Aantekening:
Wat is een verbintenis (obligatio): Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking van rechten en plichten (een recht met een daarmee corresponderende plicht). Het privaatrecht bestaat uit het vermogensrecht, en dit laat zich weer opsplitsen in enerzijds het verbintenissenrecht (BW 3 en 6) en anderzijds het goederenrecht (BW 3 en 5).
Verbintenissenrecht gaat over de verhouding van persoon tot persoon. Een verbintenis ontstaat door Art. 6:1 BW. Dit is een algemene bepaling. Iedere verbintenis moet een grondslag hebben in de weg, HR Quint/te Poel nuanceert dit door te stellen dat niet iedere verbintenis een grondslag hoeft te hebben in de wet. Verbintenissen kunnen ontstaan uit overeenkomsten of uit de wet (zoals de onrechtmatige daad). Een verbintenis is het rechtsgevolg van een overeenkomst.
De eerste 4 weken gaat het over verbintenissen uit overeenkomst, daarna over verbintenissen uit de wet.
Overeenkomsten ontstaan door aanbod en aanvaarding (Art. 6:217 BW). Een geldig aanbod ontstaat door een wil + verklaring. Hetzelfde geldt voor de aanvaarding (Art. 3:33 BW). In Art. 6:213 BW staat dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is, door dat aanbod en de aanvaarding.
In 3:34 BW staat dat als je een geestelijke stoornis hebt, er geen sprake kan zijn van een wil. In Art. 3:35 BW staat de wilsvertrouwensleer: Is de wil doorslaggevend of de verklaring? Art. 3:37 BW regelt de verklaring.
Iedere overeenkomst is een rechtshandeling, maar niet iedere rechtshandeling is een overeenkomst.
Voor elke overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling vereist. Een eenzijdige overeenkomst, bv. schenkingsovereenkomst, is er een plicht tot levering. Het recht is het recht op levering. Er is dan één verbintenis, er is geen tegenprestatie. Dit is een eenzijdige overeenkomst.
Een meerzijdige overeenkomst, bv. koop, heeft twee verbintenissen, namelijk recht op levering, de plicht tot levering en de plicht tot betaling en recht op betaling. Dit is een wederkerige overeenkomst.
Opdracht 1
Is in de volgende zaak een overeenkomst tot stand gekomen?
Van den Meijdenberg versus Logifeed BV
1.Vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist - mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden - het volgende vast.
1.1. Op 7 februari 1994 vond een landbouwbeurs plaats te Zuidlaren. Een van de standhouders was Logifeed. In haar stand stond een zelfrijdende mengvoerwagen, merk RMH, met een capa-citeit van 12 m3.
1.2. Van den Meijdenberg en zijn echtgenote bezochten deze landbouwbeurs samen met het echtpaar Hermus. Toen de echtgenote van Van den Meijdenberg en mevrouw Hermus langs de stand van Logifeed liepen, heeft standhouder Veurink, die het gezelschap niet kende, een mededeling gedaan. Daarbij is een bedrag van f 106.000 genoemd. De echtgenote van Van den Meijdenberg heeft vervolgens haar man geroepen.....read more
Add new contribution