Pleidooi voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer - de Wilde - 2017 - Artikel

Bij de bewezenverklaring van een strafbaar feit baseren feitenrechters zich in principe op de letterlijke tekst van de tenlastelegging. Hierdoor zijn tenlasteleggingen vaak moeilijk te doorgronden. In dit artikel pleit de schrijver voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer en duidelijk geformuleerde tenlasteleggingen. Hiervoor haalt hij ook het Duitse strafrecht aan.

De grondslagleer

De dagvaarding is een oproeping van de verdachte om te verschijnen bij het gerecht dat de strafzaak tegen hem zal behandelen. Een essentieel deel van de dagvaarding is de uiteenzetting van de gedragingen waarvan hij wordt beschuldigd. Dit noemen we de tenlastelegging. De tenlastelegging moet voldoen aan de eisen in art. 261 Sv (een feit, een pleegtijd en pleegplaats). De dagvaarding wordt opgesteld door de officier van justitie en hij heeft hierin veel vrijheid wat betreft de wijze waarop deze onderdelen zijn opgenomen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de OvJ de omvang van het rechtsgeding bepaalt. Hij bepaalt voorafgaand aan de zitting van welke strafbare feiten de verdachte wordt beschuldigd en tijdens de zitting is alleen hij bevoegd om initiatief te nemen tot wijziging van de tenlastelegging (art. 312-313 Sv).

Het beginsel van de grondslagleer stelt dat de rechter die een uitspraak moet doen, gebonden is aan de tenlastelegging. Zie artt. 348 en 350 Sv. Deze leer is vooral relevant voor de beantwoording van de 1e vraag van art. 350 Sv: kan het ten laste gelegde feit worden bewezen? Als een ten laste gelegd feit onvoldoende steun vindt in de inhoud van de bewijsmiddelen, dan volgt vrijspraak. Blijkt uit het bewijs dat de verdachte een ander feit heeft begaan dan ten laste is gelegd? Dan kan het feit niet bewezen worden verklaard. De grondslagleer zorgt zodoende voor een afbakening van het strafproces.

Dat uitgangspunt werkt door naar de fase van het onderzoek ter terechtzitting, omdat de ten laste gelegde feiten de omvang van het onderzoek ter terechtzitting bepalen. Zo wordt een verzoek om een getuige te mogen ondervragen primair beoordeeld aan de hand van het relevantiecriterium: is het voor de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv relevant om de getuige ondervragen? Omdat die vragen op de grondslag van de tenlastelegging moeten worden beantwoord, zijn de ten laste gelegde feiten bepalend voor het antwoord op de vraag of de ondervraging van een getuige relevant is. De ondervraging moet relevant zijn voor een beslissing ten aanzien van die feiten.

Nederlandse tenlasteleggingen worden vrij ingewikkeld geformuleerd. Er worden vaak alternatieve strafbare feiten in opgenomen. Bijvoorbeeld wanneer met een primair-subsidiaire tenlastelegging wordt gewerkt of met standaard alternatieve feiten en omstandigheden. Dit hangt samen met een strikte interpretatie van de grondslagleer.

Grondslagleer door de Hoge Raad en inrichting tenlastelegging

In de oudere jurisprudentie werd aangenomen dat de rechter gebonden was aan de letterlijke tekst van de tenlastelegging. Denk aan het arrest Brasserskade waarin een hele strenge opvatting van de grondslagleer door de Hoge Raad werd aangenomen. Deze rigide interpretatie heeft de inrichting van de tenlastelegging beïnvloed. Als alleen de letterlijke tekst van de tenlastelegging bewezen mag worden verklaard, is het zeer belangrijk dat de tekst alle elementen van een mogelijke bewezenverklaring bevat. Terwijl soms niet alle relevante feiten dan al bekend zijn.

