Goederenrecht - UU - Oefententamen 2013/2014

Vragen

Vraag 1

Noem drie kenmerken van goederenrechtelijke rechten en geeft kort aan wat die kenmerken inhouden.

Vraag 2

Bespreek de volgende stelling:

Voor de beoordeling van de vraag of apparatuur een bestanddeel vormt van een gebouw is mede bepalend of de bedrijfsvoering van de onderneming in dat gebouw onmogelijk zou zijn zonder dergelijke apparatuur.

Vraag 3

Leg uit wat wordt verstaan onder de processuele functie van bezit en geef daarvan een voorbeeld.

Vraag 4

A is eigenaar van een stuk grond. Dwars over dit perceel loopt een pad, waarvan buurman B dagelijks gebruik maakt. Recht van overpad ontleent B aan een erfdienstbaarheid ten laste van de grond van A, welke is gevestigd ten behoeve van de grond van B. Stel dat B zijn grond overdraagt aan C en dat A zijn grond overdraagt aan D.

Leg uit welke gevolgen de overdracht van B aan C respectievelijk de overdracht van A aan D heeft voor het recht van erfdienstbaarheid.

Vraag 5

A is producent van fietsen. B is leverancier van zadels, die pas worden gemonteerd wanneer de fietsen rijklaar zijn. A en B zijn overeengekomen dat B eigenaar blijft van de door hem geleverde zadels totdat deze door A zijn betaald. B is ten tijde van de montage van de zadels nog niet betaald.

Wie is na de montage eigenaar van de zadels?

Vraag 6

Kan een bezitter niet te goeder trouw van een roerende zaak ooit de eigendom van die roerende zaak verkrijgen?

Vraag 7

Leg uit waarom het recht van vruchtgebruik in boek 3 BW is geregeld.

Vraag 8

Opslagbedrijf Terminal geeft aan constructiebedrijf De Knijp opdracht om 3 grote silo’s te vervaardigen die zijn bestemd voor de opslag van graan. De silo’s moeten worden gebouwd volgens gedetailleerde aanwijzingen van Terminal. Het staal dat nodig is voor de productie van de silo’s wordt door De Knijp gekocht bij staalleverancier Corus. Het staal wordt door Corus aan De Knijp geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Nadat de drie silo’s zijn geproduceerd, maar voordat deze zijn afgeleverd bij Terminal, gaat De Knijp failliet. De Knijp heeft Corus niet betaald voor het door Corus geleverde staal. Terminal stelt zich op het standpunt dat zij eigenaar is van de door de Knijp geproduceerde silo’s. De curator van De Knijp stelt zich daarentegen op het standpunt dat de silo’s eigendom zijn van De Knijp nu deze nog niet zijn geleverd aan Terminal.

Aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld wie eigenaar is van de drie silo’s?

Vraag 9

Aqua BV verkoopt nieuwe en gebruikte zeilboten. Op 26 april 2012 verkoopt Aqua BV een tweedehands zeilboot aan Peter de Vries, die er in zijn vrije tijd mee wil gaan zeilen. De levering geschiedt door feitelijke overgave. De zeilboot was door Aqua BV op 24 maart 2012 door ruil verkregen van Yanda. Aqua BV had geen reden om te twijfelen of Yanda eigenaar was van de zeilboot. Op 3 juni 2012 deelt de politie aan Peter de Vries mee dat de door hem gekochte zeilboot in november 2011 gestolen is van X.

Wie is eigenaar van de zeilboot op 3 juni 2012?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Goederenrechtelijke rechten werken jegens een ieder (zij hebben absolute werking).Er is sprake van exclusiviteit: ieder derde is verplicht zich te onthouden van gedragingen die de rechthebbende op een goed in zijn gebruik, beheer of beschikking storen.

De werking van een goederenrechtelijk recht op een goed tegenover derden impliceert dat geen enkele derde op dat goed ook een goederenrechtelijk recht kan vestigen dan met volledige inachtneming van het eerder ontstane goederenrechtelijke recht (prioriteitsbeginsel).

