Wat is het onderscheid tussen bevrijding of bewaking door kinderrechten? - Chapter 5
Wat kan ik leren over de "bevrijding" van kinderen?
Begin jaren ’70 was er een groot aantal manifesten dat verkondigde dat er een dringende behoefte was voor kinderen om bevrijd te worden. De twee belangrijkste teksten waren Birthrights (Richard Farson, 1974) en Escape from Childhood (John Holt, 1974). De bevrijding van kinderen werd gezien als een belangrijk deel van de emancipatie van de mensheid als geheel. Kinderen werden gezien als één van de meest onderdrukte groepen van de Westerse maatschappij, samen met vrouwen, het proletariaat en mensen met een donkere huidskleur.
In de jaren ’60 ontstonden er bewegingen die zich verzetten tegen de onderdrukking binnen Westerse naties. Het gezin werd gezien als een instelling waarin niet alleen vrouwen, maar ook kinderen onderdrukt werden. School werd gezien als een instelling waarin ideologieën over eerbied voor autoriteit en hiërarchie werden overgebracht op de jeugd, en het werd als te autoritair ervaren door de sociale critici. Er werd geprobeerd om meer vrije, kindgerichte scholing toe te passen.
Belangrijke stellingen van deze kinder-liberationisten:
Het moderne scheiden van de wereld van volwassenen en kinderen is een onterechte en onderdrukkende discriminatie.
Deze scheiding gaat gepaard met en wordt versterkt door een onjuiste ideologie van ‘kinderlijkheid’.
Kinderen hebben recht op dezelfde rechten en privileges als volwassenen.
Farson en Holt maken onderscheid tussen de soorten rechten die kunnen worden toegekend aan kinderen. Er zijn rechten die kinderen een bepaalde behandeling bieden, zoals recht op educatie, gezondheidszorg en bescherming tegen geweld. Deze rechten vereisen niets van het kind zelf. Aan de andere kant zijn er de rechten die kinderen zelf kunnen uitoefenen als ze dat willen, bijvoorbeeld het recht om te stemmen of te werken. Het belangrijkste hierbij is vrijheid. Kinder-liberationisten erkennen dat het eerste soort rechten al aan kinderen wordt toegekend, maar Farson betoogt dat dit een manier is om kinderen zelf te beschermen, niet hun rechten. Kinder-liberationalisten willen dat kinderen ook rechten krijgen die van hen eisen om zelf te kiezen en voor zichzelf iets te doen. Zoals bijvoorbeeld ook werken. Holt en Farson geven aan dat de feiten over de uitbuiting van kinderen van eerder niet per se laten zien dat kinderen niet mogen werken, maar dat de werkomstandigheden over het algemeen gewoon verbeterd moesten worden, ook voor volwassenen.
Volgens Farson en Holt behandelt de huidige wet kinderen slechter dan volwassenen. Niet alleen doordat kinderen niet dezelfde rechten hebben, maar ook doordat het extra lasten voor hen met zich meebrengt. Iets kan bij een kind bijvoorbeeld als een misdaad worden gezien, terwijl dit bij volwassenen niet het geval is. Alle rechten van volwassenen zouden van toepassing moeten zijn op alle kinderen. Farson en Holt hebben twee basisstrategieën om deze extreme positie te ondersteunen.
Ten eerste doen ze een beroep op het feit dat leeftijd een arbitrair (‘naar keuze’) criteria is voor het wel of niet bezitten van rechten. Het zou gezien kunnen worden als (leeftijds)discriminatie. Het verschil tussen kind en volwassene wordt echter niet alleen gebaseerd op leeftijd, maar ook op competenties. Farson en Holt leken dit te erkennen. Daarom richt hun kritiek zich vooral op het tweede punt.
Ze doen een aanval op de ‘incompetentie stelling’. Deze stelling houdt in dat kinderen terecht worden uitgesloten van rechten, omdat ze in bepaalde opzichten nog geen vermogens hebben. Soms is competentie volgens hen niet het probleem. Farson beweert bijvoorbeeld dat kinderen het recht zouden moeten hebben om te stemmen, omdat ze simpelweg leden van de maatschappij zijn die worden beïnvloed door de gekozen regering. Maar zelfs als competentie wel het probleem is, dan is het niet eerlijk om aan te nemen dat competentie direct gerelateerd is aan leeftijd. Volwassenen kunnen op bepaalde gebieden net zo goed nog onbekwaam zijn.
