Werkgroepaantekeningen Inleiding internationaal Publiekrecht - UL


Werkgroep 1

Het doel van Inleiding Internationaal Publiekrecht is het internationale recht te begrijpen. Namelijk het karakter, de aard en de vormgeving zijn hierbij aandachtspunten.

Hugo de Groot schreef het Mare Liberum, waarin vastgesteld werd dat de zee vrij was van begrenzing die men op het land kende. Hierop beriep Nederland zich tegenover de Spanjaarden en de Portugezen om de vaart van de VOC op Indië te legitimeren.

Art. 38 Statute of the International Court of Justice is geen limitatieve opsomming. Rechtsbronnen die niet in art. 38 sub b van het Statute of the International Court of Justice staan, staan op gelijke voet met de rechtsbronnen die wel genoemd worden.

Het verschil tussen internationaal gewoonterecht en verdragenrecht is dat internationaal gewoonterecht iedereen bindt en verdragenrecht alleen verdragspartijen, oftewel alleen hen die daarvoor kiezen.

In de Geneva Continental Shelf Case is er geen sprake van gewoonterecht, want het gedrag wat Nederland en Denemarken vertonen is uitgelokt door een verdrag. Zij vertonen geen gewoonterechtelijk verdrag, dus beroepen op internationaal gewoonterecht heeft geen zin.

Vanwege de doorwerking en voorrang van verdragen in Nederland is het van belang om duidelijk vast te stellen of een verdrag eenieder verbindende bepalingen heeft. Die vraag is onder andere duidelijk naar voren gekomen in het spoorwegstakingsarrest, waarin werd bepaald dat dat wel zo was en dus dat een stakingsverbod niet kon worden ingesteld. Want met eenieder verbindende bepalingen heeft een verdrag directe werking en voorrang op de Nederlandse wetgeving. Zonder deze bepalingen is dit niet het geval.

Om de rechtsovertuiging te kunnen bewijzen moet er sprake zijn van een uniforme statenpraktijk onder de staten die bij deze regel een bijzonder belang hebben, een algemene erkenning van de rechtsregel, er moet een bepaalde tijd verstreken zijn (dit is niet altijd vereist). Zonder deze aspecten geen rechtsovertuiging.

Casus:

Poetin komt op staatsbezoek. Het Wit-Russische staatshoofd ontvangt hem niet persoonlijk, de Russische vlag is niet gehesen en het Wit-Russische volkslied wordt gespeeld in plaats van het Russische volkslied. Poetin is diep beledigd en daagt Wit-Rusland voor de rechter vanwege het schenden van ongeschreven recht. Zal dit slagen?

Nee, want uit de North Sea Continental Shelf Case blijkt dat ceremoniële gebruiken niet onder gewoonterecht vallen. Er is namelijk een usus, maar geen opinio iuris, want nergens blijkt de rechtsovertuiging aanwezig te zijn dat de genoemde bezwaren verplichte onderdelen zijn van een staatsbezoek.

Werkgroep 2

Een rechtssubject is een drager van rechten en plichten en bevoegdheden onder het nationale recht. Een rechtssubject kan dus verder een persoon zijn, een groep personen (zelfs alle personen), bedrijven of staten. Dat is vastgelegd in een verdrag, maar dit verdrag is uitgegroeid tot internationaal gewoonterecht en bindt nu dus ook landen die dit verdrag (Montevideo Convention, 1933) niet hebben ondertekend.

Een staat kan ontstaan door absorptie, splitsing, fusie en afscheiding. Als een staat ontstaat, is erkenning van belang dat deze voldoet aan art. 1 van de Montevideo-Conventie, waarin staat waaraan een staat moet voldoen om als staat aangemerkt te worden. Een staat die al bestaat en erkend wordt, maar dit vervolgens niet volbrengt, wordt aangemerkt als een falende of fragiele staat.

Dit speelt ook in de situatie van Donetsk. Deze staat heeft een permanente bevolking en een duidelijk gedefinieerd territorium. Maar een gezaghebbende overheid staat ter discussie en ze zijn niet bekwaam tot het aangaan van internationale betrekkingen. Donetsk is dus geen staat volgens the Montevideo Convention.

