Oefententamens Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden
- 4815 reads
In de uitspraak ‘Siervogels’ verzoeken eisers bij de bestuursrechter om een schadevergoeding van het college van burgemeester en wethouders wegens schade als gevolg van onrechtmatig handelen.
Aan welke eisen moet een dergelijke vordering op grond van onrechtmatige daad tegen de overheid voldoen om te kunnen slagen? (5 punten)
Geef gemotiveerd aan waarom in dit geval aan de vereisten van toerekenbaarheid en onrechtmatigheid is voldaan. (5 punten)
Hadden eisers hun vordering tot schadevergoeding ook bij de civiele rechter aanhangig kunnen maken? (5 punten)
In het arrest Van der Weerd (niet verplicht voorgeschreven) overwoog het Hof van Justitie van de Europese Unie:
“Blijkens vaste rechtspraak is het bij het ontbreken van een desbetreffende gemeenschapsregeling een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke lidstaat om de bevoegde rechter aan te wijzen en de procesregels te geven voor de rechtsvorderingen die ertoe strekken de rechten te beschermen die de justitiabelen aan het gemeenschapsrecht ontlenen.”
Hoe wordt bovengenoemd uitgangspunt van het Unierecht genoemd? (5 punten)
Welke twee grenzen (beginselen) stelt het Unierecht aan de hierboven beschreven vrijheid van de lidstaten? Benoem de twee beginselen en geef in eigen woorden aan wat ze inhouden. (5 punten)
Geef een voorbeeld van een uitspraak waaruit blijkt dat de toepassing van een van bovengenoemde beginselen grote gevolgen kan hebben voor de toepassing van het nationale bestuurs(proces)recht en licht uw voorbeeld toe. (5 punten)
De gemeente Rotterdam heeft ervoor gekozen om binnen de gemeentegrenzen vuurwerkvrije zones in te stellen. Artikel 2:73 van de Algemene Plaatselijke Verordening bepaalt dat het verboden is vuurwerk af te steken op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen. Overtreding kan worden bestraft met een bestuurlijke boete van 80 euro.
Het vuurwerkverbod in delen van de gemeente Rotterdam komt op een welkom moment. De gemeentebegroting is al jaren nauwelijks sluitend. Het college verwacht met een streng handhavingsbeleid niet alleen de veiligheid in de gemeente te bevorderen, maar ook de gemeentekas te spekken: er zullen immers vele bestuurlijke boeten kunnen worden opgelegd. Op oudejaarsavond is dan ook een groot team gemeentelijke opsporingsambtenaren op de been om overtredingen te sanctioneren. In het door het college aangewezen gebied zien de dienders een man een vuurpijl in een lege bierfles zetten met de klaarblijkelijke bedoeling de vuurpijl aan te steken. Overtuigd dat de vuurpijl elk moment kan worden aangestoken, stappen de handhavers op de man af en leggen hem de in de APV genoemde bestuurlijke sanctie op.
Zijn de gemeentelijke opsporingsambtenaren bevoegd de man een bestuurlijke boete op te leggen, op het moment dat er nog geen overtreding van artikel 2:73 APV heeft plaatsgevonden? (10 punten)
Juist vanwege het vuurwerkverbod dat in grote delen van de gemeente van kracht is, heeft Stichting Promo Rotterdam het plan opgevat een grote vuurwerkshow te organiseren op de Markt (waar het verbod niet geldt). De Stichting dient hiertoe een subsidieaanvraag in bij het college van burgemeester en wethouders. Het college weigert de subsidie te verstrekken, omdat de Algemene subsidieverordening gemeente Rotterdam 2015 voor dergelijke activiteiten geen wettelijke grondslag biedt. Stichting Promo Rotterdam maakt bezwaar tegen de weigering, omdat zij meent dat het hier gaat om een incidentele activiteit en het gaat om het verlenen van een gunst.
