Romeins recht - RUG - Oefententamen IX

Vragen

Vraag 1

Aulus houdt een zuil voor Blasius. Crassus komt op bezoek bij Aulus en is erg onder de indruk van de zuil. Crassus vraagt aan Blasius of hij bezitter kan worden van de zuil totdat Aulus hem weer terugvraagd. Kan dat?

Vraag 2

Bij de koopovereenkomst was het niet noodzakelijk een bepaalde exceptie op te nemen. Bij andere overeenkomsten moest die exceptie wel genoemd worden. Om welke exceptie gaat het hier?

Vraag 3

Romulus bezit een kar, een res nec manicpi, waar Aeneas de eigenaar van is. Janus is wel geïnteresseerd in de kar en vraagt of hij hem mag huren. Romulus was eigenlijk van plan om door verkrijgende verjaring eigenaar van de kar te worden. Hij weet namelijk dat Aeneas nogal slordig is op dit punt. Op het moment dat Janus om de kar vraagt, is Romulus nog 6 maanden verwijderd van de eigendom van de kar. Romulus wil de kar alleen aan Janus verhuren wanneer hij er zeker van is dat de verjaring niet wordt gestuit. Romulus komt naar u toe om raad. Wat is uw advies?

Vraag 4

Uw cliënt heeft een vaas van een vriend gekocht op het moment dat de vaas al gestolen was. Had deze eigendomsoverdracht wel plaats kunnen vinden?

Vraag 5

Onder welke titel verkrijgt iemand een goed op grond van een legaat (algemeen of bijzonder)?

Vraag 6

Julius heeft een schuld van 10.000 sestertiën bij Marcus en Claudius, die beide hoofdelijk schuldeiser zijn. Marcus overlijdt nog voordat hij zijn schuld heeft kunnen innen. Zijn vier zonen zijn allemaal voor gelijke delen erfgenaam. Alle zonen aanvaarden de nalatenschap. Aan wie moet Julius zijn schuld nu betalen?

Vraag 7

Geef de juridische betekenis van ‘superficies solo cedit’

Vraag 8

Fredericus en Lucia, echtgenoten, krijgen van Leander, op grond van een stipulatie, een krediet toegezegd van 50.000 sestertiën. Beide echtgenoten hebben het recht om het gehele krediet op te vragen. Niet lang daarna gaat Lucia vreemd. Fredericus is zo teleurgesteld dat hij besluit Lucia te onterven. Een paar maanden later sterft Fredericus van verdriet, zijn enige zoon Marcus als erfgenaam achterlatend. Marcus aanvaardt de erfenis. Hij geeft Leander te kennen het krediet niet aan Lucia te verstrekken, want hij heeft haar haar slippertje nog niet vergeven. Kan Marcus wel voorkomen dat zijn moeder het geld krijgt?

Vraag 9

Crassus wil er zeker van zijn dat zijn vrouw Claudia niet op een houtje hoeft te bijten wanneer hij komt te overlijden. Claudia heeft een gat in haar hand en dus zoekt Crassus naar een oplossing waarbij zijn vrouw maandelijkse uitkeringen krijgt tot haar dood. Daarom sluit hij een stipulatieovereenkomst met Blasius op grond waarvan Crassus elk jaar 1000 sestertiën aan Blasius betaald en Blasius na Crassus’ dood elke maand een uitkering doet aan Claudia. Crassus overlijdt al snel na het sluiten van de overeenkomst. Hier had Blasius geen rekening mee gehouden en dus probeert hij de uitkeringen aan Claudia te weigeren. Zal hij daarin slagen?

Vraag 10

Marcus heeft een overeenkomst met Aurelius waarin Aurelius belooft na twee jaar een beeld te verkopen aan Marcus. Na twee jaar komt Marcus Aurelius om het beeld vragen. Het blijkt echter dat Aurelius in de tussentijd failliet is gegaan. Wat kan Marcus ondernemen?

Vraag 11

FC Ostia is op zoek naar een plek voor een nieuw stadion. Een van de trouwste supporters heeft een mooi stuk grond op het oog wat op dat moment nog aan een vriend van hem toebehoort. Hij is van plan om het stuk grond te kopen en het vervolgens weer aan FC Ostia door te verkopen. Het bestuur van FC Ostia ziet dit ook wel zitten en verkoopt het oude, vervallen stadion aan SC Rome, de grootste concurrent. Uiteindelijk blijkt dat de vriend een supporter is van SC Rome en zijn goede grond niet wil verkopen wanneer FC Ostia er een stadion op gaat bouwen. De supporter beroept zich tegenover zijn club op onvoorziene omstandigheden. Kan FC Ostia iets ondernemen tegen de supporter?

Vraag 12

Diana schenkt, ondanks een schenkingsverbod tussen echtgenoten, tijdens haar huwelijk haar boerderij (res mancipi) aan haar man Aulus. Jaren later besluiten ze te scheiden en tijdens de scheidingsprocedure wordt Aulus failliet verklaard. Diana wil haar boerderij terug. Is zij nog eigenares en waarom wel of waarom niet?

Vraag 13

Welke regel was niet van toepassing op de digesten en pandekten?

Vraag 14

Wat waren de taken van de praetor en de lekenrechter in een civiel proces ten tijde van Papinianus?

Vraag 15

Noem een obligatoire overeenkomst waarbij wilsovereenstemming niet genoeg is om tot een overeenkomst te komen.

Vraag 16

Crassus krijgt een res nec mancipi geleverd van Aulus. Deze zaak komt aan Crassus toe

Op grond van een vindicatielegaat van de overleden Blasius. Wie volgt Crassus op (Aulus of Blasius) en onder welke titel (algemene of bijzondere)?

Vraag 17

Vergilius is behoorlijk onder de indruk van het draagvermogen van de ezel van Ovidius en wil hem graag kopen. Nu is Vergilius ter ore gekomen dat Ovidius een losbandig leven leidt en hij op veel van zijn bezittingen een pandrecht heeft gevestigd om zo leningen los te krijgen. Hoewel Vergilius de ezel erg graag zou willen hebben, zit hij niet te wachten op schuldeisers die zijn ezel komen opeisen, wanneer Ovidius niet aan zijn schulden kan voldoen. Vergilius besluit, voorzichtig als hij is, van de koop af te zien. Is zijn voorzichtigheid gegrond?

Vraag 18

Nero, een berucht crimineel in het oude Rome, komt te overlijden. In zijn huis worden veel gestolen voorwerpen teruggevonden. Julius en Marcus, de zonen van Nero, worden overladen met acties uit revindicatie en uit diefstal. Ook een van uw cliënten heeft een lang verloren vaas teruggevonden. Hij komt bij u om te vragen welke actie(s) hij tegen Julius en Marcus kan instellen. Wat adviseert u hem?

Vraag 19

Nero verhuurt zijn boot aan Aurelius en stelt hem ter beschikking aan Aurelius. Een paar dagen later verhuurt Nero dezelfde boot echter ook aan Caligula. Caligula komt de boot opeisen bij Nero. Heeft de vordering van Caligula kans van slagen?

Vraag 20

Waar werden de instituten en elementen van Justinianus voor gebruikt?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Nee, Blasius is geen bezitter en kan dus ook niet het bezit overdragen.

Vraag 2

De exceptie van onbehoorlijkheid

Vraag 3

Romulus kan de kar met een gerust hart verhuren want de verjaring wordt niet gestuit.

Vraag 4

Nee

Vraag 5

Onder bijzondere titel.

Vraag 6

Julius kan 10.000 sestertiën betalen aan Claudius of 2.500 sestertiën aan de vier zonen van Marcus afzonderlijk.

Vraag 7

Het gaat hier om natrekking: alles wat op een stuk grond wordt gebouwd, wordt eigendom van de eigenaar van dat stuk grond.

Vraag 8

Nee, Lucia is hoofdelijke crediteur van Leander en kan daarom de volle 50.000 sestertiën vorderen.

Vraag 9

Nee, Claudia is enig erfgenaam en heeft dus recht op de maandelijkse uitkeringen.

Vraag 10

Hij kan schadevergoeding eisen van Aurelius omdat deze de koopovereenkomst niet nakomt.

Vraag 11

Ja, de supporter komt de overeenkomst niet na en is daarom verplicht een schadevergoeding te betalen.

Vraag 12

Nee, de geldigheid van de titel speelt hier geen rol

Vraag 13

De jongere wet gaat voor de eerdere, lex posteriori derogat legi priori

Vraag 14

De lekenrechter sprak recht op basis van de formula van de praetor.

Vraag 15

Mutuum, overeenkomst van verbruiklening

Vraag 16

Hij volgt de erflater Blasius op onder bijzondere titel.

Vraag 17

Ja, pand is een zekerheidsrecht en heeft daarom derdenwerking.

Vraag 18

Het instellen van een actie uit revindicatie

Vraag 19

Nee, Caligula heeft geen zakelijke rechtsvordering

Vraag 20

Voor het onderwijs.