Hoorcollege Europees week 3 (a en b)

Les 3A: Autonomie, voorrang en rechtstreekse werking van Unierecht à Doorwerking van EU-recht

Doorwerking neemt plaats op nationaal niveau, voor het nationale recht. De nationale rechter kan vragen stellen aan het Hof. Doorwerking te maken met handeling van de EU op grond van de rechtsgrondslagen.

 

Voorkennis

Wat is de EU? Autonome rechtsorde die voorrang heeft ten aanzien van de soevereine rechten van de lidstaten. Wie maakt EU-wetgeving en hoe? Welke zijn de procedures die het Hof activeren? (week 1+2).

 

Overzicht

  • Kenmerken van het EU-recht: autonomie, voorrang en loyale samenwerking.
  • Implementatie van EU-recht
  • Doorwerking van het Unierecht: rechtstreekse werking, objectieve rechtmatigheidstoetsing, de plicht tot Unierechtconforme interpretatie nationaal recht en Francovich-aansprakelijkheid lidstaten.
  • Randvoorwaarden aan nationaal procesrecht: equivalentie en effectiviteit

Doorwerking neemt plaats in kader van nationale procesrecht, vrijheid kan niet absoluut zijn. Begrenst door gelijkwaardigheid en doeltreffendheid, dit is het sluitstuk van doorwerking (4A).

 

Autonomie Europees recht

Van Gend & Loos: invoer van bouwproducten, zou in strijd zijn met EU-recht. Kan een individu van Van Gend & Loos zich beroepen op een EU-artikel jegens een lidstaat? En wie bepaalt dit?

Rechtstreekse werking is mogelijk. “De gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vorm waarbinnen onderdanen gerechtigd zijn”. Rol van individuen op het internationaal recht, rechtstreekse werking erkent. Het is een nieuwe rechtsorde in het volkenrecht. “De gemeensrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren… geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig maken”. Betekent dat Europees recht plichten en rechten ontwikkelt op individuen, onafhankelijk van de lidstaat. Burgers doen mee aan het intergratieproject.

 

Autonomie alleen is niet genoeg!

Wat als lidstaten zich verzetten, als zij niet alle maatregelen treffen ter vervulling van de doelstellingen van de Unie? Wat als lidstaten maatregelen treffen die in strijd zijn met het Unierecht? Voorrang van Unierecht op strijdig nationaal recht, zie het arrest Costa/ENEL en Simmenthal.

Plotseling aandelen van Costa verplicht verkopen aan ENEL, nationale productie energie tegengaan. Nationale recht aanvechten van in strijd met Europees. Kantonrechter was bevoegd (betrof 20 euro energierekening), IT zei Europees recht zelfde status als nationaal.

 

Costa ENEL (Hof): De autonome karakter van het unierecht en de geest en inhoud van de Verdrag “tot gevolg hebben dat een dergelijk voorschrift derhalve niet boven de rechtsorde van de Gemeenschap kan worden gesteld”. Het nationaal recht kan niet voorrang hebben op het Europees recht, het is Hof van Justitie die het geschil kan beslechten op grond van de verdragen.

 

Heeft het Europees recht altijd voorrang? Het gehele Europese recht of een gedeelte zoals enkel primair?

Soms Europese bepalingen geen voorrang op fundamentele bepalingen van lidstaten, is onzeker. Altijd kritisch met verhouding van voorrang, wat tot wat? Het is meer genuanceerd.

 

Loyale samenwerking

Naast autonomie en doorwerking, is loyale samenwerking een belangrijk punt (art. 4 lid 3 VEU).

  1. Respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar

In welke wijze respecteert de Unie de nationale lidstaten? Respecteren via attributie subsidiariteit en evenredigheid. = positieve verplichting.

  1. De lidstaten treffen alle algemene en bijzondere maatregelen om het EU-recht te verzekeren.

Inclusief het implementatierecht, maatregelen nemen om EU recht te implementeren = positief.

  1. En onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen. = negatieve verplichting (want het betreft een onthouding).

 

Lidstaten betreft wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht voor centrale en decentrale overheid. Dus breed begrip. Dus ook b-organen vallen ook onder het begrip staat. Alle drie onderdelen van loyale samenwerking zijn relevant bij doorwerking van het EU-recht.

