De eindeloze zwarte pietendiscussie; Een andere invalshoek

Inleiding

Al jarenlang wordt rond de Sinterklaastijd de discussie aangewakkerd over Zwarte Piet. Dit jaar is de discussie heviger dan ooit en bemoeit zelfs de VN zich met dit oer-Hollandse feest. Als blank persoon vraag ik mij af, waar deze commotie vandaan komt. De betekenis van Zwarte Piet, als onderdanige knecht is toch al tijden achterhaald? Ik neem de proef op de som en vraag aan een Afrikaanse vriend of hij zich beledigd voelt door Zwarte Piet. Hij antwoordt van niet, maar zegt wel dat hij de commotie begrijpt en zich goed kan voorstellen dat mensen zich beledigd kunnen voelen. Vervolgens vraag ik of hij mij kan vertellen waarom een zwarte piet precies beledigend is? Waarop hij antwoord: ”Dat zeg ik niet, want dat snap jij niet”. “Het kán gewoon beledigend zijn”, terwijl hij mij een blik toewerpt dat ik dat toch niet begrijp als blank persoon. Na een lange avond discussiëren is het mij redelijk duidelijk geworden, maar blijf ik het lastig vinden om het mij voor te stellen.  In deze paper wil ik uiteenzetten hoe de zwartepietendiscussie een oneindige discussie blijft, doordat de twee groepen die tegenover elkaar staan vanuit verschillende paradigma’s het sinterklaasfeest zien.

Het sinterklaasfeest als discipline
Het boek van R. Abma (2011) laat goed zien hoe disciplines worden gevormd, hoe ze in stand gehouden worden en welke voordelen en nadelen een discipline met zich mee brengt.  Wanneer ik dit op een rijtje zet, kom ik erachter dat je het sinterklaasfeest ook als een discipline kunt beschouwen.

Een discipline heeft drie belangrijke pijlers nodig om een discipline te kunnen zijn en te blijven: maatschappelijke erkenning, onderwijs en onderzoek (Abma, 2011). De Sinterklaastraditie wordt erkend door veel Nederlanders en  is een waardevolle Nederlandse traditie wat wordt doorgegeven van generatie op generatie. Van onderzoek naar het sinterklaasfeest is nooit sprake geweest, omdat een traditie het effect heeft van maatschappelijke stabiliteit. Dit houdt in dat de traditie niet wordt bediscussieerd en daardoor boven alle kritiek verheven is.

 Daarentegen werkt een  traditie als conservatisme remmend op de vooruitgang, terwijl de samenleving wel aan verandering onderhevig is. De afgelopen vijftig jaar is er een migratiestroom naar Nederland geweest, waardoor Nederland een multiculturele samenleving werd. Sinds de multiculturele samenleving worden er steeds meer vragen gesteld bij het sinterklaasfeest. Nu zelfs de VN een onderzoek start naar het sinterklaasfeest als racisme, brengt dat de discipline in gevaar.

Voor een discipline is het noodzakelijk grenzen te stellen en te verdedigen om de discipline te waarborgen, boundary work, maar aan de andere kant moet een discipline ook toegankelijk zijn voor het publiek om legitimatie te verwerven en voort te kunnen bestaan. Voor het toegankelijk maken voor het publiek moet de discipline  verbindingen aangaan buiten de discipline, de zogeheten allianties. Deze allianties zijn nodig voor het verwerven van legitimatie. Als discipline moet men altijd een goede verhouding vinden tussen deze twee kanten. Aangaande de zwartepietendiscussie zou je kunnen stellen dat de verhouding niet klopt. De mensen die vóór Zwarte Piet zijn, vinden dat het sinterklaasfeest moet blijven zoals het is en willen niet dat er veranderingen optreden door middel van allianties. Echter de mensen die tegen Zwarte Piet zijn, proberen deze grenzen te doorbreken.   Je zou kunnen stellen dat het sinterklaasfeest vergeten is bindingen aan te gaan buiten hun discipline.  Echter zijn deze alliantie cruciaal voor het verwerven van legitimatie, waardoor je samen het feest kan vieren.

De paradigmastrijd van het sinterklaasfeest.
Hoewel tradities statisch kunnen lijken, veranderen en vernieuwen deze voortdurend. Ook disciplines zijn aan ontwikkeling onderhevig. Aan de hand van de theorie van Kuhn kunnen we een beter beeld krijgen van de zwartepietendiscussie. Kuhn’s theorie gaat niet in op de methodologische kwestie en omzeilt hierdoor de vragen: hoe het sinterklaasfeest eruit moet zien of wat er bij het sinterklaasfeest hoort en wat niet. Daarentegen geeft de theorie een nauwkeurige beschrijving van de verschillende fases die een discipline in zijn ontwikkeling doorloopt. Hierdoor kan benaderd worden hoe de ontwikkeling van het sinterklaasfeest als discipline is verlopen en hoe het zich verder zal gaan ontwikkelen.

Kuhn onderscheidt vier opeenvolgende fasen die een discipline doorloopt (Abma, 2011, p.70). In de eerste fase, de pre-fase,  is er nog geen overeenstemming over hoe de discipline eruit moet komen te zien. In de tweede fase, de normale-fase, zijn onderzoekers het eens over de te volgen procedures en over de regels die uitmaken wat wetenschappelijke kennis is en wat niet;  onderzoekers hangen hetzelfde paradigma aan. In deze fase richten de onderzoekers zich op het oplossen van puzzels binnen het kader van het richtinggevende paradigma. De fundamentele uitgangspunten daarvan komen pas ter discussie te staan in tijden van crisis, de crisisfase. In deze fase doet een rivaliserend paradigma zijn intrede, die een ander beeld van hoe wetenschap eruit moet zien. Echter wanneer dit rivaliserende paradigma aan aanhang wint, zal zich een revolutie ontketenen, waardoor de laatste fase is doorlopen.

Het zijn dus niet de feiten op zich die de revolutie ontketenen, maar wel het perspectief van een nieuwe interpretatie van de feiten. Het was volgens Kuhn onjuist nieuwe paradigma’s te zien als superieur aan de oude: ze waren eenvoudigweg niet met elkaar te vergelijken. Aanhangers van rivaliserende paradigma’s leven in zekere zin ‘in verschillende werelden’, waardoor er geen overeenstemming mogelijk is en ellenlange discussies ontstaan.

Het sinterklaasfeest heeft zich de afgelopen eeuwen steeds aangepast en ontwikkeld tot het sinterklaasfeest dat wij nu kennen.   Een transformatie van het sinterklaasfeest vond plaats in de jaren ’70, in termen van Kuhn was dit een revolutie van het sinterklaasfeest.  Het sinterklaasfeest werd daarvoor gebruikt als een feest voor opvoeders, waar Sinterklaas als boeman fungeerde om kinderen schrik aan te jagen en de Zwarte Pieten de kinderen meenamen in de zak naar Spanje als ze  stout waren geweest. Het was een feest om kinderen gehoorzaamheid en ijver bij te brengen.  “Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.”  Vanaf de jaren ‘70 veranderde het beeld van Sinterklaas als boeman en werd het een lieve oude opa die gul cadeautjes geeft. Ook de Zwarte Pieten werden lief en grappig en hun roe was  slechts nog van symbolische waarde. Deze transformatie heeft geleid tot het sinterklaasfeest  dat tegenwoordig  in Nederland gevierd wordt.

Het sinterklaasfeest bevind zich nu in de normale fase. De Nederlanders zijn het grotendeels met elkaar eens en hebben eenzelfde gedachtegoed over hoe het sinterklaasfeest gevierd moet worden.  Mochten er zich problemen voordoen, zullen deze problemen worden opgelost binnen het kader van het feest. Echter  bij het oplossen binnen het kader van het feest worden steeds ‘pleisters geplakt’ om het sinterklaasfeest, zoals het nu is, in stand te houden, maar op een gegeven moment lukt dat niet meer. Als je kijkt naar de zwartepietendiscussie, is er een rivaliserend paradigma ontstaan die de Zwarte Pieten afkeuren. Het blijkt dat het aanpassen van het verhaal over de oorsprong van de zwarte pieten niet voldoende om alle Nederlanders te overtuigen dat er zwarte pieten horen bij het sinterklaasfeest. Volgens professor Erik Voeten, die een blog schrijft op de site van de krant Washington Post (2013), is het sinterklaasfeest zonder meer racistisch. Nederland probeert dit volgens hem te verdoezelen door te stellen dat Zwarte Piet, zwart is geworden doordat hij door de schoorsteen kruipt.  Wanneer dit rivaliserend aan aanhang wint, zal er een revolutie komen,
waardoor het sinterklaasfeest een nieuwe vorm zal krijgen.

