memorie van toelichting te vinden (niet in de wet): Opzet is de wil om te doen en te laten die daden die bij de wet verboden of geboden zijn.
1. bewust handelen
2. willens en wetens handelen
3. de feitelijke strekking van de (strafbaar gestelde) gedraging kennen en ook willen
4. een concrete relatie tussen psyche en daad, een constatering

Opzet is een constatering en er is dus al snel aan voldaan. Wanneer een autorijder een overstekend kind wil vermijden en hierdoor een ruk aan zijn stuur geeft en tegen geparkeerde autos aanbotst, is er al sprake van opzet.

Opzet betekend dus niet het handelen met een een bepaald motief (behalve als de wet dat verlangt: oogmerk van wederrechtelijke toeeigening art. 310) of het bewust overtreden van de wet (boos opzet). Ook het handelen met een bepaalde mate van ernst hoeft geen opzet te zijn.

Opzet in de delictsomschrijving
Soms staat het woord opzet gewoon in de delictsomschrijving. Andere wettelijke varianten zijn: weten of wetende dat. In sommige woorden zit opzet ingeblikt: wegenmen (art. 310), mishandelen (art. 300), binnendringen (art. 138), valselijk opmaken (art. 225) deelnenem aan criminele organisatie (art. 140), openlijk geweld plegen (art. 141). Hieruit blijkt dus dat als iet per ongeluk is gegaan dat er dan geen sprake meer is van opzet.

Vormen van opzet
-
Volkomen opzet (zuiver willen en weten)
- Opzet met zekerheidsbewustzijn (niet willen wel zeker weten)
- Voorwaardelijk opzet ( niet willen, wel bewust een aanmerkelijke kans aanvaarden). Dit is de ondergrens van opzet. Het voorwaardelijke zit in het feit dat de voorwaarde nog niet is voorgedaan. Een synische houding.

Voorbedachte rade
DIt is echter geen aparte opzetvorm, maar meer een strafverzwarende omstandigheid.
Voorwaarden:
-gedurende enige tijd kunnen beraden op het nemen of genomen besluit
-niet gehandeld in en ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.

Schuld
Schuld in enge zin

Aan schuld te wijten (art. 307, 6 WVW)
Onachtzaam art. 199 lid 3
Gebrek aan de nodige voorzichtigheid of voorzorg (art. 429 sub 3)
Redelijkerwijs moeten vermoeden (art. 417bis)

2 varianten van culpa
Bewuste schuld
Verdachte wist van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden, maar er is achteraf ten onrechte van uitgegeaan dat dit gevolg niet zou intreden. Porsche arrest -> lichtzinnige optimist max straf van 2 jaar.

Onbewuste schuld
Verdachte wist niet van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden, maar had daar gezien de omstandigheden van het geval wel aan moeten denken. Cynicus: max straf van 15 jaar.

Voorwaarden culpa
- Er moet sprake zijn van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid: grove of aanmerkelijke geconstateerd onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid, onnadenkendheid.
- Er moet sprake zijn van vermijdbaarheid waarvan hij de gevolgen had kunnen en moeten voorzien. Tevens is er de zorgplicht die de verdachte had om het gedrag achterwege te laten.
- Er moet sprake zijn van verwijtbaarheid. Was hij in staat anders te handelen en dat dat van hem onder deze omstandigheden ook mag worden verwacht.
Deze voorwaarden gelden dus voor bewuste en onbewuste schuld.

Roekeloos
Roekeloosheid is een bijzondere vorm van culpa waardoor de strafmaat kan worden verhoogd (art. 307 en 308 lid 2, 6 jo 175 lid 2 en 3 WVW). Indien er sprake is van roekeloosheid buiten deze artikelen om moet het gaan om een strafverzwarende omstandigheid voor de meest roekeloze versies van bewuste, maar ook van onbewuste schuld. Dit is dan de zwaarste vorm van culpa.

