Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Obsessive Compulsive Disorder (OCS): Geschatte prevalentie is 1-3% bij volwassenen en 1% bij jongeren. Het is de 4de meest voorkomende psychologische stoornis
Obsessies:
Compulsies:
90% van de gezonde control deelnemers rapporteren negatieve intrusies. Klinische experts kunnen maar ‘normale’ van ‘abnormale’ intrusies onderscheiden. Klinische niet-klinische obsessies onderscheiden zich in interpretatie, stress, hardnekkigheid, moeite om te onderdrukken en frequentie
Smetvrees: dwangmatig wassen, zoals compulsief schoonmaken en ritueel handen wassen
Cognitieve domeinen in OCS
comorbiditeit van ocs
Studie naar effecten van herhaaldelijk checken ondervond een verminderd zelfvertrouwen in het uitvoeren en details en levendigheid van herinnering. Dit verklaard waarom mensen met OCS zovaak controleren, ze hebben namelijk een minder zekere herinnering door herhaling.
Psychologische behandelingen OCS
Two factor therapie van Mowler
Gedachten (intrusies): intrusies zijn een serieuze waarschuwing voor gevaar: ramp+ spanning. Inntrusies leiden tot veiligheidshandelingen, die actief zijn (wassen, controleren) en passieve handelingen (vermijding) die zorgen voor een tijdelijke spanningsreductie. Op lange duur leidt dit tot uit de hand gelopen routinegedrag
Posttraumatische stressstoornis (PTSS):
A) Iemand maakt een ingrijpende gebeurtenis mee
vier symptoomclusters
Intrusies: herbelevingen, nachtmerries, flashbacks
vermijding van emotionele associaties met trauma
negatieve cognities over jezelf, anderen en de wereld
prikkelbaarheid, niet kunnen concentreren, overmatige waakzaamheid
B) er is sprake van herbelevingen en niet alleen nare herinneringen
C) Na een traumatische ervaring worden oa de volgende basisovertuigingen aangetast. hierdoor is er een gevoel van constante dreiging
veiligheid: het overkomt mij niet, alleen anderen
rechtvaardigheid: de wereld is rechtvaardig
juistheid: als ik goed doe, gebeuren er goede dingen
D) Cognitieve domeinen zijn aangedaan
E) verhoogde arousal (minimaal 2 voor calssificatie)
geïrriteerdheid en woede uitbarstingen
Roekeloosheid en zelfdestructief gedrag
Hyperalertheid
Overdreven schrikreacties
Concentratieproblemen
Slaapproblemen: doorslapen/niet kunnen slapen/nachtmerries
Emotioneel misbruik (i.e. negatieve verbale kritiek, vijandigheid) en emotionele verwaarlozing (i.e. psychologische niet beschikbaar) kunnen leiden tot trauma symptomen, maar hoort niet bij classificatie van het A-criterium van PTSS
Risicofactoren voor PTSS: life time 7.8- 8.7%, 12 maanden 3.5%
Comorbiditeit
Maar een klein deel van de mensen die een trauma meemaken ontwikkelen PTSS
Voornamelijk oorlog en verkrachting gerelateerde trauma’s zijn leiden tot PTSS. Dit komt doordat individuele verantwoordelijk hier invloed kan uitoefenen
(Complexe) PTSS
DSM geschiedenis:
stromingen binnen psychologie:
taken therapeuten
DSM classificaties: labels om symptomen te ordenen
DSM limitaties
DSM classificatie werkt het best als:
Alternatieven voor DSM
RDOC limitaties:
HITOP limitaties:
Netwerkmodel limitaties:
Drie secties DSM
Voorbeelden van "overige specifieke" condities zijn:
Criteria voor een stoornis: voorbeeld van persisiterende rouwstoornis
DSM-5-TR is van de APA en wordt veelal gebruikt in westerse landen. gaat alleen over mentale stoornissen. Wordt ook gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Als je een berekening doet, kun je op 636.120 manieren voldoen aan de criteria van PTSS, leidt dus tot hogere prevalenties en heterogeniteit.
