Burgerlijk Recht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 17/18 - Week 6B

Vragen 

Vraag 1

Is de ontbindingsregeling van de artikel 6:265 e.v. van toepassing in de volgende gevallen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom en onder welke voorwaarden bestaat dan de bevoegdheid tot ontbinding?

  1. Een grootvader schenkt aan zijn kleindochter een boot, maar blijf nalatig in de levering.
  2. Justes zegt steeds dat hij een brommer die hij op 20 mei heeft geruild met zijn klasgenoot Julian "volgende week" komt brengen, maar het is inmiddels al eind juni.

Vraag 2

Twee partijen komen overeen dat tegen betaling schilderwerkzaamheden in een woning worden uitgevoerd. Er worden geen exacte data genoemd. Na enige tijd is het schilderbedrijf nog steeds niet met het werk begonnen. Er wordt geklaagd en geeft het schilderbedrijf nog een week om te beginnen. Het schilbedrijf geeft aan dat dit hoogstwaarschijnlijk zal gebeuren, maar komt vervolgens niet opdagen. Kan de overeenkomst met het schilderbedrijf worden ontbonden? 

Vraag 3

Een schooldirecteur koopt bij een handelaar 500 vulpennen. Deze vulpennen lekken allemaal. De vloerbedekking moet worden schoongemaakt voor 800 euro. De handelaar wordt voor het bedrag aansprakelijk gesteld. De handelaar stelt niet aansprakelijk te zijn, omdat hij niet in verzuim is. Kan de handelaar met succes tot schadevergoeding worden aangesproken? 

Vraag 4a

Tandarts Beukema koopt voor zijn praktijk een nieuwe bank 10 maart 2014 bij een meubelzaak. De bank kost 1.000 euro, er wordt eerst 5% betaald. Er geldt een maximale levertijd van 4 weken. Echter wordt de prijs binnen de vastgestelde tijd niet voldaan.

Is de meubelzaak jegens Beukema verplicht de bank bij de praktijk af te leveren als Beukema de meubelzaak op het uitblijven van de aflevering attendeert en directe aflevering wenst? 

Vraag 4b 

Kan de meubelzaak op 1 juli 2014 de overeenkomst ontbinden?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Nee, ontbinding kan alleen bij een wederkerige overeenkomst en een schenking is dat niet. Dus art. 6:265 BW is niet van toepassing. Hier is er slechts een verbintenis ten opzichte van de schenker; dus een eenzijdige overeenkomst.
  2. Art. 6:265 BW moet er sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming, lid 2 maar voor zover tekortkoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, in dit geval kan de scooter nog steeds geleverd worden. Dus niet meteen ontbinden maar verzuim nodig. Art. 6:81 BW zegt dat verzuim geldt gedurende de tijd dat de prestatie uitblijft en opeisbaar is. Hiernaast art. 6:82 BW, redelijke termijn van nakoming indien na deze termijn alsnog uitblijft is er sprake van verzuim. Art. 6:83 lid 1 sub a BW; wanneer er sprake is van een fatale termijn is de schuldenaar direct in verzuim zonder ingebrekestelling. In casu is er sprake van een fataal termijn namelijk begin juni, het verzuim treedt zonder i.g.b.s. in; dus vanaf begin is Justus in verzuim. Eind juni is hij nog steeds in verzuim. Ruil is een wederkerige overeenkomst, art. 6:265 BW is dus van toepassing.

Vraag 2

Er is sprake van een tekortkoming namelijk het uitblijven van de schilderwerkzaamheden. Op grond van art. 6:265 lid 2 BW is ontbinding pas mogelijk wanneer de schilders in verzuim is (art. 6:81 BW). De nakoming is namelijk niet blijvend of tijdelijk onmogelijk. Voordat verzuim intreedt, moeten de schilders ex art. 6:82 lid 1 BW schriftelijk in gebreke worden gesteld. In de casus staat dat dit mondeling is gedaan, dus de schilders zijn nog niet in verzuim en daarom kan de overeenkomst nog niet worden ontbonden.

Vraag 3

Er is in dit geval sprake van gevolgschade. De pennen zijn al geleverd en hebben al schade aangericht, waardoor er geen goede nakoming meer mogelijk is door de handelaar. Er is sprake van een (onbehoorlijke) tekortkoming in de nakoming art. 6:74 BW, want de pennen werken niet goed. Nakoming is in dit geval blijvend onmogelijk, waardoor verzuim niet nodig is. De handelaar voert het niet in verzuim zijn dus onjuist aan. De bijkomende schade kan niet worden hersteld door alsnog goed na te komen. Omdat deze nakoming niet langer meer mogelijk is, heeft de schooldirecteur recht op een schadevergoeding (art. 6:74 BW).

Vraag 4a

De meubelzaak kan zich beroepen op het opschortingsrecht ex art. 6:262 BW. Het is een wederkerige overeenkomst, met een gedeeltelijke nakoming (art. 6:262 lid 2 BW), dit vereist wel dat de opschorting te rechtvaardigen moet zijn. Je mag alleen maar je eigen verbintenis opschorten als dat wat je van de wederpartij zou krijgen opeisbaar is. Als is afgesproken dat jij als eerste zal nakomen, is het dus niet opeisbaar tot jij aan je verplichting met voldaan.

Vraag 4b

Het gaat hier om een wederkerige overeenkomst, waardoor deze vatbaar is voor ontbinding (art. 6:265 BW). Voordat de meubelzaak de overeenkomst kan ontbinden, moet Beukema in verzuim zijn nu er geen blijvende of tijdelijke onmogelijkheid is. Er kan nog gewoon worden betaald. Verzuim van rechtswege is nu het geval, omdat de afgesproken termijn is verlopen (art. 6:83 sub a BW). De meubelzaak kan dus de overeenkomst ontbinden, waardoor ze de bank kunnen terugvorderen door middel van ongedaanmakingsverbintenissen (art. 6:271 BW), aangezien de ontbinding zelf geen terugwerkende kracht bevat (art. 6:269 BW).

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org
Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
Search a summary, study help or student organization