Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Welk van de onderstaande opties beschrijft de stappen uit de empirische cyclus in de juiste volgorde?
Welk van de onderstaande opties is een voorbeeld van toegepast (applied) onderzoek?
Veel complottheorieën hebben met elkaar gemeen dat ze omgaan met observaties die tégen de theorie ingaan, door de theorie zodanig uit te breiden dat ook díe observaties erbinnen vallen. Bijvoorbeeld: toen mensen die geloven dat de aarde plat is geconfronteerd werden met foto’s van de (ronde) aarde die vanuit de ruimte genomen waren, verzonnen ze snel een uitbreiding voor hun theorie dat zulke ruimtefoto’s gemanipuleerd waren door de overheid. Zulke uitbreidingen kunnen toegevoegd blijven worden om zo observaties die tegen de theorie in lijken te gaan toch in de theorie op te nemen. Wat worden deze complottheorieën nu doordat men verklaringen en informatie blijft toevoegen?
In welk geval zou een onderzoeker mogen concluderen dat een theorie bewezen is?
Wat is de voornaamste reden dat we artikelen in een wetenschappelijk tijdschrift een betere bron van informatie vinden dan artikelen in populair-wetenschappelijke tijdschriften?
Welk van deze banen heb je waarschijnlijk eerder de skills van een producent van onderzoek dan een consument van onderzoek voor nodig?
Een echte empiricus die...?
Een statement of meerdere statements die beschrijven hoe variabelen aan elkaar gerelateerd zijn noemen we ook wel een...?
Waarom is publicatie een belangrijk onderdeel van onderzoek doen?
D. Observatie - theorie - voorspelling - toetsing - evaluatie.
B. Een onderwijspsycholoog die een manier zoekt om wiskundevaardigheid in achtjarigen te verhogen.
D. Onfalsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious).
D. Het is niet mogelijk om een theorie te bewijzen.
C. Artikelen in wetenschappelijke tijdschriften moeten eerst de kritiek doorstaan van collega’s in het veld voordat ze gepubliceerd worden.
C. Fysicus.
A. Baseert conclusies op directe observaties.
D. Theorie.
B. Omdat als een onderzoek gepubliceerd wordt, andere wetenschappers het kunnen verifiëren of uitdagen, waardoor wetenschap zichzelf als het ware corrigeert.
Is het boek ‘Handbook of Social Cognition’ bron een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is een wetenschappelijk onderzoek door de BBC een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is het tijdschrift 'Journal of Personality and Social Psychology' een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is wetenschappelijk bewijs gevonden op Wikipedia een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Is wetenschappelijk bewijs door een oom die ooit psychologie gestudeerd heeft een betrouwbare wetenschappelijke bron?
Vul de volgende woorden in op de goede plaats: Piet ontwerpt een onderzoek waarin hij de resultaten van __________ combineert en de omvang van alle gecombineerde resultaten berekend. Dit wordt __________ genoemd. Dit soort onderzoek kan de statistische resultaten van individuele onderzoeken combineren om __________ te identificeren. Dit type onderzoek maakt over het algemeen geen gebruik van __________.
Plaats de delen van een wetenschappelijk artikel in de juiste volgorde. De gebruikte woorden zijn: discussie, resultaten, abstract, introductie, methode.
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Piet ontwerpt een onderzoek waarin hij de resultaten van empirische artikelen combineert en de omvang van alle gecombineerde resultaten berekend. Dit wordt meta analysis genoemd. Dit soort onderzoek kan de statistische resultaten van individuele onderzoeken combineren om effectgrootte te identificeren. Dit type onderzoek maakt over het algemeen geen gebruik van review artikelen.
Abstract, introductie, methode, resultaten, discussie.
Is de volgende stelling juist?
Stelling 1: oorzakelijke claims die gebruik maken van conditionele/experimentele taal zijn eigenlijk associatie claims.
Stelling 2: een frequentie claim hoeft geen getal te hebben.
Is de volgende stelling juist?
Stelling 1: Niet alle claims in de media zijn gebaseerd op onderzoek.
Stelling 2: Twee frequentie claims in dezelfde data set kunnen gecombineerd worden in een associatie claim.
Match elk operationele variabele met een conceptuele variabele.
Conceptueel: educatie, absenteïsme, vrolijkheid, pijn tolerantie, persuasiveness
Operationeel: aantal jaren op school, aantal sterke versus zwakke argumenten, aantal bijeenkomsten gemist per week, hoelang een hand in koud water gehouden kan worden, het aantal seconde dat iemand glimlacht per dag.
