Wat is gezinspedagogiek? - Chapter 1
Sinds 100 jaar geleden bestaat de pedagogiek als aparte discipline. Dit is het gevolg van 'de ontdekking van het kind' van de Franse filosoof Jean-Jacques Rosseau. Hij benadrukte als eerste de eigenheid van het kind. Pedagogiek is ontstaan om de ontwikkeling van een kind te kunnen begrijpen en hen te begeleiden tot goed functionerende volwassenen. Pedagogiek heeft zowel een praktische als een wetenschappelijke kant. In het praktische werkveld zijn pedagogen bezig met het geven van advies en begeleiding. In wetenschappelijke context bestuderen pedagogen de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, veelal met het oog op verbetering van de praktijk. De kennis in de wetenschap wordt toegepast in de praktijk.
Ouders zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de opvoeding van hun kind. Tegenwoordig is er niet altijd meer sprake van een traditioneel gezin die bestaat uit vader, moeder en kind. Nu spreken we van het moderne gezin, die gekenmerkt wordt door minder stabiliteit en meer individualiteit. De vraag die gesteld wordt bij opvoeding is: wat is de invloed van nature (aanleg) en nurture (omgeving of opvoeding)? Deze discussie heeft nog steeds niet geleid tot een duidelijk antwoord, maar er is wel overeenstemming over het feit dat zowel nature als nurture invloed heeft op de ontwikkeling van een kind.
Hoe is pedagogiek ontstaan als aparte discipline?
Sinds 100 jaar geleden bestaat de pedagogiek als aparte discipline. Dit is het gevolg van 'de ontdekking van het kind' van de Franse filosoof Jean-Jacques Rosseau. Hij benadrukte als eerste de eigenheid van het kind. Pedagogiek is ontstaan om de ontwikkeling van een kind te kunnen begrijpen en hen te begeleiden tot goed functionerende volwassenen. Pedagogiek heeft zowel een praktische als een wetenschappelijke kant. In het praktische werkveld zijn pedagogen bezig met het geven van advies en begeleiding. In wetenschappelijke context bestuderen pedagogen de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, veelal met het oog op verbetering van de praktijk. De kennis in de wetenschap wordt toegepast in de praktijk.
Pedagogiek is te vergelijken met de aanverwante vakgebieden, zoals de psychiatrie en de psychologie. Voorheen dacht men dat psychische problemen een oorsprong hadden in de aanleg, maar aan het begin van de twintigste eeuw werd ook de omgeving als belangrijke invloed beschouwd op de ontwikkeling van deze problemen. Deze omslag van denken en het belang voor mentale gezondheid leidde tot twee stromingen: de dynamische psychologie en de mental hygiene movement. In de dynamische psychologie zijn Sigmund Freud en Alfred Adlers belangrijke bijdragers. De mental hygiene movement werd gevormd in de Verenigde Staten, maar had ook in Nederland een grote invloed op het behandelen van psychische problemen bij kinderen. Tegelijk met deze twee stromingen ontstond er in Duitsland de Heilpädagogik, die zich richtte op genezing van psychische problemen via opvoedingsmaatregelen. Dit was het begin van de pedagogiek in Nederland.
De pedagogiek was eerst nog een onderdeel van de geesteswetenschappen, waarin voornamelijk de aandacht lag bij de historische context waarin kinderen zich ontwikkelen. Philip Kohnstamm stelde dat de basis van de pedagogiek gevormd werd door levensbeschouwelijke waarden en afstand deed van het empirisch perspectief. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde pedagogiek zich als zelfstandige discipline en werd ook empirisch onderzoek beter gewaardeerd als gevolg van de experimenten van Wilhelm Wundt. Langeveld stelde dat empirische kennis pas betekenis krijgt door vanuit die kennis normatieve uitspraken te doen. Na Langeveld ontwikkelde pedagogiek zich in verschillende specialisaties, zoals orthopedagogiek. De nadruk verschoof van filosofisch en historisch naar empirisch-analytische wetenschap. Omdat waarden een belangrijker rol spelen boven de feiten en tijden veranderen, kan de pedagogiek geen uitsluitende empirische benadering aanhouden, maar blijft het ook een normatieve wetenschap. De combinatie van empirisch-analytisch en normatieve pedagogiek vormen een unieke bijdrage van de pedagogiek aan de sociale wetenschappen.
Welke deelgebieden zijn er binnen de hedendaagse pedagogiek?
Pedagogiek bestudeert de opvoeding en ontwikkeling van alle kinderen en jongeren, en van volwassenen in een afhankelijkheidsrelatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen orthopedagogiek en de algemene of gezinspedagogiek. In de gezinspedagogiek gaat het over de normale ontwikkeling van kinderen in verschillende opvoedingscontexten binnen en buiten het gezin. De orthopedagogiek richt zich op opvoeding in problematische situaties met als doel de opvoeding te optimaliseren. Daarnaast is ook de neuropedagogiek ontstaan binnen de orthopedagogiek. Deze richt zich op de neurologische basis in het verklaren van opvoedingsproblemen, leerstoornissen en gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Dit is te vergelijken met klinische kinderneuropsychologie. De twee deelgebieden, gezinspedagogiek en orthopedagogiek, representeren het continuüm van de normale tot problematische ontwikkeling.
Welke theoretische modellen vormen het pedagogisch omgevingsperspectief?
Er zijn drie theoretische modellen die gezamenlijk het pedagogisch omgevingsperspectief vormen. Dit zijn de modellen van Bronfenbrenner (1979), Belsky (1984) en Sameroff (1975).
Wat is het model van Bronfenbrenner?
Bronfenbrenner stelt dat de ontwikkeling van kinderen plaatsvindt als gevolg van een toenemend complexe interactie tussen het zich ontwikkelende individu en personen, objecten en symbolen in zijn onmiddellijke omgeving. Deze interacties, ook wel proximale processen genoemd, vormen de basis voor de ontwikkeling van het kind. Voorbeelden van deze proximale processen zijn het spelen met vriendjes of vriendinnetjes, het lezen van een boek of een activiteit met de vader of moeder. Bronfenbrenner legt sterk de nadruk op de omgeving en heeft deze ook ingedeeld in verschillende ecologische systemen: microsysteem, mesosysteem, exosysteem, macrosysteem en chronosysteem.
- Microsysteem: de opvoedingssituatie waarin het kind zich begeeft en waar het in directe interactie is met de omgeving, zoals in het gezin, op de kinderopvang, op school.
- Mesosysteem: de interactie tussen verschillende opvoedingssituaties, zoals de afstemming tussen ouders en leerkrachten. Een goede interactie tussen microsystemen komt de ontwikkeling van het kind ten goede.
- Exosysteem: invloed op de ontwikkeling van structuren waarin het kind niet direct participeert, maar die wel de directe omgeving beïnvloeden, zoals het werk van ouders of de schoolklas van broer of zus.
- Macrosysteem: omvat de grote structuren op afstand van het kind, zoals de cultuur of religie.
- Chronosysteem: de historische ontwikkelingen kunnen de omgeving van het kind veranderen, zoals verandering in gezinsstructuur. Dit niveau wordt vaak weggelaten.
Dit model neemt de ontwikkeling van het individu als uitgangspunt. Vanuit de pedagogiek is de focus op de bredere context waarin alle niveaus met elkaar interacteren. Hiermee lijkt het op de sociologie. De pedagogiek integreert verschillende invalshoeken en de invloed van verschillende ecologische systemen op opvoeding en ontwikkeling.
Wat is het model van Belsky?
Belsky gaat in zijn sociaal-contextueel procesmodel uit van opvoeding als tweerichtingsverkeer: er is sprake van wederzijdse beïnvloeding tussen opvoeder en kind. De opvoeding van de ouders wordt bepaald door de eigenschappen en het gedrag van het kind en van hun eigen ervaringen uit het verleden en hun eigen persoonlijkheid. Daarnaast zijn ook de mate van sociale steun, kwaliteit van partnerrelatie en het werk van invloed op het opvoedingshandelen van ouders.
Wat is het model van Sameroff?
Sameroff benadrukt dat het kind geen slachtoffer is van de opvoeding waarin ouders de uitkomsten bepalen, maar dat de eigenschappen en het gedrag van het kind bepaald opvoedgedrag uit kunnen lokken. Hij neemt afstand van een hoofdeffect van genen of omgeving en een interactie-effect tussen aanleg en omgeving, omdat deze de relatie niet juist weerspiegelen. Hij stelt dat de verandering onderling afhankelijk zijn van elkaar en elkaar beïnvloeden, wat leidt tot een complexe transactie van aanleg, omgeving en tijd die is vastgelegd in het transactioneel model.
De pedagogiek maakt gebruik van zowel psychologische kennis als sociologische kennis. Middels deze theoretische modellen kunnen normatieve uitspraken gedaan worden en ze vormen een basis voor empirisch onderzoek.
- 830 reads
Add new contribution