Staatsrecht 1 - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018
- 1813 reads
Zoals bekend besloot het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te stappen (“Brexit”). Waar is de mogelijkheid van uittreding geregeld, en welke procedure moet dan op hoofdlijnen worden gevolgd?
Waar is de “gewone wetgevingsprocedure “ geregeld en welke bevoegdheden heeft het Europees Parlement in die procedure?
Wat is het verschil tussen een verordening en een richtlijn?
Wanneer heeft een bepaling van unierecht rechtstreekse werking?
Kan een bepaling in een verordening met rechtstreeks werking ook de Nederlandse grondwet opzijzetten?
Wat is de grondslag voor deze rechtstreekse werking en voorrang van bepaling van unierecht?
Kan een richtlijn rechtstreekse werking hebben?
Waar is het parlementair behandelingsvoorbehoud geregeld, en wat houdt dit instrument in?
Waar is de subsidiariteitstoets geregeld, en wat houdt dit instrument in?
Welke nationale en internationale rechterlijke instanties zijn bevoegd en verplicht nationaal recht te toetsen aan Europees recht?
Welke betekenis heeft de prejudiciële procedure van artikel 267 VWEU in dit verband?
Welke uitzonderingen bestaan op de verplichting prejudiciële vragen te stellen?
Het is gebruikelijk een onderscheid te maken tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. Wat is het kenmerk van een klassiek grondrecht, en wat zijn sociale grondrechten?
Waarom is een sociaal grondrecht gewoonlijk niet bij de rechter handhaafbaar?
Volgens het boek moet het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten worden gerelativeerd. Licht dat toe aan de hand van een voorbeeld.
Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het EVRM beroepen en zo ja onder welke voorwaarden?
Kan een Nederlandse burger een klacht indien bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en zo ja, onder welke voorwaarden?
Kan een Nederlandse burger zich voor de nationale rechter op een bepaling uit het IVBPR beroepen, en zo ja onder welke voorwaarden?
Kan een Nederlandse burger een klacht indienen bij het Comité voor de rechten van de mens en zo ja, onder welke voorwaarden?
Stelling: naast de bevoegdheden die de (organen van de) Europese Unie ontvangen van de lidstaten, heeft de Europese Unie een algemene bevoegdheid om nieuwe onderwerpen aan zich te trekken en te reguleren. Deze stelling is:
Kan het Europees parlement een eurocomissaris ontslaan wegens het ontbreken van vertrouwen in dien functioneren?
Stelling; Omdat aan de nationale instanties wordt overgelaten om vorm en middelen te kiezen om het resultaat dat beoogd wordt met een Europese richtlijn te bereiken, kan een richtlijn nooit rechtstreekse werking hebben. Deze stelling is:
Het handvast van de grondrechten van de Europese Unie;
Sinds november 2014 is Frans Timmermans lid van de Europese Commissie. Hij is daartoe voorgedragen door de Nederlandse regering. Voor zijn handelen als lid van de commissie is Timmermans verantwoording schuldig aan:
Ingeval een beroep het gelijkheidsbeginsel als bedoeld in artikel 1 GW in botsing komt met een beroep op de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7 GW.
U treedt op als gemachtigde voor een cliënt wiens bijstanduitkering is ingetrokken. U overweegt de intrekking van de uitkering aan te vechten met onder meer een beroep op artikel 9 van eht IVESCR. Kan uw cliënt rechten aan dit artikel ontlenen die uw cliënt bij de Nederlandse rechter kan inroepen?
Art. 50 VEU; hoofdlijnen
Artikel 294 VWEU omvat de gewone wetgevingsprocedure. (Blz. 380 boek)
In die procedure kan het Europees Parlement amendementen voorstellen (amendement = formele wijziging van een officieel document) en beschikt het in geval van blijvende onenigheid met de Raad uiteindelijk over een vetorecht;
Art. 288 EU-werkingsverdrag onderscheidt verordeningen, richtlijnen en besluiten.
Een verordening = heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke stad.
Een richtlijn = is verbindend t.a.v. het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen
De meeste richtlijnen moeten binnen een bepaalde termijn in nationale wetgeving worden omgezet.
Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie dat bepalingen van unierecht die voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk (ongeclausuleerd) zijn, rechtstreekse werking hebben; dat wil zeggen rechtstreeks rechten en verplichtingen voor burgers in het leven roepen
Het hangt af van of het een ieder verbindend is 93/94 GW;
Bepalingen die rechtstreekse werking hebben voorrang boven afwijkend nationaal recht, zelfs boven afwijkende bepalingen in een nationale grondwet! Dit volgt uit jurisprudentie;
93/94 GW niet van toepassing; Rechtstreekse werking – voorrang; doet de nationale wetgeving niets aan bij of aan af. Op grond van de verdragen werkt het EU recht door NIET door 93/94 GW! Dit komt door de verdragen niet door deze artikelen;
Dit is mogelijk indien de richtlijn voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk is.