In hoeverre is het legaliteitsbeginsel van toepassing op subsidieverstrekking? Beoordeel daarbij ook het standpunt van Stichting Promo Rotterdam. (10 punten)
Nog niet alle gemeenten in Nederland kennen een vuurwerkverbod. Mevrouw de Wit is een groot voorstander van een landelijk verbod. De gemeenteraad van de gemeente Utrecht ontvangt in dat kader van mevrouw Wijs een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, waarin zij verzoekt om alle informatie omtrent een al dan niet door de raad in te stellen vuurwerkverbod, de beraadslagingen daarover of de mogelijke invoering daarvan. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht antwoordt mevrouw Wit per brief dat de gemeente Utrecht geen vuurwerkverbod kent en een dergelijk verbod ook nooit ter sprake is gebracht in de gemeenteraad. Er bestaan derhalve geen documenten binnen de gemeente die betrekking hebben op dit onderwerp.
Kan de gemeenteraad zijn bevoegdheid te besluiten op een Wob-verzoek overdragen aan het college van burgemeester en wethouders? (10 punten)
Mevrouw de Wit dient bezwaar in tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders waarbij het Wob-verzoek wordt afgewezen. Zij acht de stelling dat er nooit is gesproken over een vuurwerkverbod in Utrecht ongeloofwaardig. De behandeld ambtenaar van de gemeente Utrecht leest op een forum voor gemeenteambtenaren dat mevrouw de Wit hetzelfde Wob-verzoek naar minstens 90 andere gemeenten heeft gestuurd, zonder dat zij haar belang bij de gevraagde informatie toelicht. Bovendien verschijnt ze nooit op de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie, en stuurt zij ook nooit een bericht van verhindering. De behandelend ambtenaar stelt zich in het verweerschrift op het standpunt dat hier sprake is van misbruik van recht met de kennelijke bedoeling de gemeente dwars te zitten en/of dwangsommen te incasseren wegens overschrijding van de beslistermijn door het college.
Hoe beoordeelt u dit verweer inzake misbruik van recht? (10 punten)
Het Drenthse stadje Assen is – naast Papenvoort – wereldberoemd om zijn grachten en andere watergangen. Rederij Huisjes is een rondvaartbedrijf dat al meer dan veertig jaar rondvaarten door het pittoreske stadje verzorgt. De gemeenteraad van Assen probeert sinds kort de toeristische aantrekkingskracht van het stadje te vergroten. De burgemeester heeft daarom bij besluit van 25 november 2015 voor de winter van 2015/2016 aan Stichting Ijspret een evenementenvergunning verleend voor het op pontons neerleggen en exploiteren van een ijsbaan op de Grote Gracht en voor het houden van een kerstmarkt van 19 december 2015 tot en met 3 januari 2016 op de kade.
De Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Assen bepaalt:
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Rederij Huisjes is bepaald niet blij met de aan Stichting IJspret verleende evenementenvergunning. Als gevolg van de ijsbaan zal immers de doorvaart over de Grote Gracht geheel worden versperd. Rondvaarten door het centrum van Assen worden hierdoor onmogelijk en alternatieve vaarroutes door het centrum zijn er niet. Huisjes meent dat het algemeen belang bij een ongehinderde scheepvaart hierdoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. Bovendien vreest Huisjes grote financiële schade te zullen lijden als gevolg van de evenementenvergunning en hij wil deze zo nodig op de gemeente verhalen.
Huisjes wil het er niet bij laten zitten en neemt u als zijn advocaat in de arm. Huisjes vraagt u om een procesadvies. Besteed daarbij aandacht aan de volgende onderdelen
Is er in artikel 2:25 lid 2 sub d APV sprake van beleidsvrijheid en/of van beoordelingsvrijheid voor de burgemeester? Wat zijn de eventuele gevolgen daarvan voor de intensiteit van de rechterlijke toetsing van de verleende vergunning? Leg daarbij aan uw cliënt uit wat de achtergrond van deze wijze van rechterlijke toetsing is.
Geef gemotiveerd aan of de burgemeester het algemeen belang van een ongehinderde scheepvaart en het financiële belang van Huisjes mag betrekken in zijn besluitvorming omtrent de evenementenvergunning.
Geef gemotiveerd aan op welke wijze Huisjes zijn verzoek om nadeelcompensatie dient te onderbouwen voor het geval dat vast komt te staan dat de evenementenvergunning rechtmatig is verleend. Geef daarbij tevens aan hoe groot u de kans van slagen van een dergelijk verzoek acht.