 

Tot de nationale rechter als decentrale Unierechter, de nationale recht moet de doorwerkingsmechanismen toepassen. En moet zich onthouden van maatregelen die de effectiviteit van het EU-recht zouden kunnen belemmeren. Zij heeft de plicht tot integrale toepassing van rechtstreeks werkende bepalingen van het Unierecht, dus het realiseren van rechten en plichten. En zij heeft tevens de plicht tot het buiten toepassing laten van met Unierecht strijdig nationaal recht.

 

Fundamenten voor doorwerking

Autonomie, voorrang en unitrouw loyale samenwerking.

 

Implementatie van EU-recht

Behalen van EU-doelstellingen door 4 fases:

Transpositie à vooral wetgevende macht. Richtlijn omzetten naar nationaal bindende bepalingen. Richtlijnen nooit effect op particulieren, daarom moet het omgezet/vertaald worden. Dit is transpositie.

Operationalisering à vooral wetgevende macht. Zorgen dat bepaalde bedrijven vergunning hebben, procedure die

gevolgd moet worden voor aanvraag vergunning. Dit oprichten of aanwijzen procedures is operationalisering. Maakt het recht toepasbaar in concrete situatie, het leidt tot daadwerkelijk toepassen.

Toepassing/Handhavingà vooral uitvoerende macht. Operationeel leidt tot toepassing. Handhaving als niet wordt voldaan aan de toepassing, toepassing van de bepaling en handhaving bij overtreding.

Sanctionering à vooral uitvoerende macht. Straf voor de overtreding. Doeltreffendheid waarborgen.

 

 

Tentamenvraag 2014

 

 

 

../../../../Desktop/Schermafbeelding%202017-11-29%20om%2015.21.06.png ../../../../Desktop/Schermafbeelding%202017-11-29%20om%2015.24.26.png

 

Om volle werking te garanderen heeft het hof 4 doorwerkingsmechanismen gemaakt. Die doorwerkingsmechanismen (gekleurde) kunnen nooit een volledige implementatie vervangen. Ze bogen soulaas te bieden aan partijen die zich hierop hebben beroepen. Reikwijdte bindende kracht van uitspraken nationale rechter over bindende kracht, het heeft alleen maar bindende kracht tussen partijen van het geschil. Afhankelijk van nationale grondwettelijke regels, kan wel effect op derden hebben in verband met rechtszekerheid. Potentiële strijdigheid uit de weg helpen, nationale wetgeving veranderen.

 

Ontwikkeling van Rechtstreekse Werking

Focus op individuen die rechtstreekse werking inroepen, het betreft de inroepbaarheid van subjectieve rechten (Van Gend & Loos, Costa/ENEL) en de inroepbaarheid van een belang, individueel (CIA) of collectief (Milieu).

Rechtstreekse werking staat niet in het verdrag. Rechtstreekse werking gaat over de inroepbaarheid van de rechten, rechtstreekse toepasbaarheid gaat over totstandkoming van rechten en plichten (EU recht als zodanig of nationaal recht).

Focus op effectiviteit EU-recht: Tool om de rechtmatigheid van nationaal recht te toetsen aan het EU-recht. Kijk naar de doeltreffendheid.

 

Rechtstreekse werking

De bepaling moet geschikt zijn om door een rechter te worden toegepast/uitgelegd zonder dat deze daarmee op de stoel van de wetgever/bestuur gaat zitten. De rechter moet in staat zijn, zijn werk te doen zonder trias politica te schenden. Dit is mogelijk indien de EU-verplichting is: Voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk.

Voldoende duidelijk: wat is de verplichting? Onvoorwaardelijk: er moet niet teveel discretionaire ruimte zijn voor de lidstaat, publieke belangen balanceren is discretionair. Europese verplichting geen ruimte om publieke belangen te balanceren, zo wel dan is er voorwaardelijk.

 

Voorbeelden:

  • Van Gend & Loos art. 30 VWEU (toen 12 EEG): in- en uitvoerheffingen tussen de lidstaten zijn verboden. Deze bepaling is voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk (verbod-bepaling).
  • Walrave & Koch art. 56 VWEU: vrij verkeer van diensten, dienst van gangmaker (wind opvatten van fietser). Nationaliteit gangmaker zelfde als de fietser, in strijd met vrij verkeer van diensten. ‘verboden’. Als jij als NL dienst wil verrichten in DU val jij onder die bepaling, nadenken is niet in de weg tot voldoende duidelijkheid. Bij uitstek voorbeeld van onvoorwaardelijke bepaling.
  • Van Duyn art. 45 VWEU: NL secretaresse wilde werken voor de EN kerk, extra controle over de leden van de kerk. Leden uit andere lidstaten, om lid te worden van kerk moest je EN zijn. Vrij verkeer werknemers, verplichting eerder dan uitzondering en uitzondering is aan bewijslast onderworpen.
  • Defrenne art. 157 VWEU: Vliegtuigmaatschappij, vrouw moest mooi en aantrekkelijk zijn. Mevrouw Defrenne werd 40 en toen ontslagen, want maximale leeftijd van stewardess stond in de arbeidsovereenkomst. 157 voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk en heeft dus rechtstreekse werking.