In de jurisprudentie moeten er drie voorwaarden aanwezig zijn naast de gewone voorwaarden van culpa wil er sprake zijn van roekeloosheid.
1. een buitengewoon onvoorzichtige gedraging
2. dat een zeer ernstig gevaar in het leven roept
3. de verdachte daarvan bewust was, althans had moeten zijn

Echter uit de jurisprudentie blijkt dat er niet snel aan deze voorwaarden is voldaan. Onvoldoende is dat de verdachte voldaan heeft aan de voorwaarden van art. 175 lid 3 WvW: dronken, veel te hard reed, geen voorrang verleende, gevaarlijke inhaalde. Dit kan slechts leiden tot een verhoging van de maximum gevangenisstraf met de helft. Voorbeelden van roekeloosheid zijn deelnemen aan een snelheidswedstijd op de weg of kat-en-muis spelletjes op de weg.

 

Werkgroep week 1

 

Onderwerpen
culpa
roekeloosheid
opzet

Culpa
Deze week gaat het over culpa als bestanddeel. Het belangrijkste verschil tussen culpa en opzet is de wil, het verschil tussen lichtzinnigheid en synisch zijn. Culpa heeft betrekking op het niet willen. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen bewust (je wist dat het ging gebeuren) en onbewust (je wist het niet maar had het moeten weten).
Een belangrijk culpoos delict is dood door schuld, dit is een gevolgsdelict.

Voorwaarden culpa
1. aanmerkelijke mate: het gaat niet om een geoorloofde fout, maar een grove fout
2. vermijdbaarheid (verboden gedrag + gevolg)
- A. gevolgen voorzienbaar: kan
                We gaan uit van de gemiddelde mens
                -ervaringsregels
                -feiten van algemene bekendheid
- B. is ontstaan door schending zorgplicht: moest
                We gaan uit van de gemiddelde mens
                -gewoonteregels
                -ervaringsregels

3. verwijtbaarheid: 'in staat was' -> keuze
                Kijk naar de omstandigheden van het geval. Is er sprake van een          schulduitsluitingsgrond?

Stap 1 en 2 zijn geobjectiveerd en gaan uit van de gemiddelde mens. Stap 3 is subjectief en hangt af van de omstandigheden van het geval. Het gaat om een maatschappelijk geoorloofd risico.

Stap 2: is er sprake van een rechtvaardigingsgrond?
stap 3: is er sprake van een schulduitsluitingsgrond?

Garantenstellung: Hoger zorgplicht op basis van je beroep. Heeft betrekking op stap 1 en 2

Conclusie: culpa is een aanmerkelijke vermijdbaarheid  (schending zorgplicht gebaseerd op voorzienbaarheid) en verwijtbaarheid.

Blackout arrest
Criterium om culpa vast te stellen
RO 3.5: Het komt aan op het geheel van gedragingen
Door de blackout had ik geen keuze om anders te handelen, de verwijtbaarheid ontbreekt.
Een enkele verkeers overtreding of één enkele dode leidt nog niet per definitie tot schuld.

HR overstekend kind
Extra zorgplicht ten aanzien van zwakkere/kwetsbare weggebruikers.

Roekeloosheid
Een bijzondere vorm van culpa. Dus je moet altijd eerst de stappen met betrekking tot culpa afgaan. De wetgever stelde dat het gaat om een zeer ernstig gebrek aan zorgvuldigheid.
Uit de jurisprudentie volgen de volgende drie punten:

  1. een buitengewoon onvoorzichtige gedraging
  2. dat een zeer ernstig gevaar in het leven roept
  3. de verdachte daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Hier volgt uit dat roekeloosheid kan in geval van bewuste en onbewuste schuld.

Laakbare onverschilligheid jegens medeweggebruikers.
Het moet gaan om laakbare onverschilligheid, de mindset: heb je uberhaupt nog oog voor de medeweggebruikers?

Voorbedachte raad
Is een strafverzwarende maatregel met betrekking tot opzet. Het gaat hier niet om een ogenblikkelijke gemoedsopwelling maar om voldoende tijd voor beraad. Dit is dus het verschil tussen moord en doodslag.

 

Hoorcollege week 2

 

Causaliteit

Essentie: wie is de strafrechtelijk relevante dader die dit ongewenste gevolg heeft veroorzaakt? We zijn op zoek naar het verband tussen oorzaak en gevolg. De causaliteit hoort bij de eerste vraag van art. 350 Sv: kan het tenlaste gelegde feit bewezen worden?

In drie gevallen delicten speelt causaliteit een rol

1. Materiele delicten: art. 287 Sr (doodslag) en art. 307 Sr (dood door schuld)
Je had het gevolg van het handelen kunnen voorzien. De voorzienbaarheid van jouw handelen is een causaliteitsvraag. Ook in voorwaardelijke opzet zit causaliteit, je neemt een gevolg bewust op de koop toe. Causaliteit kan dus verscholen zitten in de algemenere leerstukken opzet en culpa. Als opzet of culpa bewezen zijn is er automatisch sprake van causaliteit.

2. Door het gevolg gekwalificeerde delicten: art. 302 lid 2 Sr (mishandeling met dood ten gevolge), art. 157 lid 2 en 3 Sr en art. 6 WvW.
In deze artikelen is causaliteit sec aanwezig.

3. Tevens in delictsomschrijvingen met causatieve werkwoorden: art. 326 Sr ('bewegen tot')
Er moet een causale relatie zijn tussen jouw gedraging en de gedraging van het slachtoffer.
Dit komt voor in gevallen als 'misleiden' en 'verleiden tot'.

Causaliteitsleren
Er is geen sprake van jurdische causaliteit wanneer aannemelijk is dat het gevolg ook zonder het desbetreffende gedrag zou zijn ingetreden.
1. Leer van de conditio sine qua non: hieronder valt elke voorwaarde/factor die niet kan worden weggedacht zonder dat het gevolg wegvalt. Elke voorwaarde is ook even belangrijk volgens dit leerstuk. Het moet dus een onderdeel van de causale keten zijn. Deze leer wordt wel gezien als de ondergrens van de causaliteit. Een nadeel van deze leer is dat je eindeloos door kunt gaan met terughalen wie een rol heeft gespeeld in de keten.

2. Leer van de causa proxima
Deze leer is een correctie op de conditio sine qua non. Niet iedere factor is even belangrijk meer. Die factor die het dichtst bij de verwerkelijking van het gevolg ligt is het belangrijkst. Dit is een correctie zodat je niet vervolgt kan worden voor iets dat je jaren geleden gedaan hebt. HR Slagkwikpijpjes.

3. Leer van de adequate veroorzaking
Deze leer richt zich op de voorzienbaarheid. Is het gevolg op het moment van oorzakelijk handelen in het algemeen voorzienbaar of te verwachten geweest? Deze leer komt tot uitdrukking in het etalageruit arrest. Het geeft de grens aan: was het voorzienbaar ten tijde van de handeling van de verdachte.

4. Leer van de redelijke toerekening
Is het gevolg redelijkerwijs het gevolg van het handelen van de verdachte? Is het gevolg redelijkerwijs aan de verdachte toe te rekenen? HR Lethale longembolie
Kan het gevolg in redelijkheid aan de verdachte woorden toegerekend? De gedraging van de verdachte veroorzaakt een letsel dat uit zichzelf niet dodelijk is, maar waaruit complicaties ontstaan die tot de dood leiden. Hier vindt toerekening plaats.

Voordelen van de redelijke toerekeningsleer:
Deze invulling wordt niet gehinderd door a-priori neergelegde criteria
Ruim genoeg voor veel onvoorspelbare en merkwaardige gevolgen
Nadelen van de redelijke toerekeningsleer:
Vaag, normatief en weinig voorspelbaar. Tevens is deze leer van een verpletterden juistheid, wat lijdt tot een machtspreuk van de rechter: 'het is zo omdat het redelijk is'.

Om machtspreuken te voorkomen zijn er factoren die nadere invulling geven aan het criterium
1. oude leren (csqn en de voorzienbaarheid)
2. Is de aard van de gedraging geschikt om het gevolg in leven te roepen - Haarlemse doodslag
3. Aanwezigheid van (voorwaardelijk) opzet bij de dader. Als we kunnen vaststellen dat er sprake is van voorwaardelijke opzet is er automatisch voldaan aan de causaliteit en is toerekening redelijk.
4. Ratio van de delictsomschrijving (art. 255 jo 257 Sr) HR Shaken babysyndroom
5. Afweging tussen verschillende mogelijke oorzaken: hoogst onwaarschijnlijk dat de tussenkomende factor het gevolg heeft veroorzaakt. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen die het letsel tot gevolg kunnen hebben. Het is redelijk om het toe te rekeken als het hoogst onwaarschijnlijk is dat de tussenkomende factor niet heeft geleid tot het gevolg.

Welke stappen ga je af:
Is de bewezenverklaarde gedraging een noodzakelijke factor geweest voor het intreden van het gevolg (csqn)? en is het redelijk om het gevolg toe te rekenen (redelijke toerekening)?
Als het toegebrachte letsel (in beginsel) 'letaal' is, dan mag er worden toegerekend ook al hebben anderen ook bijgedragen aan het gevolg. Als het toegebrachte letsel niet letaal is, dan mag niet worden toegerekend behalve als het een gevolg is van een normale complicatie die hoort bij het toegebrachte letsel. HR lettale longemolie.

Als niet kan worden vastgesteld dat een gedraging een noodzakelijke factor is geweest voor het ingetreden gevolg (geen csqn of we weten het gewoon niet), dan:
1. moet worden vastgesteld dat dit gedrag een onmiskenbare schakel kan hebben gevormd die tot het gevogl hebben geleid
2. aannemelijk is dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door die gedraging is veroorzaakt.
Hulpmiddel: is de gedraging naar haar aard geschikt om dat gevolg teweeg te brengen (naar ervaringsregels) van dien aard is dat zij het vermoeden wettigt dat deze heeft geleid tot het intreden van het gevolg.
Daarbij moet ook worden betrokken de hoogst onwaarschijnlijke mogelijkheid van een alternatieve oorzaak (HR Groninger HIV, HR overval op juwelier).

 

Werkgroep week 2

 

Causaliteit heeft betrekking op oorzaak en gevolg. Wanneer er geen causaal verband aangetoont kan worden volgt er vrijspraak. Causaliteit hangt namelijk samen met de eerste vraag van art. 350 Sv.

In geval van materiele delicten waar opzet en culpa in besloten ligt, is er automatisch voldaan aan de causaliteit. Het zit verscholen in deze leerstukken. In geval van gevolgsdelicten is de causaliteit sec aanwezig. (zie ook HC 2)

Schema 1
A. Is de gedraging Conditio sine qua non?
-zonder gedraging geen gevolg, is het een noodzakelijke voorwaarde?

B. Redelijke toerekening (4 factoren)
1. aard van de gedraging (Haarlemse doodslag)
-De gedraging zal een ongewenst resultaat bewerkstelligen
-De gedraging is in relevante mate risico vehogend mbt het gevolg
Drie categorieen zijn hierin relevant
2. niet letaal letsel -> niet voorzienbaar. Het is niet te voorzien dat iemand die met een botbreuk in het ziekehuis beland vervolgens hieraan overlijdt. Toerekening zou niet redelijk zijn.
3. niet letaal -> normale complicatie zoals in HR Letale longembolie. Toerekening is redelijk.
4. letaal letsel -> is er meteen sprake van dodelijk letsel dan is toerekening redelijk.
De eigen beslissing van het slachtoffer (om niet verder te leven) staat niet in de weg aan toerekening dit komt tot uitdrukking in HR longinfectie.

Dit schema is ook van toepassing als het gevolg niet de dood is, maar ook bijvoorbeeld in geval van zwaar lichamelijk letsel.

Let op: you take the victim as you find him!

2. Opzet
Als je opzet hebt op het gevolg is er al direct voldaan aan de causaliteit

3. Ratio van de delictsomschrijving. De strekking van het delict kan ook doorslaggevend zijn. Bijvoorbeeld de zorgplicht voor ouders die blijkt uit art. 255 Sr of het kind dan vervolgens overlijd aan het nalaten om zorg te verlenen doet er niet toe.