Ook in de jurisprudentie van de zaak van Fretilin tegen de Staat der Nederlanden werd bepaald dat een staat zonder een gezag uitoefenende overheid geen staat kan zijn. Dus Fretilin was dus in deze zaak geen staat, net als Donetsk. De erkenning van de staat, die dus niet geschied is, heeft hier niet zozeer grote invloed, omdat er in beide casussen alleen maar bevestigd wordt wat iedereen al dacht.

De moderne variant op internationale erkenning is een lidmaatschap van de VN. Zo is Palestina ook meer en meer erkend geworden over de tijd, maar op het puur politieke niveau erkent Nederland Palestina bijvoorbeeld nog steeds niet. Palestina is overigens nog steeds geen VN-lid, maar Palestina heeft een non-member observer status. Dat houdt in dat Palestijnse diplomaten bij alle besluiten van de VN aanwezig mogen zijn, maar ze hebben geen stemrecht.

Werkgroep 3

Jurisdictie

Rechtsmacht is jurisdictie, wat komt van ius dicere, gesproken recht. Rechtsmacht manifesteert zich in drie wegen: wetgeving, uitvoering (handhaving, opsporing) en rechtspraak. Dit zijn de drie punten van Montesquieu, de Trias Politica. Jurisdictie is een voortvloeisel van soevereiniteit, gevestigd door Jean Bodin. Het uitgangspunt van jurisdictie is de territoriale begrenzing. De ene staat heeft niks te zeggen in het grondgebied van de andere staat. Toch kan er soms sprake zijn van extraterritoriale werking. Deze uitzonderingen zijn per manifestatie verschillend.

Wetgeving

Wetgeving met extraterritoriale werking wordt niet zo heel moeilijk over gedaan. Het mag bestaan. Delicten in het buitenland gepleegd mogen dus voor de Nederlandse rechter veroordeeld worden. Dit heeft te maken met vier beginselen, namelijk het territorialiteitsbeginsel, wat inhoudt dat wetgeving in beginsel territoriaal bepaald heeft. Hiervoor zijn het territorialiteitsbeginsel en het nationaliteitsbeginsel van belang. Deze beginselen bepalen of de rechter Nederlands recht mag toepassen op de volgende situaties.

Het territorialiteitsbeginsel heeft twee kanten. Enerzijds het subjectieve territorialiteitsbeginsel, waarin misdrijven die beginnen in ons land door ons veroordeeld mogen worden. Anderzijds het objectieve territorialiteitsbeginsel, waarin het effect wat gevoeld wordt van een misdaad in een ander land ontstaan door ons land veroordeeld mag worden. Dit wordt ook wel het effectenbeginsel genoemd, omdat hier de nadruk ligt op de effecten van de misdaad

Het nationaliteitsbeginsel is dat de rechter van ons land alleen mensen veroordeelt van ons land. Ook dit beginsel heeft twee varianten, namelijk het opjectieve en het subjectieve nationaliteitsbeginsel. Het actieve nationaliteitsbeginsel betekent het veroordelen van een Nederlandse dader, het subjectieve nationaliteitsbeginsel betekent het veroordelen van een dader die een Nederlands slachtoffer heeft gemaakt.

Andere aanknopingspunten zijn het beschermingsbeginsel, dat geeft de bevoegdheid om daders, ongeacht de nationaliteit, te veroordelen, als hun daden de de vitale delen van de staat raken. Ten slotte het universaliteitsbeginsel, waardoor onze rechter kan veroordelen over misdaden die de hele statengemeenschap aangaan, zoals genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en dergelijke.

Handhaving

Handhaving wordt een stuk moeilijker over gedaan. Zonder toestemming van de gaststaat mag onze staat niet ingrijpen. Een voorbeeld hiervan is de situatie rondom het schip de Arctic Sunrise, waarin Rusland opvarenden van een Nederlands schip arresteert wat in de economische exclusieve zone van Rusland vaart.

