Aantekeningen hoorcollege 1 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

H C   1   -   1 5   F E B R U A R I   2 0 2 3

Introductie en argumentatieleer

Wat is filosofie

Een manier/middel om systematisch te leren nadenken

Dimensies van filosofie

  • Logica (argumentatieleer) » basis voor de andere dimensies. Argumentatieleer als toolbox om ons te helpen betere pedagogen te worden
  • Ethiek » gaat over het goede en het juiste, dus geen deugdenleer (ons wordt niet verteld wat/hoe we moeten denken) » ethiek als tool om je in pedagogische discussies te kunnen mengen
  • Wijsgerige antropologie
  • Epistemologie & wetenschapsfilosofie » kennisleer (wat is kennis/wat is de aard van kennis) en hoe ontwikkelt wetenschap zich (= wetenschapsfilosofie)

Wat heeft een pedagoog aan filosofie

  • Kritisch reflecteren op denken en handelen » kritisch denken gaat over eigen handelen maar ook over bijv. beleidsontwikkelingen, voorzichtigheid bij het geven van adviezen (o.b.v. wetenschappelijke adviezen/pedagogische adviezen) omdat wetenschap steeds verandert » pedagogische prudentie
  • Doordenking van grondslagen en vooronderstellingen (twijfel bij vanzelfsprekendheid)
  • Mogelijkheid vs. wenselijkheid » als het wetenschappelijk mogelijk is, moeten we het ook daadwerkelijk willen/is het wenselijk?

‘Heb ik het goed gedaan vs. heb ik er goed aan gedaan’

Overzicht argumentatieleer

  1. Meningsverschillen

    • Gemengd verschil: Verschillende partijen nemen een positie in (dus allebei de groepen een eigen standpunt), niet-gemengd verschil: 1 groep neemt een positie in (de ander betwijfelt dat standpunt)
    • Meervoudig: meerdere claims (= contrair)
    • Strijdige proposities
      • Tegengesteld: de argumenten kunnen niet beiden waar zijn maar ook niet beide onwaar (1 twistpunt, dus enkelvoudig)
      • Contrair: de argumenten kunnen niet beiden waar zijn maar wel beiden onwaar (2 of meer twistpunten, dus meervoudig)
  2. Regels van de kritische discussie (regels aan een wetenschappelijk debat) » Voorbeelden staan in het boek
  3. Dialectische argumentatie » auteur is aan het argumenteren met zichzelf. Er is een standpunt met voor- en tegenargumenten en weerleggin
  4. Argumentatieschema
  5. De grenzen aan de kritische discussie
    • Het zijn praktische grenzen, geen principiële grenzen. Je handelt op basis van wat op dat moment de beste kennis is.
    • Want: pedagogiek is handelingswetenschap, er is geen onbetwijfelbare/’ware’ kennis
    • Keuze voor het (voorlopige) beste antwoord/advies, de voorlopige beste interventie
Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

This content is also used in .....

Hoorcollege Aantekeningen - Werken aan Normatieve Professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 1 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 1 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   1   -   1 5   F E B R U A R I   2 0 2 3

Introductie en argumentatieleer

Wat is filosofie

Een manier/middel om systematisch te leren nadenken

Dimensies van filosofie

  • Logica (argumentatieleer) » basis voor de andere dimensies. Argumentatieleer als toolbox om ons te helpen betere pedagogen te worden
  • Ethiek » gaat over het goede en het juiste, dus geen deugdenleer (ons wordt niet verteld wat/hoe we moeten denken) » ethiek als tool om je in pedagogische discussies te kunnen mengen
  • Wijsgerige antropologie
  • Epistemologie & wetenschapsfilosofie » kennisleer (wat is kennis/wat is de aard van kennis) en hoe ontwikkelt wetenschap zich (= wetenschapsfilosofie)

Wat heeft een pedagoog aan filosofie

  • Kritisch reflecteren op denken en handelen » kritisch denken gaat over eigen handelen maar ook over bijv. beleidsontwikkelingen, voorzichtigheid bij het geven van adviezen (o.b.v. wetenschappelijke adviezen/pedagogische adviezen) omdat wetenschap steeds verandert » pedagogische prudentie
  • Doordenking van grondslagen en vooronderstellingen (twijfel bij vanzelfsprekendheid)
  • Mogelijkheid vs. wenselijkheid » als het wetenschappelijk mogelijk is, moeten we het ook daadwerkelijk willen/is het wenselijk?