De officier van justitie neemt in de tenlastelegging daarom naast het strafbare feit op waarvan hij meent dat het steun vindt in de bewijsmiddelen, maar ook alternatieven daarvoor. Hij legt strafbare feiten vaak niet enkelvoudig, maar primair-subsidiair, alternatief of cumulatief-alternatief ten laste. Ook binnen de omschrijving van één strafbaar feit komen veel alternatieven voor. Bijvoorbeeld meer bestanddelen van de delictsomschrijving.

Hiermee ontstaat een vangnet voor als de rechter een bepaald ten laste gelegd strafbaar feit of een onderdeel daarvan niet bewezen acht. Dit soort vangnetten zijn begrijpelijk. Het vele gebruik van alternatieven heeft echter ook een keerzijde omdat de tenlastelegging een onoverzichtelijke opsomming wordt van termen.

De huidige interpretatie van de grondslagleer

Feitenrechters hanteren ook tegenwoordig het uitgangspunt dat de letterlijke tekst van de tenlastelegging bindend is. Omdat in iedere tenlastelegging veel alternatieven voorkomen, moet de rechter keuzes maken. De onderdelen die hij niet bewezen acht, streept hij (letterlijk) weg en de bewezenverklaring blijft over. Zo komt de bewezenverklaring woordelijk voort uit de tenlastelegging. Het wegstrepen moet zorgvuldig gebeuren, omdat anders onderdelen bewezen worden verklaard waarvoor geen bewijs bestaat.

Het uitgangspunt is dus de letterlijke tekst van de tenlastelegging maar soms wijken feitenrechters daar van af, vooral als sprake is van verschrijvingen of vergissingen. Afwijkingen van de letterlijke tekst van de tenlastelegging zijn in cassatie vaak geaccepteerd. De ruimte voor afwijking is echter niet onbeperkt. Conclusie is dat de Hoge Raad uitgaat van een coulantere interpretatie van de grondslagleer vergeleken met het arrest Brasserskade.

Hoe beoordeelt de Hoge Raad tegenwoordig of de grondslagleer is gerespecteerd? De Hoge Raad gaat in ieder geval niet meer uit van een gebondenheid aan de letterlijke tekst van de tenlastelegging, maar van een gebondenheid aan de essentie van de tenlastelegging. De feitenrechter mag de tenlastelegging interpreteren en mag in principe zelf bepalen of een bewezenverklaring overeenkomt met de tenlastelegging. De Hoge Raad grijpt pas in als de uitleg door de feitenrechter redelijkerwijs niet te verenigen is met de bewoordingen van de tenlastelegging. Een afwijking van de tenlastelegging is alleen toelaatbaar wanneer de verdachte daardoor niet in zijn belangen wordt geschaad. Bijvoorbeeld als de werkelijke pleegplaats enigszins (maar niet sterk) afwijkt van de pleegplaats in de tenlastelegging, dan mag die werkelijke pleegplaats bewezen worden verklaard. Een hele andere pleegdatum mag dan weer niet. Althans niet zonder nadere motivering.

Afwijkingen van de tekst zijn toegestaan, mits geen ander strafbaar feit bewezen wordt verklaard dan ten laste is gelegd. De essentie van de tenlastelegging is dus cruciaal. Het is echter onduidelijk hoeveel afwijking van de tenlastelegging de feitenrechter zich mag permitteren.

Ruimere grondslagleer in Duitsland

Het Duitse recht hanteert ruime mogelijkheden tot afwijking van de tenlastelegging. Het uitgangspunt is dat de omschrijving in niet-juridische termen moet worden geformuleerd. Zo kan de verdachte zelf begrijpen waarvan hij wordt beschuldigd. Ook bevat de Duitse dagvaarding een opsomming van de belangrijkste resultaten van het opsporingsonderzoek. De rechter heeft veel vrijheid om af te wijken van de letterlijke beschuldiging om te beoordelen of de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechter neemt niet de letterlijke tekst van de tenlastelegging als uitgangspunt, maar beoordeelt of het feit dat hij bewezen wil verklaren in essentie besloten ligt in de tenlastelegging. Zo zijn pleegplaats en pleegdatum bijvoorbeeld niet essentieel, zolang duidelijk is welk misdrijf de verdachte heeft gepleegd. Ook mag de ten laste gelegde gedraging gebaseerd zijn op een andere delictsomschrijving dan de bewezen verklaarde gedraging. Zo kan diefstal als heling worden bewezen. Echter niet alle afwijkingen zijn toegelaten. Omdat de Duitse rechter zoveel ruimte heeft om af te wijken van de tenlastelegging, kent het Duitse strafrecht geen optie om de tenlastelegging na aanvang van het onderzoek ter terechtzitting te veranderen.

