BulletPointsamenvatting bij de 5e druk van De kern van het ondernemingsrecht van Kroeze e.a.

Wat voor ondernemingsvormen zijn er? - BulletPoints 1

  • In art. 2:175 BW staat de definitie van de BV. Een kenmerk van een BV is, dat de BV een rechtspersoon is die een in één of meerdere overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal heeft (art 2:175 lid 1 BW). Het is alleen mogelijk om deel te nemen in de BV wanneer men een of meerdere aandelen bezit, daarom wordt de BV ook geschaard onder de kapitaalvennootschappen (ook wel kapitaalassociatiesgenoemd).
  • Een maatschap is een samenwerkingsovereenkomst tussen twee of meerdere personen van obligatoire aard. In beginsel is het sluiten van een maatschapsovereenkomst vormvrij. Het doel van de maatschap is door middel van samenwerking het behalen van vermogensrechtelijk voordeel dat ten goede komt aan de vennoten. Er kan dus geconcludeerd worden dat de maatschap, net als de NV en BV, streeft naar winst. Bij de maatschap is er sprake van samenwerking voor gemeenschappelijke rekening ten behoeve van een gemeenschappelijk doel. De winst die de maatschap behaalt, worden volgens een afgesproken verdeelsleutel verdeeld over de vennoten in de maatschap. Voordat er überhaupt een maatschap kan worden gestart, moeten de vennoten iets inbrengen in de maatschap. Deze inbreng kan bijvoorbeeld bestaan uit kapitaalgoederen of arbeid. De maatschap is geregeld in Titel 9 van Boek 7A BW, artikelen 1655-1688.
  • Wanneer een maatschap onder gemeenschappelijke naam (firmanaam) een onderneming drijft of voert, dan gelden naast de bepalingen van Boek 7A: 1655-1688 BW, ook art. 16-34 K. Deze maatschap wordt dan de vennootschap onder firma (vof) genoemd. Het verschil tussen de vof en de gewone maatschap is onder meer dat bij een vof de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn op basis van art. 18 K, terwijl bij de maatschap de vennoten voor gelijke delen aansprakelijk zijn op grond van art. 7A:1680 BW.

Hoe worden de verschillende ondernemingen opgericht? - BulletPoints 2

  • De BV en de NV worden bij notariële akte opgericht. Zowel de BV en de NV kunnen door een of meerdere personen worden opgericht (art. 2:64/175 lid 2 BW). De notaris speelt daarbij een cruciale rol. Tot 1 juli 2011 was voor oprichting van een BV en NV ook een verklaring van geen bezwaar vereist. Een verklaring van geen bezwaar werd alleen door het ministerie van justitie afgegeven als het beleid van de vennootschap niet werd gebruikt om ongeoorloofde activiteiten te verrichten of de antecedenten van de personen die de BV of NV wilden oprichten geen aanleiding gaven tot bezwaren. Het preventieve toezicht was echter niet zo succesvol, want dit toezicht was makkelijk te omzeilen door het gebruiken van zogeheten katvangers of stromannen of door het kopen van aandelen van een al reeds opgerichte BV of NV. Vanaf 1 juli 2011 is er een systeem van doorlopend toezicht op alle rechtspersonen en op de functionarissen die daarbinnen een rol spelen, het is echter de vraag of dit een effectievere vorm van toezicht is.
  • Wat de maatschap, vof en cv met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal obligatoire, wederkerige overeenkomsten zijn. Met obligatoire wordt bedoeld dat er een verbintenis wordt aangegaan door een partij tegenover een andere partij (art. 6:213 lid 1 BW). Met wederkerig wordt bedoeld dat elk van de partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van een prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt (art. 6:261 lid 1 BW). Er is bij een maatschap, vof en cv meestal sprake van een meerpartijenovereenkomst. Dit betekent dat er meer dan twee partijen zijn betrokken bij een overeenkomst. De bepalingen van art. 6:279 BW zijn hierop van toepassing. Dit wil zeggen, dat de bepalingen van Boek 3 en 6 BW, voor zover het gaat om overeenkomsten, in beginsel dus ook gelden voor de maatschap, vof en cv. Uit art. 15 K kan worden afgeleid dat de vof en cv ook door het burgerlijk recht (dus het BW) worden geregeerd.
  • De vereniging kan bij meerzijdige rechtshandeling (informele vereniging/vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid, art. 2:26 lid 2 BW) of bij notariële akte (formele vereniging/vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, art. 2:27 BW) worden opgericht. In art. 2:30 lid 2 BW is bepaald dat bestuurders van een informele vereniging aansprakelijk zijn voor schulden uit rechtshandelingen die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Een informele vereniging kan ook in de handelsregisters worden ingeschreven (art. 2:30 lid 3 BW).