4. Invulling aan de hand van de oude leren (causa proxima enz)

Schema 2
Wanneer bij stap A van schema 1 niet duidelijk is of er CSQN verband bestaat, zijn er ook andere factoren die hebben kunnen leiden tot het betreffende gevolg.
In dit schema staan de arresten Groninger HIV en HR Overval op juwelier centraal.

1. Ten minste is vereist dat het gedrag een onmisbare schakel kan hebben gevormd.
Bijvoorbeeld het geval wanneer je iemand inspuit met HIV besmet bloed.

2. Is het aannemelijk dat het gevolg met aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging is ingetreden?
Voorbeeld: Ja de kans op besmetting met hiv is 1:5, wanneer je iemand inspuit met besmet bloed.
-is de gedraging naar haar aard geschikt?
-op basis van de ervaringsregels -> feiten van algemen bekendheid etc.

Van belang is of er sprake is van een hoogst onwaarschijnlijke alternatieve oorzaak?
Zie HR Groniger HIV:
Het is niet hoogst onwaarschijnlijk dat de slachtoffers door een andere oorzaak is besmet dan het inspuiten van het besmette bloed. Er is geen sprake van causaliteit, er kan niet worden toegerekend.

 

Hoorcollege week 3

 

Poging
Aan poging is in de wet geen inhoudelijke defintie gegeven, wel worden er voorwaarden beschreven. Het gaat om gedragingen die bestaan uit het trachten een delict te begaan. Juridisch betekend dit dat niet alle bestanddelen van het delict voldaan hoeft te zijn.
Er zijn uiteenlopende situaties waarin poging voor kan komen

  • delit manque (voltooide poging): de verdachte is niet tot voltooiing van het misdrijf gekomen terwijl hij alles wat maar mogelijk was heeft gedaan om die voltooiing te bereiken.
  • tentatieve poging (onvoltooide poging): in een vroeg stadium doet zich een omstandigheid voor waardoor wordt voorkomen dat het misdrijf wordt voltooid. Dit is het geval wanneer je tijdens het plegen van een misdrijf wordt opgepakt.

Poging heeft alleen betrekking op misdrijven. In beide gevallen is het misdrijf dus niet voltooid en zal de straf lager zijn dan het voltooide misdrijf. Echter in sommige gevallen is er geen ruimte voor poging. Bijvoorbeeld in geval van brandstichting of verduistering (formele delicten), er moet 'genoeg tijd' zijn om de mogelijkheid te hebben tot poging. In geval van materiele delicten (gevolgsdelicten) is er wel altijd ruimte voor poging. In geval van ommisie delicten ( art. 252  -> zuiver nalaten) is er geen ruimte voor poging. In geval van oneigenlijke ommissiedelicten is poging soms mogelijk. Bij culpoze delicten (onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid, onnadenkend, lichtzinnig) is poging ook niet mogelijk.

Voorwaarden
a. het voornemen van de dader
willen en weten dat je poogt een misdrijf te begaan = opzet op het misdrijf (HR inrijden op agent: het was niet de bedoeling van de dader om de agent dood te rijden)
b. zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard

Pogingsleren

  1. Subjectieve leer: gevaarlijke gezindheid. Betrekking op slechte gedachte/motieven welke zich uiten in gevaarlijk gedrag.
  2. Objectieve leer: gevaar voor het rechtsgoed. Die handelingen die een reeel gevaar voor rechtsgoedschending opleveren.

Tegenwoordig gaan wij uit van de gematigde objectieve leer: niet zuiver objectief. We kijken naar de uiterlijke verschijningsvorm. Deze gedragingen zijn aan te merken als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf, daar zij naar haar uiterlijke verschijngsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf.  HR Cito en HR Grenswisselkantoor.

Ondeugdelijke poging

  • absoluut ondeugdelijke middel of object: bijv. schieten op een lijk. Je voert wel een uitvoeringshandeling uit maar het object laat het misdrijf niet toe. Ook kan een middel absoluut ondeugedelijk zijn wanneer je iemand wil vergiftigen met bijv. suiker of zout. Niet strafbaar.
  • relatief ondeugdelijk middel of object: wanneer iemand veel volt kan verdragen waardoor hij niet doodgaat door het toedienen van een stroomschok. Ook in geval van diefstal uit een lege kassa of kluis is er sprake van een relatief ondeugdelijk object. Strafbaar.