ICD-11 is van de World Health Organization en wordt ook in landen met lage inkomens gebruikt. includeert ook somatische problematiek. heeft eenvoudige beschrijvingen van stoornissen, in eenvoudige taal, zodat het makkelijk gebruikt kan worden, ook in landen waar men minder bronnen heeft voor uitvoerige diagnostiek. Leidt tot meer bruikbaarheid, maar ook minder beetrouwbaarheid. Zo zijn er minder specifieke criteria. Wordt voornamelijk gebruikt voor klinisch werk. Als je een berekening doet, kun je op 27 manieren voldoen aan de criteria van PTSS
.....read moreCriteria voor Depressie
Lastige zaken omtrent depressie
Multifactoriële ontstaan Depressie
Behandeling Depressie (op basis van lichte naar zware vormen van depressie)
Verschillende therapiemethodes
Wat werkt?
Cognitieve Gedragstherapie (CGT)
Voorbeelden van gedragsactivatie (BA)
→ Hierbij noteert de patiënt zijn gemoedsstemming
lagen van negatieve cognities
Omgaan met negatieve gedachten “ik faal altijd”
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT)
Bij psychopathologie is kritisch nadenken belangrijk omdat er sprake is van een hoge prevalentie, de etiologie is onbekend, er een beperkte effectiviteit van behandelingen is
DSM-5: 7 classificaties (1880) → 419 classificaties (2012). Is van belang voor orde scheppen in de chaos, door eenduidigheid te scheppen in symptomen. Waardoor we beter evidence based behandelingen kunnen onderzoeken en gebruiken
→ kritiek: iedere patiënt heeft een unieke set aan symptomen en vaak is er ook sprake van comorbiditeit, heeft het dus eigenlijk wel nut om te classificeren? vb een groep van 3703 patiënten met unipolaire depressie bleken 1030 unieke combinaties van symptomen te hebben
kritiek op classificeren
Voorbeeld netwerktheorie van groep opstellen: 840 patiënten met unipolaire depressie → Quick Inventory of Depressieve Symptomatologie stelt 12 depressie symptomen op baseline vast → hiertussen LI-geregulariseerde partiële correlaties ondervonden
(Voorbeeld) Netwerktheorie van DSM Symptomen van 12 verschillende stoornissen:
(Voorbeeld) Netwerktheorie van problemen
wat leert zo’n netwerk ons?
Mogelijke zaken om mee te nemen in je netwerk:
→ kritische kanttekening: alle symptomen zijn zo erg verbonden met bepaalde elementen. Kan je dan psychopathologie dan wel echt te onderscheiden van de rest?. Een symptoom netwerk doet dus meer recht aan de complexiteit van psychopathologie, maar heet net als elke andere benadering beperkingen
Klassiek ziektemodel: er is een bepaalde ziekte die bepaalde symptomen veroorzaakt. Een behandeling pakt deze ziekte aan en zo zullen de symptomen/klachten verdwijnen.
Vb behandeling → bacterie in longen → tuberculose → hoestklachten, nachtzweten etc
Momentele kijk:
Angstoornis: subjectief lijden/gehinderd worden door een abnormale angstrespons. Dit is houdt in dat de intensiteit van de response niet in verhouding is tot de ernst van de dreiging en heeft dus niet te maken met de aard van de angstresponse zelf.
Soorten angststoornissen:
Tot 59 neemt de prevalentie van angststoornissen toe, na de 60 is er sprake van een dip (meer dan een halvering)
Cruciale elementen angststoornissen
G-schema: Gebeurtenis → angstige driehoek (gedrag, gedachte, gevoel) → gevolgen
Verdere zaken omtrent angststoornissen:
Theoretische modellen van informatieverwerking: Het filter is handig, tenzij deze wordt gestuurd door maladaptieve schema’s. Dit zorgt dan voor interpretatiebias.
Interpretatiebias testen: Homografen (woorden met twee betekenissen) worden getoont. Hiermee moet de participant een zin vormen.
