Beginselen van de democratische rechtsstaat - UL - Oefententamen 2010

Open vragen

Vraag 1

In de klassiek-liberale opvatting over de rechtsstaat neemt de binding van de overheid aan de wet een centrale plaats in. In deze opvatting vervult de wet een aantal functies. Omschrijf twee van die functies.

Vraag 2

Lees het nu volgende nieuwsbericht uit NRC Handelsblad van 4 juni 2009:

“Politici die kritiek leveren op de rechter moeten in hun toonzetting in elk geval respect voor de positie van de rechter uitdrukken.”

Dit zei de president van de Hoge Raad, Geert Corstens, gisteren bij de presentatie van het jaarverslag. Corstens signaleert dat politici steeds vaker openlijke kritiek hebben op de rechtspraak. Onlangs lieten minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) en de Amsterdamse burgemeester Cohen weten ongelukkig te zijn met vonnissen voor geweld tegen agenten. Volgens Corstens moeten politici de rechter niet alleen respecteren maar dat respect ook actief uitdragen. [..]

  1. Geef een argument, samenhangend met de eisen van de democratische rechtsstaat, dat de hierboven weergegeven stelling van de heer Corstens onderbouwt.

  2. Geef een argument, samenhangend met de eisen van de democratische rechtsstaat, dat tegen deze stelling van de heer Corstens kan worden ingebracht.

Vraag 3

De heer Tuinman, als ambtenaar werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), heeft heimelijk een grote hekel aan Roma (zigeuners). Als de heer Tuinman op een kwade dag een krantenartikel leest over de uitzetting van Roma in Frankrijk, laat hij zijn schroom varen. Hij schrijft een opruiende ingezonden brief voor een landelijk dagblad, waarin hij zich in zeer boude, negatieve bewoordingen over Roma uitlaat en voorstelt om ‘het Franse voorbeeld te volgen’. Tuinman ondertekent de brief met zijn naam en functie. Zijn brief wordt echter niet geplaatst. Tuinman belt daarop de krantenredactie. Tegenover de hoofdredacteur stelt hij onder meer dat het niet-plaatsen van zijn brief in strijd is met het grondwettelijk censuurverbod (art. 7 lid 1 Grondwet).

  1. Met betrekking tot de werking van grondrechten wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen verticale en horizontale werking van grondrechten. Leg uit welk van deze twee soorten in de bovenstaande casus aan de orde is.

In het telefoongesprek weet Tuinman de hoofdredacteur over te halen de brief toch te plaatsen. Enkele dagen later verschijnt deze in de krant. Als de chef van de heer Tuinman bij de IND de brief onder ogen krijgt, wordt Tuinman op staande voet ontslagen. Tuinman vecht zijn ontslag daarop aan bij de bestuursrechter. Tegenover de rechtbank stelt hij onder meer dat zijn ontslag een ontoelaatbare inbreuk op zijn door art. 7 Grondwet beschermde vrijheid van meningsuiting inhoudt.

  1. Kan de heer Tuinman zich als ambtenaar op art. 7 Grondwet beroepen, en zo ja in hoeverre? [In uw antwoord hoeft u niet in te gaan op de vraag of het beroep ook kans van slagen heeft.] (2 punten)

De heer Tuinman is tevens lid van de gemeenteraad in zijn woonplaats, namens de partij Lokaal Belang. In de gemeente is een groot woonwagenkamp gevestigd, alwaar een heel actieve Vereniging voor Roma-belangen zijn hoofdkwartier heeft.

Tijdens een raadsvergadering doet Tuinman het voorstel om een gemeentelijke verordening op te stellen waarin het in stand houden van een vereniging ‘die opkomt voor de belangen van zigeuners’ wordt verboden, omdat volgens hem ‘algemeen bekend is dat zigeuners op grote schaal de openbare orde verstoren’.

Geen van de andere fracties in de raad steunt evenwel zijn voorstel. De burgemeester stelt tijdens de raadsvergadering dat het in het licht van de grondwettelijk gewaarborgde verenigingsvrijheid onmogelijk is om in een gemeentelijke verordening een bepaling van deze strekking op te nemen.

  1. Leg uit of de burgemeester gelijk heeft.

Vraag 4

Op 3 september 2010 werden de onderhandelingen over een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV, door de PVV plotseling afgebroken in reactie op een naar buiten gekomen brief van CDA-medeonderhandelaar Ab Klink. ‘De inzet en uitgangspunten van het CDA en van de PVV zijn – zo is me allengs duidelijker geworden – te verschillend om verzoend te kunnen worden via een programmatisch regeerakkoord’, aldus de brief.

Toen Klink luttele dagen later zijn Kamerzetel ter beschikking stelde, vormde dit voor de PVV-fractie aanleiding op haar standpunt terug te komen, hetgeen door de VVD- en CDA-fracties lopende een consultatieronde bij het staatshoofd aanstonds werd verwelkomd. Nadat informateur Tjeenk Willink de aldus ontstane staatsrechtelijke gaten in het formatieproces had gedicht, kon informateur Opstelten zijn werkzaamheden hervatten.

  1. Had de CDA-fractie Klink naar aanleiding van het gerezen meningsverschil kunnen verplichten zijn Kamerzetel ter beschikking te stellen?

  2. Stel: Klink had zijn Kamerzetel niet ter beschikking gesteld en het CDA-congres (de ledenvergadering van de partij) stemde in met het onderhandelingsresultaat van VVD, PVV en CDA. Zou Klink dan als volksvertegenwoordiger bij het uitbrengen van zijn stem in de Tweede Kamer aan deze congresuitspraak (juridisch) gebonden zijn geweest?