 

Nota bene extra voorwaarde: verstrekking van de transpositiedeadline, beroep jegens de staat.

 

 

Richtlijnen

Richtlijnen hebben geen doorwerking gedurende de omzettingstermijn: Adeneler: Zij hebben alleen plicht voor lidstaten zich te onthouden van handelingen die de verwezenlijking van de richtlijn ernstig in gevaar zouden kunnen brengen (Inter-Environnement-plicht, zie Adeneler, ro. 121). Dus onthouden van maatregelen die deadline te behalen onmogelijk te maken. Alleen bindend voor de lidstaat.

De richtlijn is gedurende de omzettingstermijn niet meer dan een instructie van de EU-wetgever aan de nationale wetgever. De particulier heeft hier niets mee te maken, pas bij omzetting naar nationaal recht.

Bij te late of foute omzetting à doorwerking waardoor LS niet onder hun verplichtingen uit komen à rechter moet overnemen van de wetgever. Rechter moet het overnemen van de wettelijke macht, onder voorbehoud van voldoende duidelijkheid en onvoorwaardelijkheid. Alleen ten aanzien degene die zich beroepen op een bepaling van de richtlijn, dus niet ten aanzien van een ieder.

 

Francovich: gebrek aan onvoorwaardelijkheid

Bedrijf ging failliet, op basis van richtlijn zouden lidstaten zulke situaties moeten beslechten en zulke situaties hulp bieden aan de werknemer. Italië was te laat. Hij ging naar het Hof van Justitie, art. 5 richtlijn 987. Sub B was fataal, “de werkgevers moeten in de financiering bijdragen, tenzij de overheid voor de volledige financiering zorgt”. Als een lidstaat zich heeft onthouden van zo’n keuze, kan de rechter niet beslissen hierover. Dan kunnen de bepalingen niet worden ingeroepen door een particulier, want niet onvoorwaardelijk want afhankelijk van balancering van belangen door de wetgevende en uitvoerende macht.

 

Les 3B Autonomie, voorrang en rechtstreekse werking van Unierecht

Gisteren begonnen met doorwerking van het Europees recht.

Vraag 1: Hoe is het mogelijk dat richtlijnen die niet rechtstreeks toepasselijk is, maar wel rechtstreeks kunnen werken? Rechtstreekse toepasselijkheid heeft te maken met totstandkoming van rechten en plichten, de bron.

 

Ik ga naar KLM want staat in verordening dat je geld krijgt bij vertraging van de vlucht. Italië wil niet meteen betalen, ik kan me beroepen op een van de bepalingen van de verordening. Voorbeeld van rechtstreekse toepasselijkheid, verordening veranderd de rechten en plichten van passagiers en vliegtuigmaatschappijen als zodanig. Dus rechtstreekse werking is het inroepen van rechten jegens degene die de verplichting heeft, indien men de wet niet goed toepast. Dit geldt ten aanzien van verordeningen.Bij richtlijnen ligt dit anders, want richtlijnen zijn gericht tot de lidstaten. En die lidstaat maakt de richtlijn om in een wetgeving in de Nederlandse wet, winkelier krijgt geen verplichting van de richtlijn want zij is niet de normaddressant.

 

Verordening is rechtstreeks toepasselijk, richtlijn is niet rechtstreeks toepasselijk. In beide gevallen is wel sprake van rechtstreekse werking, in geval van richtlijnen is dit beperkt. Voorwaarden zijn dezelfde, maar als particulieren kunnen we ons beroepen op bepalingen van richtlijnen alleen maar jegens de staat niet jegens een particulier. Stel dat de winkelier de staat is, Staat neemt mediamarkt over, houdt zich niet aan de richtlijn want geeft geen garantie, verkeerde implementatie van de staat dan wel aansprakelijk voor winkelier de Staat.