Voor onderdeel 1 kunt u maximaal 7 punten behalen, voor onderdeel 2 maximaal 10 punten en voor onderdeel 3 maximaal 8 punten. Voor de structuur en kwaliteit van de notitie worden maximaal 5 punten toegekend.
Het Drenthse stadje Assen is – naast Papenvoort – wereldberoemd om zijn grachten en andere watergangen. Rederij Huisjes is een rondvaartbedrijf dat al meer dan veertig jaar rondvaarten door het pittoreske stadje verzorgt. De gemeenteraad van Assen probeert sinds kort de toeristische aantrekkingskracht van het stadje te vergroten. De burgemeester heeft daarom bij besluit van 13 november 2015 (verzonden per post op gelijke datum 2015) voor de winter van 2015/2016 aan Stichting Ijspret een evenementenvergunning verleend voor:
het neerleggen en exploiteren op het water van de Grote Gracht van een ijsbaan van 18 december 2015 tot en met 3 januari 2016;
het houden van een kerstmarkt op de kades van de Grote Gracht van 18 december 2015 tot en met 3 januari 2016.
Rederij Huisjes is bepaald niet blij met de aan Stichting IJspret verleende evenementenvergunning. Als gevolg van de ijsbaan zal immers de doorvaart over de Grote Gracht geheel worden versperd. Rondvaarten door het centrum van Assen worden hierdoor onmogelijk en alternatieve vaarroutes door het centrum zijn er niet. Huisjes vreest grote financiële schade te zullen lijden als gevolg van de evenementenvergunning en hij wil deze zo nodig op de gemeente verhalen.
Huisjes heeft op zich geen bezwaren tegen de kerstmarkt op de kades, alhoewel hij wel heeft gezien dat aan dit deel van de verleende evenementenvergunning wellicht onregelmatigheden kleven. Hij is vooral boos over het feit dat de gehele Grote Gracht door de ijsbaan zal worden versperd. Hij meent dat de pontons ten behoeve van de ijsbaan ook over de halve breedte van de gracht kunnen worden aangebracht, zodat zijn rondvaartboten er nog langs kunnen varen.
Huisjes wil het er niet bij laten zitten en neemt u als zijn advocaat in de arm. Huisjes vraagt u om een procesadvies. Besteed daarbij aandacht aan de volgende onderdelen:
Geef gemotiveerd aan via welke juridische stappen hij alsnog kan voorkomen dat de ijsbaan over de volle breedte van de Grote Gracht zal worden gerealiseerd.
Wat is de laatste dag dat Huisjes bezwaar kan maken tegen de evenementenvergunning?
Acht u het verstandig als Huisjes in het bezwaarschrift expliciet aangeeft geen bezwaren te hebben tegen de kerstmarkt op zich? Betrek daarbij eventuele strategische overwegingen omtrent de omvang van het geding in de beroepsfase bij de rechter.
Voor onderdeel 1 kunt u maximaal 10 punten behalen, voor onderdeel 2 maximaal 5 punten en voor onderdeel 3 maximaal 10 punten. Voor de structuur en kwaliteit van de notitie worden maximaal 5 punten toegekend.
Het gaat om de vereisten van artikel 6:162 BW:
Onrechtmatigheid
Toerekenbaarheid
Relativiteit
Causaliteit
Schade
Onrechtmatigheid:
HOOFDREGEL: met een vernietigd besluit is de onrechtmatigheid in beginsel gegeven. Indien het besluit door het bestuursorgaan wordt herroepen ,hangt het af van de reden van herroeping. Vormt de herroeping een erkenning van de onrechtmatigheid, dan is met de herroeping de onrechtmatigheid gegeven.
TOEPASSING CASUS: het primaire besluit waarbij de last onder dwangsom werd opgelegd, wordt herroepen/ingetrokken (rov. 4, 4e alinea). Hieruit volgt dat de onrechtmatigheid is gegeven.
