Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

H5. Welke vormen van schadevergoeding kent de wet?

44. Inleiding

Het aansprakelijkheidsrecht in de praktijk bestaat eigenlijk uit twee fases. De eerste fase is de vestigingsfase. En de tweede fase is de omvangsfase. In de vorige drie hoofdstukken zijn de grondslagen voor aansprakelijkheid behandeld. In dit hoofdstuk wordt de omvangsfase behandeld die in afdeling 6.1.10 BW te vinden is. Daarin wordt dus niet meer gekeken naar of er sprake is van aansprakelijkheid maar naar wat de omvang van de schade is. Behalve in de artikelen 6:107 BW -108 BW van die afdeling die gedeeltelijk nog wel te maken hebben met de vestigingsfase. Deze artikelen beantwoorden de vraag of de aansprakelijke ook jegens de in die artikelen genoemde derden onrechtmatig heeft gehandeld. Vanwege het karakter van die artikelen worden die wel tot de vestigingsfase gerekend. 

Afdeling 6.1.10 BW ziet ook op andere wettelijke verplichtingen uit het burgerlijk recht zoals  de schadevergoedingsplicht wegens tekortkoming van een verbintenis, onrechtmatige daad, zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. Het is belangrijk om te weten dat afd. 6.1.10 (m.u.v. art 6:109 BW) van regelend recht is. Het is van toepassing op verplichtingen tot schadevergoeding die voortkomen uit het BW en andere privaatrechtelijke verplichtingen. Maar kan dus ook worden 'weggecontracteerd' in een overeenkomst. 

Er liggen twee beginselen ten grondslag aan afdeling 6.1.10 BW. Het eerste beginsel is dat schade volledig moet worden vergoed. Dit beginsel wankelt wel omdat er veel uitzonderingen op zijn. Het tweede beginsel is dat schade door middel van geld moet worden vergoed. 

Ook is het belangrijk om te weten dat een rechter ter vaststelling van de omvang van de schade een zaak verwijzen naar de zogenaamde schadestaatprocedure (artikel 612 Rv). Dit gebeurd vrij vaak. 

45. Wat is de aard van het schadebegrip? Welke soorten schade zijn er? Wat zijn de bijzondere regels voor de smartengeldvordering en de vorm van schadevergoeding?

De aard van het schadebegrip

De wet kent geen definitie voor het begrip schade. Er is veel discussie geweest in de literatuur of schade een feitelijk begrip is of een normatief begrip. Deze opvattingen hebben inmiddels geresulteerd in de (juridische) definitie van schade dat schade een gemengd, dat wel zeggen feitelijk-juridisch, begrip is. Aangezien beide elementen (feitelijk en normatief) terugkomen in de vraag of er sprake is van schade. Bijvoorbeeld de vraag of een slachtoffer dat in coma ligt immateriële schade lijdt. Die moet dan abstract worden berekend aan de hand een abstracte schadeberekening. In dit geval is dat de vraag wat het verlies van de kans op schade is als het slachtoffer niet in coma was beland. Hier zien we dus een feitelijk en een normatief element.

Soorten schade

In artikel 6:95 lid 1 BW wordt een onderscheid aangebracht tussen vermogensschade en ander, immaterieel nadeel. Immateriële schade kan alleen worden vergoed als daarvoor een grondslag is te vinden in de wet. Een andere veel gebruikte onderscheiding is die tussen personenschade, zaakschade en zuivere vermogensschade. Met zuivere vermogensschade wordt bedoeld dat de schade niet te herleiden valt tot personenschade of zaakschade. Wanneer in bepalingen wordt verwezen naar de ‘aard van de schade’ doelt men op dit onderscheid.

Bijzondere regels voor de vordering tot smartengeld (art. 6:95 lid 2 BW)

Het is in elk geval niet mogelijk om beslag te leggen op een vordering tot smartengeld. Dit betekent dat de vordering ook nooit in een faillisementsboedel kan vallen. Dat is gezien het bijzondere karakter van de vordering ook goed te begrijpen. Een belangrijk detail is wel dat dit alleen geld voor de vordering. Als het smartengeld wel is ontvangen, kan er wel beslag worden gelegd op de vordering en valt deze ook in een faillisementsboedel. Ook overgang onder algemene titel is slechts mogelijk als de rechthebbende aan de aansprakelijke heeft medegedeeld aanspraak te willen maken op smartengeld. De Hoge Raad heeft dit mededelingsvereiste uitgewerkt in het arrest Ruijzendaal/St. Paul International Insurance (HR 3 februari 2006, NJ 2006, 121). Ook valt de vordering voor smartengeld buiten de huwelijksgemeenschap omdat deze bijzonder verknocht is aan een persoon. 