Het zaaksgevolg (droit de suite) is ook een consequentie van het absolute karakter van goederenrechtelijke rechten: de rechthebbende kan zijn recht uitoefenen ongeacht onder wie het object van zijn recht zich bevindt.

Goederenrechtelijke rechten verschaffen de gerechtigde een separatist positie in faillissement; de absoluut gerechtigde heeft een recht dat hij niet alleen tegen de failliet, maar tegen iedereen kan inroepen, hij kan zich gedragen alsof er geen faillissement is en bv. zijn eigendom opvorderen.

Vraag 2

Dat is onjuist, zie Depex, ro. 3.7

Bij de beantwoording van de vraag of apparatuur en gebouw naar verkeersopvatting tezamen als één zaak moeten worden gezien kan men kijken naar de constructieve afstemming en naar de vraag of er sprake is van een onvoltooid (fabrieks-)gebouw bij het ontbreken van de apparatuur.

Niet de productie-inrichting is de hoofdzaak, maar het (fabrieks-)gebouw waarin de productie-inrichting is geplaatst. M.a.w. het komt niet aan op de functie welke de apparatuur (evt.) vervult in het productieproces.

Vraag 3

De bezitter van een goed wordt op grond van art. 3:119 lid 1 BW vermoed rechthebbende te zijn, de tegenpartij van de bezitter zal tijdens het proces dienen te bewijzen dat zij de rechthebbende is.

Vb. De dief wordt bezitter van de gestolen fiets en wordt vooralsnog voor eigenaar gehouden, vgl. art. 3:119 BW.

Vraag 4

Bij de overdracht B – C verkrijgt C van rechtswege het recht van overpad als gevolg van het feit dat het recht van erfdienstbaarheid van de eigendom van het heersend erf afhankelijk is (art. 3:7 en 3:82 BW).

Bij de overdracht A – D is D van rechtswege gehouden de last die ten gunste van C op de grond van A drukt te dulden als gevolg van het goederenrechtelijk gevolg van het recht van erfdienstbaarheid.

Vraag 5

Bij montage worden de zadels bestanddeel van de fietsen; A wordt eigenaar op grond van natrekking, art. 3:4 lid 1 jo 5:14 BW.

Vraag 6

Ja dat kan, zie art. 3:105 jo 306 BW: na verloop van 20 jaar. Er is dan sprake van bevrijdende verjaring.

Vraag 7

Op alle soorten goederen, zoals vorderingen, roerende zaken en registergoederen kan een recht van vruchtgebruik worden gevestigd, daarom is het recht van vruchtgebruik is boek 3 geregeld en niet in boek 5, dat over zakelijke rechten gaat.

Vraag 8

Het hang ervan af wie beslissende invloed had op de wijze van productie en de definitieve vorm van het product (Terminal gaf gedetailleerde aanwijzingen) en wie in het kader van die rechtsverhouding het risico droeg ter zake van verliezen wegens tegenvallende bruikbaarheid, verhandelbaarheid of winstgevendheid van het product, i.c. de silo’s. (zie art. 5:16 lid 2 BW en het arrest Breda/Antonius, ro. 3.3.)

Vraag 9

Aqua BV is geen eigenaar geworden van de tweedehands zeilboot; er is wel sprake van een geldige titel(ruil) en van een geldige levering (feitelijke overgave art. 3:114 BW), maar de zeilboot is van diefstal afkomstig en Aqua BV kan zich als bedrijfsmatig handelend persoon niet beroepen op de bescherming van art. 3:86 lid 1 jo lid 3 BW. Tussen Aqua BV en Peter de Vries is vooralsnog geen overdracht tot stand gekomen omdat Aqua BV niet beschikkingsbevoegd was ten aanzien van de tweedehands zeilboot. Er is wel sprake van een geldige titel (koop) en levering (feitelijke overgave, 3:114 BW) tussen Aqua BV en Peter de Vries. Als Peter de Vries te goeder trouw is kan hij zich op derdenbescherming beroepen (art. 3:86 lid 1 jo 3 BW) en is hij eigenaar van de zeilboot.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2407