Voorbereiding
Geen wettelijke, inhoudelijke definitie, wel voorwaarden. Gericht op ernstige delicten. Feitelijke gaat het om het verrichten van gedragingen die voorafgaan aan het delict. Deze gedragingen zijn dus niet gelijk aan de bestanddelen van het delict. Juridisch gaat het dus niet om de vervulling van de bestanddelen van het delict, maar om het verrichten van voorbereidingshandelingen. Voorbereiding heeft nooit betrekking op overtredingen maar misdrijven met een straf van min. 8 jaar. In geval van culpoze delicten is dit dus niet mogeljik. In geval van formele delicten kan voorbereiding wel.

Voorwaarden voorbereiding (art. 46 Sr)

  1. ernst misdrijf = straf van 8 jaar of meer
  2. opzet = opzet op de criminele bestemming van het voorbereidingsmiddel (inclusief voorwaardelijke opzet)
  3. limitatief opgesomde voorbereidingsmiddelen en -handelingen
  4. bestemd = objectieve beperkte strekking
  5. begaan van het misdrijf = daderschap en deelneming val hier ook onder

Vrijwillige terugtred (art. 46b Sr)
De vrijwillige terugtred geldt voor poging en voorbereiding. Het gaat om de situatie 'Ik wil niet verder, al kan ik het wel'.
HR Canopus: de kapitein van het schip Canopus wil alle hutten van het schip doorzoeken omdat er een portemonee is gestolen. Een van de bemanningsleden heeft cocaine verborgen in zijn hut en biecht dit op aan de kapitein omdat hij bang is betrapt te worden. Er is in dit geval geen sprake van vrijwillige terugtred. Er was een grote kans op betrapping waardoor hij zichzelf maar aangaf.
Bij vrijwillige terugtred gaat het om het verschil tussen spijtig staken en vrijwillige terugtred. In geval van spijtig staken kan de verdachte gewoon niet verder ookal had hij dit misschien wel gewild. Poging en voorbereiding is niet strafbaar wanneer er sprake is van vrijwillige terugtred.

Vrijwillige terugtred geldt in beginsel niet voor het delit manque (de voltooide poging). Behalve indien de verdacht zich zodanig heeft ingespannen dat dit naar aard en tijdstip geschikt is het intreden van het gevolg te keren. Dit volgt uit HR Kopje onder: verdachte zorgt ervoor dat het delict niet ontstaat door eigen handelen. De vader is (nadat hijzelf met zijn baby te water sprong om hen beide te verdrinken) met het kind uit het kanaal gegaan en met het kind gewikkeld in een doek richting het ziekenhuis gereden. Hij is tot zelfinzicht gekomen ('waar ben ik mee bezig') doordat hij de bodem van het kanaal raakte (te ondiep kanaal) en de kou van het water. In dit geval is er sprake van vrijwillige terugtred. Het moet dus gaan om een inspanning (het kanaal weer uitgaan, de baby in een doek wikkelen en richting het ziekenhuis rijden) die ertoe lijdt dat het gevolg niet intreed.

 

Werkgroep week 3

Onderwerpen

  • poging (artikel 45 Sr)
  • voorbereiding (artikel 46 Sr)
  • vrijwillige terugtred (artikel 46b Sr)

Poging
Het gaat om gedragingen die bestaan uit het trachten het delict te begaan.  Poging is mogelijk in geval van materiele delicten. Ook in geval van gekwalificeerde formele delicten is poging mogelijk. Culpoze delicten lenen zich niet voor poging, je kunt niet trachten onvoorzichtig of onoplettend te handelen. Formele delicten als diefstal, verduistering en brandstichting bieden geen mogelijkheid voor poging. Ook overtredingen en ommisiedelicten lenen zich niet voor poging. In geval van oneigenlijke ommissiedelicten is poging soms mogelijk.
Kijk goed naar de delictsomschrijving om te bepalen of er sprake is van poging.

Absoluut ondeugdelijk: een middel of object is naar zijn aard nooit geschikt om het misdrijf mee te begaan.
Relatief ondeugdelijk: de desbetreffende persoon is toevallig niet vatbaar voor het desbetreffende middel. In geval van relatief ondeugedelijke middelen of objecten is poging, in tegenstelling tot absoluut ondeugdelijke middelen of objecten, wel strafbaar.

Stappen - Poging art. 45 SR

1. voornemen
                -bewust weten en willen
                -voorwaardelijke opzet is voldoende
Dit voornemen kan zich door het begin van het uitvoeren hebben geopenbaard.

2. begin van uitvoering
A. Arrest Cito/Grenswisselkantoor: naar uiterlijke verschijningsvorm
                -delict/delictsomschrijving: voorbeeld gekwalificeerd? oplichting?
                -ga uit van gemiddelde burger
                                gedrag geschikt en bestemd voor het plegen van een misdrijf?
                               van belang is hierbij het contact met de plek of het toekomstige slachtoffer

Arrest Cito
Is er sprake van poging
criteria: naar uiterlijke verschijningsvorm
Kijk naar het delict en de delictsomschrijving

3. misdrijf

Stappen - Voorbereiding
Culpoze delicten kan je niet voorbereiden. Opzet is van belang bij voorbereiding. Tevens staat er op culpoze delicten nooit 8 jaar straf.

1. Voorwaarden
- strafmaximum van 8 jaar
-opzet op (criminele bestemming) een misdrijf
                voowaardelijke opzet is voldoende
                1. opzettelijk voorwerpen etc voor handen hebben
                2. voorwerpen zijn bestemd voor het begaan van een misdrijf -> afgeleid uit intentie en opzet

2. Wanneer is er sprake van een begin van uitvoering?
Arrest Samir A.
A. uiterlijke verschijningsvorm van de voorbereidingsmiddelen
B. het gebruik daarvan (dienstig) en
C. het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik voor ogen had
-> kunnen voorwerpen afzonderlijk /gezamelijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm dienstig zijn voor het misdadige doel dat verdachte met het gebruik voor ogen had?

Niet relevant of er sprake is van een (absoluut) ondeugdelijk middel/object. Hoe 'alledaagser' de voorwerpen, hoe meer de intentie moet blijken. Het maakt niet uit of de voorwerpen die je voor handen hebt gevaarzettend zijn, als ze dienstig zijn voor jou intentie dan is dat voldoende.
Beslissend is de subjectieve bestemming die de verdachte heeft met de voorwerpen, of de voorwerpen vervolgens niet werken (bijvoorbeeld kunstmest zonder nitraat) speelt geen rol.

Vrijwillige terugtred art. 46b Sr
Je treed op eigen initiatief terug (autonome innterlijke keuze), in dat geval is er geen sprake meer van opzet of voorbereiding.
Hoofdregel: 'Ik wil niet verder, al kan ik het wel'

A. Is de terugtred vrijwillig?
- eventuele externe omstandigheden kunnen een rol spelen, maar niet uitsluitend: Arrest Kopje onder
- druk? Er moet sprake zijn van een redelijke keuze om vrijwillig terug te treden
B. terugtred moet redengevend zijn voor niet voltooiing
-> geen spijtig staken! (HR Canopus)Spijtig staken = hij wilde wel verder maar kon niet (bijv. door angst om betrapt te worden)

2. begin van uitvoering?
A. onvoltooide poging
B. voltooide poging: HR Kopje onder, hij was al in het water gesprongen (voltooid) maar er is nog ruimte voor vrijwillige terugtred. Vereist hiervoor is actief ingrijpen. Dit ingrijpen moet naar aard en tijd geschikt zijn om het gevolg te keren.
Van buiten komende factoren (koud en ondiep water) hoeven niet aan de vrijwillige terugtred in de weg te staan.

*Vrijwillige terugtred is zowel van toepassing bij voorbereiding als bij poging
*Er is nooit sprake van vrijwillige terugtred in geval van een relatief ondeugdelijke poging. Bijvoorbeeld wanneer je schiet en je pistool gaat niet af, je kan dan niet zeggen ik treed nu terug. Het is dan gewoon een mislukte misdaad.

 

 

 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2787