Rechtspraak

Rechtspraak door nationale rechter mag aan de hand van de beginselen en wat de landen overeengekomen zijn. Als landen een internationale rechter afspreken, dan komt deze tot stand (Internationaal Gerechtshof en Internationaal Strafhof). Wat staten ook overeengekomen zijn, is immuniteit. Immuniteit is een zeer belangrijk aspect van internationale rechtspraak. Dit geldt voor staten (m.u.v. eigen rechtbank), bestuursorganen en representatieven. Onderscheid tussen absolute en functionele immuniteit: functioneel is alleen tijdens het werk (arbeidsgebonden) en absoluut is ook daarbuiten, maar wel alleen voor die persoon (persoonsgebonden). Immuniteit geldt niet als de staat private handeling verricht. Voorbeeld is het arrest van Mw. A tegen Marokko. Marokko schond het arbeidsrecht, maar omdat Marokko een werknemer onterecht ontsloeg, viel dit onder civiel recht en mocht de Nederlandse rechter dus rechtspreken over een staat.

Internationale rechtsorde

Rechtsorde op internationaal niveau is horizontaal op grond van het soevereiniteitsbeginsel. Alle staten zijn gelijk en hebben dus geen gezag over elkaar. Vandaar de afwezigheid van een internationale wetgever, internationaal bestuur of een internationale rechter. Naleving van regels gebeurt vaak vanzelf, omdat de staat hier belang bij heeft en dit dus wil.

Arbitrage en rechtspraak

Geen internationale rechtbank, maar toch rechtspraak? Dit zit hem in de wil van staten om internationale regels na te leven. Op internationaal gebied is er namelijk alleen rechtspraak als de staat instemt met het accepteren van het gezag van de rechtbank.

Rechtspraak is de rechtspraak door de International Court of Justice in Den Haag, die hun eigen manier van procederen volgt. Deze rechtbank bestaat permanent en staat open voor elke zaak.

Arbitrage is iets aparts. Het is een rechtbank samengesteld door de partijen, voor de geschilbeslechting en als dat gedaan is, houdt het arbitragetribunaal op te bestaan. Arbitrage is niet gebonden aan locaties, vormvereisten en procedures. Deze stellen de partijen zelf samen.

Totstandkoming arbitrage en rechtspraak

Een compromissoire clausule is als de partijen afspreken wat ze gaan doen als een geschil zich voordoet. Deze clausule wordt bij het verdrag gevoegd en gelijktijdig met het verdrag ondertekend.

Hierop lijkt de compromis, waarin partijen ook afspreken wat ze doen met een clausule. Alleen bij een compromis wordt dit afgesproken nadat het geschil ontstaat. Dus in tijd: geschil doet zich voor → compromis tussen de partijen bij dit geschil.

De facultatieve clausule doelt op specifieke geschillen, waarbij ze van tevoren zien aankomen dat er op dat deel van het verdrag geschillen kunnen ontstaan. Dan gaat voor die specifieke categorie geschillen een aparte manier bedacht worden hoe de geschillen beslecht kunnen worden.

Forum prorogatum: als er geen verweer gevoerd wordt tegen de bevoegdheid van de rechter, maar wel tegen de hoofdzaak, dan mag uit het gedrag van de staat afgeleid worden dat deze de rechtsmacht van de rechter accepteert.

Retorsies en represailles

Retorsies en represailles zijn beide tegenmaatregelen op de internationale onrechtmatige daad van een ander.

Retorsies: zijn nooit onrechtmatige daden, eerder onvriendelijke daden. Het is bijvoorbeeld het niet op komen dagen naar een staatsbezoek naar een staat die een week voordat het staatsbezoek plaats zou vinden een internationale onrechtmatige daad begaat.

Represailles zijn internationale onrechtmatige daden, gerechtvaardigd door een eerdere internationale onrechtmatige daden van een andere staat. Causaal verband is hier wel een vereiste.

Werkgroep 4

Weens Verdragenverdrag

Het Weens Verdragenverdrag bevat internationaal gewoontelijkrechtelijke rechtsregels die dus voor alle staten gelden. De regels die hier niet onder vallen, zijn dus alleen geldig onder de verdragspartijen. Het Weens Verdragenverdrag bepaalt de eisen waaraan een geldig verdrag moet voldoen om juridisch bindende kracht te hebben, hoe de ondertekening verloopt, hoe de beëindiging van een verdrag in zijn werk treedt et cetera. Het WVV is opgesteld door het ILC.

International Law Committee

Het ILC bestaat uit rechtsgeleerden uit elk rechtssysteem. Zij komen tot codificatie van gewoonterecht door middel van nadenken en overleggen. Ook stellen zij andere regels op die niet van gewoonterechtelijke aard zijn. Vervolgens overweegt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties of zij deze regelgeving ter kennisgeving aannemen. Als zij dit doen, dan wordt dit een verdrag opgesteld, waar vervolgens staten partij bij kunnen worden.

DARS & DARIO

De DARS en de DARIO zijn voorbeelden van een verdrag van de ILC. Het zijn gewoonterechtelijke artikelen die beschrijven hoe de verhoudingen tussen staten liggen (DARS) en hoe de verhoudingen tussen staten en internationale organisaties.

De DARS regelt staatsaansprakelijkheid bij een internationale onrechtmatige daad, internationale verantwoordelijkheid en implementatie van deze verantwoordelijkheid. Alleen staten zijn rechtssubjecten bij dit verdrag.

De DARIO regelt aansprakelijkheid van internationale organisaties bij een onrechtmatige daad, een internationale organisatie die niet waarmaakt waar die voor opgericht is, verantwoordelijkheid van een internationale organisatie in samenhang met een gedraging van een staat, inhoud van aansprakelijkheid van internationale organisaties en de implementatie van deze verantwoordelijkheid.

Oftewel, de verdragen zijn voor een heel groot deel overlappend.

Het doel van de DARS en de DARIO is het doorbreken van de immuniteit van staten en internationale organisaties op aanspraakbaarheid als dit nodig is (omdat de staat en / of de internationale organisatie een onrechtmatige daad begaat).

Werkgroep 5

Verslag van de werkgroep

In deze werkgroep is een tribunaal nagebootst waarin we een verdrag moesten samenstellen. Er waren vier partijen, namelijk Oekraïne, Donetsk, Rusland en Duitsland.

Oekraïne, Donetsk en Rusland waren betrokken vanwege de oorlog. Oekraïne betoogde dat het een burgeroorlog betrof en dat Donetsk weer terug moet in de oude situatie. Donetsk was van mening dat Oekraïne de statelijkheid van Donetsk niet erkende, maar dat deze wel aanwezig was volgens artikel 1 van de Montevideo-Conventie. Rusland was het daarmee eens, maar wilde Donetsk een de facto-erkenning geven, die dus een duidelijke erkenning zijn van de situatie als Donetsk als staat, maar deze erkenning kan op elk moment worden ingetrokken. Oekraïne kan zich hier niet in vinden, omdat zij Donetsk niet als staat aanmerken, ook niet volgens artikel 1 van de Montevideo-Conventie.

Duitsland stond hier als derde die een bemiddelingsfunctie had. Toch werd overeengekomen dat Donetsk toch verdragspartij kon worden. Gewoonterecht beveelt dat de alleen staten verdragen aan kunnen gaan, maar omdat Rusland bereid is om Donetsk de facto te erkennen en Oekraïne er toch waarde aan hecht dat Donetsk verdragspartij werd, is besloten om het verdrag te sluiten tussen Rusland, Oekraïne en de regio Donetsk. In dat verdrag werd bepaald dat Donetsk, hoewel geen staat, toch deel mag nemen aan het verdrag omdat Oekraïne dit goedkeurt. Omdat Donetsk verdragspartij mag zijn, gaan Donetsk en Rusland hierin mee.

Inhoudelijk gaat het over de staatsaansprakelijkheid. Rusland wil dit deels dragen, mits Donetsk de mogelijkheden toebedeeld krijgt om een fatsoenlijke staat op te bouwen. Bovendien biedt Rusland een handelsunie aan. Donetsk wil ook wel staatsaansprakelijkheid nemen, maar dan moet er wel erkenning zijn voor Donetsk als staat. Oekraïne is van mening dat zij eerder slachtoffer zijn van de omstandigheden rondom de MH17, dus zij willen geen aansprakelijkheid nemen. Wel stellen zij hun grondgebied open voor onderzoekers die in andere delen van Oekraïne dan Donetsk hun onderzoek willen uitvoeren.