Hoe worden ondernemingen toegerust met vermogen? - BulletPoints 3

  • De nemer van een aandeel (aandeelhouder) heeft een stortingsplicht: hij moet het nominale bedrag (de beginwaarde van het aandeel welke is vastgelegd in de statuten) op het aandeel storten (art. 2:80a/191a BW). Deze artikelen gaan ervan uit dat op aandelen in geld wordt gestort, maar een storting in natura is ook mogelijk (art 2:94a/204a lid 1 en art. 2:94b/204b lid 1 BW). De vennootschap en de aandeelnemer kunnen overeenkomen dat er meer dan het nominale bedrag op het aandeel wordt gestort; deze meerprijs wordt agio genoemd. Er kan ook afgesproken worden dat er minder wordt gestort. Voor de NV wordt dit mogelijk gemaakt door art. 2:80 lid 1 BW. In dit artikel staat dat minstens 75% van het nominale bedrag van het aandeel gestort dient te worden nadat de vennootschap dit heeft opgevraagd. De agio moet wel door de aandeelhouder van de NV direct en geheel worden gestort (''het verschil tussen die bedragen'', art. 2:80 lid 1 BW). Voor de BV is de regeling wat flexibeler. In art. 2:191 lid 1 BW staat dat kan worden afgesproken dat het gehele nominale bedrag dient te worden gestort na een bepaalde tijd of wanneer de vennootschap dit heeft opgevraagd. De aandeelhouder kan ook afspreken dat de agio op een later tijdstip betaald wordt. Het bedrag dat de nemer van de aandelen bij storting in geld heeft gestort, behoort dan aan de vennootschap toe. Een rechtspersoon staat, als het om het vermogen gaan, gelijk aan een natuurlijk persoon (art. 2:5 BW). De vennootschap is de rechthebbende op het gestorte geld.
  • Artikel 2:105 lid 2 BW kan als volgt gelezen worden: een nv mag slechts uitkeringen doen aan aandeelhouders, indien die uitkeringen gedaan kunnen worden ten laste van de vrije reserve in de balans. Er kan dus niet uitgekeerd worden, als dit ten koste gaat van het gebonden vermogen. Agio is een vrije reserve; deze komt namelijk niet voor in art. 2:373 lid 4 BW, dat de wettelijke reserves opsomt. Deze regel is van overeenkomstige toepassing bij kapitaalvermindering in de zin van art. 2:99 BW. Kapitaalvermindering kan plaatsvinden door aandelen in te trekken of door het nominale bedrag van aandelen te verlagen.
  • Krachtens art. 7A:1655 BW zijn de vennoten verplicht om iets in te brengen in de gemeenschap. De wetgever de vennoten heeft een hoop vrijheid gelaten wat betreft deze inbreng. Voor de maatschap, vof en cv zijn er geen wettelijke regels voor het tijdstip waarop de vennoten deze inbreng moeten inbrengen. De vennoten kunnen overeenkomen dat waardeveranderingen van zaken waarvan het genot is ingebracht, voor rekening komen van de gezamenlijke vennoten: inbreng van de economische eigendom van een zaak. De betreffende vennoot houdt dan de juridische eigendom van de ingebrachte zaak, maar de vennooschap mag de zaak gebruiken en draagt de lasten.

