TentamenTests bij Cross-cultural Psychology of Health and Illness aan de Universiteit Leiden - 2016/2017

Open vragen

Vraag 1

Hebben niet-autochtone Nederlanders van Marokkaanse-, Turkse-, of Antilliaanse afkomst een andere levensstijl dan Nederlanders? 

Vraag 2

Volgens Hofstede splitst cultuur zich op in vijf dimensies. Wat zijn de dimensies?

Vraag 3

Expressie en controle van emoties kunnen per cultuur verschillen. Leg dit uit.

Vraag 4

Cognities dragen bij aan vooroordelen. Leg dit uit aan de hand van bekende psychologische fenomenen.

Vraag 5

Immigratie is een stressvol proces. Leg uit wat de consequenties zijn voor migranten en waarom ze last hebben van stress.

Antwoordindicatie

Vraag 1

De leefstijl van deze groepen laten zowel overeenkomsten als verschillen zien: bij adolescenten sporten de Nederlandse adolescenten meer, ook drinkt deze groep meer. Echter is er geen verschil in het binge drinking, seksueel contact, roken en cannabis gebruik. Antillianen en Marokkanen laten echter meer risico in seksueel gedrag zien. Bij volwassenen blijkt dat Turkse mannen meer roken dan Nederlandse mannen, terwijl Marokkaanse mannen en vrouwen minder roken. Alcohol wordt door zowel de Turken als Marokkanen minder genuttigd dan de Nederlanders. Drugs gebruik is hoger onder de migranten dan de Nederlanders. Daarnaast gebruiken allochtone Nederlanders onregelmatiger de pil en condooms. Het percentage SOA’s en abortussen ligt in deze groep dan helaas ook hoger. Daarnaast verschillen per cultuur ook de percepties. Zo hebben mensen met een Marokkaanse, Turkse, of Antilliaanse opvoeding een ander smaakpalet. Hierdoor en door geloofsovertuigingen zijn hun eetgewoontes anders. Daarnaast hebben ouders van Turkse en Marokkaanse mensen andere verwachtingen dan Nederlandse ouders. Zij verwachten bijvoorbeeld dat de band met de familie sterker blijft, ze vaker op bezoek komen en ouders op hoge leeftijd in huis bij de kinderen komen wonen. 50 % van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders voelen een sterke connectie met geloof en richten hier hun leven naar in. Bij geboren Nederlanders is dit percentage veel lager en de invloed van geloof op het leven minder. We kunnen dus concluderen dat deze bevolkingsgroepen veelal een verschillende levensstijl hebben dan Nederlanders, ondanks dat ze in hetzelfde land leven.

Vraag 2

De 5 dimensies van Hofstede zijn:

1. Identiteit, bestaat uit collectivisme en individualisme

2. Hiërarchie: grote tegenover kleine machtsafstand

3. Gender: Vrouwelijkheid tegenover mannelijkheid. Refereert naar de distributie van de rol van de sekse

4. Waarheid: sterke tegenover zwakke onzekerheidsvermijding. Sterke onzekerheidsvermijding leidt tot strikte wetten en regels

5. Virtue, dimensie welke het laatst is toegevoegd door Aziatische wetenschappers, stelt lange termijns- tegenover korte termijnsoriëntatie. In Aziatische landen zijn ze meer gericht op de lange termijn. 

Vraag 3

Emoties zijn gelabelde arousals, veranderingen in het zenuwstelsel. Ze zijn universeel en komen in elke cultuur voor. Zo zijn individuen emotioneel sensitief voor het verlies van vrienden of familie, bij de geboorte van kinderen, succes van het favoriete sportteam en bij kritiek op anderen. Hoewel al deze situaties emoties in alle culturen teweeg brengen, wordt niet op elke situaties het zelfde gereageerd en worden emoties niet altijd hetzelfde geëvalueerd. Zo kan men bijvoorbeeld de emotie anders uitten doormidden van taal. Hoe meer precies de beschrijving van een emotie wordt, hoe groter het verschil tussen culturen. In sommige culturen worden emoties verwacht, gezien als functioneel en onder controle, terwijl in andere culturen het uiten van emoties niet zo gewaardeerd wordt. Zo is huilen niet geaccepteerd in Egypte, terwijl in Turkije het een sociaal geaccepteerde reactie is op bepaalde situaties. Hoewel dus emoties universeel zijn, bepaalt de cultuur hoe deze emoties geëvalueerd moet worden. Dit gebeurd op basis van de zogenoemde display rules. Deze display rules zijn de regels voor emotionele expressie. Er zijn twee criteria bij het beoordelen van emotionele expressie, namelijk de frequentie en de intensiteit. Dus wanneer emoties culturele en sociale producten zijn, dan zouden de culturele normen en omgevingsfactoren de manier waarop mensen hun emoties uitdrukken reguleren. Zo is er bijvoorbeeld een verschil tussen collectivistische culturen, waar gebeurtenissen met betrekking tot de familie of groep veel meer emotioneel geladen zijn en individualistische culturen waar materieel succes en prestaties zorgen voor de primaire emotionele zorgen. Ook is het in Oost-Aziatische culturen gewoon om zowel plezierige als onplezierige emoties tegelijk te ervaren (emotionele complexiteit). In westerse culturen zijn dit juist twee tegenpolen, en komen nooit samen voor. Dus hoewel verschillende culturen elkaars gezichtsexpressie herkennen, is er nog steeds veel variatie tussen culturen. Verder lijkt het erop dat men in armere landen (weinig vrijheid en mensenrechten) minder blij is, terwijl nederlanders veel blijdschap rapporteren.

Vraag 4

In mensen wordt informatie niet simpel opgeslagen, maar vaak vindt er ook een transformering plaats. Perceptie en de interpretatie (betekenisgeving op basis van LT geheugen en zelfconcept) worden dan ook beinvloedt door cultuur. Cognities omvatten allerlei processen, zoals denken, bewustzijn en allerlei informatieverwerkingsprocessen. Deze kunnen bijdragen aan vooroordelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door bepaalde eenduidige schema’s:

  • Beschikbaarheidsheuristiek: informatie die makkelijk op te halen is uit het geheugen telt zwaarder, zelfs als het onzin is
  • Self-fulfilling prophecy: het fenomeen dat onze verwachtingen ons gedrag beïnvloeden
  • Believe-perseverance effect: Bepaalde overtuigingen worden zo onderdeel van iemands persoonlijkheid dat elk kritiek gezien wordt als een aanval op de zelf. Hierdoor past iemand emotionele zelfbescherming toe en wordt op deze manier nog meer overtuigd van zijn eigen gelijk.

Daarnaast kan er attributie bias plaats vinden. Wat inhoudt dat men attributies creëert over onszelf en andere om de wereld om zich heen te begrijpen. Deze externe en interne attributies zijn gebiased.

Ook de fundamentele attributie error, wat inhoudt dat men gedrag van anderen verklaard op basis van interne oorzaken, waarbij de situationele factoren worden genegeerd. Dit wordt ook beïnvloed door de context van de cultuur. Verder maakt elke cultuur gebruik van sociale categorisaties, die dus per cultuur kunnen verschillen.

Als laatste de sociale attributies, welke zegt dat we mensen meer positiever evalueren wanneer ze behoren tot onze eigen groep en negatiever wanneer zij gezien worden als tegenstanders. Zelfs wanneer de feiten anders zeggen.

Kelly heeft hier ook een theorie over: Personal construct Theory (PC). Mensen gebruiken PC om gebeurtenissen te interpreteren en te voorspellen. PC's zijn bipolair, bijvoorbeeld: goed - slecht, wit - zwart. Kelly stelt dat PC's moeilijk zijn aan te passen en mensen met gelijke PC's elkaar opzoeken. PC's zijn cultureel bepaald en dus verschillend. Dit maakt dat mensen uit verschillende culturen elkaar niet snel zullen opzoeken en PC's bevorderend werken voor discriminatie.

Vraag 5

Migratie is een stressor: deze kan veroorzaakt worden door stressoren (oorlog) en kan stressoren tot gevolg hebben (vb. discriminatie). Ook is migratie gerelateerd aan mogelijke acculturatie problemen: een verlies van identiteit, leiders, cultuur, autonomie, conflicten etc. Dit kan leiden tot kanker, diabetes, hypertension etc., slechtere mentale gezondheid en gevoelens van angst, boosheid, verdriet en onrechtvaardigheid. Migratie zelf kan dus traumatisch zijn. Migranten kunnen zich aanpassen aan het westen, maar dit kan ook leiden tot nieuwe gezondheidrisico’s: overgewicht, middelenmisbruik, scheidingen, ongewenste zwangerschap etc. Verder blijkt dat migranten vaak een andere coping hebben (vermijdend, gefocused op emotie), terwijl een problem solving copingstijl soms effectiever is. Deze meer fatalistische coping, kan dus ook weer leiden tot problemen. Er kunnen ook biologische verschillen zijn in bijv. vatbaarheid voor ziektes door bijv. slechtere leefomstandigheden waarin ze verkeerd hebben. Dit geeft de migranten een kwetsbaardere gezondheid.

Verder zijn er 6 manieren om de problemen bij migranten uit te leggen:

1. Multi-migration: migranten komen niet alleen in een ander land, maar ook in een ander klimaat, een land waar een andere of geen dominante religie is, gaan ineens bij een andere sociale klasse horen etc. Al deze veranderingen tellen bij elkaar op en leiden tot een groter risico voor problemen.

2. Push-pull: Migranten kunnen weg gegaan zijn om verschillende redenen. Zo zijn sommigen weg gegaan door push factoren (vb. vervolging), anderen om pullfactoren (vb aantrekkelijker salaris) en anderen om beiden. Degenen die om pull factoren weg zijn gegaan, kunnen teleurgesteld raken of zich schuldig voelen omdat de nieuwe situatie tegenvalt. De anderen kunnen de thuissituatie rooskleuriger voorstellen dan dat het was of adaptatie problemen hebben. Acceptatie van de nieuwe situatie is dus belangrijk.

3. Selection-stress: er kunnen al problemen zijn (bijv. mentaal) waardoor mensen gaan migreren. Migratie kan leiden tot extra stress voor deze toch al vatbare mensen. Dit kan dus een extra neg. effect hebben.

4. Host versus migrant: hoe ontvangt het nieuwe thuisland de persoon? Vaak voelen migranten zich gediscrimineerd en genegeerd.

5. Psychosocial transitions: Migratie is vooral traumatisch als de persoonlijke omgeving in het geding is. Zowel vluchtelingen als vrijwillige migranten gaan door veel psychosociale transities wat een negatief effect kan hebben.

6. Cultural bereavement: bij migratie verliest men de eigen cultuur en wat vertrouwd is. Dit zorgt voor een vorm van rouw en kan leiden tot middelenmisbruik, depressie etc.

Immigratie kan de oorzaak zijn van een stressor, denk hierbij aan redenen om te vertrekken zoals oorlog, vervolgen en armoede in eigen land. Daarnaast kan het gelinkt worden aan problemen met acculturatie, wat inhoudt dat elementen van een andere cultuur waar langdurig direct contact mee is, worden overgenomen. Dit kan leiden tot het ervaren van verlies en conflict, maar ook gevoelens van onrechtvaardigheid, angst, verdriet en boosheid. Consequenties voor de migrant zijn onder anders een negatief beeld, racisme, vooroordelen, discriminatie en werkeloosheid: een migrant is schuldig tot het tegendeel is bewezen. Ook kan het gezondheidsrisico’s met zich meebrengen, zoals trauma en stress gerelateerde ziekten.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:
WorldSupporter and development goals:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Psychology Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2722