Constitutioneel werkcollege
Week 1
- Hobbes publiceerde in 1651 het boek: Leviathan.
- In dit boek vraagt hij hoe het eruit zou zien als er geen staat zou zijn: natuurtoestand is chaos volgens Hobbes. Iedereen wordt geleid door zijn begeerte. De oplossing is om alle individuen hun macht over te laten dragen aan de staat.
- De functie van de staat is orde en veiligheid.
- Hobbes zegt dat het leven in een onderdrukte staat te prefereren boven leven in de natuurtoestand.
- Hobbes heeft de godsdienst niet nodig zoals in de Middeleeuwen.
- Locke publiceerde in 1690 2 boeken over de regering: Two Treatises of Government
- Locke gaat hierin ook uit van een natuurtoestand. Het verschil met Hobbes is dat Locke zegt in de natuurtoestand heeft iedereen onvervreemdbare rechten. ‘life, liberty and property’.
- Locke vindt dat je wel een staat nodig hebt om chaos te voorkomen.
- Het beschermen van de natuurlijke rechten (grondrechten) van burgers staat op 1. De staat moet waken voor het schenden hiervan.
- Belangrijke element van de democratische rechtsstaat komt hier naar voren.
- Montesquieu publiceerde in 1748 De l’esprit descois
- Scheiding der machten om machtsmisbruik te voorkomen. Dit moet een garantie zijn dat de vrijheid van de burger niet al te zeer wordt ingeperkt. Dit is het tweede element van de rechtsstaat.
- Rousseau publiceerde in 1792 Du contrat social
- Komt tot de conclusie dat het mogelijk is voor burgers om geheel vrij te zijn in een staat.
- Als de burgers zichzelf de wet stellen zijn ze vrij en tegelijk onderworpen aan die wetten à directe democratie.
- Burgers zijn onderworpen aan de algemene wil.
Week 2
In 1815 kozen mannen van 21+ de Provinciale Staten, zij kozen de Tweede Kamer. De eerste Kamer werd gekozen door de Koning. En de ministers ‘hingen aan’ de koning.
De overgang naar ons stelsel heeft plaatsgevonden in verschillende stappen.
Vertrouwensregel: wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer laat blijken geen vertrouwen meer te hebben in de minister of kabinet als geheel dan moet de minister of het kabinet als geheel haar ontslag moet aanbieden.
De koning
- Art. 24 GW: Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.
- Art. 25 GW: Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.
- Als de opvolger nog geen 18 jaar is dan mag hij/zij geen koning gezag uitoefenen. De regent zal dit tijdelijk doen. De wetgever bepaalt wie de regent wordt.
- Als er geen kind is die kan opvolgen dan wordt een broer de koning.
- Het besluit voor trouwen of troonopvolger moet bij wet worden goedgekeurd (art.28 GW lid 3)
- Art. 25 GW zegt dat je niet verder kan zoeken dan de 3de graad. Als er dan nog geen opvolger is moet je beslissen volgens art. 30 GW.
De minister
- Art.43 GW: De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen.
- Art. 45 GW: De ministers vormen tezamen de ministerraad. In RVOMR staat veel meer over de ministerraad.
- Art. 44 GW: Ministers zijn hoofd van een ministerie. Maar dit hoeft niet, dit is een minister zonder portefeuille.
- Art. 26 RVOMR gaat over de geheimhouding van de ministerraad. De ministerraad treedt als eenheid naar buiten toe: homogeniteit ministerraad.
- Art. 12 lid 2 RVOMR legt zich of neer bij een besluit of hij neemt ontslag
De staatssecretaris
- Heeft een raadgevende stem.
- “Staatssecretaris is het hulpje van de minister” Art. 46 GW lid 2 bevestigt dit.
- Art. 46 lid 2, 47 GW bevestigt dat de staatssecretaris een eigen verantwoordelijkheid heeft en zeer belangrijke bevoegdheden heeft.
Tweede Kamer
- Evenredig vertegenwoordiging: het procent aantal stemmen is evenredig aan het procent aantal zetels.