Er wordt afgesproken dat het verdrag beëindigd mag worden bij een onrechtmatige daad of als alle verdragspartijen het hiermee eens zijn dat het verdrag beëindigd wordt. Dit betekent dus dat nieuwe verdragspartijen die later toetreden ook invloed hebben op dit proces.

Werkgroep 7

Immuniteit

Immuniteit houdt in dat je niet aansprakelijk gesteld kan worden voor wat je hebt gedaan. Normaal gesproken is iedereen die ergens verantwoordelijk voor is, ook aansprakelijk voor als er iets opdoet. De uitzondering op die aansprakelijkheid is de immuniteit. Deze komt in twee varianten.

Functionele immuniteit: immuniteit die toekomt aan degene die een bepaalde taak doet. Dit is niet voor privéhandelingen.

Absolute (persoonlijke) immuniteit: immuniteit die niet alleen voor arbeidshandelingen, maar ook voor privéhandelingen geldt. Deze wordt bij hoge uitzondering verleend, zoals aan het staatshoofd en aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Check page access:
Public
This content is related to:
Check more or recent content:

Inleiding Internationaal Publiekrecht - Recht - UL - B1 - Aantekeningen

Hoorcollegeaantekeningen Inleiding internationaal Publiekrecht - UL

Hoorcollegeaantekeningen Inleiding internationaal Publiekrecht - UL


Hoorcollege 1

Voorbeelden internationaal publiekrecht

Het hoorcollege begint met een aantal recente voorbeelden waardoor duidelijk wordt wat internationaal publiekrecht in de praktijk precies betekent.
Zo wordt als voorbeeld genoemd, het incident van september 2013 waar een boot van Greenpeace onder Nederlandse vlag zich aan het Russische boorplatform had vastgeketend. Volgens Nederland had Rusland alleen met Nederlandse toestemming de boot mogen betreden.
Daarnaast het Srebrenica-arrest waar het de vraag is of de Nederlandse staat of de Verenigde Naties aansprakelijk zijn voor Dutchbat die daar onschuldige burgers om het leven hebben gebracht. De conclusie was dat Nederland verantwoordelijk is.
Ook wordt MH17 kort genoemd, waar verschillende staten en hun rechten samenkomen.

Definitie

Internationaal publiekrecht reguleert primair de betrekkingen tussen staten. Anders dan internationaal privaatrecht dat tot personen uit verschillende staten betrekking heeft. In casus die worden bedacht voor tentamens en opdrachten worden altijd fictieve staten gebruikt, zodat men ze niet kan verwarren met bestaande staten.

Ontwikkeling

Internationaal publiekrecht is ontstaan door de vorming van statelijke eenheden en de toenemende globalisering.

Hugo de Groot – bekend onder zijn Latijnse naam Grotius – (1583-1645) wordt gezien als de vader van dit recht. Hij heeft onder andere boeken geschreven over het recht in oorlog en vrede en het zeerecht.

De Vrede van Westfalen (1648) bestaat uit de Vrede van Munster en de Vrede van Osnabrück. Dit geeft gezorgd voor soevereiniteit van staten en zo dus bijgedragen aan het volkenrecht, ook wel internationaal publiekrecht genoemd.

Soevereiniteit (komt uit het Latijnse suprema potestas dat hoogste macht betekent) is een begrip bedacht door de Franse Jean Bodin.
Hij vond dat de soeverein vorst boven de adel en steden stond, hiermee wilde hij de hiërarchie onderstrepen en wordt ook wel de interne werking van de soevereiniteit genoemd.

We kennen ook een externe werking die van de juridische onafhankelijkheid van de koning ten opzichte van de keizer van de katholieke kerk.

De gevolgen van deze soevereiniteit zijn dat alle staten gelijkwaardig aan elkaar zijn en dat ieder een exclusieve rechtsmacht in zijn eigen staat heeft – andere staten mogen zich dus niet daarmee bemoeien.