Toerekenbaarheid:
HOOFDREGEL: De schuld/verwijtbaarheid/quasi-risicoaansprakelijkheid is gegeven als het bestuursorgaan een besluit neemt dat naderhand door de bestuursrechter wordt vernietigd. (Van Gog/Nederweert; hoeft niet te worden genoemd).
TOEPASSING CASUS: het besluit is door het bestuursorgaan herroepen wegens een daaraanklevende onrechtmatigheid. Hiermee is de toerekenbaarheid ook gegeven.
HOOFDREGEL: bij schade als gevolg van een onrechtmatig appellabel besluit (8:88 lid 1 en/of lid 2 Awb) bestaat keuzevrijheid tussen de civiele rechter en de bestuursrechter. Er bestaan echter uitzonderingen op deze hoofdregel, voor wat betreft de (on)bevoegdheid van de civiele rechter: 8:89 lid 1 Awb.
TOEPASSING: In casu geen situatie als bedoeld in 8:89 lid 1 Awb. Er is geen sprake van een geschil bij de Centrale Raad van Beroep of de Hoge Raad, want het gaat in de casus niet om ambtenarenrecht, socialezekerheidsrecht of belastingrecht. Dus: ja, eisers hadden hun vordering ook bij de civiele rechter aanhangig kunnen maken.
Het beginsel van procedurele/processuele autonomie (5 punten)
Het Hof van Justitie EU stelt twee grenzen aan het beginsel van de procedurele autonomie. In de eerste plaats mag het nationale bestuursrecht dat ziet op de toepassing van (van origine) Europees recht ‘niet ongunstiger zijn dan dat dat welk voor soortgelijke nationale situaties geldt’. Dit is het gelijkwaardigheidsbeginsel. In de tweede plaats mogen deze (niet-discriminatoire) regels ‘de uitoefening van de door het gemeenschapsrecht verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken’. Dit staat bekend als het effectiviteits- of doeltreffendheidsvereiste.
Hier zijn verschillende voorbeelden van uitspraken mogelijk. In ieder geval zijn goed:
BUG/Alutechnik
Agroferm
Gebonden handhaving EU
Uitleg: toepassen van het doeltreffendheidsvereiste in de betreffende uitspraak.
Toelichten dat de uitspraak grote gevolgen heeft voor het nationale bestuur(proces)recht.
HOOFDREGEL: handhaven kan alleen nadat er een overtreding is geconstateerd (artikel 5:1 lid 1 Awb of 5:2 lid 1 onder a Awb).
UITZONDERING: in bijzondere gevallen kan reeds preventief worden gehandhaafd met een herstelsanctie als de overtreding klaarblijkelijk dreigt (artikel 5:7 Awb).
TOEPASSEN: Het gaat hier om een bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete is een punitieve sanctie omdat het oogmerk het toevoegen van leed is (artikel 5:2 lid 1 onder c Awb) OF omdat artikel 5:40 lid 1 Awb bepaalt dat de bestuurlijke boet een bestraffende sanctie is. Preventieve handhaving kan alleen bij het opleggen van een herstelsanctie. De opsporingsambtenaren zijn dus niet bevoegd.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat ieder overheidsoptreden in beginsel dient te berusten op een wettelijk grondslag. Het legaliteitsbeginsel wordt voornamelijk strikt gehandhaafd bij belastend overheidsoptreden (het ‘legaliteitsvereiste’). Bij begunstigend overheidsoptreden wordt het legaliteitsbeginsel soms minder strikt nageleefd.
HOOFDREGEL: artikel 4:23 lid 1 Awb: een subsidie wordt slechts verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift. Dit bevestigd dat het legaliteitsbeginsel ook van toepassing is op begunstigend overheidshandelen. Artikel 4:23 lid 3 sub d Awb maakt wel een uitzondering voor incidentele subsidies.
TOEPASSING OP CASUS: De subsidie wordt geweigerd omdat er geen wettelijke grondslag bestaat. Dit is op grond van artikel 4:23 lid 3 sub d Awb ook niet nodig, omdat het gaat om een incidentele activiteit. De Stichting Promo Papendrecht heeft dus gelijk.
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijk uitoefent, zie artikel 10:13 Awb. Artikel 10:15 Awb vereist voor delegatie een wettelijke grondslag.