Rechtstreekse werking is inroepen van rechten en plichten. Rechtstreekse werking volgt rechtstreekse toepasselijkheid. Rechtstreekse geraaktheid alleen belangrijk voor ontvankelijkheid van beroepen bij art. 263.

 

Vraag 2: relatie tussen implementatiefase en rechtstreekse werking?

Wat als partij zich niet conformeert uit bepalingen uit het EU-recht, pas als iets fout gaat is sprake van rechtstreekse werking. Zoals hierboven bij Italië, ik moet me beroepen op een verordening. Fout in implementatiefase leidt behoefte tot beroep op recht. Pas op fase van beroepen op bescherming via EU-recht. De andere partij wil niet meewerken (fout in implementatie?), dan kijken we naar doorwerkingsmechanisme zoals rechtstreekse werking.

 

Vorige les

Alles berust op autonomie, voorrang en loyale samenwerking. Rechtstreekse werking heeft algemene voorwaarden: voldoende duidelijkheid en onvoorwaardelijkheid.

 

Richtlijnen

Rechters hoeven niet specifiek te zijn in hun antwoorden. Richtlijnen zijn geadresseerd aan de lidstaten, niet rechtstreeks toepasselijk maar kunnen wel rechtstreekse werking hebben. Bepaalt in van Duyn, rechtstreekse werking van richtlijnen gerechtvaardigd via ‘feit dat art. 288 niet zegt dat richtlijnen rechtstreeks toepasselijk zijn, zegt niet dat ze niet vergelijkbare effecten kunnen hebben’. We weten wat dit betekent in de praktijk, richtlijnen kunnen worden ingeroepen. Wel extra voorwaarden, lidstaten hebben meestal 2 jaar om de omzettingsfase en operationele fase af te ronden, dus 2 jaar om richtlijn te implementeren in nationaal recht.

Er is altijd een bepaling met een datum in de richtlijn, tot die tijd hebben lidstaten meer vrijheid. Onthouden van nemen van maatregelen die het behalen van richtlijn onmogelijk of zeer onwaarschijnlijk maken.

Tot de tijd dat richtlijnstermijn niet is verstreken, kunnen individuen zich niet beroepen op die richtlijn. Tenzij de uitzondering van de implementatieregel niet van toepassing is, extra voorwaarde. Voor richtlijnen is er vaak een omzettingstermijn, verstreken zo niet? Dan kunnen we ons niet beroepen, bij ja kan dit wel.

 

Horizontale en verticale rechtstreekse werking

Geschil tussen welke partijen? Waarom geen horizontale werking? Het antwoord is, je hebt geen recht ten aanzien van een andere particulier (horizontaal is zelfde niveau, gelijk). VB vliegtuig is beide private partijen, ik kon mij beroepen op de verordening want die heeft rechtstreekse toepasselijkheid heeft, spreekt rechtstreeks aan vliegmaatschappijen. Richtlijn spreekt niet naar de maatschappijen zelf, bepaalt rechten van consumenten en spreekt tot de lidstaten. Dus tot wanneer de richtlijn is omgezet in nationaal recht, is er niets dat winkeliers verplicht om iets te doen (zoals een kosteloze vervanging).

 

Hof zegt iemand die verplichting heeft in de richtlijn, dat is de Staat. Stel dat de richtlijn zegt Frankovich, betaal de niet betaalde salarissen als de Staat. Italië heeft richtlijn niet omgezet, geef een bevel om dit te doen Hof. Particulier beroep op richtlijn jegens de staat, zijn bindend voor de lidstaat. Richtlijnen kunnen ingeroepen worden jegens de Staat, soort van rechtstreekse toepasselijkheid beperkt tot de Staat. Houdt rekening met het feit dat het begrip Staat zeer ruim wordt uitgelegd: a-organen en b-organen. De NS is private partij maar volledige aandelen in handen van de Staat, dan beroepen op de richtlijn jegens de NS want NS is de Staat. Richtlijn tegen de Staat ook dat de Staat zich heeft omgekleed tot een private organisatie, ook handelen als arbeidsrelatie dus bij particuliere rol van de staat. Dus steeds meer opties tot beroep tot richtlijnbepaling na verstreken deadline + voldoende duidelijk + onvoorwaardelijk.

Problematisch want richtlijnen geen verplichting tot particulieren.