Is een ruimere interpretatie van de grondslagleer in Nederland wenselijk?

Nederlandse feitenrechters gaan uit van de letterlijke tekst van de tenlastelegging en wijken daarvan alleen af in bijzondere gevallen. Is dit wenselijk? Een voordeel van deze benadering is dat het object van de bewijsbeslissing heel duidelijk is afgebakend. Een nadeel is door het woordgebruik het voor de verdachte minder duidelijk is van welk feit hij precies wordt verdacht. De schrijver acht een benadering wenselijk waarbij niet de letterlijke bewoordingen het uitgangspunt zijn voor de beraadslaging door de rechter, maar de essentie van de tenlastelegging. De rechter mag dan afwijken van de tekst van de tenlastelegging, tenzij niet meer kan worden gesproken van hetzelfde strafbare feit als ten laste is gelegd.

Voordelen van deze ruimere interpretatie van de grondslagleer:

  • De OvJ hoeft niet langer alternatieven in de tenlastelegging op te nemen. Dit komt de begrijpelijkheid ten goede.

  • De tenlastelegging hoeft niet meer te worden gewijzigd als de inhoud van de bewijsmiddelen aanleiding geven om te denken dat de feitelijke toedracht anders is geweest dan in de tenlastelegging is aangegeven.

  • Een ruime opvatting van de grondslagleer kan voorkomen dat een verdachte wordt vrijgesproken hoewel hij het ten laste gelegde feit eigenlijk wel heeft begaan.

Nadelen van deze ruimere interpretatie van de grondslagleer:

  • Hoe ruimer de tenlastelegging wordt opgevat, hoe minder afgebakend het onderzoek ter terechtzitting is. Voor de verdachte is het minder duidelijk tegen welke beschuldiging hij zich moet verdedigen.

Op welke manier die ruimere interpretatie worden bewerkstelligd?

In de situaties waarin de Hoge Raad afwijkingen van de tenlastelegging heeft geaccepteerd, waren het meestal relatief kleine afwijkingen. Het is niet geheel duidelijk in welke mate de Hoge Raad afwijkingen van de tenlastelegging accepteert. Zo mag een bewezenverklaring geen onderdelen bevatten die niet ten laste zijn gelegd, als de gedraging daardoor onder een andere delictsomschrijving komt te vallen. Een tenlastelegging van dood door schuld en een bewezenverklaring van doodslag zal daarom niet mogen. Mogelijk geldt dat ook voor medeplegen en medeplichtigheid. Er is een andere wijze van denken nodig voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer. De wet laat dit toe maar het is niet aannemelijk dat de rechtspraktijk zonder wetswijziging deze ‘mindset’ zal wijzigen.

De schrijver pleit daarom voor een nieuwe bepaling in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering die regelt dat de rechter een feit alleen bewezen mag verklaren als de bewezenverklaring geen ander feit in de zin van artikel 68 Sr (ne bis in idem) oplevert dan ten laste is gelegd. Dit maakt duidelijk dát de rechter ruimte heeft om af te wijken van de tenlastelegging en hoeveel ruimte dat is. Om het verdedigingsbelang van de verdachte niet te schaden, zou daarbij moeten worden geregeld dat de verdachte erop moet worden gewezen dat de tenlastelegging een bewezenverklaring ter zake van een niet expliciet in de tenlastelegging genoemd strafbaar feit mogelijk maakt, waarbij de verdachte recht heeft op schorsing van het onderzoek ter terechtzitting.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting artikelen Strafprocesrecht

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2571