TOEPASSING: Hier gaat het om delegatie, want de gemeenteraad draagt zijn bevoegdheid om te besluiten op een Wob-verzoek over aan het college van burgemeester en wethouders. De wettelijke grondslag kan worden gevonden in artikel 156 lid 1 Gemeentewet. Dit artikel bevat een algemene delegatiegrondslag: delegatie is mogelijk, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Lid 2 bevat uitzonderingen op de mogelijkheid tot delegatie.
Conclusie: ja, de bevoegdheid te beslissen op een Wob-verzoek kan aan het college worden gedelegeerd, omdat artikel 156 van de Gemeentewet daarvoor de wettelijke grondslag biedt, het geen uitzondering betreft zoals genoemd in lid 2 en de aard van de bevoegdheid zich daartegen niet verzet.
Uit de uitspraak ‘Misbruik Wob’ (ABRvS 19 november 2014) blijkt dat de in artikel 3:13 lid 1 BW neergelegde regel dat een bevoegdheid niet kan worden ingeroepen voor zover deze wordt misbruikt, ingevolge artikel 3:15 BW ook toepassing vindt buiten het vermogensrecht/burgerlijk recht.
In de uitspraak ‘Geen misbruik Wob’ (ABRvS 18 februari 2015) overweegt de Afdeling dat het indienen van heel veel Wob-verzoeken waarmee veel kosten zijn gemoeid vanwege de omvang en de complexiteit ervan, als zodanig niet kan worden beschouwd als misbruik van recht. Wel kan het aantal malen dat een bepaald recht of een bepaalde bevoegdheid wordt aangewend, in combinatie met andere omstandigheden bijdragen aan de conclusie dat misbruik van recht heeft plaatsgevonden. De omstandigheid dat verzoeken kennelijk worden gedaan zonder redelijk doel, kan een rol spelen bij de vraag of zich misbruik van recht voordoet.
Hoewel de indiener van een Wob-verzoek ingevolge artikel 3 lid 3 van de Wob geen belang bij zijn verzoek hoeft te stellen, laat die bepaling onverlet dat de bevoegdheid tot het indienen van een Wob-verzoek met een bepaald doel is toegekend, namelijk dat in beginsel een ieder kennis kan nemen van overheidsinformatie. Nu misbruik van recht zich kan voordoen indien een bevoegdheid wordt aangewend voor een ander doel dan waarvoor zij is gegeven, kan het doel van een Wob-verzoek derhalve relevant zijn om te beoordelen of misbruik van recht heeft plaatsgevonden.
TOEPASSING:
Op grond van artikel 3 lid 3 Wob hoef je geen belang te stellen bij je informatieverzoek. Uit de uitspraak ‘Misbruik Wob’ blijkt echter dat je het belang wel moet kunnen toelichten, zodat kan worden bepaald of het verzoek kennelijk is gedaan zonder redelijk doel. Het feit dat mevrouw Wijs ook bij 100 andere gemeenten het verzoek ingediend, is blijkens deze uitspraak een omstandigheid die IN COMBINATIE MET andere omstandigheden kan bijdragen aan de conclusie dat er sprake is van misbruik van recht.
Conclusie: deze omstandigheid en het feit dat ze nooit op de hoorzitting komt en nooit een bericht van verhinderd stuurt rechtvaardigt wel/niet (afhankelijk van motivatie) het verweer van het college dat er sprake is van misbruik van recht.
Beoordelingsvrijheid: het bestuursorgaan is vrij om zelfstandig te beoordelen of aan de wettelijke bevoegdheidscriteria is voldaan. Dit kan onder andere worden herkend aan de hand van vage wettelijke termen. Heeft de wetgever aan het bestuursorgaan de vrijheid gelaten om de bevoegdheidscriteria te interpreteren, dan spreken we van beoordelingsvrijheid. Dit kan expliciet blijken uit de woorden ‘naar het oordeel van’, maar ook meer impliciet, bijvoorbeeld door het gebruik van vage termen (zoals ‘openbare orde’ of ‘openbare veiligheid’), of uit de aard van de bevoegdheid en/of taak van het bestuur.