 

Dit betekent dat de Staat zich niet kan beroepen op een richtlijnbepaling jegens een particulier. Zie arrest Kolpinghuis: verkocht tapwater als mineraal water, moest 5 euro voor glas water. OM bestraft. Waarom? Richtlijn dat naam mineraal water alleen gebruikt worden voor water in een flesje aan de bron. OM beroept zich op de richtlijn, de rechter stelt prejudiciële vraag.

Hof zegt OM onderdeel van de Staat, Staat gefaald met implementatie en mag dit niet ten laste leggen van een particulier. Een richtlijn is nooit bindend ten aanzien van een particulier. Dit is een verbod op omgekeerde verticale rechtstreekse werking. Richtlijnen leggen geen verplichtingen op private partijen (individuen) en geen strafrechtelijke aanklacht tot na transpositie en geen omgekeerd verticaal rechtswerking.

Voldoende duidelijkheid + onvoorwaardelijkheid + omzettingstermijn + rechtsbetrekking die grondslag heeft gegeven aan het geschil (2 private dan geen rechtstreekse werking of Staat beroept op niet geïmplementeerd).

Contract over taalcursus wil men vanaf, maar er is geen termijn. Want Italië heeft richtlijn niet omgezet voor deze verplichte termijn, prejudiciële vraag. De richtlijn is bindend alleen ten aanzien van de lidstaten, de verkoper van cursus is geen lidstaat. En dus kon mevrouw zich niet beroepen op de richtlijn.

 

Driehoeken

Normaal gesproken hebben richtlijnen geen horizontale of omgekeerde verticale werking hebben.

Zaak Wells: ging over een tourgebied niet meer in gebruik dus ontwikkelen, eigenaar van mijn besluit mijn weer in gebruik te nemen met vergunning. Richtlijn zegt menselijke activiteiten die potentieel schadelijk zijn voor milieu moet milieueffectrapportage worden gemaakt, vaak trucjes om dit niet te hoeven doen. Heropenen is geen MER vereist, Wells ging naar de rechter tegen de vergunning en beroep zich op de richtlijn.

Voor exploiteren van bijvoorbeeld een mijn moet een MER gemaakt worden, EN had de richtlijn niet goed geïmplementeerd. Dit is verticale rechtstreekse werking. Geslaagd beroep leidt tot vernietiging van de vergunning, dus gevolg van Wells-Staat was vernietiging toegekend aan een particulier. Is dit omgekeerde rechtstreekse werking? De staat zegt nee. Vraag naar Hof van Justitie, is louter bijkomstig negatief gevolg het is geen verplichting die uit de richtlijn voortvloeit. Recht van mevrouw Wells wordt niet belemmerd door negatieve gevolgen die een andere particulier kan ontvangen, ook wanneer die negatieve gevolgen zeker zijn.

Partij kan zich beroepen indien: rechtstreekse werking (voldoende duidelijk + onvoorwaardelijk) + verstreken termijn is verlopen, dan daadwerkelijk beroepen ondanks de negatieve gevolgen voor een andere partij.

 

 

Dit ontwikkelt via arrest Salzburg Flughafen. De exploitant van de luchthaven wilde de luchthaven uitbreiden. Vergunning nodig om dit te doen, vergunning wordt toegekend. Dan komt een partij in opstand, verkeerd omgezet door Oostenrijk. Andere partij was publieklichaam die milieuwetgeving doet handhaven, beroepen op richtlijn jegens vergunningverlener. Nadelig effect voor particulier. Deze zaak heeft 2 bestuursorganen op zelfde niveau en 1 particulier, ipv 2 particulieren en 1 bestuursorgaan (Wells). Dit is een bijzondere vorm van horizontale rechtstreekse werking, terwijl rechtstreekse werking tussen twee particulieren is verboden is rechtstreekse werking tussen twee bestuursorganen toegestaan. Proberen de positie van aanklagende bestuursorgaan te vergelijken met positie van particulier, klaagt tegen de Staat en Staat verplicht om dit te doen. Entiteit doet dit niet veranderen. Verwijt niet volledige implementatie wordt gericht tegen de staat. Het feit dat een particulier negatieve gevolg ondervindt van rechtstreekse beroep door een bestuursorgaan jegens de staat, staat niet in de weg aan rechtstreekse werking tussen de ombudsman en bestuursorgaan die heeft toegekend. Driehoeksituatie, louter negatieve gevolgen, geen rechtstreekse verplichtingen uit de richtlijn.