- Districtenstelsel: de gene met de meeste stemmen uit een district krijgt een zetel. Voordelen: in het parlement heb je geen kleine partijen die hun aanhang over het hele land zien, ieder parlementslid is ook echt gekozen, de band tussen de vertegenwoordiger en het district is veel sterker, als iemand boos is kan hij gewoon zijn/haar vertegenwoordiger bellen
Nadelen: het kan zijn dat de meerderheid in het parlementniet de meerderheid van het land vertegenwoordigt, het grenzen trekken van de districten moeten soms gewijzigd worden omdat het aantal inwoners verandert.
- Art.67 GW zegt dat Kamerleden zonder last stemmen. Er kan geen druk worden uitgeoefend omdat een Kamerlid zelf bepaalt hoe hij stemt.
- Art. 69 RVO Tweede Kamer gaat over de manieren van besluiten nemen.
Week 3
Situatie 1815
- Koning had een centrale positie in het stelsel.
- Ministers waren hulpjes.
- Koning koos Eerste Kamer leden.
- Tweede Kamer werd gekozen door bepaald volk.
Huidige situatie
- Tweede Kamer rechtstreeks
- Eerste Kamer getrapt via Provinciale Staten
- Koning schuilt achter minister
- Vertrouwensregel
1840, 1848, 1866-68, 1917-1922 hebben deze verandering tot grond gebracht.
1840
- Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid: minister kan vervolgd worden voor Koninklijke Besluiten in strijd met de Grondwet.
- Contraseign door ministers
1848 (Thorbecke)
- Politieke ministeriële verantwoordelijkheid (art.42) Verantwoordelijk voor:
- Gedraging van de koning
- Ministers
- Staatssecretaris (art.46)
- Besluiten ministerraad (art.45)
- Ambtenaren op zijn departement (art.44)
- Inlichtingenplicht van de minister (art.68)
- Geen inlichtingen over wat er in de minsterraad wordt gezegd.
- Privézaken worden ook niet verteld.
- Enquêterecht (art.70)
- Ontbindingsrecht (art.64)
1866-68
- Vertrouwensregel
- Wanneer het vertrouwen wordt opgezegd moet de minster/kabinet ontslag aanbieden.
- Wat precies het motie van wantrouwen is kun je over twisten.
- Kan de minister naar huis worden gestuurd voor iets waar hij geen verantwoording voor draagt? Ja.
- Moet het opzeggen van vertrouwen altijd met gegronde reden? Nee.
- Vanaf ’68 parlementaire stelsel, vanaf 1917 en 1922 nog meer
1917-22
- Algemeen mannenkiesrecht in 1917.
- Algemeen vrouwenkiesrecht in 1922.
Minister
- De minister heeft geen taken waar hij geen verantwoording voor hoeft af te leggen.
- De minister is altijd verantwoordelijk als hij een bevoegdheid heeft.
Sinds 1922: voor de verkiezingsuitslag wordt ontslag door het kabinet ingediend.
Demissionair: ontslag aangeboden maar nog niet geaccepteerd. Kan hetzelfde als een gewone minister.
Kabinetscrisis kan ontstaan door 2 mogelijkheden:
- Grote mate van onenigheid tussen Tweede Kamer en kabinet. Bv. blijk van wantrouwen tegen het kabinet.
- Onenigheid in het kabinet zelf.
Wetgeving
- Soms wordt hiermee wetgeving in formele zin bedoeld en soms wet in materiele zin bedoeld.
- Wet in formele zin (art.81)
- Wet in materiele zin/algemeen verbindende voorschriften: naar buiten werkend, algemeen, bindend, voor herhaling vatbaar besluit
- Meeste wetten zijn avv en wet in formele zin.
- Wetten die alleen formeel zijn
- Toestemmingswet: de wet waarin staat dat Alexander met Maxima mag trouwen.