Behandeling
Cognitieve technieken:
Gedragsexperiment: Testjes bedenken om vertekeningen en als… dan verwachtingen te toetsen. Gebeurt creatief, collaboratief (samen) en middels een stappenplan
1. Wat is de gedachten/verwachting? Indien mogelijk formuleer
Obsessive Compulsive Disorder (OCS): Geschatte prevalentie is 1-3% bij volwassenen en 1% bij jongeren. Het is de 4de meest voorkomende psychologische stoornis
Obsessies:
Compulsies:
90% van de gezonde control deelnemers rapporteren negatieve intrusies. Klinische experts kunnen maar ‘normale’ van ‘abnormale’ intrusies onderscheiden. Klinische niet-klinische obsessies onderscheiden zich in interpretatie, stress, hardnekkigheid, moeite om te onderdrukken en frequentie
Smetvrees: dwangmatig wassen, zoals compulsief schoonmaken en ritueel handen wassen
Cognitieve domeinen in OCS
comorbiditeit van ocs
Studie naar effecten van herhaaldelijk checken ondervond een verminderd zelfvertrouwen in het uitvoeren en details en levendigheid van herinnering. Dit verklaard waarom mensen met OCS zovaak controleren, ze hebben namelijk een minder zekere herinnering door herhaling.
Psychologische behandelingen OCS
Two factor therapie van Mowler
Gedachten (intrusies): intrusies zijn een serieuze waarschuwing voor gevaar: ramp+ spanning. Inntrusies leiden tot veiligheidshandelingen, die actief zijn (wassen, controleren) en passieve handelingen (vermijding) die zorgen voor een tijdelijke spanningsreductie. Op lange duur leidt dit tot uit de hand gelopen routinegedrag
Posttraumatische stressstoornis (PTSS):
A) Iemand maakt een ingrijpende gebeurtenis mee
vier symptoomclusters
Intrusies:
Forensische settings
Doelgroep
Risk-Need-Responsivity Model
Big 4: tellen zwaar mee
Geschiedenis van antisociaal gedrag
Antisociaal persoonlijkheidspatroon
Antisociale cognities
Antisociaal netwerk: bvb crimineel netwerk
Moderate 4: tellen minder zwaar mee
Familie/gezinsomstandigheden
School/werk
Vrije tijd/ontspanning
Middelengebruik
Need
Dynamische noden: gebaseerd op risico
Intensiteit van de behandeling wordt aangepast aan risico. Minder hoog risico leidt tot een minder intensieve behandeling
Responsiviteit: de behandeling moet aansluit bij de dader, zoals zijn intellect, persoonlijke stijl
Stoornissen in de forensische setting
Narcistische persoonlijkheidsstoornis: algemeen 0.2-3.3%, in forensische setting 30%
Antisociale persoonlijkheidsstoornis: 0,2-3,3%. In FS 30%
Borderline persoonlijkheidsstoornis: 1,5-5.9% in FS 30%. vaker bij vrouwen gediagnosticeerd
Psychopathie
Factor 1: affectief/interpersoonlijke
Affectief: gebrek aan schuld, emotioneel vlak, gebrek aan empathie, gebrek aan verantwoordelijkheid
Interpersoonlijk: gladheid/oppervlakkige charme, grandioos, pathologisch liegen, bedriegen/manipuleren
Factor 2: antisociale/levensstijl
Antisociaal: slechte gedragscontrole, vroege gedragsproblemen, delinquent gedrag in de jeugd, intrekking van voorwaardelijke vrijlating, criminele veelzijdigheid
Levensstijl: nood aan stimulatie, gebrek aan realistische lange termijn doelen, parasitische levensstijl (leven op anderen), impulsiviteit, onverantwoordelijkheid
Andere
Promiscue seksueel gedrag
Veel korte termijn relaties
Risicotaxatie:
Diagnostiek:
Biologisch | Psychologisch | Sociaal | |
Voorbeschikkendheid | genetisch kwetsbaar | jeugdtrauma | (omgang met) ziekte in de familie |
Uitlokkend | ontsteking, letsel | stress | ingrijpende gebeurtenis |
Onderhoudend | conditieverlies | ongerustheid | weinig sociale steun |
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution