Inleiding Internationaal Publiekrecht - Recht - UL - B1 - Aantekeningen
- 2415 reads
Het doel van Inleiding Internationaal Publiekrecht is het internationale recht te begrijpen. Namelijk het karakter, de aard en de vormgeving zijn hierbij aandachtspunten.
Hugo de Groot schreef het Mare Liberum, waarin vastgesteld werd dat de zee vrij was van begrenzing die men op het land kende. Hierop beriep Nederland zich tegenover de Spanjaarden en de Portugezen om de vaart van de VOC op Indië te legitimeren.
Art. 38 Statute of the International Court of Justice is geen limitatieve opsomming. Rechtsbronnen die niet in art. 38 sub b van het Statute of the International Court of Justice staan, staan op gelijke voet met de rechtsbronnen die wel genoemd worden.
Het verschil tussen internationaal gewoonterecht en verdragenrecht is dat internationaal gewoonterecht iedereen bindt en verdragenrecht alleen verdragspartijen, oftewel alleen hen die daarvoor kiezen.
In de Geneva Continental Shelf Case is er geen sprake van gewoonterecht, want het gedrag wat Nederland en Denemarken vertonen is uitgelokt door een verdrag. Zij vertonen geen gewoonterechtelijk verdrag, dus beroepen op internationaal gewoonterecht heeft geen zin.
Vanwege de doorwerking en voorrang van verdragen in Nederland is het van belang om duidelijk vast te stellen of een verdrag eenieder verbindende bepalingen heeft. Die vraag is onder andere duidelijk naar voren gekomen in het spoorwegstakingsarrest, waarin werd bepaald dat dat wel zo was en dus dat een stakingsverbod niet kon worden ingesteld. Want met eenieder verbindende bepalingen heeft een verdrag directe werking en voorrang op de Nederlandse wetgeving. Zonder deze bepalingen is dit niet het geval.
Om de rechtsovertuiging te kunnen bewijzen moet er sprake zijn van een uniforme statenpraktijk onder de staten die bij deze regel een bijzonder belang hebben, een algemene erkenning van de rechtsregel, er moet een bepaalde tijd verstreken zijn (dit is niet altijd vereist). Zonder deze aspecten geen rechtsovertuiging.
Poetin komt op staatsbezoek. Het Wit-Russische staatshoofd ontvangt hem niet persoonlijk, de Russische vlag is niet gehesen en het Wit-Russische volkslied wordt gespeeld in plaats van het Russische volkslied. Poetin is diep beledigd en daagt Wit-Rusland voor de rechter vanwege het schenden van ongeschreven recht. Zal dit slagen?
Nee, want uit de North Sea Continental Shelf Case blijkt dat ceremoniële gebruiken niet onder gewoonterecht vallen. Er is namelijk een usus, maar geen opinio iuris, want nergens blijkt de rechtsovertuiging aanwezig te zijn dat de genoemde bezwaren verplichte onderdelen zijn van een staatsbezoek.
Een rechtssubject is een drager van rechten en plichten en bevoegdheden onder het nationale recht. Een rechtssubject kan dus verder een persoon zijn, een groep personen (zelfs alle personen), bedrijven of staten. Dat is vastgelegd in een verdrag, maar dit verdrag is uitgegroeid tot internationaal gewoonterecht en bindt nu dus ook landen die dit verdrag (Montevideo Convention, 1933) niet hebben ondertekend.
Een staat kan ontstaan door absorptie, splitsing, fusie en afscheiding. Als een staat ontstaat, is erkenning van belang dat deze voldoet aan art. 1 van de Montevideo-Conventie, waarin staat waaraan een staat moet voldoen om als staat aangemerkt te worden. Een staat die al bestaat en erkend wordt, maar dit vervolgens niet volbrengt, wordt aangemerkt als een falende of fragiele staat.
Dit speelt ook in de situatie van Donetsk. Deze staat heeft een permanente bevolking en een duidelijk gedefinieerd territorium. Maar een gezaghebbende overheid staat ter discussie en ze zijn niet bekwaam tot het aangaan van internationale betrekkingen. Donetsk is dus geen staat volgens the Montevideo Convention.
Ook in de jurisprudentie van de zaak van Fretilin tegen de Staat der Nederlanden werd bepaald dat een staat zonder een gezag uitoefenende overheid geen staat kan zijn. Dus Fretilin was dus in deze zaak geen staat, net als Donetsk. De erkenning van de staat, die dus niet geschied is, heeft hier niet zozeer grote invloed, omdat er in beide casussen alleen maar bevestigd wordt wat iedereen al dacht.
De moderne variant op internationale erkenning is een lidmaatschap van de VN. Zo is Palestina ook meer en meer erkend geworden over de tijd, maar op het puur politieke niveau erkent Nederland Palestina bijvoorbeeld nog steeds niet. Palestina is overigens nog steeds geen VN-lid, maar Palestina heeft een non-member observer status. Dat houdt in dat Palestijnse diplomaten bij alle besluiten van de VN aanwezig mogen zijn, maar ze hebben geen stemrecht.
Rechtsmacht is jurisdictie, wat komt van ius dicere, gesproken recht. Rechtsmacht manifesteert zich in drie wegen: wetgeving, uitvoering (handhaving, opsporing) en rechtspraak. Dit zijn de drie punten van Montesquieu, de Trias Politica. Jurisdictie is een voortvloeisel van soevereiniteit, gevestigd door Jean Bodin. Het uitgangspunt van jurisdictie is de territoriale begrenzing. De ene staat heeft niks te zeggen in het grondgebied van de andere staat. Toch kan er soms sprake zijn van extraterritoriale werking. Deze uitzonderingen zijn per manifestatie verschillend.
Wetgeving met extraterritoriale werking wordt niet zo heel moeilijk over gedaan. Het mag bestaan. Delicten in het buitenland gepleegd mogen dus voor de Nederlandse rechter veroordeeld worden. Dit heeft te maken met vier beginselen, namelijk het territorialiteitsbeginsel, wat inhoudt dat wetgeving in beginsel territoriaal bepaald heeft. Hiervoor zijn het territorialiteitsbeginsel en het nationaliteitsbeginsel van belang. Deze beginselen bepalen of de rechter Nederlands recht mag toepassen op de volgende situaties.
Het territorialiteitsbeginsel heeft twee kanten. Enerzijds het subjectieve territorialiteitsbeginsel, waarin misdrijven die beginnen in ons land door ons veroordeeld mogen worden. Anderzijds het objectieve territorialiteitsbeginsel, waarin het effect wat gevoeld wordt van een misdaad in een ander land ontstaan door ons land veroordeeld mag worden. Dit wordt ook wel het effectenbeginsel genoemd, omdat hier de nadruk ligt op de effecten van de misdaad
Het nationaliteitsbeginsel is dat de rechter van ons land alleen mensen veroordeelt van ons land. Ook dit beginsel heeft twee varianten, namelijk het opjectieve en het subjectieve nationaliteitsbeginsel. Het actieve nationaliteitsbeginsel betekent het veroordelen van een Nederlandse dader, het subjectieve nationaliteitsbeginsel betekent het veroordelen van een dader die een Nederlands slachtoffer heeft gemaakt.
Andere aanknopingspunten zijn het beschermingsbeginsel, dat geeft de bevoegdheid om daders, ongeacht de nationaliteit, te veroordelen, als hun daden de de vitale delen van de staat raken. Ten slotte het universaliteitsbeginsel, waardoor onze rechter kan veroordelen over misdaden die de hele statengemeenschap aangaan, zoals genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en dergelijke.
Handhaving wordt een stuk moeilijker over gedaan. Zonder toestemming van de gaststaat mag onze staat niet ingrijpen. Een voorbeeld hiervan is de situatie rondom het schip de Arctic Sunrise, waarin Rusland opvarenden van een Nederlands schip arresteert wat in de economische exclusieve zone van Rusland vaart.
Rechtspraak door nationale rechter mag aan de hand van de beginselen en wat de landen overeengekomen zijn. Als landen een internationale rechter afspreken, dan komt deze tot stand (Internationaal Gerechtshof en Internationaal Strafhof). Wat staten ook overeengekomen zijn, is immuniteit. Immuniteit is een zeer belangrijk aspect van internationale rechtspraak. Dit geldt voor staten (m.u.v. eigen rechtbank), bestuursorganen en representatieven. Onderscheid tussen absolute en functionele immuniteit: functioneel is alleen tijdens het werk (arbeidsgebonden) en absoluut is ook daarbuiten, maar wel alleen voor die persoon (persoonsgebonden). Immuniteit geldt niet als de staat private handeling verricht. Voorbeeld is het arrest van Mw. A tegen Marokko. Marokko schond het arbeidsrecht, maar omdat Marokko een werknemer onterecht ontsloeg, viel dit onder civiel recht en mocht de Nederlandse rechter dus rechtspreken over een staat.
Rechtsorde op internationaal niveau is horizontaal op grond van het soevereiniteitsbeginsel. Alle staten zijn gelijk en hebben dus geen gezag over elkaar. Vandaar de afwezigheid van een internationale wetgever, internationaal bestuur of een internationale rechter. Naleving van regels gebeurt vaak vanzelf, omdat de staat hier belang bij heeft en dit dus wil.
Geen internationale rechtbank, maar toch rechtspraak? Dit zit hem in de wil van staten om internationale regels na te leven. Op internationaal gebied is er namelijk alleen rechtspraak als de staat instemt met het accepteren van het gezag van de rechtbank.
Rechtspraak is de rechtspraak door de International Court of Justice in Den Haag, die hun eigen manier van procederen volgt. Deze rechtbank bestaat permanent en staat open voor elke zaak.
Arbitrage is iets aparts. Het is een rechtbank samengesteld door de partijen, voor de geschilbeslechting en als dat gedaan is, houdt het arbitragetribunaal op te bestaan. Arbitrage is niet gebonden aan locaties, vormvereisten en procedures. Deze stellen de partijen zelf samen.
Een compromissoire clausule is als de partijen afspreken wat ze gaan doen als een geschil zich voordoet. Deze clausule wordt bij het verdrag gevoegd en gelijktijdig met het verdrag ondertekend.
Hierop lijkt de compromis, waarin partijen ook afspreken wat ze doen met een clausule. Alleen bij een compromis wordt dit afgesproken nadat het geschil ontstaat. Dus in tijd: geschil doet zich voor → compromis tussen de partijen bij dit geschil.
De facultatieve clausule doelt op specifieke geschillen, waarbij ze van tevoren zien aankomen dat er op dat deel van het verdrag geschillen kunnen ontstaan. Dan gaat voor die specifieke categorie geschillen een aparte manier bedacht worden hoe de geschillen beslecht kunnen worden.
Forum prorogatum: als er geen verweer gevoerd wordt tegen de bevoegdheid van de rechter, maar wel tegen de hoofdzaak, dan mag uit het gedrag van de staat afgeleid worden dat deze de rechtsmacht van de rechter accepteert.
Retorsies en represailles zijn beide tegenmaatregelen op de internationale onrechtmatige daad van een ander.
Retorsies: zijn nooit onrechtmatige daden, eerder onvriendelijke daden. Het is bijvoorbeeld het niet op komen dagen naar een staatsbezoek naar een staat die een week voordat het staatsbezoek plaats zou vinden een internationale onrechtmatige daad begaat.
Represailles zijn internationale onrechtmatige daden, gerechtvaardigd door een eerdere internationale onrechtmatige daden van een andere staat. Causaal verband is hier wel een vereiste.
Het Weens Verdragenverdrag bevat internationaal gewoontelijkrechtelijke rechtsregels die dus voor alle staten gelden. De regels die hier niet onder vallen, zijn dus alleen geldig onder de verdragspartijen. Het Weens Verdragenverdrag bepaalt de eisen waaraan een geldig verdrag moet voldoen om juridisch bindende kracht te hebben, hoe de ondertekening verloopt, hoe de beëindiging van een verdrag in zijn werk treedt et cetera. Het WVV is opgesteld door het ILC.
Het ILC bestaat uit rechtsgeleerden uit elk rechtssysteem. Zij komen tot codificatie van gewoonterecht door middel van nadenken en overleggen. Ook stellen zij andere regels op die niet van gewoonterechtelijke aard zijn. Vervolgens overweegt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties of zij deze regelgeving ter kennisgeving aannemen. Als zij dit doen, dan wordt dit een verdrag opgesteld, waar vervolgens staten partij bij kunnen worden.
De DARS en de DARIO zijn voorbeelden van een verdrag van de ILC. Het zijn gewoonterechtelijke artikelen die beschrijven hoe de verhoudingen tussen staten liggen (DARS) en hoe de verhoudingen tussen staten en internationale organisaties.