De essentie van het betoog van de kinder-liberationisten, is dat het fout is om kinderen als incompetent te bestempelen, zelfs als een bepaalde vaardigheid terecht een cruciaal criterium is voor het krijgen van bepaalde volwassen rechten. Volgens Holt en Farson is de onschuld en incompetentie van kinderen geen biologisch feit, maar iets waar volwassenen behoefte aan hebben, een ideologische constructie. Volwassenen willen bijvoorbeeld dat een kind hulpeloos is, zodat ze het kunnen helpen.
Deze ideologie is zelf-bevestigend: kinderen worden verondersteld niet in staat te zijn tot het maken van keuzes voor zichzelf en daarom wordt de kans om te laten zien dat ze dit wel zouden kunnen hen ontzegd.
Problemen met de stelling van de liberationisten zijn dat de argumenten niet duidelijk in overeenstemming met elkaar en niet goed onderbouwd zijn:
Soms gebruikt men het argument dat de overwegingen die gemaakt worden bij het toekennen van rechten voor volwassenen ook op kinderen van toepassing zijn. Soms gebruikt men juist het argument dat kinderen een bepaald recht moeten hebben, net als volwassen, om redenen die te maken hebben met hun kind-zijn. En misschien worden kinderen dan wel onderschat in wat ze kunnen, maar dit betekent niet direct dat ze precies hetzelfde kunnen als volwassenen. De voorgenoemde stellingen geven misschien wel aan dat kinderen worden onderschat maar tonen niet aan dat kinderen dus wel gelijke competenties hebben.
Rechten zouden moeten gelden voor elk jong kind dat geen baby meer is. Een baby is namelijk duidelijk nog onvermogend, dat geven zelfs Farson en co ook toe. Maar waar moet de grens getrokken worden tussen baby en jong kind? Wanneer tellen rechten wel?
Zelfbeschikking wordt gezien als fundamenteel recht van alle kinderen. Het is echter duidelijk dat erg jonge kinderen niet gelijk zijn aan anderen in hun recht om zelf alles te bepalen, en dat hun verzorgers het dan overnemen.
Howard Cohen, een moderne liberationist, erkent dat het toekennen van rechten aan kinderen te maken heeft met hun capaciteiten of het gebrek daaraan. Hij zegt echter ook dat kinderen capaciteiten van anderen kunnen ‘lenen’ om hun rechten veilig te stellen, anderen maken dan keuzes voor het kind om te zorgen dat zijn/haar rechten worden nageleefd. Maar wie mag dat dan doen, en wie zegt dat die dan de goede keuzes maakt? En het klopt niet helemaal, want moet een kind het dan ook per se doen zoals de verzorger kiest? Zo ja, is dat dan niet simpelweg paternalisme? Zo nee, is het dan dus niet alsnog vrije keus, zoals bij een volwassene die advies krijgt van een andere volwassene?
Andere problemen met de stelling van de liberationisten:
Sommige liberationisten zeggen dat kinderen de rechten alleen hebben als ze die willen toepassen. Dit verklaart voor hen waarom jonge kinderen niet echt die rechten hebben, want die hebben nog geen interesse om ze toe te passen. Maar deze stelling is ook een beetje vaag, want kiezen om een recht te hebben en kiezen om een recht toe te passen is iets anders. Iemand kan een recht willen hebben, maar het niet zelf willen uitvoeren. Een kind van wie de verzorger zorgt dat de rechten nageleefd worden is hier een voorbeeld van.
Het is waarschijnlijk dat ook oudere kinderen geen interesse hebben in het uitoefenen van de rechten die hen worden aangeboden. Dus hoe kunnen kinderrechten dan eigenlijk ontstaan, als kinderen die interesse niet hebben, en er vanuit wordt gegaan dat een kind rechten krijgt als het interesse toont?
Wel interesse hebben in het uitoefenen van een recht betekent niet dat een kind hier ook toe in staat is of dat het wenselijk is dat het kind dit doet.
Wat is de verzorgers-stelling (caretaker thesis)?
Volgens Farson is het recht tot zelfbeschikking de kern van de bevrijding van kinderen.
Hier tegenover staat de verzorgers-stelling. Deze stelling geeft aan waarom kinderen niet zelfstandig beslissingen zouden moeten nemen en hoe hun vertegenwoordigers (o.a. verzorgers) begeleid zouden moeten worden bij het maken van keuzes voor hen. Zelfbeschikking is te belangrijk vinden zij om aan kinderen zelf overgelaten te worden.
Een invloedrijke aanname van de moderne liberale filosofie is dat alle volwassenen in staat zijn tot het nemen van rationele, zelfstandige beslissingen. Individuen weten het beste wat voor hen is. Je gedragen naar de veronderstelling dat anderen het beter weten, leidt waarschijnlijk tot slechtere uitkomsten (zei John Stuart Mill).
Als mensen zelf geen rationele keuzes kunnen maken, zoals zwaar gehandicapten of mensen met hersenschade, dan zijn anderen gerechtvaardigd om dit voor hen te doen. Dit wordt ook wel aangeduid met paternalisme. Ook voor kinderen mag dit gedaan worden: zij hebben nog niet voldoende cognitieve
vaardigheden en zijn vatbaar voor emotionele instabiliteit, waardoor hun beslissingen impulsief en variërend kunnen zijn.
Een volwassene neemt een beslissing voor een andere volwassene zoals diegene dat zelf had gedaan als hij/zij daartoe in staat was geweest. Bij een kind is er een verschil: wat de volwassene kiest, heeft ook invloed op hoe het kind later zal zijn. De volwassene moet dus ook rekening houden met hoe het kind in de toekomst zal zijn als volwassene en wat die zou willen.
Laura Purdy verdedigt een specifieke versie van de verzorgers-stelling. Zij gelooft dat het toekennen van zelfbeschikkingsrechten aan kinderen hun ontwikkeling tot volwassenen die eigen keuzes kunnen maken bederft omdat ze dit nog niet goed genoeg kunnen. Kinderen en volwassenen gelijke rechten geven is slecht voor zowel het kind zelf als voor de volwassene tot wie het kind zich zal ontwikkelen. De aanname hierbij is dat kinderen zich niet spontaan ontwikkelen, maar dat ze moeten worden verzorgd en gesteund in hun ontwikkeling en dat er ook in zekere mate controle over hen moet worden genomen.
Problemen met de verzorgers-stelling:
Kinderen worden als één groep gezien bij het ontzeggen van het zelfbeschikkingsrecht, terwijl elk geval individueel zou moeten worden beschouwd, anders is het wellicht niet eerlijk. Dit geldt eigenlijk ook voor volwassenen.
De stelling geeft aan dat volwassenen ook wel foute keuzes maken en dat dit niet erg is. Waarom zouden kinderen niet dezelfde vrijheid mogen hebben om fouten te maken? Maar, kinderen maken wel andere soorten fouten, en wellicht meer beschadigende. Maar daar kan toch weer tegenin gebracht woden dat volwassenen dit toch ook echt kunnen doen, en deze fouten kunnen ook door steun van volwassenen kunnen worden voorkomen waarbij het kind voor de rest toch nog "vrij" blijft.
Het belang van het kind als ‘toekomstige volwassene’ moet altijd beschermd worden, maar het is onduidelijk hoe dit precies moet gebeuren en wat dan de rol van verzorgers moet zijn.
Zelf-rechtvaardigend paternalisme: paternalisme dat mensen zo verandert dat ze het goedkeuren dat een ander de keuzes voor hen maakt. Het heeft dan dus te maken met consent maar je kan mensen dus ook overtuigen om consent te geven terwijl ze het aanvankelijk niet wilden. Dus het brengt alsnog onduidelijkheid en moeilijkheden met zich mee.
Volgens de verzorgers-stelling kan een kind alleen zelfbeschikkingsrechten verwerven als deze hem nu ontzegd worden. Een kind moet bepaalde cognitieve vaardigheden en kennis hebben verworven. Bovendien moet het weten welke keuzes het kan maken in zijn/haar latere leven (recht op een ‘open toekomst’, Feinberg). Bij het idee van een open toekomst speelt dan nog het dilemma van welke keuzes er allemaal moeten zijn. Moet de "openheid" maximaal worden nageleefd, zodat het kind voor alle keuzes kan gaan? Dit lijkt echt te veel en te lastig. Maar wanneer en wat zijn dan "genoeg" keuzes? Het idee van "open toekomst" is soms ook een onderwerp van discussie als het gaat om genetisch testen bijvoorbeeld.