- Benoeming van regent
- Begrotingswetten
- Wetten die niet formeel zijn maar wel avv:
- Algemeen plaatselijke vordering
- Wetten die niet formeel is en niet avv:
- Heel veel besluiten: bouwvergunningen, parkeervergunningen, belastingaanslagen etc.
- Procedure wetgeving: de hoogte punten staan in de GW, art.81 en verder.
- Enige mogelijkheid om een wet te wijzigen is een nieuwe wet in te voeren.
Week 4
Organen krijgen bepaalde bevoegdheden.
Attributie: toekennen van bevoegdheid X maar die bevoegdheid wordt tijdens het overbrengen geschapen.
Delegatie toekennen van bevoegdheid van B naar X. Het is een bestaande bevoegdheid en komt terecht bij een lager orgaan.
Wetgever in formele zin
- Staten-Generaal en Regering
- Produceert wetten (art.81 GW)
- Bevoegdheid om algemeen verbindende voorschriften vast te stellen haalt de wetgever uit de Grondwet. Als de Grondwet een bevoegdheid geeft is dat attributie.
- Specifieke attributie: art. 2,7,10 GW. Het voegt wat toe aan de algemene attributie (art.81 GW). Is van belang voor de mogelijkheid tot delegatie.
- Of de wetgever mag delegeren moet er worden gekeken naar de GW. Als er geen specifieke bepaling is (als er niks over staat dus) dan mag er worden gedelegeerd. Als er wel een specifieke bepaling is zoals Nederlanderschap/Persoonsgegevens/Vreemdelingen etc. dan moet er worden gekeken naar de gebruikte terminologie. Dit vind je in de memorie van toelichting. Als er regelt of bij of krachtens de wet dan mag er gedelegeerd worden.
Regering
- Koning en minister
- Produceert koninklijke besluiten
- Algemene maatregel van bestuur. Moet 2 eigenschappen bevatten:
- Raad van State (art.73 GW, art.17 WRvS)
- Gepubliceerd in Staatsblad (art.3 Bekendmakingswet)
- Kleine K.B.’s
- Algemene maatregel van bestuur. Moet 2 eigenschappen bevatten:
- De bevoegdheid die de regering heeft tot het stellen van algemene maatregelen van bestuur is op grond van delegatie. De regering krijgt de bevoegdheid van de wetgever.
- Attributie door de Grondwet kan ook als ze niet gehandhaafd worden door strafbepalingen (art. 89 lid 2). Dit zijn zelfstandige amvb’s maar zijn erg zeldzaam.
- In het Meerenberg-arrest: De rechtsvraag: welke bevoegdheid heeft de koning tot het stellen van amvv. De koning heeft alleen deze bevoegdheid als de grondwet dit toekent zei de HG. Focust hier op basis van grondwetten.
- Bijna iedere wet kent 1 of meer daarop gebaseerde amvb’s. Het BW en Sr kent geen gebaseerde amvb’s.
Minister
- Produceert ministeriele besluiten
- De bevoegdheid die de minister heeft tot het stellen van amvb’s is op grond van delegatie door regering of minister. De vraag of de regering aan de mister mag sub delegeren is te vinden in de wet. Er moet dan staan: bij of krachtens amvb.
- Er is geen attributie door de GW.
Week 5
De nadruk ligt bij Gemeenterecht, maar je moet ook van Provinciewet weten.
Autonome bevoegdheden
- Centraal staat de bevoegdheid van de gemeenteraad om verordeningen te maken. Dit vind je in art.147,149 Gemw en in art. 127 GW.
- Ondergrens moet je vinden bij een nauwkeurige lezing van art.149 Gemw.
- Een verordening moet iets te maken hebben met de huishouding van de gemeente, dit wordt ook wel aangeduid met de term: algemene belangen.
- Onder de ondergrens vind je de privé sfeer burger à bijzondere belangen. Hier moet de gemeente buiten blijven.
- Wat doet de gemeente met een verordening die zowel boven als beneden de ondergrens zit? Wilnisser visser is een arrest die hier bij past.