‘Heb ik het goed gedaan vs. heb ik er goed aan gedaan’

Overzicht argumentatieleer

  1. Meningsverschillen
    • Gemengd verschil: Verschillende partijen nemen een positie in (dus allebei de groepen een eigen standpunt), niet-gemengd verschil: 1 groep neemt een positie in (de ander betwijfelt dat standpunt)
    • Meervoudig: meerdere claims (= contrair)
    • Strijdige proposities
      • Tegengesteld: de argumenten kunnen niet beiden waar zijn maar ook niet beide onwaar (1 twistpunt, dus enkelvoudig)
      • Contrair: de argumenten kunnen niet beiden waar zijn maar wel beiden onwaar (2 of meer twistpunten, dus meervoudig)
  2. Regels van de kritische discussie (regels aan een wetenschappelijk debat) » Voorbeelden staan in het boek
  3. Dialectische argumentatie » auteur is aan het argumenteren met zichzelf. Er is een standpunt met voor- en tegenargumenten en weerleggin
  4. Argumentatieschema
  5. De grenzen aan de kritische discussie
    • Het zijn praktische grenzen, geen principiële grenzen. Je handelt op basis van wat op dat moment de beste kennis is.
    • Want: pedagogiek is handelingswetenschap, er is geen onbetwijfelbare/’ware’ kennis
    • Keuze voor het (voorlopige) beste antwoord/advies, de voorlopige beste interventie
Access: 
Public
Aantekeningen hoorcollege 2 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 2 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   2   -   2 2   F E B R U A R I   2 0 2 3

Ethiek – deel 1

Analyseren van argumentatie

  1. Structuur analyseren
  2. Inhoudelijke analyse
    • Is het wel een argument?
    • Wat voor soort argument is het?
  3. Kritische analyse
    • Hoe houdbaar is het argument (klopt het feitelijk?)?
    • Ondersteunt het argument het standpunt (bewijskracht)?

Ethiek

  • Ethiek = een tak van de filosofie die zich bezighoudt met het bestuderen van het goede/juiste handelen » welk handelen is gerechtvaardigd, welk handelen vinden wij juist?
  • Niet de inhoud van het antwoord maakt iets ethisch, maar de manier van redeneren
  • Welk handelen is juist, wat is rechtvaardig?

Stroming in de ethiek: utilitarisme

  • Je moet doen wat leidt tot de beste consequenties
  • Wat is moreel handelen:
    • Consequenties afwegen
    • Maximalisatie van geluk
  • Utilitaristen maken keuzes op basis van de gevolgen van bepaalde handelingen
  • Bezwaren:
    • Voorspelbaarheid van de uitkomst
    • Rechtvaardigheid
    • Is geluk zo waardevol dat het als richtlijn voor handelen mag gelden?

Waarden, deugden en normen

  • Waarden: dingen die je belangrijk vind. Het goede leven. Wat is belangrijk en nastrevenswaardig?
  • Drie verschillende waarden van Van Hees:
    • Vrijheid (positief en negatief): het wordt door iedereen van belang geacht, maar het is een breed begrip en er zijn verschillende opvattingen over de betekenis ervan.
      • Negatieve vrijheid: als je precies kunt doen wat je zelf wilt, je bent vrij van dwang en beslissingen worden je niet opgelegd door anderen
      • Positieve vrijheid: als de mogelijkheid om dingen te doen aanwezig is
    • Authenticiteit: Een mens is authentiek als die zich niet alleen laat drijven door zijn interne bronnen/driften/wensen/emoties van zijn identiteit, maar ook niet door externe bronnen/eisen/plichten/aanspraak die op hem gemaakt wordt. Je bent authentiek als je een balans weet te vinden tussen wat je zelf wilt, en wat de omgeving wilt.
      • Als je je alleen gehoorzaamt aan je interne bronnen van de identiteit ben je een kind of een sociopaat.
      • Als je je alleen gehoorzaamt aan je externe bronnen van de identiteit ben je willoos of een slaaf.
    • Geluk: wordt niet tot de hoogste waarde gerekend. Geluk is niet een waarde op zichzelf, maar het is iets wat voor komt uit het nastreven van andere waarden (vb: als mensen zich vrij voelen, als mensen vrijheid in keuzes hebben, dan zijn ze gelukkig). Dus: geluk is niet iets wat nagestreefd zou moeten worden, maar het is een effect van het nastreven van andere waarden.
  • Deugden: waarde als een (goede) karaktereigenschap
  • Normen: handelingsrichtlijnen. Het juiste leven » hoe behoren mensen zich te
.....read more
Access: 
JoHo members
Aantekeningen hoorcollege 3 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 3 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   3   -   0 1   M A A R T   2 0 2 3

Ethiek – deel 2

Utilarisme vs. deontologie

Beide hebben een ander uitganspunt bij beoordelen van bepaalde handelingen

  • Utilitarisme: draait om de maximalisatie van geluk. Het afwegen van verschillende handelingen/consequenties van die handelingen. De beste consequenties voor zo veel mogelijk mensen, dus dat wat het meeste geluk opbrengt voor zoveel mogelijk betrokkenen is moreel juist.
  • Deontologie: we moeten ons laten leiden door principes die wij juist en waar achten. Deze principes zijn leidend, met zelfgekozen moreel als ‘kompas’. Een handeling is moreel juist als het voortkomt uit een norm die richtinggevend zou moeten zijn.

Is alles betrekkelijk?

  • Moeten we kinderen volgens eigen overtuiging van groepen opvoeden of moeten we kijken naar wat het beste is voor autonomie van kinderen?
  • Geldigheid van waarden en normen is niet vast te leggen. Je kan waarden en normen niet toetsen aan de waarheid.
  • Funderingsprobleem: Er is een kloof tussen ‘zijn’ en ‘behoren’. Je kan vanuit hoe iets is niet afleiden hoe het moet zijn (je kan uit een feit geen norm afleiden). Er is geen ultiem argument om je standpunt te bewijzen.
  • Objectivisme vs. relativisme:
    • Objectivisme: ondanks dat waarden en normen geen feiten zijn hebben we wel een ‘toetssteen’ waarmee we de rechtvaardigheid van bepaalde praktijken kunnen beoordelen. Bepaalde praktijken zijn wenselijker dan andere.
    • Relativisme: omdat waarden en normen geen ‘toetssteen’ hebben staan ze altijd ter discussie. Iets is niet los van de context te beoordelen.

Vrijheid van onderwijs

  • Vrijheid van stichting: burgers zijn vrij een instelling van onderwijs op te richten
  • Vrijheid van richting: de grondslag kan levensbeschouwelijk, religieus, politiek of onderwijskundig bepaald zijn
  • Vrijheid van inrichting: binnen bepaalde grenzen is er vrijheid in vormgeving van leerstof en leermethode

Onderwijsvrijheid: de geschiedenis

  • 1795: scheiding kerk en staat. Onderwijs werd een staatszaak i.p.v. van de kerk. Voor religieus/bijzonder onderwijs moest toestemming gevraagd worden aan de staat.
  • 1848: grondwetsherziening. Zorgde voor vrijheid van onderwijs, maar bijzonder onderwijs werd niet gefinancierd. Onder andere hierdoor ontstond de schoolstrijd.
  • 1917: grondwetwijziging. Zorgde voor pacificatie (volledige gelijkstelling wat betreft financiering, dus bijzonder onderwijs kreeg evenveel als ‘standaard’ openbaar onderwijs)

Onderwijsvrijheid: voors en tegens

  • Liberal education: het onderwijs moet de (ontluikende) autonomie van kinderen eerbiedigen en stimuleren
  • Denominational education: het onderwijs moet niet in strijd zijn met de regels, gebruiken en overtuigingen van de (sub)cultuur waartoe de ouders behoren (denominational = religieus)

‘common school’ vs. ‘private school’

  • Openbaar onderwijs (‘neutraal’) waar multiculturele vorming centraal staat
  • Bijzonder (privé) onderwijs waar vanuit een levensbeschouwelijke of onderwijsvisie in ‘eigen kring’ opgeleid wordt

Autonomie als centrale waarde

  • Autonomie is centrale waarde in liberale democratische staat
  • Mag de autonomie van de ouders (om bepaalde keuzes te maken) de ontluikende
.....read more
Access: 
JoHo members
Aantekeningen hoorcollege 4 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 4 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   4   -   8   M A A R T   2 0 2 3