Hoe werken aandeelhouderschap en het lidmaatschap? - BulletPoints 4

  • Om de vrije overdraagbaarheid van de aandelen te beperken staan er in de wet een aantal blokkeringsregelingen. De blokkeringsregelingstaat in art. 2:195 lid 1 BW. Als er in de statuten van een BV een blokkeringsregeling staat opgenomen, dan wil dit zeggen dat de aandeelhouder die zijn aandelen wil verkopen deze niet zomaar aan een buitenstaander kan overdragen. De aandeelhouder moet namelijk eerst zijn aandelen aanbieden aan de overige aandeelhouders. Mochten de overige aandeelhouders niet geïnteresseerd zijn, dan kan de aandeelhouder zijn aandelen overdragen aan een geïnteresseerde buitenstaander. De blokkeringsregeling is niet van toepassing bij de uitgifte van nieuwe aandelen. Zo kunnen aandelen vrijelijk worden overgedragen aan een medeaandeelhouder of echtgenoot. Dit volgt uit art. 2:195 lid 1 BW.
  • In tegenstelling tot de BV, weet de NV meestal niet wie haar aandeelhouders zijn. De aandelen kunnen namelijk op naam of aan toonder luiden (art. 2:82 lid 1 BW). De NV geeft hiervoor een bewijsstuk af waarin de rechten en plichten die behoren bij het aandeelhouderschap vermeld zijn. Het uitgeven van aandelen op naam kan bij een NV alleen als dit in de statuten vermeld staat. De regels voor aandelen op naam voor een NV komen overeen met de regels voor een BV. Met dien verstande dat een blokkeringsregeling bij de NV niet het uitgangspunt is (art. 2:87 lid 1 BW). Wel dient hiervan een register bijgehouden te worden (art. 2:85 BW).
  • Een vennoot heeft een dubbele positie binnen de vennootschap. Aan de ene kant is hij deelgenoot in de vennootschappelijke gemeenschap (of, indien er sprake is van rechtspersoonlijkheid: een ‘aandeel’). Aan de andere kant heeft hij beslissingsbevoegdheid en deelt hij mee in de winst. Het deel van de vennoot kan niet zonder toestemming van de andere vennoten worden overgedragen. Het gaat hier immers om een persoonsgebonden karakter. Vanwege dit karakter is het ook niet mogelijk om beslag te leggen op het ‘aandeel’ in dit vermogen.
  • De wet, de redelijkheid en billijkheid, de statuten en de besluiten van het bestuur van een vereniging of coöperatie reguleren de verhouding ex art. 2:8 BW tussen de leden en de vereniging of coöperatie.

Hoe zit de interne organisatie van ondernemingen in elkaar? - BulletPoints 5

  • De BV kent een tweeledige organisatiestructuur in die zin dat zij twee verplichte organen heeft: de aandeelhoudersvergadering en het bestuur. Soms is er ook sprake van een raad van commissarissen en/of een ondernemingsraad (art. 2:263 lid 2, 264 lid 1, 268, 272, en 274 BW). De ondernemingsraad is volgens art. 2:189a BW strikt genomen geen orgaan van de vennootschap. Een BV is verplicht om een ondernemingsraad in te stellen wanneer zij tenminste 50 werknemers heeft. Daarnaast is de BV verplicht om een raad van commissarissen in te stellen wanneer het geplaatst kapitaal en reserves tenminste €16 miljoen bedraagt, er een verplichte ondernemingsraad is ingesteld en er tenminste 100 werknemers in Nederland werkzaam zijn (structuurscriteria, moet drie jaar aan voldaan zijn). Indien aan deze voorwaarden is voldaan, is het structuurregime van toepassing.
  • Een NV kan certificaten of aan de beurs genoteerde aandelen uitgeven. Bij deze aandelen heeft een “buitenstaander” het stemrecht. Om de NV te beschermen tegen uitoefening van zeggenschap in de aandeelhoudersvergadering door degene die op de effectenbeurs zijn aandelen heeft gekocht, zijn er bepaalde constructies in het vennootschapsrecht ontstaan (beschermingsconstructies). Voorbeelden zijn preferente aandelen of prioriteitsaandelen. Zo wordt de invloed van derden in de vergadering beperkt.
  • Er is bij de maatschap, vof en cv volgens het wettelijk systeem geen sprake van een onderscheid tussen de vennoten en de bestuurders. Dit wettelijk systeem komt erop neer, dat de vennoten dus belast zijn met het besturen van de personenvennootschap. Dit staat weergegeven in art. 7A:1676 onder 1 BW en art. 17 lid 1 K. De wet heeft het trouwens niet expliciet over besturen. Dit betekent dat iedere vennoot beheersbevoegd is. In de praktijk betekent dit dat de vennoot bevoegd is om voor gemeenschappelijke rekening van de gezamenlijke vennoten te doen wat gezien het doel van de personenvennootschap tot haar normale werkzaamheden behoort. Ingrijpende maatregelen zoals het aanstellen van nieuw personeel vallen in de regel hierbuiten, omdat de instemming van alle vennoten vereist is.
  • Ook bij de vereniging en coöperatie is het bestuur belast met besturen, net zoals bij de NV /BV. Zie hiervoor art. 2:44 lid 1 jo 53a. BW. Een verschil tussen de NV/BV en de coöperatie is dat een directeur bij een coöperatie, in plaats van de bestuurders, leiding geeft. De directeur is werknemer van de coöperatie en wordt gecontroleerd door de bestuurders.

Wie kan ondernemingen vertegenwoordigen en wat zijn de regels? - BulletPoints 6

  • De vertegenwoordigingsbevoegdheid bij een BV/NV berust bij (één van) de bestuurders. Er zijn drie bijzonderheden te onderscheiden in art. 2:130/240 lid 3 BW. De bevoegdheid alle mogelijke rechtshandelingen te verrichten namens de rechtspersoon noemt men ook wel volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid. Het bestuur heeft in beginsel volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid mag alleen beperkt worden, indien hiervoor een grondslag in de wet te vinden is. Alleen de vennootschap kan tegenover derden een beroep doen op zo'n wettelijke uitzondering.
  • Wanneer een vertegenwoordiging plaatsvindt bij besluit, is het besluit tevens de vertegenwoordigingshandeling. We spreken van een direct extern werkend besluit, zoals bijvoorbeeld de benoeming van een bestuurder door de aandeelhoudersvergadering op grond van. art. 2:132/242 BW, ook de aanvaarding van een aanbod door het bestuur valt hieronder. Derdenbeschermingsbepalingen met betrekking tot een nietig/vernietigd besluit staan in art. 2:16 lid 2 BW. Als de wederpartij te goeder trouw is kan hierop geen beroep worden gedaan. Het besluit tot benoeming van een bestuurder/commissaris kan altijd aan de benoemde worden tegengeworpen, zie de laatste zin van art. 2:16 lid 2 BW. Indien de benoemde het gebrek in het besluit niet kende/behoorde te kennen heeft hij wel recht op schadevergoeding. Er is ook een indirect extern werkend besluit. Dan is het besluit een vereiste voor de geldigheid van een andere rechtshandeling.
  • Voor de maatschap geldt dat een vennoot alleen vertegenwoordigingsbevoegd is wanneer hij van zijn overige vennoten een volmacht heeft gekregen om namens de maatschap te mogen handelen. Dit staat allemaal weergegeven in art.7A:1679 BW en art. 7A:1681 BW. Volmacht staat geregeld in art. 3:60 e.v. BW.
  • Ook bij een vereniging, stichting of een coöperatie is het bestuur vertegenwoordigingsbevoegd. In beginsel is slechts het volledige bestuur tezamen vertegenwoordigingsbevoegd. In de statuten kan bepaald worden dat deze vertegenwoordigingsbevoegdheid tevens aan een of meer bestuurders afzonderlijk toekomt. Zie 2:45 lid 2 BW voor de vereniging, art. 2:53a BW jo 2:45 lid 2 BW voor de coöperatie en 2:292 lid 2 BW voor de stichting. Indien daarvoor gekozen wordt, dan kan op grond art. 2:45 jo. 2:292 BW slechts bepaald worden dat deze bestuurder volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft. Dit is een verschil met de NV/ BV waar de vertegenwoordigingsbevoegdheid op grond van de wet wordt toegekend. Indien in de statuten van een vereniging met twee bestuurders geen vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend aan een individuele bestuurder, dan is de vereniging niet gebonden aan een transactie gesloten door die individuele bestuurder.

Hoe werkt de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in ondernemingen? - BulletPoints 7

  • Omdat het bestuur van een BV vaak veel macht heeft, in verhouding tot de aandeelhouders, is het belangrijk dat het afleggen van verantwoording door dit bestuur goed geregeld is. Het bestuur en de raad van commissarissen moeten bijvoorbeeld inlichtingen verschaffen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het geven van uitleg over het gevoerde en te voeren beleid van het bestuur maakt onderdeel uit van de verplichting om verantwoording af te leggen. Een accountant onderzoekt of de jaarrekening aan alle wettelijke voorschriften voldoet (art. 2:393 BW). Een jaarrekening bestaat uit ee balans en een winst- en verliesrekening met toelichting over alle posten van het verstreken boekjaar (art. 2:361 lid 1 BW). De accountant moet de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring omtrent getrouwheid neer leggen. Bij een BV houdt dit in dat er jaarlijks een conceptjaarrekening wordt voorgelegd aan de aandeelhouders. Dit staat in art. 2:210 BW. Uiteindelijk dient de aandeelhoudersvergadering de jaarrekening vast te stellen. Deze bevoegdheid impliceert dat de aandeelhoudersvergadering ook eventuele veranderingen kan aanbrengen aan de door het bestuur opgestelde jaarrekening. In art. 2:210 lid 5 BW staat een bijzondere regel. Wanneer alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn van de BV en de NV, dan geldt de ondertekening van de jaarrekening door alle bestuurders en commissarissen onder bepaalde voorwaarden ook als vaststelling van de jaarrekening. Het is wel mogelijk dat de statuten dit buiten de algemene vergadering kunnen uitsluiten.
  • Aansprakelijkheid houdt de verplichting in om schadevergoeding te betalen. Hierbij kunnen we onderscheiden tussen interne en externe aansprakelijkheid. Bij interne aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover de BV/NV op grond van art 2:9 BW en art. 2:259 BW is van overeenkomstig toepassing op de commissarissen van de BV. Bij externe aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde. Als het om de interne of externe aansprakelijkheid gaat van een van de bestuurders is er sprake van persoonlijke aansprakelijkheid.
  • De regeling van de aansprakelijkheid bij een vereniging en een coöperatie ligt ook in titel 9 van Boek 2 BW. Deze regeling is niet alleen van toepassing op BV’s en NV’s, maar ook op de coöperaties en waarborgmaatschappijen. Dit staat in art. 2:360 lid 1 BW. Wanneer er sprake is van een commercieel karakter ex art. 2:360 lid 3 BW, dan geldt ook de publicatieverplichting en jaarrekeningverplichting. Voor gewone verenigingen is de regeling veel minder streng. Zo moet er wel een balans en een staat van baten en lasten worden opgemaakt (art. 2:48 lid 1 BW), en aan de ledenvergadering voorgelegd, maar er zijn geen wettelijke voorschriften met betrekking tot de inhoud. Ze hoeven ook niet gepubliceerd te worden.

Hoe wordt de structuur en inrichting van een ondernemingsvorm gewijzigd? - BulletPoints 8

