Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
1. Onderzoeksvraag
Stel de toetsbare onderzoeksvraag op, in het geval van een t-toets vergelijk je gemiddelden met elkaar. Het is daarom ook erg belangrijk dat dit vermeldt wordt in de onderzoeksvraag!
2. Aannamen
Wat zijn de aannamen? Welke aannamen kunnen er gedaan worden:
3. Hypothesen
Stel H0 en HA op, geef deze ook in woorden weer. Bij het weergeven van deze hypothese in woorden is het belangrijk dat in deze hypothese de woorden ‘gemiddelde’ en ‘populatie’ terug te vinden zijn. Bijvoorbeeld:
4. Toetskeuze
Welke toets kan er gebruikt worden gezien de gegevens, de gestelde vragen en de veronderstelde aannamen. Geef je rekenschap van de richting van de toets (tweezijdig, links-, rechts-, éénzijdig). Als je een verbetering/verslechtering verwacht toets je eenzijdig.
Als je afhankelijke variabele categorisch is, en deze bestaat uit twee groepen. Deze groepen kunnen bijvoorbeeld het volgende zijn:
Als je variabele afhankelijk is, gebruik je dezelfde groepen. Bij het opstellen van de hypothese, genoemd bij stap drie in het bovenstaande toetsingsschema, moet er ook rekening gehouden worden of de variabele afhankelijk, dan wel onafhankelijk is. Voor een onafhankelijk en afhankelijke variabele geldt dat je altijd mag stellen dat:
Alleen bij een afhankelijke variabele mag je stellen dat:
t- waarde is gelijk aan -2.07 en er is een p-waarde van 0.06. Verwerp je op grond van de uitvoer de nulhypothese?
Om op een t-waarde van -2.07 te komen kun je bijvoorbeeld 4-6.07 doen, als je dit doet is het eerste gemiddelde (4), lager dan het tweede gemiddelde (6,07). Op grond hiervan kun je de nulhypothese verwerpen.
Hierbij moet vermeld worden dat 4 en 6.07 niet persé de antwoorden zijn die je hebt moeten gebruiken, het gaat er om dat je uiteindelijk op een p-waarde van -2.07 komt, en hierbij kan het voorkomen dat je eerste gemiddelde lager is dan je tweede gemiddelde waardoor je de nulhypothese moet verwerpen.
Belangrijk: bij het verwerpen van de nulhypothese is het niet zo dat je hiermee gelijk de alternatieve hypothese aanneemt, het enige wat je aangeeft is dat de nulhypothese niet klopt.
Bij deze opdracht maken we gebruik van een samengestelde t-toets.
1. Onderzoeksvraag
Hebben eerstejaars mannen gemiddeld een lagere score op de SSHA dan eerstejaars vrouwen?
2. Aannamen
3. Hypothesen
4. Toetskeuze
Zoals eerder genoemd maken we gebruik van de samengestelde t-toets. We toetsen eenzijdig omdat we er van uit gaan dat de mannen gemiddeld lager scoren.
5. Berekening
Deze gegevens invullen in de Sp formule (zie college 2, sheet 56). Uit deze formule volgt het antwoord: 29.994. Dit antwoord kunnen we gebruiken in de T-formule.
P-waarde
Effectgrootte berekenen.
6. Conclusie
Eerstejaars mannen scoren gemiddeld lager dan eerstejaars vrouwen op de SSHA
1. Onderzoeksvraag
Welke kroket bevat gemiddeld de meeste calorieën
2. Hypothese
3. Toetskeuze
We maken gebruik van een samengestelde t-toets (gelijke variantie). We toetsen tweezijdig want we weten niet of we het groter of kleiner verwachten.
4. Berekening
De van Dobben kroketten hebben een gemiddelde van 122,47 calorieën met een standaarddeviatie van 25.48 (17x getest). De gewone kroketten hebben een gemiddeld aantal calorieën van 156.85 met een standaarddeviatie van 22.64 (20x getest). We maken weer gebruik van de Sp formule, zoals we ook bij 2.1 gebruikt hebben. Hier komt een antwoord van 23.98 uit. Vervolgens kunnen we weer de t berekenen (voor formule zie 2.1). Hieruit volgt -4.35.
Vervolgens kunnen we weer het aantal vrijheidsgraden berekenen: (17-1)+(20-1)= 35.
Dit kunnen we opzoeken in de tabel, bij 30 dit is het meest conservatief. Vervolgens weer net zo uitrekenen als bij de vorige opgave.
1. Vergelijking van lesmethoden
2. Straf en gehoorzaamheid
A:
B: vrijheidsgraden voor de teller zijn de vrijheidsgraden voor het model, namelijk 2. De vrijheidsgraden voor de noemer zijn de vrijheidsgraden voor de residuen namelijk 222. Dit maakt: Df(F):2;222
A: Enkelvoudige variantieanalyse
Onderzoeksvraag: Bevat het voedsel dat gekookt is in potten van ijzer, aluminium en klei gemiddeld evenveel ijzer?
Aannamen:
Hypothesen:
Nulhypothese: U1=U2=U3 (alle gemiddelden zijn gelijk)
Alternatieve hypothese: Niet alle gemiddelden zijn gelijk (de verschillende materialen
zorgen voor een ander ijzergemiddelde)
Toets keuze: we kiezen voor de ANOVA, dit doen we omdat de gemiddelde van meer dan twee groepen worden vergeleken. Met α=0.05, als P groter is dan verwerpen we H0 niet, is P kleiner of gelijk aan α dan verwerpen we H0
Berekening:
Vervolgens de SSG berekenen (voor uitleg en definitie zie college-aantekeningen): \[SSG=n_i(x_1-x)^2+n_i(x_2-x)^2+n_i(x_3-x)^2= 3.31+2.5+11.7=17.51\]
Vervolgens de SSE per verschillend materiaal berekenen, om deze berekening uit te kunnen voeren heb je het gemiddelde van de verschillende materialen nodig (x1,x2
en x3), en de uitkomsten van de verschillende observaties (o1,o2,o3,o4). De uitkomsten van de verschillende observaties zijn terug te vinden in tabel 3.1 op bladzijde 21 van het werkboek. De SSE moet voor alle verschillende materialen berekent worden, hier een voorbeeld van de berekening van Alluminium: \[(1.77-x_1)^2+(2.36-x_1)^2+(1.96-x_1)^2+(2.14-x_1)^2\]
Hierbij is x1 = 2,06. Hieruit volgt SSEalluminium=0.19
Dit doe je vervolgens voor alle drie de materialen, de uitkomsten tel je bij elkaar op, het antwoord hiervan is 2.53.
Conclusie: de gemiddelden van de verschillende materialen zijn niet het zelfde, dit betekent dat er een verschil is in het gemiddeld aantal ijzer in het voedsel wat er gekookt wordt uit de verschillende materialen.
B: LSD-Toets
Om deze toets uit te voeren wordt de algemene formule gebruikt.
Vervolgens de verschillende materialen vergelijken door de informatie van de verschillende materialen in te vullen in de bovenste formule. We gebruiken de LSD-toets om te kijken waar de verschillen nou precies zitten.
F-toets uitvoeren
Met deze gegevens kijken naar tabel E, hierbij moet er gekeken worden naar een DF van ongeveer 20 en 100. De f-waarde van 1,96 ligt tussen 2,07 en 1,85. Dit betekent dat de F bij tweezijdig toetsen ligt tussen de 0.02 en 0.05. Dit betekent dat H0 verworpen kan worden en er uit gegaan moet worden van ongelijke varianties.
Deze aantekeningen zijn gebaseerd op colleges uit 2015/2016
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution