Recht en bestuur - Thema
- 12613 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In Drunen zouden 22 bewoners, waaronder M, illegaal grond in gebruik hebben genomen. De eigenaar, de gemeente, zou hebben kunnen revindiceren binnen twintig jaar, de termijn voor verjaring. M en de anderen stapten naar de rechter om te laten verklaren dat zij al minstens 20 jaar bezitter van de grond waren.
Het Hof overwoog dat M en de anderen inderdaad eigenaar waren geworden door verjaring. De gemeente tekende cassatieberoep aan omdat niet onmiddellijk zichtbaar was geweest dat M en de anderen de grond in gebruik hadden genomen, dus volgens de gemeente was de verjaringstermijn niet direct ingegaan.
Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, moet naar verkeersopvattingen op grond van uiterlijke feiten worden beoordeeld, met in achtneming van art. 3:109 e.v. BW. Bezit moet daarom ondubbelzinnig en openbaar zijn. De gemeente stelde dat het dit niet was. De Hoge Raad verwierp deze klacht omdat de gemeente redelijkerwijs wel op de hoogte had kunnen zijn door de omheining, onderhoud, bouw van hutten, jeu-de-boulesbaan en opslagplaats.
Dit betekent echter niet dat oorspronkelijke rechthebbenden na twintig jaar altijd met lege handen staan. De Hoge Raad oordeelde in de overwegingen ten overvloede namelijk dat zij zich, als aan alle voorwaarden is voldaan, nog kunnen beroepen op de onrechtmatige daad. Dit kan een vordering tot schadevergoeding of tot overdracht van de in bezit genomen grond opleveren.
In dit arrest heeft Hoge Raad dus wat nodig is voor bezit uitgewerkt. Kenbaarheid is vereist, maar dit is kenbaarheid na gericht onderzoek ter plaatse. De rechthebbende hoeft niet daadwerkelijk kennis hebben gehad, maar moet die kennis gehad kunnen hebben.
Het meest verrassende van dit arrest is de opening naar de onrechtmatige daad om het gat van de verjaring te dichten. Het in bezit nemen en houden van een zaak, wetend dat een ander daarvan eigenaar is, is onrechtmatig. Er moet ook schade zijn, maar verlies van grond betekent dat de grond niet geëxploiteerd kan wroden, dus er is al snel sprake van schade. Het gaat hier om schade door bezitsverlies, want eigendomsverlies is er pas na de verjaring.
Door de verschuiving in dit arrest, rijst de vraag of een vordering naast de onrechtmatige daad ook zou kunnen worden gebaseerd op de ongerechtvaardigde verrijking. Sommige schrijvers vinden van wel, maar anderen vinden dat art. 3:312 BW hieraan in de weg staat. Toch lijkt de Hoge Raad de weg hiernaartoe geopend te hebben in dit arrest.
De Hoge Raad heeft dus revindicatie binnen de verjaringstermijn en teruggave op grond van onrechtmatige daad na verkrijging door verjaring, boven de verkeersopvattingen gesteld in dit arrest. Het was fijn geweest als de Hoge Raad nog duidelijker was geweest over de verdeling van de stelplicht en de bewijslast, maar daar gaf het cassatiemiddel geen aanleiding toe. De rechtspraak betreffende dit onderwerp kan (en moet wellicht) dus nog verder worden uitgebreid.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1339 | 1 |
Add new contribution