  • Er is geen sprake van herstructurering als er niets aan de structuur en inrichting van de vennootschap verandert. Een verkoop van een gedeelte of de hele onderneming leidt, hoe ingrijpend ook, niet tot een structuurwijziging. Er is slechts sprake van een activapassiva transactie, wat ook wel een bedrijfsfusie wordt genoemd. De overdracht van een aandeel door een aandeelhouder aan iemand anders is ook geen herstructurering. Ook niet als door een geschillenregeling de aandeelhouder zijn aandelen moet overdragen (art. 2:335 e.v. BW).
  • De bepalingen van art. 2:308-333a BW zijn van toepassing op de juridische fusie. Een juridische fusie, een samenvoeging van twee of meer bedrijven, kan alleen tussen rechtspersonen van dezelfde soort volgens art. 2:310 BW. Art 2:310 lid 4 BW geeft een aantal uitzonderingen hierop. Het dient bij notariële akte te geschieden op grond van art. 2:318 lid 1 BW. Een juridische fusie kan op twee manieren (art. 2:309 BW): fusie door overneming -een reeds bestaande BV slokt een andere BV op - of beide te fuseren BV’s richten een nieuwe BV op.
  • Een BV of NV kan ontbonden worden door een besluit van haar aandeelhoudersvergadering, door een faillietverklaring op basis art. 2:19 BW en ook door een beschikking van de Kamer van Koophandel op grond van art. 2:19a BW. Deze laatste ontbinding is erop gericht omlege vennootschappen (zonder vermogen en activiteiten) te ontbinden. Art. 2:19a BW geeft drie indicatoren. Als aan twee van de drie indicatoren voldaan wordt, dan wordt de vennootschap door de Kamer van Koophandel ontbonden. De rechtbank kan in bepaalde omstandigheden ook een vennootschap ontbinden. Zie hiervoor art. 2:20, 2:21 en 2:74/2:185 BW. Na de ontbinding dienen de vereffenaars het vermogen van de BV te vereffenen, daarbij moeten eerst de vordering van de schuldeisers worden voldaan. Dit laatste houdt in dat de vennootschap blijft bestaan na de ontbinding voor zover dit noodzakelijk is voor de vereffening. Wanneer de vennootschap door de rechter is ontbonden, dan benoemt de rechter een of meer vereffenaars. Dit blijkt uit art. 2:23 BW. Uit art. 2:23a BW blijkt dat een vereffenaar dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid heeft als een bestuurder.
  • Het is mogelijk om door middel van een statutenwijziging de inrichting van een BV of een NV te veranderen. Wat de statuten voor de BV en de NV zijn, is de vennootschapsovereenkomst voor de maatschap, vof en cv. Zoals eerder al is vermeld, stelt de wet geen eisen met betrekking tot de vennootschapsovereenkomst. In de praktijk wordt de vennootschapsovereenkomst vooral op schrift gesteld. In de vennootschapsovereenkomst kunnen diverse rechten en plichten in staan. Een voorbeeld van een plicht is bijvoorbeeld de manier waarop de vennootschap wordt bestuurd. Een recht dat in de vennootschapsovereenkomst kan worden vastgesteld is bijvoorbeeld de verdeling van de mogelijke winsten onder de onderlinge vennoten. Uiteraard zijn de vennoten vrij om de vennootschapsovereenkomst tijdens het bestaan van de vennootschap te wijzigen op een of meerdere punten, hiermee moeten in beginsel alle vennoten instemmen. De vennootschapsovereenkomst kan echter anders bepalen. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk dat een besluit tot wijziging gerealiseerd kan worden middels een gewone of gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Het is hierdoor mogelijk dat de vennootschapsovereenkomst tegen de wil van een of meerdere vennoten wordt gewijzigd. Echter vereist de redelijkheid en billijkheid wel dat de vennoten hebben kunnen deelnemen aan het besluitvormingsproces over het wijzigingsbesluit.

Wat is het concernrecht? - BulletPoints 9

  • De meeste ondernemingen in Nederland vormen een concern of groep. Art. 2:24b BW zegt dat een groep een economische eenheid is waarin rechtspersonen en personenvennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Hierbij worden verschillende rechtsvormen gecombineerd in één onderneming. Deze groep (dochtervennootschappen ex art. 2:24a BW) staat onder centrale leiding van een moedervennootschap. Een concern kan bestaan uit alle rechtspersonen en vennootschappen die in de voorgaande paragrafen behandeld zijn.
  • Een concern kan op verschillende wijzen worden gevormd. Een manier is bijvoorbeeld dat de ene onderneming een andere onderneming opricht, maar het gebeurt meestal door middel van een fusie van aandelen. Dit wordt ook wel een overname genoemd. Een NV neemt bijvoorbeeld de aandelen van een BV over. Om aandelen te kunnen krijgen, moet er eerst een bod uitgebracht worden op de aandelen. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen een openbaar bod en een bod met een onderhands karakter. Als de bieder de houders van aandelen kent, kan hij zijn bod aan hen uitbrengen, men spreekt dan van een onderhands bod. Maar als de bieder deze aandeelhouders niet kent, omdat het gaat om beursgenoteerde aandelen, moet hij een bod doen gericht tot het publiek. Dit wordt wel een openbaar bod genoemd. Op dit openbare bod zijn de art. 5:70-83 van de Wet financieel toezicht 2007 met bijbehorende uitvoeringsbesluiten van toepassing. Dit was aan de orde bij AMN AMRO holding NV.
  • De Hoge Raad heeft tot nu toe nooit vereenzelviging tussen de moeder en dochtermaatschappij aangenomen waardoor de moeder toch voor de dochtermaatschappij de schulden moet betalen alsof het haar eigen schulden zijn.
  • Hiervoor werd besproken hoe concernrelaties tot stand kunnen komen. Het is uiteraard mogelijk dat een concernrelatie wordt beëindigd. Een manier om een concernrelatie te beëindigen is om de aandelen in de dochtervennootschap te verkopen aan een derde of de dochtervennootschap fuseert als verdwijnende vennootschap met een vennootschap buiten het concern. Het kan dan weleens zo zijn dat de aandelen die moedervennootschap bij de juridische fusie verkrijgt op basis van art. 2:311 lid 2 BW niet leiden tot een concernrelatie. Crediteuren hebben de keuze of ze wel of niet met hun schuldenaar in zee gaan, met betrekking tot een rechtshandeling uit de wet bestaat deze keuze niet. Daarom ziet art. 2:403 BW niet op de overeenkomsten uit de wet en is de moedermaatschappij hiervoor niet aansprakelijk. Ze kunnen opnemen in de verklaring dat ze wel aansprakelijk zullen zijn, maar dat gebeurt zelden. Als er geen verklaring is afgelegd ingevolge art. 2:403 BW gaat men er over het algemeen van uit dat de moedermaatschappij niet aansprakelijk is voor de schulden van een dochtermaatschappij. Ze zijn beiden immers rechtssubjecten, afzonderlijke rechtspersonen.

