Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

College: Verjaring, rechtsverwerking en afstand

Sheetnotes 18/19

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

​​​​​​​Dit hoorcollege betreft de bevrijdende verjaring. Dit is een van de mogelijke obstakels van een schuldeiser ex art. 3:306 e.v. BW.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. 

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?​​​​​​​

​​​​​​​Er is geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur. ​​​​​​​​​​​​​​

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen sprake van uitdrukkelijke opmerkingen t.a.v. het tentamen.​​​​​​​​​​​​​​

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

​​​​​​​Wat zijn de verschillen tussen verjaring en verval?

Bij verjaringstermijnen:
- De rechtsvordering gaat teniet, echter het vorderingsrecht blijft bestaan. Er is sprake van een "zwakke werking".
- Er is geen sprake van dwingend recht en dus ook niet van openbare orde
- Geen ambtshalve toepassing door de rechter ex art. 3:322 lid 1 BW.
- Stuiting (3:316-319) en verlenging (3:320-321) is mogelijk.
 
Bij vervaltermijnen:
- Het vorderingsrecht en de bevoegdheid gaan teniet. Er is dus sprake van een ‘sterke werking’.
- Het is van dwingend recht van openbare orde
- Ambtshalve toepassing door de rechter (echter: 6:89/7:23)
- Stuiting en verlenging niet mogelijk (echter: 3:86 lid 4)
 
Wat is het wettelijk systeem bij verjaring?
​​​​​​​
De wettelijke termjn is 20 jaar, tenzij de wet anders bepaalt ex art. 3:306 BW. Er zijn bijzondere regels te vinden in art. 3:307 t/m 3:324 BW. Tevens zijn er bepalingen te vinden buiten titel 3.11. Zoals koop ex art. 7:23 lid 2 BW en productaansprakelijkheid ex. art 6:191 lid 1: 3 jaar.

Collegeaantekeningen 16/17

Bevrijdende verjaring

Verjaring zorgt ervoor dat je bepaalde bevoegdheden niet meer kan uitoefenen. Op een gegeven moment stopt de mogelijkheid om iets te vorderen. Dat kan gebeuren door verjaring en door verval. De ratio hierachter is ten eerste rechtszekerheid, en dan wel voor de schuldeiser. Ten tweede gaan bewijsmiddelen verloren, waardoor na verloop van lange tijd niet meer duidelijk is wat de situatie precies was.
Denkbare manieren om ervoor te zorgen dat een vordering niet meer uitgeoefend kan worden. Een van de opties is dat er geen regels over zijn. Ook kan je kiezen om een hele harde termijn te stellen. Tot slot kan je kiezen voor een genuanceerde benadering. In het Nederlands recht is voor die laatste manier gekozen. Ook al zijn er soms termijnen gegeven, betekent dit niet dat daar altijd van afgeweken kan worden.

Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen verjaringstermijnen en vervaltermijnen.

  • Bij verjaringstermijnen gaat de rechtsvordering teniet en blijft het vorderingsrecht bestaan (zwakke werking). Hierbij kan je de vordering dus niet meer afdwingen bij de rechter, maar bestaat deze nog wel. Als een schuldenaar na verjaringstermijn alsnog betaalt, is dat dus geen onverschuldigde betaling. Bij vervaltermijnen gaan het vorderingsrecht teniet (sterke werking) en vervalt dus ook het recht op de bevoegdheid zelf.

  • Bij verjaringstermijnen is afstand hiervan doen mogelijk, bij vervaltermijnen niet.

  • Verder is er bij de verjaringstermijn geen ambtshalve toepassing (3:322 lid 1) en bij vervaltermijnen wel (let op: 6:89/7:23). Bij de laatste kijkt de rechter dus uit zichzelf naar de vervaltermijn, op de uitzonderingen na zoals bij de klachtplicht.

  • Bij verjaringstermijnen is stuiting (3:316-319) en verlening (3:320-321). Bij vervaltermijnen zijn stuiting en verlenging niet mogelijk (let op: 3:86 lid 4).

Tot slot zijn vervaltermijnen doorgaans veel korter dan verjaringstermijnen.

Er zijn twee soorten verjaringen te onderscheiden.

Ten eerste is er de verkrijgende verjaring. Deze wordt ook wel extinctieve verjaring genoemd. Dit gaat om gevallen waarbij een vorderingsrecht niet meer uitgeoefend kan worden omdat het te lang geleden was. Meestal bij situaties waarbij de een een goed kan verkrijgen en de ander deze kan verliezen.

Dit college gaat over de bevrijdende verjaring. Sommige vorderingen zijn niet aan verjaring onderhevig, zoals in art. 3:178 lid 1 BW wordt geregeld. In beginsel zijn de meeste vorderingen dus onderhevig aan verjaring. De twee belangrijkste vragen van bevrijdende verjaring zijn de volgende.

Lengte van de termijn

Volgens art. 3:306 BW is deze termijn 20 jaar. Dit is echter een algemeen uitgangspunt en er zijn veel specifieke regelingen die iets anders bepalen. Die specifieke regelingen zijn hier op een rijtje gezet.

  • Nakoming verbintenis uit overeenkomst (3:307)

  • Periodieke betalingen (3:308)

  • Onverschuldigde betaling (3:309)

  • Schadevergoeding en boete (3:310)

  • Cultuurgoederen en beschermde voorwerpen (3:310a-310b)

  • Ontbinding (3:311)

  • Tekortkoming in de nakoming, rente, vruchten (3:312)

  • Tenuitvoerlegging rechterlijke of arbitrale uitspraak (3:324)

  • Art. 3:306 is nog van toepassing op een aantal andere situaties die staan opgesomd in die bepaling.