Wijsgerige antropologie

Wijsgerige antropologie

  • Houdt zich bezig met de vraag ‘Wat is de mens?’
  • Iedereen heeft een mens- en maatschappijbeeld (en je eigen beeld heeft invloed op je werk)
  • Bewust zijn van je eigen mens- en maatschappijbeeld is van belang voor je werk als pedagoog
  • Wijsgerige antropologie bestaat voor een groot deel uit logisch nadenken/redeneren (moeten we voor tentamen kunnen)

Oude dode Duitsers

Gedachtegoed van de biologische antropologie: De mens verschilt principieel van een dier want de mens is een cultuurwezen en een dier een natuurwezen

  • Mens is cultuurschepper, dier is natuurvolger
  • Mens komt ter wereld met gebreken, dieren kunnen zichzelf binnen korte tijd redden. De gebreken van mensen heeft als bij effect dat er ruimte is voor plasticiteit en openheid (mensen kunnen nog van alles leren, dieren kunnen alleen nog hun instincten verfijnen)
  • Dier is gebonden aan hun natuur » centrische positionaliteit (vanuit eigen lijf leven de dieren)
  • Mensen leven vanuit excentrische positionaliteit (mensen vallen niet samen met hun lichaam, waardoor ze vrij zijn en in staat zijn keuzes te maken en geen instincten hoeven te volgen)

Verschil in perspectief

  • Biologische antropologie: mens als soort (fylogenetisch)
  • Homo sociologica: de mens (als soort) is een cultuurschepper, de kind (als individu) niet
    • Openheid maakt socialiseren in een cultuur mogelijk
    • Roltheorie: mens kent verschillende rollen. Die rollen zijn (min of meer) gedefinieerd in de samenleving. Het gaat samen met de verwachtingen die anderen van jou (rol) hebben
    • Hoe ‘open’ is de mens nog als ze bepaald (gewenst) gedrag aanleren voor elke rol die ze aannemen
    • Een mens kan nadenken over zichzelf en zijn eigen ideeën » reflecteren

Problemen met het bewustzijn

  1. Is het exclusief menselijk? Kun je het begrip ‘bewustzijn’ typeren voor alleen mensen?
  2. Het is niet tastbaar/zichtbaar/’toetsbaar’

Het bewustzijn is vanzelfsprekend verbonden met het onmiddellijke perspectief van het subject dat zich op een ervarende en kennende manier tot de wereld verhoudt”

  • Bepalend bij toekenning van bewustzijn is vertoond gedrag vs. bepaling bij toekenning bewustzijn is lidmaatschap van de soort »
  • Eigenlijk weten we alleen van onszelf dat we een bewustzijn hebben
  • We gaan ervanuit dat anderen die zich op dezelfde manier gedragen als wij ook een bewustzijn hebben

Problemen met de vrije wil

  1. Vrijheid is ‘geestelijke’ vrijheid
    • Het menselijk handelen is vrij omdat ons gedrag niet een automatische reactie is op een prikkel » keuzevrijheid
    • Is keuzevrijheid absoluut? Mensen zijn niet op alle gebieden vrij (bijv. in de keuze om wel of niet ziek te worden etc.)
  2. Is het exclusief menselijk?
    • Als ook dieren een vrije wil hebben is dat dan hetzelfde als menselijke
.....read more
Access: 
JoHo members
Aantekeningen hoorcollege 5 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 5 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   5   -   2 2   M A A R T   2 0 2 3

Epistemologie en wetenschapsfilosofie

Het lichaam-geest probleem

  • Mens heeft een lichaam en een geest die met elkaar in verbinding staan » dualistisch interactionisme
  • hoe kunnen het stoffelijke lichaam en niet-stoffelijke geest elkaar beïnvloeden als de geest niet tastbaar/zichtbaar is?

Epistemologie: soorten kennis

  • Praktische kennis: weten hoe
  • Propositionele kennis: weten dat
    • Kennis van regels/afspraken/axioma’s (bijv. weten dat een trein op een bepaalde tijd vertrekt)
    • Levensbeschouwelijke kennis (bijv. weten dat de ziel onsterfelijk is) » het is niet wetenschappelijk toetsbaar
    • Toetsbare kennis » kennisuitspraken die te onderbouwen zijn door wetenschap
  • Bij epistemologie gaat het om toetsbare propositionele kennis

Epistemologie: wat is kennis?

