Image

Hoorcollege 10 Psychologie als Wetenschap 2023 Universiteit Utrecht

College 10: Itemanalyse en transformaties 

 
Itemanalyse; het doel van deze analyse is het verkrijgen van een optimale test (of schaal); met zo weinig als mogelijk items zo’n hoog mogelijke betrouwbaarheid voor testscore. De scores die je toekent kan je ordenen. NB. Dit zonder verlies van inhoudsvaliditeit. Het is de volgende procedure
  • Factoranalyse ter beoordeling van eendimensionaliteit. Je wilt een selectie van items. 
  • Selecteer items voor schaal 
  • Codeer items in zelfde richting. Een hoge code, betekent veel van het kenmerk. 
  • Betrouwbaarheidsanalyse met Cronbach’s alfa voor schatting betrouwbaarheid. Geeft een 
  • betrouwbaarheid van de hele schaal, maar ook van de afzonderlijke items. 
  • Itemanalyse voor selecteren items voor schaalscore. Hierdoor komen we tot een definitieve selectie, dus een definitieve schaal. 
 
Selectiecriteria test-items
Het doel van prestatieniveautest: personen betrouwbaaronderscheiden. Er zijn dus veel verschillende scores nodig, die we dan weer kunnen ordenen. Je wilt de optimale score krijgen. 
 
Criteria itemselectie 
  • Test (of schaal) moet zo goed als mogelijk differentiëren (Heeft te maken met onderscheiden)
  • Testbetrouwbaarheid zo hoog als mogelijk (heeft te maken met betrouwbaarheid)
Hoe? 
  • realiseer een test met de grootste spreiding testscores: 
  • kies voor items die ‘goed’ differentiëren
  • kies voor items die onderling ‘sterk’ samenhangen
Met wat? 
  •  itemvarianties (Sg/2); hoe groter hoe meer differentiatie. Je wilt dus veel spreiding. 
  • inter-itemcorrelaties (R gh); hoe hoger hoe betrouwbaarder. 
  • Inter-itemcorrelaties
Itemcorrelatie:
  • Voor elk item is er een correlatie met alle overige items. 
  • Is er een samenvattende maat voor de correlatie van item i met alle overig 
  • items? Dan maak je gebruik van: 
  • Item-totaalcorrelatie (Item-total correlation). Dit is de hele test. 
  • Correlatie ri,x tussen item (i) en testscore (X). —> rit - waarde
  • Item-restcorrelatie (Item-rest correlation). Dit is de correlatie met het item en de overige items. 
  • Correlatie ri,(X-g) tussen item (i) en score op test zonder item (X - g). —> rit - waarde
  • Bij de SPSS output kijken bij: corrected item-total correlation. 
 
Resultaat itemselectie : Gevolgen procedure itemselectie: 
  • Een zo betrouwbaar als mogelijke test. 
  • Globaal een zo goed als mogelijk differentiërende test. 
  • Een test die nauwkeurig meet in midden van verdeling: 
  • maakt differentiatie voor middengroepen goed mogelijk. 
Cronbach’s alfa (coëfficiënt alpha)
  • de Cronbach’s alfa is een procedure voor het schatten van  de betrouwbaarheid, met Likert achtige schalen. 
  • Populaire methode betrouwbaarheidsschatting testscore.
  • Voor items met meer dan twee geordende categorieën.
  • Voor homogene set van items (eendimensionaal).
 
Kuder-Richardson 20 (KR-20)
  • Speciaal geval van Cronbach’s alfa 
  • Voor dichotome items (positief = 1, negatief = 0; goed = 
  • 1, fout = 0). Je kan alleen maar 0 of 1 toekennen. 
  • Voor homogene set van items (eendimensionaal).
  • Itemmoeilijkheid p
  • Prestatieniveautest met dichotome items 0 = negatief/fout 1 = postief/goed 
 
Itemmoeilijkheid pi 
  • De proportie van de respondenten dat het item positief/goed heeft beantwoord. Het is het aantal mensen die 1 hebben gescoord. Hoe hoger de moeilijkheid, hoe makkelijker het item. Dus hoe populairder het item. 
  • pi = p-waarde = itemmoeilijkheid
  • Transformaties 
  • Interpretatie testscore 
 
Normgericht (norm referenced) 
  • vergelijking testscore binnen de groep of populatie —> relatief meten, dus vergelijken groep. 
  • We verzamelen dan alle informatie van de groep of populatie (normgroep) —> norm referenced beoordelen
 
Criteriumgericht (criterion referenced) 
  • vergelijking testscore met vooraf gestelde maatstaf of standaard —> absoluut meten
  • Ontwikkel criteria voor beoordeling —> criterion referenced beoordelen. (Minimale score) 
 
Normering: 
  • Bepalen van verdeling van testscores in populatie. (Voor normgericht)
  • Bepalen van standaard voor beoordeling, wat vastgelegd is door deskundige (crtiteriumgericht) 
 
Transformeren: Het omzetten van ruwe testscores naar gestandaardiseerde scores met als doel: beschrijven, vergelijken en beoordelen van de scores. 
 