Vroeger was er sprake van co-existentie waarbij de onderlinge verhoudingen van staten worden geregeld. Zoals het zeerecht en het diplomatieke recht: dit is al heel oud recht, maar geldt nog steeds. Als voorbeeld wordt genoemd dat diplomaten in landen waar ze verblijven niet vervolgd mogen worden, ook niet als ze hun kinderen mishandelen of verkeersboetes niet betalen (recentelijk voorgekomen in Nederland).

In de 20e eeuw is dat veranderd in co-operatie waarbij gemeenschappelijke doelstellingen verwezenlijkt worden en samen problemen opgelost kunnen worden (denk aan milieu).

Hierdoor is het internationaal publiekrecht ontstaan dat bestaat uit bilaterale en multilaterale verdragen. Waarbij het eerste tussen twee landen

.....read more
Access: 
Public
Werkgroepaantekeningen Inleiding internationaal Publiekrecht - UL

Werkgroepaantekeningen Inleiding internationaal Publiekrecht - UL


Werkgroep 1

Het doel van Inleiding Internationaal Publiekrecht is het internationale recht te begrijpen. Namelijk het karakter, de aard en de vormgeving zijn hierbij aandachtspunten.

Hugo de Groot schreef het Mare Liberum, waarin vastgesteld werd dat de zee vrij was van begrenzing die men op het land kende. Hierop beriep Nederland zich tegenover de Spanjaarden en de Portugezen om de vaart van de VOC op Indië te legitimeren.

Art. 38 Statute of the International Court of Justice is geen limitatieve opsomming. Rechtsbronnen die niet in art. 38 sub b van het Statute of the International Court of Justice staan, staan op gelijke voet met de rechtsbronnen die wel genoemd worden.

Het verschil tussen internationaal gewoonterecht en verdragenrecht is dat internationaal gewoonterecht iedereen bindt en verdragenrecht alleen verdragspartijen, oftewel alleen hen die daarvoor kiezen.

In de Geneva Continental Shelf Case is er geen sprake van gewoonterecht, want het gedrag wat Nederland en Denemarken vertonen is uitgelokt door een verdrag. Zij vertonen geen gewoonterechtelijk verdrag, dus beroepen op internationaal gewoonterecht heeft geen zin.

Vanwege de doorwerking en voorrang van verdragen in Nederland is het van belang om duidelijk vast te stellen of een verdrag eenieder verbindende bepalingen heeft. Die vraag is onder andere duidelijk naar voren gekomen in het spoorwegstakingsarrest, waarin werd bepaald dat dat wel zo was en dus dat een stakingsverbod niet kon worden ingesteld. Want met eenieder verbindende bepalingen heeft een verdrag directe werking en voorrang op de Nederlandse wetgeving. Zonder deze bepalingen is dit niet het geval.

Om de rechtsovertuiging te kunnen bewijzen moet er sprake zijn van een uniforme statenpraktijk onder de staten die bij deze regel een bijzonder belang hebben, een algemene erkenning van de rechtsregel, er moet een bepaalde tijd verstreken zijn (dit is niet altijd vereist). Zonder deze aspecten geen rechtsovertuiging.

Casus:

Poetin komt op staatsbezoek. Het Wit-Russische staatshoofd ontvangt hem niet persoonlijk, de Russische vlag is niet gehesen en het Wit-Russische volkslied wordt gespeeld in plaats van het Russische volkslied. Poetin is diep beledigd en daagt Wit-Rusland voor de rechter vanwege het schenden van ongeschreven recht. Zal dit slagen?

Nee, want uit de North Sea Continental Shelf Case blijkt dat ceremoniële gebruiken niet onder gewoonterecht vallen. Er is namelijk een usus, maar geen opinio iuris, want nergens blijkt de rechtsovertuiging aanwezig te zijn dat de genoemde bezwaren verplichte onderdelen zijn van een staatsbezoek.

Werkgroep 2

Een rechtssubject is een drager van rechten en plichten en bevoegdheden onder het nationale recht. Een rechtssubject kan dus verder een persoon zijn, een groep personen (zelfs alle personen), bedrijven of staten. Dat is vastgelegd in een verdrag, maar dit

.....read more
Access: 
Public
Inleiding Internationaal Publiekrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Inleiding Internationaal Publiekrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Internationaal Publiekrecht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Universiteit Leiden.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Europees Recht ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3056
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.