Hoorcollege week 3 verbintenissenrecht

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Algemene voorwaarden:

Vaak worden alle voorwaarden bepaald door de verkoper. De algemene voorwaarden zijn geen voorwerp voor onderhandelingen en zijn onderdeel van de overeenkomst.

De doelen van de afdeling 6.5.3 zijn sterke rechterlijke controle op de inhoud van de algemene voorwaarden, het biedt rechtszekerheid voor beide partijen en het mogelijk maken van vooraf bespreken van de inhoud van de algemene voorwaarden. De afdeling is van dwingend recht, omdat het alleen op deze manier rechtszekerheid biedt. De afdeling 6.5.3 is beïnvloed door Europa (richtlijn uit 1993). 

Art. 6:231 sub a definieert het begrip ‘algemene voorwaarden’: ‘een of meer bedingendie zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatiesaangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijkzijn geformuleerd’. Het vereiste dat het geen kernbeding mag zijn, moet heel restrictief worden uitgelegd. Kernbedingen zijn uitgesloten van deze afdeling, omdat partijen de kern van de overeenkomst bepalen en niet de rechter. 

Het uitgangspunt is dat de algemene voorwaarden onderdeel van de overeenkomst worden door middel van de wilsvertrouwensleer en het leerstuk van aanbod en aanvaarding. Op grond van art. 6:232 is de wederpartij gebonden aan de algemene voorwaarden, ook al begreep of moest de gebruiker begrijpen dat de wederpartij de inhoud daarvan niet kende. Al heel snel zijn de algemene voorwaarden dus onderdeel van de overeenkomst.   

Vernietigbaarheid algemene voorwaarden (2 gronden art. 6:233 sub b en sub a):

Eerste grond: art. 6:233 sub b heeft betrekking op de redelijke mogelijkheid tot kennisneming van de algemene voorwaarden voor de wederpartij. Indien dit niet heeft plaatsgevonden, dan zijn de algemene voorwaarden (als geheel) vernietigbaar. Om te beoordelen of er aan de informatieplicht is voldaan moet worden gekeken naar art. 6:234. Lid 1 ziet op kennisgeving in het echte leven van man tot man en lid 2 ziet op de elektronische kennisgeving.

Art. 6:234 lid 1: uitgangspunt is het voor of bij het sluiten de voorwaarden ter hand stellen of de wijzen genoemd in art. 6:230C (moet gaan om dienstverrichting). Indien terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is, dan zijn er andere wijzen om aan de informatieplicht te voldoen (zie het artikel). Het arrest Geurtzen/Kampstaal is hier van toepassing.

Art. 6:234 lid 2: uitgangspunt is het voor of bij het sluiten de voorwaarden via elektronische weg ter beschikking stellen, zodat ze opgeslagen kunnen worden en toegankelijk zijn voor latere kennisneming. Indien de terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is, moet bekend worden gemaakt door de gebruiker waar de voorwaarden via elektronische weg kunnen worden bekeken met de mededeling dat de voorwaarden op verzoek worden toegezonden. Hierbij is het arrest First Data/KPN Hotspots van belang. De gebruiker moet duidelijkheid over welke voorwaarden verschaffen.

Art. 6:234 lid 3: dit artikel is van toepassing bij een overeenkomst die wordt gesloten van man tot man (lid 1), maar de algemene voorwaarden via elektronische weg ter beschikking worden gesteld. Dit is enkel een geldige manier van terhandstellen indien de wederpartij hiermee  uitdrukkelijk heeft ingestemd.

Tweede grond: art. 6:233 sub a stelt dat een beding vernietigbaar is wanneer dat beding onredelijk bezwarend is voor de wederpartij (kan ook via art. 6:248 lid 2 worden bereikt). In sub a worden verschillende gezichtspunten geformuleerd wat maakt dat de beoordeling een open toets is. Wanneer er sprake is van consument als wederpartij, moet voor de invulling van onredelijk bezwarend gekeken worden naar art. 6:236 den 6:237. Bij een grote organisatie als wederpartij moet gekeken worden naar art. 6:235, hieruit volgt dat zij geen beroep kunnen doen op de artikelen 6:233 en 6:234 maar op art. 6:248 lid 2. 

Verhouding art. 6:248 lid 2 en 6:233 sub a: het bereik van art. 6:248 lid 2 is groter. Alle partijen kunnen zich hierop beroepen en het geldt voor alle contractuele voorwaarden. Voor art. 6:248 lid 2 moet ook gekeken worden naar het arrest Saladin/HBU waarin wordt bepaald wanneer een partij zich kan beroep op een exoneratiebeding. 

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er wordt vaak een vraag gesteld op het tentamen die betrekking heeft op de rechtsgevolgen. Het rechtsgevolg verschilt wanneer er een geslaagd beroep op art. 6:233 sub a en art. 6:248 lid 2 wordt gedaan. In het geval van art. 6:233 sub a wordt het beding uit de algemene voorwaarde vernietigd. Wanneer een beroep op art. 6:248 lid 2 slaagt, dan wordt de algemene voorwaarde in dat specifieke geval buiten toepassing gelaten. Het beding blijft dus wel geldig, maar partijen kunnen er geen beroep meer op doen.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen vragen behandeld die gesteld zouden kunnen worden op het tentamen.