TOEPASSING: ‘in het belang van de bescherming van het milieu’: vage wettelijke term. Afhankelijk van de toelichting van de APV van Assen gaat het om beoordelingsruimte of vrijheid. Hier kan worden aangenomen dat sprake is van beoordelingsvrijheid, gelet op de aard van de bevoegdheid en de taak van het bestuur. Er kan ook gemotiveerd worden aangegeven dat hier geen beoordelingsvrijheid bestaat (of beoordelingsruimte), mits goed gemotiveerd dat het gaat om objectieve termen.
Beleidsvrijheid: een bestuursorgaan is vrijgelaten om van het gebruik een bevoegdheid af te zien, in gevallen waarin wel aan de wettelijke bevoegdheidscriteria is voldaan, en is daarbij vrij gelaten om de belangen af te wegen. Beleidsvrijheid blijkt vaak uit een vervoeging van het werkwoord ‘kunnen’.
TOEPASSING: ja, de burgemeester beschikt over beleidsvrijheid ten aanzien van het wel of niet weigeren van de vergunning. Dit blijkt uit het woordje ‘kan’.
ACHTERGROND: het bestuur bestuurt en de rechter controleert (en mag niet op de stoel van het bestuur gaan zitten). De rechter dient deze oordelen te respecteren, tenzij het evident onjuist is. Heeft het bestuursorgaan ‘in redelijkheid tot zijn oordeel kunnen komen’
Deze vraag ziet op de toepassing van het specialiteitsbeginsel ex artikel 3:4 lid 1 Awb. Bevoegdheden worden met een bepaald doel aan een bestuursorgaan toegekend en zij mogen niet worden aangewend voor een ander algemeen belang dan waarvoor zij zijn verleend. De rechtstreeks bij een besluit betrokken belangen, moeten bij de besluitvorming worden betrokken, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de bevoegdheid een beperking voortvloeit. Dit zijn in ieder geval de specifieke algemene belangen die samenhangen met het doel waarvoor de bevoegdheid is verleend en die blijken vaak uit de weigeringsgronden. Verder zijn dit de particuliere belangen van de aanvrager/geadresseerde van een besluit. De particuliere belangen van derden kunnen ook in de belangenafweging betrokken, maar dan in geabstraheerde vorm via het algemeen belang dat het vergunningstelstel beoogt te beschermen.
Gematigde leer: de particuliere belangen van derden kunnen ook een rol spelen bij het al dan niet verbinden van voorschriften/beperkingen aan de vergunning, tenzij uit de wet het tegendeel blijkt.
TOEPASSING: het belang van ongehinderde scheepvaart is een (specifiek) algemeen belang dat niet wel/niet valt onder de weigeringsgronden ex artikel 2:25 lid 2 APV. Het meenemen van dit belang in de besluitvorming zou daarom wel/niet in strijd komen met het specialiteitsbeginsel.
Het financiële belang van Huisjes betreft een particulier belang van een derde. Aan dit belang zou tegemoet gekomen worden via het verbinden van beperkingen/voorschriften aan de evenementenvergunning (gematigde visie specialiteitsbeginsel), ware het niet dat artikel 1:4 APV Assen hieraan in de weg staat. Dit belang kunnen dus geen rol spelen in de besluitvorming.
Hier speelt het beginsel van égalité devant les charges publiques: gelijkheid voor de publieke lasten: de onevenredige verdeling van de lasten die bepaald overheidshandelen tot gevolg heeft, moet worden gecompenseerd. De vereisten om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie zijn:
Speciale last: verstoring gelijke behandeling rechtsgenoten. De schade komt bij enkele personen of een kleine groep terwijl anderen in vergelijkbare positie niet worden getroffen.
Abnormale last: schade niet binnen normaal maatschappelijk risico : aard schadeveroorzakende gebeurtenis, gerechtvaardigde verwachtingen, ernst en omvang schade, aard getroffen belang, schade geen gevolg voorzienbare maatschappelijke ontwikkelingen.