Artikel 4 Goedkeuringswet verdrag van Lissabon heeft een nieuw instrument van parlementaire controle toegevoegd: “parlementair behandelvoorbehoud”
Op grond van artikel 4 kan elk van beide kamers besluiten dat zij een Europees voorstel van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd.
Het artikel kent de kamers geen instemmingsrecht toe. Het is vooral bedoeld om de informatiepositie van de kamers te versterken en de dialoog met de regering (koning + ministers) te stroomlijnen. Een kamer kan met de procedure van artikel 4 een politiek signaal aan de regering afgeven.
Artikel 5 lid 3 VEU bepaalt dat de Europese Unie alleen mag optreden –bijv. Door het vaststellen van wetgevende maatregelen- als de doelstelling van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt; dit moet er voor zorgen dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
Ieder nationaal parlement heeft in de procedure van de subsidiariteitstoets twee stemmen: in het tweekamerstelsel zoals in NL heeft ieder kamer 1 stem. Met de subsidiariteitstoets kunnen de nationale parlementen geen voorstellen tegenhouden, maar bij het bereiken van bepaalde drempels moet wel een gemotiveerde heroverweging door de Europese commissie plaatsvinden.
Subsidiariteitstoets geldt voor alle lidstaten. (art. 5 VEU jo. 12 VEU jo. 6 protocol nr 2 bij Verdrag van Lissabon). Houdt in dat je altijd dingen moet regelen op het laagste niveau. (lid 3 subsidiariteitsbeginsel ) (lid 4 evenredigheidsbeginsel)
Nationaal: de nationale rechterlijke instantie; alle nationale rechters.
Internationaal: Het Hof van Justitie (267 VWEU)
De nationale rechter, bij wie een rechtszaak aanhangig is gemaakt, schorst het geding om aan het Hof van justitie een uitspraak te vragen; om te voorkomen dat deze het Europese recht verschillend uitleggen en toepassen.
Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instanties van een der lidstaten is de bevoegd maar niet verplicht het Hof te verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen; wordt zo’n vraag echter opgeworpen bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep dan is deze instantie verplicht zich tot het hof te wenden.
Overigens bestaat deze verplichting niet wanneer de juiste uitleg van het unierecht evident is (acte clair ) of wanneer er ter zake reeds rechtspraak van het Hof bestaat en daardoor geen sprake is van echte twijfel over de uitleg van het Unierecht (acte eclaire)
Klassiek grondrechten = de overheid moet zich van ingrijpen onthouden.
Sociale grondrechten = het treffen van voorzieningen om een samenleving te bevorderen waarin burgers in staat worden gesteld een menswaardig bestaan op te bouwden. (voldoende werkgelegenheid/volksgezondheid)
Het gaat bij sociale grondrechten om aansporingen om het overheidsbeleid op bepaalde doeleinden te richten waarbij een grote vrijheid overblijft voor overheidsinstanties om af te wegen in welk tempo en op welke wijze de vervulling van deze taken zal geschieden.
Er is een nauwe samenhang tussen klassieke en sociale grondrechten.
Ja Begint ermee dat op grond van artikel 93 GW het hier gaat om een ieder verbindende bepalingen; (400 EVRM)
Ja dit is mogelijk op grond van artikel 34 EVRM; burgers die beweren slachtoffer te zijn van schending door één van de verdragsluitende partijen van rechten in het verdrag vermeld kunnen een klacht indien bij het Hof (bindende uitspraak dus belangrijk (verschil met IVBPR))
Voorwaarden: (art. 35 EVRM)
Indien het gaat om een ieder verbindende bepaling; voldoende duidelijk ongeclausuleerd;
Het IVBPR kent geen internationaal hof, wel echter – mits door de betrokken staat o.g.v. een facultatief protocol erkend NL heeft dit ondertekent– een individueel klachtenrecht.
Zo’n klacht wordt ingediend bij het comité voor de rechten van de mens.
De Nederlandse burger moet zich dus wenden tot het Comité van de rechten van de mens. Oordeel van het Comité van de rechten van de mens is niet bindend; advies/aanbeveling.
Ja; alleen als het individueel klachtenrecht is erkend. Oordeel van comité is bindend.
B
B
B
C
D
C
B
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat de werkgroepopdrachten bij het vak Staatsrecht 1 uit 2017/2018.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1824 |
Add new contribution