Prestatieniveautests (we beoordelen iemand obv scores, waarbij we de maximale prestatie willen)
  • voor vaststellen van maximaal mogelijke ‘prestatie’. Je wilt zo goed mogelijk zijn. 
  • voor onderscheiden van prestatieniveaus of ontwikkeling
  •  voor beschrijven van verdeling kenmerk in de populatie. Dus groepskenmerken. 
 
(Lineaire) transformaties
  1.  Standaard z-transformatie Levert z-scores op. M = 0 (gemiddelde van 0), SD = 1 (standaardafwijking van 1)—> lineaire transformatie
2) Standaard score transformatie score met bepaalde/gewenste M en SD Voorbeelden: IQ-score, T-score —> lineaire transformaties
  1.  Percentielscore transformatie 
Percentielscore (percentile rank) 
Percentiel —> niet lineaire transformatie. Ze hebben geen interval meetniveau meer
 
Standaard z-transformatie 
  • Standaard z-transformatie: Als een eigenschap in populatie theoretisch normaalverdeeld en de geobserveerde testscores (steekproef) zijn ook normaalverdeeld: —> ruwe testscores naar zscores transformeren. Stoornissen zijn niet normaal verdeeld bijvoorbeeld. 
  • Voorwaarden transformatie:Ruwe testscores minimaal interval of ratio meetniveau (interval heeft dezelfde betekenis, ratio 0 punt. En 0 is ook een afwezigheid van het kenmerk) 
  • Ruwe testscores (bij benadering) normaal verdeeld. (Loopt van -3 tot 3). 
 
Gevolgen transformatie: 
  • Interval meetniveau blijft na transformatie interval. 
  • Vorm van de verdeling blijft ongewijzigd. 
  • Na transformatie: gemiddelde = 0 en standaardafwijking = 1 
 
Standaard score 
  • Als een eigenschap in populatie 
  • theoretisch normaalverdeeld en de geobserveerde testscores zijn ook normaalverdeeld: —> z-scores transformeren naar Standaard scores met een gewenste M en gewenste SD. 
 
Voorwaarden transformatie: 
  • Ruwe testscores minimaal interval meetniveau. 
  •  Ruwe testscores (bij benadering) normaalverdeeld. 
 
Gevolgen transformatie:
  • Intervalschaal blijft na transformatie intervalschaal. 
  • Vorm van verdeling blijft ongewijzigd. 
  • Na transformatie: gemiddelde = a, standaardafwijking = b, die beide gewenst zijn. 
  • Lineair getransformeerde scores hebben een gemiddelde en standaardafwijking naar wens: 
  •  Z-scores (0, 1) zijn positief of negatief met decimalen. 
  • T-scores (50, 10) zijn positief en zonder decimalen. 
  • IQ-scores (100, 15) zijn positief en zonder decimalen.
 
Percentielscoring
  • Het omzetten van ruwe scores in percentielscores. Hierbij minder beroep op normaalverdeling. 
  • Percentiel is de waarde van een testscore waarvoor geldt dat een bepaalde proportie (.25, .50, .90) in de groep (of populatie) dezelfde of lagere testscore heeft. Kijk dia 39. 
 
Voorwaarden transformatie: 
  • De testscores hebben minimaal ordinaal meetniveau. Dus een lager meetniveau. 
  • Voor berekenen percentielscores heb je alle scores van de groep (populatie) nodig. 
  • Geen voorwaarde voor verdeling scores. Het is een toepassing die bijna altijd kan. 
 
Gevolgen transformatie: 
  • Transformatie resulteert in homogene verdeling, dus niet in een normale verdeling. 
  • Betekenis van de intervallen tussen opeenvolgende percentielscores is ongelijk —> ordinaal meetniveau. 
  • Gemiddelde en standaardafwijking van percentielscores hebben geen betekenis. 
  • - Let op. Er is een verschil tussen percentielscore en percentiel.
 
Tests voor prestatieniveau (maximum performance tests): Kijken naar kennis en vaardigheden (achievement) en naar competenties (aptitude)
We hebben hierbij 2 soorten: 
1. Snelheidstest (speed test) In beperkte tijd zo veel als mogelijk opgaven van zelfde moeilijkheid beantwoorden. 
2. Niveau test (power test) Opgaven in oplopende moeilijkheid zonder tijdsdruk.
 
Test voor voor gedragswijzen (typical response tests)
Meet gedrag, houding en persoonlijkheid. Het zijn vaak (likert) schalen voor gedrag, kenmerken, symptomen of attitudes. 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Follow the author: Yara Claassen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Statistics
1316