Dan zijn er ook nog een aantal bepalingen die dubbele verjaringstermijnen hanteren. Dat houdt in dat er een korte en een langere termijn in de bepaling staan. De langere (objectieve) termijn is een vast aanvangsmoment, de kortere (subjectieve) termijn hangt van de omstandigheden af. Een vordering is altijd verjaard als de eerste van deze twee termijnen is verlopen.

Art. 3:310 BW

Dit is een van de moeilijkere bepalingen over verjaring en gaat over vorderingen tot schadevergoeding.

Lid 1 is het algemene deel. Deze geeft een subjectieve termijn van 5 jaar en een objectieve termijn van 20 jaar.

De 5 jaar begint te lopen als de schuldeiser bekend is geworden met de schade en de aansprakelijke persoon. Het is moeilijk precies te bepalen wanneer dat moment is. Volgens de Hoge Raad is het vermoeden van het bestaan van schade niet voldoende om aan te nemen dat de schade ook daadwerkelijk bekend is. Het kan pas duidelijk worden wanneer de bekendheid is ontstaan als met voldoende mate zekerheid is vastgesteld waardoor de klachten zijn ontstaan. In een andere zaak heeft de Hoge Raad bepaald dat de vereiste mate van zekerheid in het algemeen pas aanwezig zal zijn als de oorzaak is vastgesteld door deskundige artsen.

Verder is nog bepaald dat de korte termijn pas begint te lopen op de dag nadat de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van de schade in te stellen. Het komt er allemaal op neer dat een vermoeden niet genoeg is, maar er voldoende zekerheid moet zijn. Deze subjectieve termijn is er voor zowel de rechtszekerheid als de redelijkheid en billijkheid.

Ook moet er gekeken worden wanneer de objectieve termijn aanvangt. De genoemde problemen hierboven hadden allemaal te maken met de toepassing van de redelijkheid en billijkheid bij de korte termijn van verjaring. Bij de objectieve termijn spelen die niet, of in ieder geval nauwelijks, een rol. Sinds kort kunnen ze soms ook een rol spelen, naar aanleiding van de asbest zaken.

Lid 2 geeft een objectieve termijn bij milieuschade van 30 jaar. Lid 4 geeft een verjaring bij misdrijven, gekoppeld aan verjaring in de strafvordering. Dan geeft lid 5 nog een subjectieve verjaringstermijn van 5 jaar bij letsel en overlijden.

Buiten 3.11 zijn er bepalingen over verjaring. Bijvoorbeeld bij rechtsvorderingen tot vernietigen van een rechtshandeling (zoals door dwaling of bedrog). Daarvoor geldt een termijn van 3 jaar (3:52 lid 1). Art. 3:52 lid 2 zegt nog dat als verzoek tot vernietiging in rechte niet meer kan, dit ook niet meer is toegestaan buiten rechte. Verweer tegen vernietiging kan altijd (3:51 lid 3).

Op grond van art, 6:191 lid 1 geeft dat de termijn 3 jaar is bij productenaansprakelijkheid. Dat is langer dan de termijn van 5 jaar die er is bij schadevergoeding. Dus als je een gebrekkig product hebt dat schade heeft opgeleverd kan je niet meer op grond van productenaansprakelijkheid vorderen, maar wel schadevergoeding vorderen. Die kan je dan bijvoorbeeld baseren op onrechtmatige daad.

Op grond van art. 7:23 lid 2 is de termijn bij koop 2 jaar.

Bij dwangsommen is de termijn 6 maanden op grond van art. 611g Rv.

Stuiting

Stuiting is het “afbreken” van de verjaring. Dat houdt in dat er een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen. Dat kan op een aantal manieren.

  • Instellen van een eis in rechte (3:316) - als een proces aanhangig wordt gemaakt stuit de verjaring dus automatisch.

  • Aanmaning (3:317) - Lid 1 gaat specifiek over de stuiting van een vordering tot nakoming. Dit kan door ondubbelzinnig een aanmaning te sturen of een mededeling te doen. In lid 2 staan andere situaties waarin dit een mogelijkheid is.

  • Erkenning (3:319) - zou expliciet kunnen, maar ook impliciet door bijvoorbeeld rente te betalen.

Het gevolg van stuiting is dat de lopende verjaring definitief wordt afgebroken. Uit 3:319 lid 2 blijkt dat er een nieuwe termijn begint te lopen, die niet langer is dan 5 jaar. Ook treedt verjaring niet eerder op dan het tijdstip waarop de oorspronkelijke termijn zonder stuiting zou zijn verstreken.

Een andere manier dan stuiting is verlenging. Hierbij begint niet een nieuwe termijn, maar wordt de huidige termijn verlengd. Dat kan op grond van door een paar wettelijke verleningsgronden. De termijn loopt in die gevallen 6 maanden door.

Die wettelijke verlengingsgronden worden opgesomd in art. 3:321.

In beginsel zijn ook contractuele verjaringstermijnen mogelijk. Hierbij moet wel gelet worden op art. 3:322 lid 3 en art. 6:236 sub g.

Je kan pas afstand doen van verjaring op het moment dat de verjaring is verlopen.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
2120