De klassieke liberale opvoeding, dus met een liberale visie, kenmerkt zich door flexibel, tolerant voor verschillende levensstijlen, en humanistisch te zijn. De klassieke onliberale opvoeding daarentegen is inflexibel en heeft onveranderlijke opvattingen (dogma’s). Dit is dus eigenlijk het verschil tussen liberaal zijn en juist niet liberaal zijn en dus ook liberaal opvoeden of niet liberaal opvoeden.
Er zijn wat problemen met betrekking tot het doel van iemand opvoeden tot een zelfstandige volwassene, want er zijn spanningen tussen een autonoom persoon creeëren en iemand een eigen karakter laten hebben:
Je hebt altijd te maken met iemands karakter, aanleg en kijk op het leven. Maar ook met wat iemand heeft meegekregen uit zijn opvoeding, dat heeft ook veel invloed, en dus zal je nooit weten hoe diegene zou zijn met een andere opvoeding of achtergrond. Je wil dat iemand een "goede" volwassene wordt, maar hoe krijg je dit voor elkaar en hoe ziet dit er precies uit?
Een zelfstandig persoon moet over een bepaald soort karakter beschikken. Het moet iemand zijn die belang hecht aan waarden, die vastberaden is bij elke verbintenis die hij/zij aangaat en die in staat is achter zijn/haar eigen waarden te staan.
Het zou verkeerd zijn om een ongenuanceerd contrast te schetsen tussen een liberale opvoeding die het kind voorbereid op een ‘open toekomst’, en een traditionele opvoeding die het kind een enkel ideaal bijbrengt.
Cultuur en traditie hebben invloed.
Als aangeboren talent wordt ontwikkeld, kan dit ten koste gaan van andere potenties van het kind die niet aan het licht zijn gekomen of minder worden ontwikkeld. Het maken van keuzes is nodig, maar geeft beperkingen.
Een goede vertegenwoordiger moet zich bewust zijn van de bijzondere, specifieke aard van het kind maar ook de ‘open toekomst’ van het kind veiligstellen en dit is een lastige balans. Het is niet helemaal duidelijk wat volgens de verzorgers-stelling nou echt de ideale opvoeding is en hoe er het beste omgegaan kan worden met de zelfbeschikking.
Stampvragen
Wat stelden kinder-liberationisten?
Vanaf welke periode heerste het idee van kinderen als onderdrukte groep?
Welk onderscheid in rechten maakten Farson en Holt?
Rechten zijn gebaseerd op leeftijd. Wat is de kritiek hierop van Farson en Holt?
Noem twee punten van kritiek op de kinder-liberationisten.
Wat stelt de caretaker thesis?
Wat zegt Mill over zelfbeschikking van kinderen?
Wat zegt Purdy over zelfbeschikking van kinderen?
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Children: Rights and Childhood, door Archard, 3e druk
- Wat zijn de opvattingen over kinderen van John Locke? - Chapter 1
- Wat zijn de concepten van de kindertijd? - Chapter 2
- Wat zijn moderne opvattingen over de kindertijd? - Chapter 3
- Wat kan ik leren over de morele rechten van kinderen? - Chapter 4
- Wat is het onderscheid tussen bevrijding of bewaking door kinderrechten? - Chapter 5
- Wat heeft willekeur en incompetentie te maken met kinderrechten? - Chapter 6
- Wat zijn de nadelen/misstanden van kinderrechten? - Chapter 7
- Wat kan ik leren over het Verdrag inzake de Rechten van het Kind? - Chapter 8
- Wat voor rol speelt de wet bij het bepalen en naleven van kinderrechten? - Chapter 9
- Wat houdt stemrecht en seksuele keuze van kinderen in? - Chapter 10
- Hoe verhouden de rechten tot opvoeden en en kinderen dragen zich tegenover elkaar? - Chapter 11
- Wat is de rol van het gezin en de staat bij het naleven van kinderrechten? - Chapter 12
- Wat houden ouderlijke rechten op privacy en autonomie in? - Chapter 13
- Wat is de invloed van het collectivisme op kinderrechten? - Chapter 14
- Hoe kunnen we omgaan met het probleem van kindermishandeling? - Chapter 15
- Wat is de conclusie - een bescheiden collectivistisch voorstel? - Chapter 16
- BULLETPOINTS van Children: Rights and childhood door Archard
- TentamenTickets bij Children: Rights and childhood van Archard
Contributions: posts
Spotlight: topics
Children: Rights and Childhood, door Archard, 3e druk
Geupdate, bijgewerkte versie van de samenvatting van de tweede druk (ONDER CONSTRUCTIE)
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1217 |
Add new contribution