Welke verschillen zijn er tussen Nederlandse en buitenlandse vormen van vennootschappen en hoe ontwikkelen ze zich? - BulletPoints 10

  • Men mag niet vergeten dat een aantal zaken nog steeds de bouwstenen van het Nederlandse ondernemingsrecht vormen. Als er naar de NV en BV wordt gekeken, dan zijn er een paar kenmerken te onderscheiden. Ten eerste is daar de rechtspersoonlijkheid en het daaraan verbonden afgescheiden vermogen dat aan de vennootschap als eigen vermogen toekomt en een exclusief verhaalobject voor de schuldeisers van de NV en BV vormt. Ten tweede is er sprake van beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders tegenover de schuldeisers van de vennootschap. Ten derde zijn er de overdraagbare aandelen. Tenslotte is het vierde kenmerk een duale organisatiestructuur met aparte organen voor het bestuur en aandeelhouders. Deze genoemde kenmerken zijn de factoren achter het succes van de NV en BV en moeten dus gekoesterd worden.
  • Het is opmerkelijk dat de buitenlandse varianten van de NV en BV dezelfde beginselen kennen, maar toch verschillen de buitenlandse varianten op andere punten ten opzichte van de NV en BV. Naast de vier reeds genoemde kenmerken zijn in de loop van de tijd een aantal extra kenmerken ontstaan. Het eerste kenmerk is dat in het vennootschapsrecht een sterker onderscheid wordt gemaakt tussen de binnenkant en buitenkant van de vennootschap. Dit houdt in dat wanneer er bij de vennootschap iets mocht misgaan, de wederpartij die te goeder trouw is hier niet de nadelige gevolgen van hoeft te ondervinden. Dit staat vooral weergegeven in art. 2:130/240 BW, art. 2:107a lid 2 BW en art. 2:164/274 lid 2 BW. Dit kenmerk is recentelijk versterkt door de nieuwe regels voor het tegenstrijdig belang. Het tweede kenmerk is dat het vennootschapsrecht meer mogelijkheden biedt voor een vennootschap om te reorganiseren, zodat de onderneming naar het juiste formaat kan worden aangepast. Deze mogelijkheden zijn onder meer de fusie, de omzetting en de splitsing van rechtspersonen. Dankzij de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en de Richtlijn omtrent grensoverschrijdende juridische fusie kan dit ook buiten Nederland worden toegepast. Tenslotte is het derde kenmerk dat de rechter voornamelijk in aansprakelijkheidsprocedures en enquêteprocedures relatief terughoudend toetst. De rechter wil namelijk niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten als het gaat om de beoordelings- en beleidsvrijheid. De rechter mag alleen ingrijpen in gevallen waarin overduidelijk sprake is van nalatigheid.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Law and public administration - Theme

Law and public administration - Theme

Image
Summaries, internships, tips and tools for study and work in law and public administration Definitions, Jurisprudence, Stories, Subjects, Study assistance,
Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1149