Geen eigen schuld of medeschuld: geen risicoaanvaarding / schadebeperkingsplicht Causaal verband
Verjaring
Huisjes zou moeten betogen dat hij als gevolg van de evenementenvergunning onevenredig wordt getroffen, in die zin dat een speciale en abnormale rust op hem drukt. Speciaal: alleen zijn rederij wordt getroffen door het dichtleggen van de gracht. Hij is de enige rederij in het stadje Assen. Abnormaal: behoort het dichtleggen van de gracht tot het normale ondernemersrisico? Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Is dit het eerste jaar dat de ijsbaan en de kerstmarkt worden georganiseerd? Was het voorzienbaar? Het stadje is wereldberoemd om zijn grachten dus het ligt niet in de lijn der verwachtingen. Of juist wel: de toeristische aantrekkingskracht van de grachten wordt optimaal benut door het organiseren van een kerstmarkt en het neerleggen van de ijsbaan. Welk deel van zijn omzet verdient Huisjes gedurende de kerstvakantie? Kan hij nog andere rondjes varen door het stadje Assen?
Conclusie: als Huisjes betoogt dat hij een groot deel van zijn omzet gedurende de kerstvakantie verdient, hij geen andere rondjes kan varen en hij dit op geen enkele manier aan zag komen (en ook niet hoefde aan te zien komen), dan heeft het verzoek om nadeelcompensatie een goede kans van slagen. Andere conclusie mits goed gemotiveerd kan ook.
De vergunning is op 10 november 2015 verleend voor een evenement dat start op 18 december 2015. Om te voorkomen dat er een ijsbaan zal worden neergelegd, zal Huisjes dus niet alleen bezwaar moeten maken ex artikel 8:1 jo. 7:1 Awb bij de burgemeester, maar ook een verzoek om voorlopige voorziening moeten indienen ex artikel 8:81 Awb. Immers, het instellen van bezwaar alleen heeft geen schorsende werking ex artikel 6:16 Awb. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzieningenrechter van de sector Bestuursrecht van de rechtbank. In het verzoek zal moeten worden gevraagd om schorsing van de evenementenvergunning.
De termijn voor het indienen van bezwaar is zes weken ex artikel 6:7 Awb. Deze termijn begint te lopen de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt: 6:8 lid 1 Awb. Een besluit dat aan een belanghebbende is gericht, wordt ingevolge 3:41 Awb bekend gemaakt door toezending aan hem/haar. Ingevolge artikel 6:9 Awb geldt de (gemitigeerde) ontvangsttheorie: het bezwaar is tijdig ingediend, wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen, of wanneer het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd en niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
TOEPASSING
10 november 2015 verzonden, dus 22 december 2015 is laatste dag om bezwaar te maken. Het bezwaar dient dan wel per fax of per e-mail (als opengesteld) te worden ingediend. Als het per post wordt verzonden, dan is het ook tijdig als het bezwaarschrift binnen een week na verzending is ontvangen.
Hier is de onderdelenfuik ex artikel 6:13 Awb van belang. Dit houdt in dat slechts die onderdelen van een besluit kunnen worden aangevochten bij de bestuursrechter, die in bezwaar ook reeds waren bestreden, tenzij dit hem redelijkerwijs niet kan worden verweten. Zie ook CRvB 25 juli 2007 (Onderdelenfuik). In (hoger)beroep geldt de onderdelenfuik.
TOEPASSING:
De vergunning voor de kerstmarkt en voor de ijsbaan kunnen worden aangemerkt als verschillende onderdelen van een besluit. Als Huisjes in bezwaar de kerstmarkt dus niet bestrijdt, betekent dat dat hij daarmee de omvang van het geding heeft vastgelegd en later in beroep niet alsnog kan uitbreiden. Dit is temeer van belang, nu er aan dit deel van de evenementenvergunning mogelijk onregelmatigheden kleven en dus een reden zou kunnen zijn voor de bestuursrechter om de vergunning te vernietigen. Dus: advies aan Huisjes: ook in bezwaar al de kerstmarkt bestrijden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oude tentamens met uitwerkingen gebundeld. De meest recente tentamens staan bovenaan.
Met de zoekterm 'bestuursrecht' kan je onder andere op de startpagina van Summaries & study notes nog veel meer oefenmaterialen en...
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2244 |
Add new contribution