Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Sturing en Stofwisseling HC3: Microscopie van de gonaden

HC3: Microscopie van de gonaden

Algemene informatie

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
    • In dit college wordt de microscopische anatomie van de vrouwelijke en mannelijke gonaden besproken
  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
    • Alle onderwerpen in dit college worden ook behandeld in de literatuur
  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
    • Er zijn geen recente ontwikkelingen besproken
  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
    • Er zijn geen opmerkingen over het tentamen gemaakt
  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
    • Er zijn geen mogelijke vragen behandeld

Vrouw

De tractus urogenitalis van een vrouw bestaat uit:

  • Uro
    • Nieren
    • Ureters
    • Blaas
    • Urethra
  • Genitalis
    • Ovarium
    • Tuba uterina
    • Uterus
    • Vagina
    • Vulva

De uterus:

De uterus heeft de grootte van een vuist of mandarijn. De uterus bestaat uit 3 delen:

  • Isthmus
    • De cervix (baarmoederhals) sluit via de isthmus aan op de vagina
  • Corpus: het grootste dele van de uterus
  • Fundus: de bovenkant van de uterus

Ter hoogte van de fundus van de uterus zitten 3 "waslijntjes":

  • Ovarium keten
    • Ligamentum suspensorium ovarium
    • Ovarium
    • Ligamentum prorium ovarium
  • Tuba uterina
  • Ligamentum rotundum/ligamentum teres uteri

Hieromheen zit het ligamentum latum, een mesenterium laag bestaande uit een dubbele laag visceraal peritoneum. Dit ligamentum latum bestaat uit 3 gedeeltes:

  • Mesosalpinx: gedeelte naar de tuba uterina
  • Mesovarium: gedeelte naar het ovarium
  • Mesometrium: gedeelte naar beneden/de rest

Ter hoogte van de cervix krijgt het ligamentum latum andere namen:

  • Ligamentum sacro-uterina: gedeelte dat naar achteren loopt
  • Parametrium: gedeelte dat opzij gaat
  • Pubovesicale: gedeelte dat naar voren (richting de blaas) gaat

Er zijn twee holtes:

  • Excavatio recto-uterina/douglas pouch: achter de uterus
  • Excavatio vesico-uterina: voor de uterus, tegen de blaas aan
    • Bijna niet zichtbaar

De uterus heeft een bepaalde stand in het lichaam:

  • Anteversie: naar voren
  • Anteflexie: gekromd naar voren
  • Retroversio dextra: rechterkant iets meer naar achteren

Langs het ligamentum ovarii lopen de bloedvaten:

  • Arteria ovarica
    • Ontspringt hoog uit de aorta
    • Loopt langs het ligamentum suspensorium ovarii
  • Vena ovarica
    • Linker vena ovarica: ontspringt uit de vena renalis
    • Rechter vena ovarica: ontspringt uit de vena cava inferior

De arteria uterina ontspringt uit de arteria iliaca interna en loopt over in de:

  • Ramus tubarius (richting de uterus)
    • Ontstaat als de arteria ovarica fuseert met de arteria uterina
  • Ramus vaginalis (richting de vagina)

De arteria uterina doorbloed dus de uterus en vagina.

Ovarium:

Het ovarium bestaat uit 3 delen:

  • Cortex: de buitenkant
    • Hier liggen de primordiale follikels
      • Zijn ter bescherming omringd door een folliculaire bindweefsellaag
      • Elke maand gaan een aantal follikels verder delen en verder ontwikkelen
      • Een follikel bestaat uit een oöcyt + squamus/platte granulosumcellen
        • Primaire follikels zijn omringd door kubische granulosumcellen
  • Medulla: de binnenkant
    • Bevat bloedvaten, lymfevaten en zenuwen
    • Bevat geen follikels/oöcyten
  • Peritoneum: omringt de cortex
    • Bestaat uit mesotheel
    • Wordt ook wel geminatief epitheel genoemd

Follikels:

De oögonia (oerkiemcellen) beginnen voor de geboorte aan de reductiedelingen. Dit proces stopt halverwege de eerste reductiedeling, er komt dan een folliculaire bindweefsellaag omheen. Er zijn dan primordiale follikels. Pas in de puberteit komt de verdere ontwikkeling tot stand.

Primordiale follikels ontwikkelen zich van primaire, tot secundaire, tot Graafse follikels. Als er geen primordiale follikels meer over zijn komt de vrouw in de overgang. Het Graafs follikel het is de follikel waaruit de eisprong gaat plaatsvinden. Dit follikel is het meeste ontwikkeld. In het follikel zitten granulosa cellen, waaruit een deel van de vrouwelijke geslachtshormonen ontstaan.

Na het ontstaan van een Graafs follikel volgt de ovulatie, waar wel of geen bevruchting plaatsvindt. Als bevruchting plaatsvindt, ontstaat uit het follikel het corpus luteum (gele lichaam):

  1. Als het ovarium openbarst komt er bloed in het follikel
  2. Als dit bloed wordt afgebroken ontstaat bilirubine → geeft het corpus luteum een gele kleur
  3. Er worden hormonen geproduceerd waardoor het corpus luteum in stand blijft → het corpus luteum onderhoud de eicel
    • Een corpus luteum bestaat uit 2 type cellen die hormonen maken:
      • Folliculaire luteïne cellen
      • Theca luteïne cellen
  4. Uit het corpus luteum ontstaat het corpus luteum gravidarum
    • De theca interna en de granulosa cellen zorgen hier voor de productie van bepaalde hormonen
    • Wordt steeds groter → neemt uiteindelijk bijna alle ruimte in het ovarium in omdat er heel veel hormoon aangemaakt moet worden
  5. Uit het corpus luteum gravidarum ontstaat het corpus albicans, een littekenklontje/weefsel

Als er geen bevruchting plaatsvindt ontstaat vanuit het corpus luteum het corpus albicans. Follikels die geen Graafse follikels worden ondergaan atresie en vormen glasmembranen van Slavjanski.

De folliculaire fase loopt synchroon met de proliferatiefase, de luteale fase loopt gelijk met de secretiefase.

Een Graafse follikel bestaat uit:

  • Antrum: binnenkant
  • Cumulus oöphorus
    • Primaire oöcyt in de cumulus oöphorus
      • Zona pellucida: eischil om het eitje heen
      • Corona radiata: om de zona pellucida, binnenste laag van cumuluscellen
  • Theca interna: stevigheid
    • Zorgt na de eisprong voor het vervolg van de hormoonproductie
    • LH en FSH zorgen ervoor dat het ovarium in de juiste staat is voor de eisprong.
  • Theca externa: stevigheid

Tuba uterina:

De tuba uterina heeft meerdere functies:

  • De cellen zorgen ervoor dat er veel glycogeen of glucose aanwezig is voor voeding van de eicellen
    • Dit gebeurt d.m.v. stiftcellen
  • In het epitheel zitten cilia → zorgen ervoor dat de eicellen d.m.v. vloeistofstroom verplaatst worden naar de uterus
  • Fimbriae aan het begin van de uterus bedekken het ovarium en zijn open naar de peritoneaalholte
    • Bedekken de plaats van de eisprong zodat het eitje niet in de peritoneaalholte terechtkomt
    • Sluiten aan op het brede deel van de tuba uterina (de ampulla) die overgaat in het smalle deel van de tuba uterina (de isthmus)
  • Het infundibulum is het gedeelte tussen de ampulla en de fimbriae

Het lumen van de tuba uterina wordt steeds nauwer → wordt klein gehouden doordat het voor een groot deel is gevuld met epitheel.

Uterus:

Uit de tuba uterina volgt de baarmoeder:

  • Het perimetrium zit aan de buitenkant van het myometrium
  • Myometrium: bestaat voor het grootste deel uit glad spierweefsel: het myometrium
    • Bestaat uit 4 lagen:
      • Buitenste laag: longitudinale gladde spiercellen
      • Middelste laag: circulaire gladde spiercellen
        • Hierin liggen bloedvaten die naar het endometrium gaan
      • Stratum vasculaire
      • Binnenste laag: longitudinale gladde spiercellen
  • Het endometrium is de epitheellaag (actielaag) aan de binnenkant van het myometrium
    • Heeft altijd een stratum basale, waaruit elke maand het stratum functionele wordt gevormd
      • Hierin liggen een groot deel van de kliercellen
    • Bestaat uit stiftcellen (secretoir) en trilhaarcellen

De vascularisatie van de uterus bestaat uit twee arteriae uterinae die zich verdelen over de oppervlakte van de uterus. Deze vormen anastomosen, waaruit de arteriae arcuatae in de stratum vasculare ontstaan:

  1. Radiale arteriën: in het myometrium
  2. Rechte arteriën: in het stratum basale
    • Gaan verder dan de spiraalvormige arteriën naar het stratum functionale
      • Liggen hier vlak onder het oppervlak
  3. Spiraalvormige arteriën: in het stratum functionale
    • Kunnen makkelijk afgeknepen worden → veroorzaken ischemie in het stratum functionale → sterft af

De spiraalvormige arteriën staan via de capillairen in contact met de venen. De venen bevatten veneuze meren: verdikkingen waarin veel bloed zit. Dit ontstaat doordat er geen lymfe in het endometrium zit en al het vocht alsnog moet worden afgevoerd.

