Rechtseconomie - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018
- 1972 reads
Bereken de kosten die nog niet gegeven zijn:
Q | TK | CK | VK | GTK | GVK | GCK | MC | ||
0 | 24 |
|
|
| 0-1 | ||||
1 |
|
|
|
|
|
| 1-2 |
| |
2 |
|
| 50 |
|
| 2-3 |
| ||
3 | 108 |
|
|
|
|
| 3-4 | 52 | |
4 |
|
|
|
|
| 4-5 |
| ||
5 |
|
|
| 39.2 |
| 5-6 |
| ||
6 |
|
|
| 47 |
|
|
Wat moet je doen om een octrooi te verkrijgen? Zijn er redenen waarom bedrijven er liever geen aanvragen
Wat zijn de rechtseconomische problemen gerelateerd aan octrooien?
De overheid moet één groot stuk onroerend goed kopen om één satellietvolgstation te bouwen. Er is slechts één geschikte plaats. Moet de overheid de eigenaar kunnen dwingen om het onroerend goed tegen een redelijke marktwaarde te verkopen?
Lazer-printers genereren Fijnstof. Welke instrumenten kunnen worden gebruikt om de samenleving te beschermen?
Transavia overboekt altijd haar vluchten. Onderzoek dit vanuit een rechtseconomische perspectief.
Vraag 1
Constante kosten zijn altijd hetzelfde en zijn daarom overal 24. MC bereken je door het verschil te bereken tussen het produceren van 0-1 product of tussen 1-2 producten en zo verder. Dus MC in het eerste vakje = TK1-TK0 = 40-24 = 16. GTK = TK/Q. GVK = VK/Q. GCK = CK/Q.
Q | TK | CK | VK | GTK | GVK | GCK | MC | ||
0 | 24 | 24 | 0 | -0 | -0 | -0 | 0-1 | 16 | |
1 | 40 (24 +16) (omdat de MC 16 is bij het produceren van 0 producten) | 24 | Vk = 40 – 24 = 16 | 40/1 = 40 | 16/1=16 | 24/1=24 | 1-2 | 74-40=34 | |
2 | 24+50 = 74 | 24 | 50 | 74/2 = 37 | 50/2=25 | 24/2=12 | 2-3 | 108-74=34 | |
3 | 108 | 24 | 108-24=84 | 108/3=36 | 84/3=28 | 24/3=8 | 3-4 | 52 | |
4 | 160 (108+52) | 24 | 160-24=136 | 160/4=40 | 136/4=34 | 24/4=6 | 4-5 | 220-160=60 | |
5 | 196+24=220 | 24 | 39,2 x 5 = 196 | 220/5=44 | 39.2 | 24/5=4,8 | 5-6 | 282-220=62 | |
6 | 47 x 6 = 282 | 24 | 282-24=258 | 47 | 258/6=43 | 24/6=4 |
Eerst moet men een octrooi aanvragen. Voor Nederland geldt dat dit kan voor een periode van 20 jaar, waarbij je elk jaar een extra bijdrage moet betalen voor dat recht. Men doet dit alleen als je gelooft in jouw product, dat je gelooft dat het succes gaat hebben. Gemiddelde duur van een octrooi is 9 jaar. Bedrijven proberen zo bescherming te hebben. Nadeel is dat prijs hoog is. Marktmacht leidt tot minder efficiënt gebruik. En concurrent wordt minder gestimuleerd om product de ontwikkelen. Dus veel kosten aan verbonden. En dus kosten in veel landen om het recht te onderhouden. Een nadeel is dat andere bedrijven jouw product gaan namaken. Wanneer begint het namaken? 18 maanden na octrooi aanvraag wordt het idee publiek gemaakt en kan het wordt nagemaakt. Probleem is dat je voor octrooi je product heel goed gedetailleerd moet omschrijven. Je krijgt bescherming, wettelijk, maar je moet wel openbaren wat je hebt uitgevonden, anders kan het niet beschermd worden. Je krijg bescherming in 1 land, niet meteen in meerdere landen. Dus dan is het beter om octrooi ook in andere landen aan te vragen, anders wordt in andere landen jouw product niet beschermd. Het probleem is dat het dan in andere landen alsnog nagemaakt kan worden. Een ander algemeen probleem is dat concurrerende bedrijven kunnen zien wat je uitgevonden hebt en dat ze dan 1 klein ding kunnen veranderen en dan kunnen zij ook octrooi aanvragen en gewoon met jou in concurrentie treden. Dat is niet handig als je bescherming wilt hebben. Het resultaat is uiteindelijk vaak dat er sprake is van directe mededinging. Daarom kiezen veel bedrijven ervoor dingen geheim te houden en dus geen octrooi aan te vragen.
Een bedrijf dat veel octrooien heeft, kan ervoor zorgen dat er minder uitvindingen worden gedaan. Verder creëert men dan een monopolypositie, dit is nadelig voor de consument, doordat een monopolist zelf zijn prijs kan bepalen. Een ander nadeel is dat bepaalde producten soms niet kunnen worden gemaakt, omdat een product opgebouwd is uit onderdelen die beschermd zijn, dan is het moeilijk voor een concurrerend bedrijf om een soortgelijk product op de markt te krijgen, zoals bij auto’s. Dan krijg je niet genoeg mededing in verschillende producten. Dan is er marktbelemmering die niet in het voordeel werkt van de maatschappij.
Als de overheid dwingt, is het nooit goed voor de werking van de markt. Probleem is dat er maar 1 geschikte plaats is en dat de verkoper daardoor meer kan vragen voor zijn stuk grond. Aanbod beperkt, dan kan de prijs omhoog. Hoe bepaal je de prijs? Je kunt dan kijken naar wat de eigenaar er zelf voor betaald heeft of kijken naar soortgelijke stukken grond. De kans is groot dat de uiteindelijke prijs afwijkt van de marktprijs. Hoe ga je daar als overheid mee om, en hoeveel ga je betalen.
Je kunt kiezen voor belasting op het apparaat zelf of belasting heffen op iets wat rekening houdt met het niveau van activiteit, in dit geval zou men cartridges kunnen belasten. Dan kijken we naar negatieve externe effecten. Dat heeft deze printer. Waarbij je wil dat mensen worden beschermd, in dit geval voor fijnstof. En dat wil men het liefst doen via het activiteitniveau die verband houdt met het risico.
Lege stoelen zijn duurder, dan mensen die er niet meer bij kunnen een schadevergoeding te geven. Dit is een manier om de winst te maximaliseren. Ze verdienen aan mensen die niet komen opdagen. En ze weten dat er een gemiddeld procent niet op komt dagen, en op die manier berekenen hoeveel ze extra kunnen boeken. Verder weten veel mensen niet waar ze recht op hebben en keren ze dus niet altijd ook daadwerkelijk die 600 euro schadevergoeding uit. Ook is het zo dat een vliegmaatschappij vaak eerst zegt dat het overmacht was, zodat ze niks hoeven uit te keren. Verder moet het krijgen van schadevergoeding wel de moeite waard zijn, een vliegmaatschappij doet vaak moeilijk over het toekennen van een schadevergoeding dat de gemiddelde burger snel geneigd is om niet te veel moeite te doen voor het krijgen van de schadevergoeding, omdat er veel tijd in kan gaan zitten.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten uit 2017/2018, behorende bij het vak Rechtseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1918 |
Add new contribution