Een paradigma van een ander is lastig voor te stellen
Peggy McIntosh, medebestuurder van het Wellesley Centers for Women,  licht in haar verslag White privelege: unpacking the invisible knapsack (1988) toe hoe het komt dat mensen met een donkere huidskleur zich onderdrukt voelen door de blanke dominante groep, terwijl de blanke groep dat niet zo ervaart. Volgens Peggy McIntosh komt dit doordat onderdrukking niet alleen een actieve vorm heeft die we kunnen waarnemen, maar ook een ingebedde vorm, die ons als lid van de dominante groep niet geleerd is te zien.

In het verslag worden de blanke privileges uitgelegd aan de hand van de onzichtbare knapzak. Dit is een gewichtsloze knapzak, vol aan nuttige proviand. Wanneer zij bewust ‘haar knapzak van blanke privileges uitpakt’, komt zij veel dingen tegen die ze altijd voor waar aannam.  “Ik heb er nooit over nagedacht hoe deze bijverdiensten een onterecht  goed vormen voor de bezitter. Deze aannames worden onbewust door gegeven aan mij als blank persoon.”

Dat de blanke populatie niet weet dat dit bestaat, komt volgens haar door de aangeleerde zienswijze van racisme aan de blanke populatie, een bepaald paradigma. Racisme wordt aangeleerd als iets dat een groep maatschappelijk benadeeld, maar er wordt verzwegen dat racisme daartegenover de blanke populatie privileges verschaft. Blanke mensen wordt geleerd hun leven als moreel neutraal, normatief en ideaal te zien, waardoor  blanke mensen geen racisme bespeuren. Van kleins af aan gaan we uit van gelijke kansen voor iedereen, waardoor kinderen zich er niet van bewust zijn, deelnemer te zijn van een beschadigde cultuur. Racisme in de actieve vorm is in hun ogen slechts een individuele daad van gemeenheid van leden van hun groep. Het ingebedde deel dat ongevraagd rasdominantie verleent aan de blanke groep bij geboorte is onzichtbaar

Volgens het aangeleerde paradigma van de blanke populatie zal racisme stoppen wanneer alle blanke individuen hun houding veranderen. Maar volgens het paradigma van de donkere populatie in Nederland is dat niet genoeg om het gevoel van onderdrukking te veranderen. Nog steeds opent een blanke huid vele deuren voor hen, ondanks dat zij de manier waarop de dominantie wordt verleend afkeuren. De houding van individuen kan het verzachten, maar lost het probleem niet op.  Om het sociale systeem te veranderen, moet ten eerste de onzichtbare dimensie van onderdrukking worden erkend. Zonder deze erkenning worden de onverdiende privileges en verleende dominantie  beschermd. Bij het sinterklaasfeest is duidelijk te zien dat deze dimensie van ongelijkheid wordt ontkend en daardoor wordt de ongelijkheid, die wordt ervaren, in stand gehouden.
 

Het idee van ontkenning van blanke privileges zit sterk in onze cultuur verweven. Blanke privileges zijn ongrijpbaar en worden liever vermeden in discussies. Maar zolang de discussie vermeden wordt en volharden in hun eigen paradigma, kan men nooit het paradigma van een ander begrijpen.

Conclusie
Zolang de twee groepen die tegenover elkaar staan en van uit verschillende paradigma’s het sinterklaasfeest zien, zal er niet veel veranderen, tenzij de rivaliserende partij een meerderheid aan aanhang wint. Uit het artikel blijkt dat het heel moeilijk is om je in een ander paradigma te verplaatsen. Je kunt het andere paradigma in dit geval nooit eigen maken, omdat je ‘blank’ geboren bent.

Referentielijst

Abma, R. (2011). Over de grenzen van disciplines: plaatsbepaling van de sociale wetenschappen. Nijmegen en Uitgeverij Vantilt.

McIntosh, P. (1988). White privilege: Unpacking the invisible knapsack. Race, class, and gender in the United States: An integrated study4, 165–169.

Voeten, E,. (2013). Black Pete and the United Nations. Verkregen op 31 oktober, 2013 van Washingtonpost.

 

 

 

 

 

 

Access: 
Public
Follow the author: Paulien Schaank
More contributions of WorldSupporter author: Paulien Schaank
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Statistics
2321