5. Joop de Bruin is door de politie gearresteerd nadat hij op enkele moskeeën leuzen heeft geschilderd. De strekking van deze leuzen was dat er in Nederland geen plaats meer is voor moslims. De Bruin wordt vervolgd door het openbaar ministerie en door de rechtbank veroordeeld vanwege het aanzetten tot haat tegen en discriminatie van moslims. De Bruin vindt dit een schandalige aantasting van zijn vrijheid van meningsuiting en verklaart in de media dat hij geen enkel vertrouwen meer heeft in het Nederlandse rechtssysteem.

  1. De Bruin wil van het individuele klachtrecht zoals dat is neergelegd in het EVRM gebruik maken door direct na de uitspraak van de rechtbank een klacht tegen de Nederlandse Staat in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. Zal het EHRM deze klacht ontvankelijk verklaren? (2 punten)

  2. Indien het EHRM een uitspraak doet in een zaak die een individu tegen Nederland heeft aangespannen, is de Nederlandse staat dan verplicht deze uitspraak na te leven? (1 punt)

Antwoordindicatie open vragen

Vraag 1

  • De wet fungeert als waarborg voor rechtsgelijkheid, omdat die bestaat uit algemene, voor iedereen geldende, regels.

  • De wet fungeert als grondslag voor machtsuitoefening en ingrijpen in de rechten en vrijheden van de burgers door de overheid.

  • De wet bevordert rechtszekerheid, aangezien de wetten algemeen bekend worden gemaakt en iedereen dus kan weten welke regels gelden.

Vraag 2a

Een van de volgende argumenten kan worden genoemd:

  • Het vloeit voor uit de, tot de rechtsstaat behorende, eis van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht dat politici (behorend tot de uitvoerende macht en/of wetgevende macht) in hun toonzetting respect tonen voor de positie van de onafhankelijke rechter [anders komt de vrije oordeelsvorming van de rechter te zeer onder druk te staan].

  • Het vloeit voor uit de, tot de rechtsstaat behorende, eis van de scheiding der machten dat politici, behorend tot de wetgevende en/of uitvoerende macht, in hun toonzetting respect tonen voor de positie van de onafhankelijke rechter [anders komt de vrije oordeelsvorming van de rechter te zeer onder druk te staan].

  • Het is belangrijk voor het goed functioneren van de rechtsstaat dat politici, behorend tot de uitvoerende macht en/of wetgevende macht, in hun toonzetting het belang van een onafhankelijke rechterlijke macht, als kernelement van de rechtsstaat, actief uitdragen.

Vraag 2b

Een van de volgende argumenten kan worden genoemd:

  • Politici hebben vrijheid van meningsuiting (een van de grondrechten die in onze rechtsstaat gelden). Zij hebben het recht hun eigen woorden en toonzetting te kiezen (behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet). Ook het geven van een mening over een uitspraak van een rechter valt onder die vrijheid. Door hun mening te geven leveren de politici een bijdrage aan een maatschappelijk debat.

  • Veel politici (zij het niet alle) zijn democratisch gekozen. Het is belangrijk voor het functioneren van de democratie, een kernelement van de democratische rechtsstaat, dat democratisch gekozen politici hun mening kunnen uitspreken als vertolking van de mening van de kiezers, ook als die mening een uitspraak van de rechter betreft.

  • Het is, gelet op de onafhankelijke positie van de rechterlijke macht, passend dat politici zich niet uitspreken over een zaak die nog onder de rechter is. Maar zodra een uitspraak onherroepelijk is geworden, hebben (gekozen en niet-gekozen) politici het recht om over deze uitspraak hun mening te geven. Aldus leveren zij een bijdrage aan een maatschappelijk en politiek debat.

Vraag 3a

Het gaat hier om horizontale werking, want Tuinman beroept zich op een grondrecht in een geschil met een andere private persoon/onderneming. (Er is hier geen sprake van een geschil met de overheid, dus geen ‘verticale’ relatie.)

Vraag 3b

Ja. Naar de huidige rechtsopvatting gelden grondrechten in beginsel onverkort voor personen die ten opzichte van de overheid in een bijzondere rechtsverhouding staan, zoals ambtenaren. Wel kunnen op grondslag van de grondwettelijke beperkingsclausules of clausuleringen voor deze personen in een speciale wet meer en andere beperkingen worden vastgesteld dan voor burgers in het algemeen gelden [zie bijv. art. 125a Ambtenarenwet of art. 15 lid 4 Grondwet].

Vraag 3c

Artikel 8 Grondwet garandeert de verenigingsvrijheid. Volgens dit artikel is beperking van dit grondrecht slechts mogelijk door de wetgever in formele zin (‘bij de wet’), dus niet d.m.v. een gemeentelijke verordening.. (De burgemeester heeft dus gelijk.)

Vraag 4a

Nee. Artikel 67, derde lid, Grondwet bevat het beginsel van vrij mandaat, hetgeen in de huidige tijd onder meer betekent dat een afgevaardigde niet door een politieke partij of fractie verplicht kan worden zijn zetel op te zeggen.

Vraag 4b

Nee. Artikel 67, derde lid, Grondwet brengt ook tot uitdrukking dat de kamerleden op eigen verantwoording en onafhankelijk zitting hebben in de vertegenwoordigende instelling. Zij hoeven geen opdrachten uit te voeren van degenen die hen hebben gekozen. Dit geldt ook voor besluiten van partijorganen.

Vraag 5a

Nee, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zal de klacht van De Bruin niet-ontvankelijk verklaren, omdat nog niet alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, art. 35 EVRM.

Vraag 5b

Op grond van artikel 46 EVRM (0,5 punt) hebben de uitspraken en ontvankelijkheidsbeslissingen van het EHRM bindende kracht (0,5 punt). (De Nederlandse staat is dus verplicht deze na te leven).

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2582