Vorm van schadevergoeding

Het uitgangspunt is dat een schadevergoeding in geld wordt voldaan. Hier zijn uitzonderingen op te vinden. Zo is er bijvoorbeeld rectificatie als een bijzondere vorm van schadevergoeding die niet in geld is uit te drukken (art. 6:167 BW). Ook kan de rechter op vordering van de benadeelde een schadevergoeding in een andere vorm dan geld toekennen.

46. Wat komt er als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking?

Vermogensschade komt voor vergoeding in aanmerking wanneer er sprake is van:
(1) redelijke kosten ter voorkomen of beperking van schade,
(2) redelijke kosten om de schade en aansprakelijkheid vast te stellen,
(3) redelijke kosten om voldoening buiten rechte te krijgen (incassokosten). 

Ten aanzien van deze laatste twee soorten kosten gelden er nog wat bijzondere regels. Als partijen ter zake een bedrag overeen zijn gekomen, kan de rechter dit ambtshalve nog matigen. Een andere regel is dat onder omstandigheden uitgaven die hun doel hebben gemist ook voor vergoeding in aanmerking komen. Dan moet je denken aan redelijke kosten ter voorkoming of beperking van de schade, redelijke kosten ter vaststelling van de omvang van de schade, redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Ook kan je dan denken aan uitgaven die hun doel hebben gemist. Een voorbeeld daarvoor is dat door een onrechtmatige verwonding een gepland theaterbezoek geen doorgang heeft kunnen vinden. Volgens de Parlementaire Geschiedenis heeft de benadeelde dan ook recht op vergoeding van dat soort kosten ondanks dat er geen causaal verband bestaat tussen de gemaakte kosten en de verwonding. 

47. Wanneer komt immateriële schade voor vergoeding in aanmerking?

De centrale bepaling rondom immateriële schade is artikel 6:106 BW. Immateriële schade wordt zeker niet in alle gevallen vergoed, deze schade valt namelijk vaak niet met geld te compenseren. Daarom wordt deze alleen vergoed als daarvoor een grondslag is te vinden in de wet. Deze terughoudendheid komt vanuit die gedachte dat geld niet alle wonden kan helen. Art. 6:106 bepaald dat er recht is op smartengeld wanneer (1) het het doel was immateriële schade aan te brengen, (2) de benadeelde persoonlijk is aangetast en (3) er sprake is van de aantasting van de nagedachtenis van een overledene.

Van persoonsaantasting is sprake wanneer er sprake is van psychisch letsel of ernstige inbreuk op een fundamenteel recht (bijvoorbeeld een inbreuk op privacy). De rechter kan de vergoeding bepalen. Hij moet hierbij rekening houden met alle omstandigheden van het geval, zoals de aard van de aansprakelijkheid en de ernst, duur en intensiteit van het verdriet.

48. Hoe wordt de hoogte van een schadevergoeding begroot?

Algemeen

De rechter krijgt veel vrijheid van de wet om schade te begroten. Hij mag de schade zo begroten dat deze het meest in overeenstemming is met de aard van de schade (6:97 BW). De feitenrechter krijgt ook veel vrijheid bij de schadebegroting en is daarbij niet gebonden aan de regels van stel- en bewijslast. De uitspraken op dit gebied zijn dus erg uiteenlopend.

Abstracte schadebegroting

Het artikel 6:97 BW vormt ook de basis voor de zogenoemde abstracte schadebegroting of abstrace schadeberekening. Soms schrijft de wet deze vorm van schadeberekening ook voor (zie bijvoorbeeld artikel 6:119 BW en artikel 7:26 BW). Een voorbeeld hiervan is als A onrechtmatig schade toe brengt aan de auto van B. Als B zijn auto bij een garage zou repareren zou hem dat €5000,- kosten. Als B zijn auto zelf repareert, omdat hij handig is met auto's, voor €500 is de concrete schade €500. Als de schade dan abstract wordt berekend wordt B zijn eigen reparatie buiten beschouwing gelaten en is de schade €5000. Een kenmerk van de abstracte schadeberekening is dat de aansprakelijke persoon niet wordt toegelaten in tegenbewijs dat de concrete schade veel lager is.