- Bovengrens (art.121,122 Gemw). Deze twee bepalingen regelen het maken van gemeentelijke verordeningen.
- Art. 122 Gemw ziet op een eerdere gemeentelijke vordering: anterieure verordening. De vorming van rechtswege vervalt als er een zelfde soort verordening komt. Deze regeling moet hetzelfde onderwerp hebben. In de jurisprudentie is dit verder uitgewerkt in Baliekluivers. Er is sprake van hetzelfde onderwerp als de materie en het motief hetzelfde zijn.
- Art. 121 Gemw ziet op een gemeentelijke vordering die nog niet bestaat: posterieure verordening. Een hogere regeling mag aanvullen tenzij het uitputtend bedoeld is. Het mag niet in strijd zijn. Soms staat dit erin. Als er niks instaat dan zal de rechter zich na het lezen van memorie van toelichting moeten bepalen of het uitputtend is of aanvullend.
Stappenplan
- Ondergrens (art.149) of bovengrens (art.121,122)?
- Posterieur (art.121) of anterieur (art.122)?
- Posterieur? Aanvullende werking of in strijd?
- Anterieur? Zijn motief en materie hetzelfde?
- Noem eventueel een arrest.
Gemeente
Is er een verantwoordingsplicht voor de B&W ten opzichte van de Raad? Ja, art. 169 Gemw.
Is de burgermeester vertantwoording schuldig aan Raad? Ja, 180 Gemw.
Kan de Raad ervoor zorgen dat leden van B&W ontslag neemt? Art.49 is een soort vertrouwensregel, deze verschilt met de andere omdat deze is geschreven en het tweede verschil is dat de Raad de minister gewoon kan ontslaan terwijl de TK alleen kan dwingen tot ontslag.
Bestaat er een soort vertrouwensregel tussen burgermeester en raad? Nee, er kan alleen ene aanbeveling worden gedaan. Art 61
Week 6
Art.91 GW gaat over de totstandkoming van verdragen.
- Lid 1: in beginsel is parlementaire goedkeuring nodig. (en art.7 RwGBL)
- Lid 2: de manier waarom die goedkeuring wordt verleend. (en art.3,4,5 RwGBL)
Een rijkswet heeft zowel betrekking op Nederland (als in Europa) en op de delen in het Caribische gebied.
Transformatie wetgeving in beginsel alleen bij dualistisch stelsel. Een transformatiewet is een wet waarin internationale regelgeving (verdrag) in nationale regels (wetten) wordt getransformeerd.
Verdragen staan boven de wet (art.94 GW)
Ieder verbindende verdragsbepaling
- 3 voorbeelden in jurisprudentie:
- Grenstractaat Aken
- Collectieve acties spoorwegen
- Reisbureau Rita
Instellingen EU
- Europese Raad (art.15 VEU)
- Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten.
- De Raad (art.16 VEU)
- De ministers zitten hierin van de 27 lidstaten.
- Belangrijkste taak ligt bij wetgeving. Samen met Europees Parlement.
- Controle op de commissie als taak.
- Commissie (art. 17 VEU)
- Formeel gezien geen wetgevend orgaan maar doet wel voorstellen voor richtlijnen en vorderingen.
- Er is een vertrouwensregel tussen het Europees Parlement en de Commissie (art.234 vweu)
- Europees Parlement (art.14)
- Wetgeving als taak samen met de Raad.
Costa/ENEL- arrest
- Prejudiciële vragen: art.267 VWEU
- is een rechtsvraag van een nationale rechter aan een hoger gerecht (bijvoorbeeld van de Hoge Raad der Nederlanden aan het Hof van Justitie van de Europese Unie), betreffende de uitleg van een rechtsregel.
- Het EU-recht komt op eigen werking naar binnen in NL en niet via art.93 GW.r
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Constitutioneelrecht
Bundel van samenvattingen en college aantekeningen voor het vak constitutioneelrecht jaar 1.
- Read more about Constitutioneelrecht
- 1181 reads
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1185 |
Add new contribution