Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 4 (Mensbeelden en de invloed daarvan op het professioneel handelen) Universiteit Utrecht
Bransen, J. (2006). De opvoedbare mens. In: Hees, M. van e.a. (red.)Kernthema’s van de Filosofie. Amsterdam: Uitgeverij Boom. p.89-109.
H4 De opvoedbare mens 89-109
- Menselijke geest: eerste wijsgerige antropologen gingen ervan uit dat de menselijke geest het cruciale kenmerk is waarmee de mens zich van dieren onderscheidt
- Bewustzijn: wie het feit benadrukt dat we dankzij onze geest bewust zijn van de wereld om ons heen, zal menen dat het ons bewustzijn is waarmee we ons onderscheiden van dieren
- Vrije wil: wie benadrukt dat we dankzij onze geest vrij en verantwoordleijk kunnen handelen, zal een vrije wil aanwijzen als bepalend voor het antropologische verschil
- Perspectief van het subject: subject verhoudt zich op een ervarende en kennende manier tot de wereld. Het bewustzijn is in deze traditie een soort binnenwereld, die bevolkt wordt door representaties van de ‘buitenwereld’
- Maar we kunnen niet van buitenaf naar andere organismen kijken en zeggen dat we die ‘binnenwereld’ niet zien, dus dat problematiseert de aanname dat het bewustzijn beslissend is voor het antropologisch verschil
- Solipsisme: leer van deze moeilijkheid die stelt dat alleen het eigen bewustzijn met zijn inhouden betaat, en dat alles wat er buiten ons is of lijkt te zijn niet iets anders is dan voorstellingen in het eigen bewustzijn
- Other-minds: vraagstuk die een sceptische positie over de aanname dat orgnaismen buiten mijzelf ook een bewustzijn, of een mind hebben, en omvat twijfel over de gronden voor die conclusie.
- Het solipsisme is een heel onaantrekkelijk filosofische positie, en ook het ‘other-minds’-probleem zijn we liever kwijt dan rijk. Imeers een positie die ons dwingt te twijfelen aan het bestaan van bewustzijn van anderen kan geen recht doen aan alledaagse ervaringen waaruit zonneklaar blijkt dat ook anderen een eigen perspectief op de wereld hebben.
- Maar we kunnen niet van buitenaf naar andere organismen kijken en zeggen dat we die ‘binnenwereld’ niet zien, dus dat problematiseert de aanname dat het bewustzijn beslissend is voor het antropologisch verschil
- Verantwoordelijk: we leren kindern hun vrije wil te gebruiken, verantwoordelijk te zijn, en dat kunnen onze kinderen leren, zo is het idee, omdat ze expemplaren zijn van de menselijke soort
- Alternatieven: een terugkerende aanname in de analyses van het probleem van de vrije wil is dat er alleen maar sprake kan zijn van een vrije wil als er voor de actor alternatieve bestaan waaruit hij kan kiezen, zodat hij in de gegeven omstandigheden ook anders kan doen dan hij feitelijk doet
- Spontaniteit: als actoren verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelingen, dan veronderstel dat enerzijds spontaniteit bij die actoren – ze mogen niet door de omstandigheden genoodzaakt zijn te doen wat ze doen – en anderzijds de mogelijkheid controle uit te oefenen: wat ze doen moet in hun ‘macht’ zijn
- De eis van spontaniteit garandeert dat er sprake is van meer dan louter een proces van causale wetmatigheid
- Controle: De eis van controle garandeert vervolgens dat ons spontane handelen geen willekeurig handelen is. Ons vrije ahndelen mag geen kwestie van willekeur of toeval zijn maar een in vrijheid genomen besluit moet effectief zijn en daadwerkelijk leiden tot het bedoelde gedrag
- Als we het antropologisch verschil willen duiden in termen van het onderscheid tussen de passiviteit (natuurwetmatigheid) van het lichaam en de spontaniteit (vrijheid) van de geest, dan lopen we het risico te moeten accepteren dat de neurofysiologie op termijn zal aantonen dat het menselijk gedrag even passief is als het gedrag van de niet-menselijke natuur
- Zelfreflectie: de dimensie van het bewustzijn en vrije wil waarin er sprake is van reflectie tot onszelf
- [om te spreken van een vrije wil moet een toestand zijn waarin hij de keuze heeft tussen meerdere alternatieven en vrij is van causale wetmatigheden, en spontaan en gecontroleerd invloed kan uitoefenen op het verloop der gebeurtenissen]
- Verantwoordelijkheid: volgens Harry Frankfurt is het belang dat wij hebben in een vrije wil het belangen dat we hebben in een helder verhaal over verantwoordelijkheid. En verantwoordelijkheid is primair een emotie, die maar weinig te amekn heeft met het idee dat iemand de veroorzaker is van bepaald gedrag
- Hierarchische structuur van de wil: volgens frankfurt moeten we onderscheid maken tussen ‘verlangens van de eerste orde’ en ‘verlangen van de tweede orde’. Om vrij te kunnen zijn heof je niet anders te kunnen handelen dan je feitelijk doet, maar moet je achter je eigen gedrag kunnen staan.