  • Empirisme: je komt tot kennis via de waarneming/zintuigen
  • Rationalisme: tot kennis komen door zuiver na te denken
  • Logisch positivisme (naïef empirisme): voor het verkrijgen van kennis moeten we vertrouwen op onze waarneming. Kennis is de afspiegeling van de werkelijkheid. De waarneming zorgt ervoor dat we kennis kunnen verkrijgen
    • Claims: objectieve waarneming is mogelijk (als je je houd aan de wetenschap) en er is een fundament waar kennis op getoetst kan worden (toetsen aan de werkelijkheid)
    • Gecontroleerde waarneming is de manier om kennis te toetsen
  • Kanttekeningen (over de betrekkelijkheid van kennis):
    • Waarneming is theorie geladen (brilmetafoor). Onze achtergrond bepaald hoe we dingen waarnemen
    • Taal structureert en sjabloneert. De kennis de je opdoet en uitspreekt is vaak niet hetzelfde.

Fundering van kennis

  • Anti-fundamentalisme: constructivisme » objectieve kennis is niet mogelijk, dus geen objectieve kennis mogelijk
  • (Kennis van) de werkelijkheid is fictie/consensus
  • Claims van constructivisme:
    • Leren is een actief proces
    • Ware kennis wordt uitgevonden, niet ontdekt
    • Wat wij voor waar houden is een sociale consensus (= de meeste mensen zijn het over bepaalde zaken eens)
    • Leren is effectief als het gebeurt a.d.h.v. betekenisvolle, open en uitdagende problemen

het constructivisme gereconstrueerd

  • ‘constructivism examined Fox’
    • Hoe waar zijn de claims van het constructivisme?
    • Hoe nieuw of afwijkend zijn de claims van het constructivisme?

Poppers realisme

  • Kennis als instructie verbonden met ….
  • Waarneming is niet objectief omdat het gestuurd wordt door onze achtergrond/opvattingen
  • Onze kennis is altijd voorlopig waar, omdat wetenschap gebaseerd is op een beperkt aantal waarnemingen
  • Falsificatie in plaats van verificatie » niet zoeken naar bewijzen maar zoeken naar dingen om het te kunnen ontkrachten
  • Inductie: algemeen losse waarnemingen bepalen de theorie (uit losse waarnemingen kun je geen theorie afleiden)
  • Deductie: algemeen » je hebt een theorie (die niet perse juist is) waaruit je een hypothese opstelt
  • De werkelijkheid laat zich niet kennen, je weet vaak niet
.....read more
Access: 
JoHo members
Aantekeningen hoorcollege 6 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Aantekeningen hoorcollege 6 - Werken aan Normatieve professionaliteit - Universiteit Utrecht (2022-2023)

Image

H C   6   -   2 9   M A A R T   2 0 2 3

Wetenschapsfilosofie en responsie

Standaardbeeld van wetenschap

  • Wetenschap als producent van de waarheid » wetenschap zorgt voor opbouw van ‘ware’ kennis. Onze kennis wordt steeds verfijnder omdat we dus steeds meer weten
  • Wetenschap als mening

“Science is not the truth, science is finding the truth. When science changes it’s opinion, it didn’t lie to you, it learned more.”

Wetenschap: evolutie of revolutie

  • Wetenschapsfilosofie: hoe ontwikkelt wetenschappelijke kennis zich?
  • Is wetenschap een afspiegeling van de werkelijkheid (Popper) of van een construct (Kuhn)?
    • Wetenschappelijke evolutie/vooruitgang (Popper): er zijn steeds meer theorieën die afgeschreven kunnen worden (falsificatie) door nieuwe kennis
    • Er is geen toetssteen op basis waarvan we kunnen zeggen dat iets wel of niet klopt (Kuhn) » kennis bouwt op op basis van bepaalde vooronderstellingen, wanneer die niet blijken te kloppen zal de kennis opnieuw opgebouwd moeten worden (wetenschappelijke revolutie) » ‘gestalt-switch’: paradigma wisseling (gedeelde vooronderstellingen over de werkelijkheid)
    • Anti-realisme: er is geen werkelijkheid op basis waarvan je theorieën kunt toetsen (tegenovergestelde van realistische opvatting)
Access: 
JoHo members
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1085