Endometrium:

Het endometrium verandert cyclisch:

  1. De proliferatieve fase (dag 6-14) start
    • Het stratum functionale wordt opgebouwd
    • In het begin is het stratum basale ongeveer 1 mm dik
      • Er zijn dan alleen nog maar kliercellen
    • Met behulp van re-epithaliasatie worden er epitheelcellen opgebouwd
    • Door celdeling vindt er groei van het volume plaats
    • Aan het eind van deze fase vindt ovulatie plaats
    • Het endometrium is ongeveer 3 mm dik
  2. De secretoire fase (dag 15-28) start
    • Het endometrium is klaar
    • De cellen hypertrofiëren maar vermenigvuldigen niet
    • De klieren worden groter en gaan glucoserijk vocht bevatten
    • De gekronkelde vaatjes ontstaan
  3. De menstruele fase (dag 1-5) start (eventueel)
    • De klieren stoppen met het produceren van stoffen
    • Na 2 dagen gaat het epitheel kapot → het stratum functionale laat los

De man

Belangrijke geslachtsorganen van de man zijn:

  • Urethra
  • Ampulla
  • Ductus ejaculatorius
  • Ductus deferens
  • Epididymis
  • Testis

De testis:

De gonaden ontstaan intraperitoneaal. Om te dalen naar het scrotum moeten de testes door de buikwand heen. Dit gebeurt door een uitstulping van de buikwand.

De buikwand bestaat van buiten naar binnen uit:

  • M. obliquus abdominalis externus en internus
  • M. transversus abdominis
  • Fascia transversalis

Deze lagen zijn dus ook aanwezig in de testis:

  • M. obliquus abdominalis externus en internus → respectievelijk fascia spermatica externa en musculus cremaster
    • De musculus cremaster zorgt voor de hoogte en dus voor de temperatuur van de testes
  • Fascia transversalis → fascia spermatica interna
  • Peritoneale bekleding → tunica vaginalis

De spermacellen worden via het vas deferens naar de urethra gevoerd.

De vascularisatie vindt plaats via:

  • Arteria testicularis: geeft de testikel bloed
  • Arteria cremasterica: geeft de spier bloedt
  • Arteria ductus deferes: geeft de vas deferens bloed
  • Plexus pampiniformis: bloedafvoer

De testis bestaat aan de buitenkant uit verschillende structuren:

  • Buitenkant: de tunica albugina
    • Een bindweefsellaag
  • Binnenkant: lobuli
    • In elke lob zit een tubuli seminiferi (een lang buisje) waarin de spermatozoöen worden gevormd
      • Alle tubuli kronkelen en komen op dezelfde plaats uit: de rete testis
      • Dit begint niet deels voor de geboorte, zoals bij vrouwen → mannen hebben spermatogonische stamcellen
      • De productie gaat continu
      • Uit elke cel ontstaan 4 spermacellen
        • Er zijn dus geen poollichaampjes
      • Spermatozoöen worden niet herkend door het immuunsysteem → kunnen afgebroken worden

De tubuli seminiferi komen in het mediastinum testis bij elkaar. Hier ligt dus de rete testis. De sertolicellen vormen de binnenkant van deze buisjes. Tussen de tubuli seminiferi liggen de Leydig cellen, die door LH allerlei hormonen vormen (bijv. androgenen en testosteron).

De testis is omringd door de dubbel gelaagde tunica vaginalis en heeft hierbinnen een holte, waardoor hij voldoende ruimte heeft om zich te bewegen. Uit de testikels komen de ductuli efferentes, die aansluiten op een lange buis: de epididymis (bijbal). Hier "leren" de spermatozoöen "zwemmen"/bevruchten.

Sertolicellen:

De sertolicellen vormen de bloed-testis barrière. Hierdoor worden de spermatozoöen beschermd:

  1. Terwijl de spermatozoöen gevormd worden, vormen ze bruggetjes met elkaar
    • Ze gaan "hand in hand"
  2. De spermatozoöen kunnen zo tegelijkertijd door de bloed-testis barrière gaan
    • Dit gebeurt van de basale naar de luminale kant van de sertolicellen

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
This content is used in:

Hoorcolleges, patiëntdemonstraties en (proef)tentamens bij Sturing en Stofwisseling 2019/2020

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2956