De DARS regelt staatsaansprakelijkheid bij een internationale onrechtmatige daad, internationale verantwoordelijkheid en implementatie van deze verantwoordelijkheid. Alleen staten zijn rechtssubjecten bij dit verdrag.
De DARIO regelt aansprakelijkheid van internationale organisaties bij een onrechtmatige daad, een internationale organisatie die niet waarmaakt waar die voor opgericht is, verantwoordelijkheid van een internationale organisatie in samenhang met een gedraging van een staat, inhoud van aansprakelijkheid van internationale organisaties en de implementatie van deze verantwoordelijkheid.
Oftewel, de verdragen zijn voor een heel groot deel overlappend.
Het doel van de DARS en de DARIO is het doorbreken van de immuniteit van staten en internationale organisaties op aanspraakbaarheid als dit nodig is (omdat de staat en / of de internationale organisatie een onrechtmatige daad begaat).
In deze werkgroep is een tribunaal nagebootst waarin we een verdrag moesten samenstellen. Er waren vier partijen, namelijk Oekraïne, Donetsk, Rusland en Duitsland.
Oekraïne, Donetsk en Rusland waren betrokken vanwege de oorlog. Oekraïne betoogde dat het een burgeroorlog betrof en dat Donetsk weer terug moet in de oude situatie. Donetsk was van mening dat Oekraïne de statelijkheid van Donetsk niet erkende, maar dat deze wel aanwezig was volgens artikel 1 van de Montevideo-Conventie. Rusland was het daarmee eens, maar wilde Donetsk een de facto-erkenning geven, die dus een duidelijke erkenning zijn van de situatie als Donetsk als staat, maar deze erkenning kan op elk moment worden ingetrokken. Oekraïne kan zich hier niet in vinden, omdat zij Donetsk niet als staat aanmerken, ook niet volgens artikel 1 van de Montevideo-Conventie.
Duitsland stond hier als derde die een bemiddelingsfunctie had. Toch werd overeengekomen dat Donetsk toch verdragspartij kon worden. Gewoonterecht beveelt dat de alleen staten verdragen aan kunnen gaan, maar omdat Rusland bereid is om Donetsk de facto te erkennen en Oekraïne er toch waarde aan hecht dat Donetsk verdragspartij werd, is besloten om het verdrag te sluiten tussen Rusland, Oekraïne en de regio Donetsk. In dat verdrag werd bepaald dat Donetsk, hoewel geen staat, toch deel mag nemen aan het verdrag omdat Oekraïne dit goedkeurt. Omdat Donetsk verdragspartij mag zijn, gaan Donetsk en Rusland hierin mee.
Inhoudelijk gaat het over de staatsaansprakelijkheid. Rusland wil dit deels dragen, mits Donetsk de mogelijkheden toebedeeld krijgt om een fatsoenlijke staat op te bouwen. Bovendien biedt Rusland een handelsunie aan. Donetsk wil ook wel staatsaansprakelijkheid nemen, maar dan moet er wel erkenning zijn voor Donetsk als staat. Oekraïne is van mening dat zij eerder slachtoffer zijn van de omstandigheden rondom de MH17, dus zij willen geen aansprakelijkheid nemen. Wel stellen zij hun grondgebied open voor onderzoekers die in andere delen van Oekraïne dan Donetsk hun onderzoek willen uitvoeren.
Er wordt afgesproken dat het verdrag beëindigd mag worden bij een onrechtmatige daad of als alle verdragspartijen het hiermee eens zijn dat het verdrag beëindigd wordt. Dit betekent dus dat nieuwe verdragspartijen die later toetreden ook invloed hebben op dit proces.
Immuniteit houdt in dat je niet aansprakelijk gesteld kan worden voor wat je hebt gedaan. Normaal gesproken is iedereen die ergens verantwoordelijk voor is, ook aansprakelijk voor als er iets opdoet. De uitzondering op die aansprakelijkheid is de immuniteit. Deze komt in twee varianten.
Functionele immuniteit: immuniteit die toekomt aan degene die een bepaalde taak doet. Dit is niet voor privéhandelingen.
Absolute (persoonlijke) immuniteit: immuniteit die niet alleen voor arbeidshandelingen, maar ook voor privéhandelingen geldt. Deze wordt bij hoge uitzondering verleend, zoals aan het staatshoofd en aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat aantekeningen bij de hoorcolleges en werkgroepen van de afgelopen jaren
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3421 |
Add new contribution