- Verlangens van de eerste orde is gericht op een bepaalde of al dan niet gewenste stande van zaken in de wereld
- Verlangens van de tweede orde zijn niet gericht op een toestand in of van de wereld, maar op een toestand van mijn eigen wil. De wil mij te beheersen bijv, gaat over mijn eigen wil.
- Frankfurt wijst op deze interne structuur van de wil, dat wil zeggen: op het vermogen van mensen zelfreflectief te zijn, het vermogen zich te bekommeren om de wenselijkheid van hun eigen wensen. En frankfurt betoogt dat mensen die uit vrije wil handelen, in feite gemotiveerd worden door effectieve eerste orde wilstoestanden, die gestuend wroden door wilstoestanden van de tweede orde.
- Het is deze interne structuur van de mensleijke wil, zo stelt Frankfurt , die beslissend is voor het antropologisch verschil. Mensen hebben wel wilstoestanden van de 2e orde, toestanden die gaan over de inhoud van hun eigen wil, en dieren hebben die niet. Dieren zijn daarom in feite slaaf van hun eigen verlangens: ze doen noodzakelerwijs dat wat volgt uit hun sterkste verlangen. Mensen zijn geen slaaf van hun verlangens, zij hebben iets over hun eigen verlangens te zeggen, en kunnen al of niet instemmen met hun eigen wilstoestanden, omdat hun wil een interne hierarchische sturctuur heeft.
- Zelfbewustzijn: iemand die zich van zichzelf bewust is, is niets anders dan een organisme waarin zich twee bewustzijnstoestanden bevinden, welke zich hiërarchisch tot elkaar verhouden. Zonder de bewustzijnstoestand van de 2e orde kan zo’n persoon zich niet bewust zijn van dat waar de bewustzijnstoestand van de 1e orde op gericht is.
- Door die 2e orde ook bewust van de relatie tussen mijzelf als een organisme dat zich tot de [iets] tijd-ruimtelijk verhoudt en dat [iets]. Daarmee wordt het bewustzijn een relationeel gegeven dat mij als organisme een plaats geeft in een bepaalde tijd-ruimte
- Zelfbepaling: de thematiek van de zelfreflexiviteit van het bewustzijn (volgens welke dit ook altijd een zelf-bewustzijn is) is op verhelderende wijze te verbinden met de reflexiviteit van de vrije wil in een verhaal over het menselijke vermogen tot zelfbepaling.
- Dubbelzinnigheid: er is sprake van bepaling door het zelf en van het zelf. Mijn gedrag geeft uidrukking aan mijn vrije wil. Door de overeenstemming tussen beide wilstoestanden wordt in één keer gerealiseerd dat mijn echte, eigen wil mijn gedrag bepaalt, maar ook dat mijn echte, eigen wil daardoor zelf bepaald wrodt (dus in mijn gedrag zijn bepaling vindt).
- De tweede dubbelzinnigheid: bepalen is zowel vaststellen als blootleggen. De manier waarop een obejct van mijn aandacht ontdekt wordt (blootstellen), toont tegelijkertijd ook de manier waarop mijn aandacht gestalte krijgt (vaststellen; je beuwstzijn als zus en zo gerelateerd aan wat je ziet)
- Het coordinatenstelsel van het bewustzijn: Het perspectivistische van het bewustzijn verraadt als het ware een coordinatenstelsel waarin eht zelfbewustzijn als het nulpunt zijn plaats heeft. Dit coordinatenstelsel heoft niet alleen een tijd-ruimtelijke structuur te zijn, maar kan ook ene talige, conceptuele, culturel, sociale of sociaal-culturele structuur zijn.
- Het vermogen tot zelfbepaling is misschien bij uitstel geschikt voor een typering van het antropologisch verschil. Maar treffender is het vermogen tot zelfbepaling wellicht als kenmerkend voor personen.
- Begrip ‘persoon’: volgens Strawson veronderstelt een ‘persoon’ een publieke context van lichamen en anderzijds een sociale context van medemensen
- Publiek object van waarneming: een persoon moet een object met fysische eigenschappen zijn
- Sociale interactie: de eigenschappen die ons menselijk maken zijn eigenschappen die we elkaar noodzakelijk toeschrijven in onze omgang met elkaar. Een Strawsoniaanse aanpak doet ons de onontkoombaarheid beseffen van de dimensie van sociale interactie als constituerend voor ons persoon zijn.
- Morele emoties: de verkenning van het menselijk bestaan begint met andere woorden nooit in de binnenwereld waarin ik de eerste persoon ben, maar in de publieke context van sociale interactie waarin morele emoties, zoals medeleven, schuld, schaamte, erkenning en bewoning prominent een hoofdrol spelen.
- Wederkerigheid en praktische oriëntatie: daarmee wordt de zoektocht naar het antropologisch verschil een zoektocht naar de bepaling van onszelf. Zelfbepaling is ook altijd een bepaling van onze wil, ons gedrag, het object van onze aandacht, en onze positie tov dit object.
- Praxis: voortgaand proces, een gezamenlijk activiteit waarin we met elkaar op elkaar betrokken zijn
- Opvoedbaarheid: doordat je anderen aanspreekt dmv mijn morele emoties aanspreek op hun gedrag, schrijf ik ze opvoedbaarheid toe (rechtvaardigende strekking van opvoedbaarheid als bijzondere eigenschap) & omdat personen reageren op een morele oproep zijn ze opvoedbaar (verklarende kracht).
- Relationele eigenschap: een eigenschap die alleen bestaat dankzij en in de relaties tussen verschillende organismen.
- Volgens Strawson is de morele ruimte die we met elkaar delen dus onze natuur en wat we zijn. Opvoedbaarheid zit niet in onze genen, maar in de morele ruimte die we met elkaar delen en daardoor onszelf bepalen.
- De homo educandus: de opvoedbare mens
- We kunnen wel bijzondere eigenschappen toekennen aan de homo educandus en niet aan de exemplaren van de homo sapiens
- Opvoedbaarheid is de kern van onze zelfbepaling
- Opvoedbaarheid: het vermogen te leren van de responsen van anderen op ons eigen gerag, door de kwaliteit van dat gedrag te verbeteren, door het beter af te stemmen op de omstandigheden waarin we ons bevinden.
- Redelijkheid: opvoedbaarheid is een kwestie van redelijkheid. Wie redelijk is, past zijn opvattingen en zijn verlangens aan aan de omstandigheden waarin hij zich bevindt
- Redelijkheid wordt in de nieuwe gedaante van onze opvoedbaarheid gepresenteerd met 3 voordelen:
- In onze opvoedbaarheid is de relatie tussen onze redleijkheid en onze zelfbepaling prominent zichtbaar
- In onze opvoedbaarheid is de relationele, intermenselijk dimensie van onze redelijkheid onmiddellijk zichtbaar
- In onze opvoedbaarheid is de oriëntatie op de toekomst van de morele gemeenschap die we met elkaar zullen vormen, een belangrijker reflexief gegeven dan de oriëntatie op de zogenaamde voorgegeven fundamentele principes van de rede.
- Conclusie:
de wijsgerige antropolgie als een zoektocht naar het antropologisch verschil blijkt geen theoretische studie te zijn, maar een praxis, een praxis van mensen (of eigenlijk van personen, opvoedbare wezens) die met elkaar, voor elkaar, en om elkaar een morele gemeenschap vormen.
Hedendaagse wijsgerig antropologen lijken niet meer op hun voorgangers. Ze hebben geen specifieke belangstelling meer voor het verschil tussen mens en dier, zijn niet speciaal geinteresseerd in de vraag naar het wezen van de mens, en streven ook helemaal niet naar kennis van abstracte principes met als doel het systematiseren van een diversiteit aan feiten over exemplaren van de menselijke soort. Wijsgering antropologen willen de morele werkelijkhei begrijpen; ze willen begrijpen wat de betekenis en de gerechtvaardighed is van de begrippen die de opvoedbare wezens begrijpen als ze elkaar aanspreken; ze willen begrijpen wat het betekent om te zeggen dat nurture is our nature.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Literatuur samenvattingen Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, Blok 3 2021
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 1 (Introductie en argumentatieleer) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 2 (Rechten en plichten) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 3 (Onderwijsvrijheid versus autonomie van het kind: artikel 23 ter discussie) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 4 (Mensbeelden en de invloed daarvan op het professioneel handelen) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 5 (Wetenschappelijke kennis als noodzakelijke of voldoende voorwaarde?) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 6 (Is wetenschap ook maar een mening? & Responsie) Universiteit Utrecht
Contributions: posts
Spotlight: topics
Literatuur samenvattingen Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, Blok 3 2021
Literatuur samenvattingen van het vak Werken aan Normatieve Professionaliteit gegeven aan de Universiteit Utrecht in blok 3 2021.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1521 | 1 | 1 |
Add new contribution