De grens van de abstracte schadebegroting is bereikt wanneer de beschadigde zaak helemaal geen relevant economische waarde meer heeft en er dus geen sprake is van vermogensvermindering. Soms wordt deze methode ook gebruikt bij de berekening van personenschade. Wanneer er geen sprake is van een normale gang van zaken (bijv. de mogelijkheid in het voorbeeld om de schade in de garage te laten repareren), kan de abstracte schadeberekening niet worden toegepast. In deze gevallen kan de omvang van de schade namelijk niet in abstracto worden bepaald, omdat het verbonden is met de omstandigheden van het geval.

Begroting op winst van aansprakelijke en begroting toekomstige schade

De rechter heeft daarnaast de bevoegdheid de schade van een benadeelde te begroten op basis van de winst die de veroorzaker heeft gemaakt als gevolg van zijn onrechtmatige handeling.

Art. 6:105 lid 1 BW stelt dat de rechter kan kiezen de begroting uit te stellen of de schade bij voorbaat te begroten wanneer de schade nog niet ingetreden is. De aansprakelijke kan worden veroordeeld tot een schadevergoeding die hij in een keer of periodiek moet betalen. De rechter zal er in het laatste geval rekening mee moeten houden dat de hoogte van de periodieke betaling na een tijd niet meer reëel, omdat er nieuwe omstandigheden optreden waar de rechter in beginsel geen rekening mee kon houden. De rechter kan om deze reden bepalen dat de hoogte van de periodieke bepaling op verzoek kan worden gewijzigd.

48a. Hoe gaat de toerekening naar redelijkheid in zijn werk?

Algemeen

Of iemand aansprakelijk is voor bepaalde schade kan niet altijd worden volstaan met de vereisten van 6:162 BW. Niet alle schade die in een csqn-verband staat met de onrechtmatige gedraging moet voor rekening van de veroorzaker komen. Bijvoorbeeld als iemand door een aanrijding een file veroorzaakt waardoor iemand in de file zijn vlucht mist en daardoor een belangrijke deal voor zijn bedrijf misloopt. Omdat de sluizen van de aansprakelijkheid niet te ver open moeten staan (floodgate-argument, denk maar aan de zaken uit de VS) is er dus een correctiemechanisme om de 'blinde' werking van het csqn-verband te corrigeren. Die functie heeft artikel 6:98 BW. Het csqn-verband bepaalt de feitelijke oorzaak van schade, artikel 6:98 BW gaat juist over de bepaling van de juridische schade.

Te wegen factoren

De factoren die de rechter meeweegt in zijn oordeel over de toerekening naar redelijkheid zijn de aard van de aansprakelijkheid en de aard van de schade. Daarnaast kijkt de rechter ook naar de mate waarin de veroorzaker van de schade een verwijt kan worden gemaakt van zijn onrechtmatige gedrag, de aard van de gedraging, de strekking van de geschonden norm, de mate waarin het geval verwijderd is van de onrechtmatige gedraging (domino-effect waarin verschillende mensen achtereenvolgens schade oplopen) en de mate van voorzienbaarheid. Los van deze lijst mag de rechter ook andere factoren meewegen als hij dat nodig acht. De rechter dient sowieso alle omstandigheden van het geval te betrekken in zijn oordeel. Hierover zijn ook verschillende leerstukken ontstaan. De rechter heeft dus relatief veel vrijheid maar dient wel expliciet te benadrukken welk leerstuk hij heeft gebruikt in zijn oordeel.

49. Wanneer is er sprake van voordeelstoerekening?

Als eenzelfde gebeurtenis, naast de schade, ook voordeel heeft opgeleverd komt dit, voor zover dit redelijk is, in mindering bij de vaststelling van de schade. Dit wordt de voordeelstoerekening genoemd. Aangezien artikel 6:100 BW de woorden 'voor zover dit redelijk is' bevat heeft de rechter hierin tamelijk veel vrijheid. De bedoeling van deze regel is dat moet worden voorkomen dat de benadeelde zijn schade dubbel vergoed krijgt en dat een dader niet profiteert van voordelen die aan de benadeelde toevallen dankzij jarenlange premiebetaling voor een verzekering. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je van te voren afspreekt om bijvoorbeeld een verzekeringsvergoeding te delen. Fictieve of toekomstige immateriële voordelen mogen ook niet worden verrekend. 