Hof is niet bevoegd over de geldigheid van het nationale recht, enkel bevoegd om EU-recht toe te lichten, te verklaren of te vernietigen. Nationale rechter iets te doen met uitleg, rechter zou dit moeten vernietigen.

 

Exploiteren afvallocatie, weer gebrek MER en beroepen BO op BO met negatieve gevolgen op private partij. Actie niet gebaseerd op een vergunning, vergunning was al inroepbaar, het was een handhavingsverzoek. Toch MER-plicht, want inwoners klagen. Hij stapt naar de rechter, kan de partij zich beroepen om het weigeren van handhavingsverzoek op grond van richtlijn aan te vechten? Hof zegt ja dat kan, denk aan Wells en Salzburg Flughaven. Dan ook in kader van handhavingsverzoeken het mogelijk is voor een partij, zich te beroepen op een bepaling uit een richtlijn jegens de staat die handhavingsverzoek negatief heeft beantwoord, om de weigering te doen vernietigen en vervolgens handhavingsactie te gaan starten. Wat is dan het verschil met Kopingehuis (water)? Stel dat in Kopingehuis niet het OM die de zaak was begonnen, dat ik dat had gedaan, dan vraag ik om een handhavingsverzoek in en die wordt geweigerd. Dan beroep ik mij op de richtlijn jegens het OM, die zegt Staat-particulier, vervolgens moet OM alsnog handhavend optreden op basis van richtlijn.

Handhaving op verzoek particulier is wel toegestaan? Wij weten het niet. BO gaat burger bellen voor actie.

 

“Loutere negatieve gevolgen voor de rechten van derden zijn geen rechtvaardiging om een particulier het recht te ontzeggen zich ten aanzien van de betrokken lidstaat te beroepen op de bepalingen van een richtlijn” (Wells par. 57). Loutere negatieve gevolgen vs verplichtingen (Wells, ro. 58)

Niet alleen in kader van vergunningverlening, maar ook in het kader van handhavingsverzoeken. Steeds meer grenzen van rechtstreekse werking gerekt door het Hof, voor doeleinden EU recht te waarborgen.

 

Achter richtlijn zit algemeen beginsel, is gelijk aan primair recht en kan dus altijd ingeroepen worden. Dus ook belastingdienst kan zich tegen particulier beroepen! Want geen verbod omgekeerde rechtstreekse werking.

Gebruik algemene beginselen EU-recht is een andere manier om dit verbod te omzeilen.

 

Rechtstreekse werking als plicht voor uitvoerende macht

Dus verplichting voor de staat en bestuursorganen tot toepassing rechtstreekse werking. Arrest Fratelli Costanzo: over verbouwing stadium in Milaan, laag bod uitgebracht 50% lager, wanneer het bod zodanig lager is hoef je geen rekening te houden met dat bod. Dus geen rekening gehouden met bod Fratelli Costanzo, die beroepen zich op de aanbestedingsrichtlijn. Moest het bestuursorgaan de richtlijn rechtstreeks toepassen? Ja, rechtstreekse werking is verplichting voor bestuursorganen. Zelfs voor naar rechter stappen, moet men EU-recht rechtstreeks toepassen. Dus verplichting voor uitvoerende macht.

 

Tentamenvraag 2014

Over meneer Steur met vertraging met de trein, richtlijn zegt 45 minuten en Franse recht zegt 1 uur.

Waar beginnen we?

Is er sprake van onjuiste implementatie? Ja, welke fase ging fout? De omzettingsfase, art. 14 niet goed.

Heeft deze bepaling rechtstreekse werking? Voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk? Internationaal doet de materiële reikwijdte, deze tast onvoorwaardelijkheid niet aan. Elke bepaling is afhankelijk van zijn reikwijdte.

Wat is de aard van de partijen? Private partij tegen de Staat (Thalys of de staat) dan verticale rechtstreekse werking.

Omzettingstermijn? Die bestaat niet, wanneer is richtlijn gepubliceerd (2012) gebruikelijk is 2 jaar (2014).

Primair ben ik van mening dat de omzettingstermijn niet is verstreken dus geen beroep op de richtlijn, subsidiair zou termijn zodanig kort zijn dat het is verstreken dan zou hij zich wel kunnen beroepen.

Dus antwoord is nee.

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Hoorcollege 3A + 3B 2018-2019

Het onderwerp van college 3A is Vrij verkeer van personen: Unieburgerschap, het onderwerp van college 3B is Fundamentele rechten.

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.