Wel is de vraag welke overige gevallen voordelen wel mogen worden verrekend moeilijk worden beantwoord. Zo worden bespaarde kosten verrekend, maar uitkeringen uit vrijgevigheid weer niet. Ook uitkeringen van sociale verzekeringen worden verrekend, maar een uitkering op grond van een sommenverzekering wordt in geval van overlijden niet verrekend.

50. Hoe zit het met het leerstuk van eigen schuld?

De verantwoordelijkheid van het slachtoffer wordt naar voren gebracht in het leerstuk van eigen schuld. Soms draagt een slachtoffer ook zelf bij aan zijn schade. Een slachtoffer kan op drie manieren bijdragen aan zijn eigen schade (art. 6:101 BW):

  1. Door medeverantwoordelijkheid voor een ongeval;

  2. Door medeverantwoordelijkheid voor de omvang van de schade;

  3. Het slachtoffer heeft geen schadebeperkende maatregelen genomen.

Artikel 6:101 lid 2 BW bevat een 'twee-fasen-toets'. Eerst wordt de schade verdeeld over de aansprakelijke en beandeelde door te kijken naar het causale verband. Vervolgens kan het resultaat daarvan worden gecorrigeerd met de billijkheidstoets. Eigen schuld ziet namelijk niet alleen op eigen gedragingen van het slachtoffer. Ook zaken die binnen de risico-sfeer van het slachtoffer vallen worden meegerekend. Bijvoorbeeld als een kind van jonger dan 14 jaar een door een derde veroorzaakte brand blust met benzine. De ouders dragen immers de risico-aansprakelijkheid voor hun kinder(en) jonger dan 14 jaar.

51. Wat is de positie van derden die schade hebben geleden door verwonding of overlijden van het primaire slachtoffer (letsel- en overlijdensschade)?

De regel voor een vergoeding voor vermogensschade als gevolg van personenschade staat beschreven in art. 6:107-108 BW. 

De gewonde persoon zelf heeft recht op een vergoeding van immateriële- en vermogensschade, denk bijvoorbeeld aan medische kosten. Een derde kan in dit verband schade vorderen op het gebied van kosten voor medicijnen en verpleging. Echter kan alleen datgene vergoed worden wat de benadeelde zelf ook vergoed had kunnen krijgen. De kosten die de derde op grond van art. 6:107 kan terugvorderen zijn dus verplaatste kosten.

Affectieschade

Oorspronkelijk gaven artikel 6:107 en 6:108 BW alleen regeling voor vergoeding van vermogensschade die het gevolg is van personenschade. Sinds 1 januari 2019 is de Wet vergoeding affectieschade in werking getreden en bepalen de artikelen nu dat daarin genoemde personen automatisch recht hebben op een (bij AMvB) gefixeerd bedrag aan smartengeld bij ernstig en blijvend letsel. Hieronder valt ook geestelijk letsel of het overlijden van een nauwe verwant. De vergoeding verloopt niet automatisch wanneer dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Bijvoorbeeld als een echtgenoot affectieschade vordert terwijl deze al lang geleden met de Noorderzon bij zijn/haar wederhelft vertrokken is. De bedragen zijn in elk geval gefixeerd in de AMvB om pijnlijke discussies daarover te voorkomen. 

De auteur merkt hierbij op dat deze wet, op het moment van schrijven van het boek, nog vrij nieuw is en daardoor ongetwijfeld nog aan een ontwikkeling zal worden onderworpen.

Tot slot is nog belangrijk om te vermelden dat wanneer een werknemer door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is letsel oploopt, de werkgever het loon waar geen arbeid tegenoverstaat en de kosten voor re-integratie kan terugvorderen.

52. Wanneer kan een schadevergoeding worden gematigd?

De rechter kan ervoor kiezen de wettelijke verplichting tot schadevergoeding te matigen wanneer dit tot onaanvaardbare gevolgen voor de aansprakelijke leidt. In de praktijk blijkt dat er meer sprake is van een matigingsplicht. Wanneer aan de voorwaarden voor matiging is voldaan, moet de rechter matigen. De rechter dient dan wel met alle omstandigheden van het geval rekening te houden.

 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Follow the author: Anouar
More contributions of WorldSupporter author: Anouar:
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
4993