Wat wordt bedoeld met interne en externe validiteit?
Wat wordt bedoeld met statistische en construct validiteit?
B. Alleen stelling 2 is juist.
A. Alleen stelling 1 is juist
Educatie: aantal jaren op school.
Absenteïsme: aantal bijeenkomsten gemist per week
Vrolijkheid: het aantal seconde dat iemand glimlacht per dag.
Pijn tolerantie: hoelang een hand in koud water gehouden kan worden
Persuasiveness: aantal sterke versus zwakke argumenten
Interne validiteit houdt in dat er geen alternatieve verklaringen zijn voor de relatie tussen twee variabelen. De relatie tussen twee variabelen is onvervalst. Een hoge mate van externe validiteit houdt in dat de resultaten van een onderzoek toegepast kunnen worden op de besproken populatie. De resultaten zijn generaliseerbaar.
Statistische validiteit houdt in dat de getallen en de berekeningen gerapporteerd door de onderzoeker betrouwbaar zijn. Construct validiteit houdt in dat een variabele juist geoperationaliseerd is. De variabelen zijn op de juiste manier gemeten.
Een onderzoeker observeert ineen supermarkt welke groente en fruit volwassen mannen en vrouwen het vaakst kopen. Wat kun je zeggen over de noodzaak van geïnformeerde toestemming (informed consent) bij deze studie?
Niet alle mensen die lijden aan een obsessief compulsieve stoornis (OCD) kunnen geholpen worden met cognitieve gedragstherapie of medicatie. Voor zulke ernstige gevallen is een mogelijk alternatief een bepaald type hersenoperatie. Als onderzoekers ervoor kiezen om een experiment uit te voeren waarbij ze proefpersonen willekeurig toewijzen (randomly assigned) aan een operatie of een controlegroep, welk probleem doet zich dan voor?
Welke van de volgende antwoorden is geen onderdeel van het Belmont Report?
Om een steekproef uit één laag van de bevolking te mogen gebruiken moet onderzoekers bewijzen dat het probleem wat ze bestuderen ook alleen in die laag voorkomt. Welk principe van het Belmont Report is dit?
Hoe herstelt een onderzoeker de relatie met de participant nadat hij gebruikgemaakt heeft van bedrog?
Als je een idee van iemand anders presenteert als jouw eigen idee, hoe heet dit dan?
Welke is niet één van de drie R'en?
A. Informed consent is hier niet nodig, aangezien de proefpersonen geen schade ondervinden en ze er redelijkerwijs vanuit kunnen gaan dat ze door anderen geobserveerd kunnen worden in een supermarkt.
C. Een echt experiment uitvoeren zal meer ethische uitdagingen met zich meebrengen, aangezien je patiënten niet zomaar een behandeling kunt ontzeggen waar ze mogelijk baat bij zouden hebben.
D. Verantwoordelijkheid.
D. Rechtvaardigheid.
B. Door een debriefing nadat de participant heeft deelgenomen.
A. Plagiaat.
D. Restoration.
Onderzoekers schatten een Cronbach’s alpha van .82 voor een vragenlijst over algemeen welzijn, wat duidt op een hoge interne betrouwbaarheid (internal reliability). Wat betekent dit voor de algemene construct validiteit van deze vragenlijst?
Dezelfde onderzoekers als die in bovenstaande vraag komen tot de conclusie dat algemeen welzijn een construct is dat bestaat uit verschillende facetten: fysiek welzijn en sociaal welzijn. Welk van de onderstaande opties zou ondersteuning bieden voor de content validity van de vragenlijst?
Een bepaalde vragenlijst over religiositeit is gevalideerd in een eerder onderzoek. In die studie werd de vragenlijst ingevuld door een groep mensen waarvan de onderzoekers al wisten dat ze regelmatig naar de kerk gingen en door een groep mensen waarvan bekend was dat ze bij de Internationale Atheïsten Alliantie aangesloten waren. Waarom zouden de onderzoekers juist deze mensen in het onderzoek meegenomen hebben?
Als een onderzoeker observationeel onderzoek doet, wat is dan de beste manier om de betrouwbaarheid van de observaties vast te stellen?
B. De hoge interne betrouwbaarheid ondersteunt constructvaliditeit gedeeltelijk, omdat een hoge betrouwbaarheid noodzakelijk is voor een hoge validiteit.
B. De vragenlijst bevat verschillende categorieën van items die gericht zijn op de verschillende facetten van algemeen welzijn.
D. Om het bekende-groepen paradigma (known-groups paradigm) te kunnen gebruiken.
C. De onderzoeker moet haar observaties vergelijken met die van een andere observator. - Het antwoord is hier dus niet A: het gebruikmaken van een codeboek, dit kan namelijk de betrouwbaarheid verbeteren, maar de vraag gaat specifiek over het vaststellen van de betrouwbaarheid. Antwoord B gaat over het verhogen van de validiteit door observer bias en observer effects te voorkomen en optie D beschrijft een vorm van criterion validiteit.
Het valt Dr. Jawanda op dat reclames voor ontbijtgranen vaak gericht zijn op kinderen. Ze wil daarom weten in hoeverre kinderen invloed hebben op welke ontbijtgranen de ouders besluiten te kopen. Ze heeft geen specifieke verwachtingen, maar wil simpelweg meer te weten komen over het beslissingsproces bij het kiezen van ontbijtgranen. Ze gaat daarom naar een grote supermarkt om in het gangpad van de ontbijtgranen ouders en kinderen te bestuderen. Hoe noemen we dit type onderzoek?
Wat is de meest aannemelijke reden dat Dr. Jawanda ervoor gekozen heeft om de data op deze manier te verzamelen in plaats van via zelfrapportage (self-report)?
Dr. Jawanda gaat zonder verwachtingen het onderzoek in en observeert een tijdje in de supermarkt. Op een gegeven moment vreest ze dat bepaalde ouders en kinderen door zullen hebben dat ze geobserveerd worden. Waar moet ze zich zorgen over maken als dit het geval is?
De volgende vraag wordt gesteld op een survey "heb je je telefoon in de afgelopen twee jaar gekocht en heb je de meest recente update gedownload?" Wat is het probleem met deze vraag?
Als mensen doen aan acquiescence dan...?
Welke van de volgende dingen zorgt ervoor dat er een goede interrater betrouwbaarheid is?
Hoe zorgen we voor minder observator bias?
C. Observationeel onderzoek.
C. Ouders zijn zich er misschien niet van bewust in welke mate hun kinderen hun beslissing beïnvloeden om een bepaald type ontbijtgranen te kopen.
D. Reactiviteit (reactivity). - Opties A, B en C zijn alleen een probleem als de persoon de onderzoeker bepaalde verwachtingen heeft.
C. Het is een double-barreled vraag.
D. Zijn ze het eens met elk item ongeacht de vraag.
A. Een codeboek.
C. Zorgen dat een observator de hypotheses van de studie niet weet.
Prof. Zimmerman is statistiekdocent. Het valt hem op dat veel van zijn leerlingen nerveus zijn voor het vak. Hij is bang dat ze daardoor lagere cijfers halen en wil daarom een interventie testen die het zelfvertrouwen van de studenten een boost zou moeten geven, waardoor dus ook de cijfers van de studenten omhoog zouden moeten gaan. De populatie waarin Prof. Zimmermann geïnteresseerd is omvat alle psychologiestudenten aan zijn universiteit die het vak Inleiding Statistiek gaan volgen dit jaar. Hij weet dat ongeveer 20% van zijn populatie bestaat uit tweedejaars studenten die het vak nog een keer volgen. Om dit terug te laten komen in zijn steekproef (sample) selecteert hij willekeurig (random) studenten totdat zijn steekproef bestaat uit 100 psychologiestudenten waarvan 80% eerstejaars is en 20% tweedejaars. Wat voor soort steekproeftrekking (sampling technique) wordt hier beschreven?
Een onderzoeker is geïnteresseerd in de volgende populatie: "hondeneigenaren van New York". Welk van de volgende steekproeven kunnen we generaliseren naar deze populatie?
Welk van de volgende steekproeven is waarschijnlijk generaliseerbaar naar de populatie waarin een onderzoeker geïnteresseerd is?
Sommige onderzoekers vinden het belangrijk dat hun steekproef extern valide is. Welk van de volgende onderzoeksvragen heeft een extern valide steekproef nodig?
Welke van de volgende termen heeft niet dezelfde betekenis als de anderen?
Wat is 'oversampling'?
Wat is een 'population of interest'?
C. Stratified random sampling.
A. 25 hondeneigenaren uit New York, random geselecteerd uit een database.
C. Een stratified-random steekproef van honderdtwintig mensen.
A. Wat is de proportie depressieve tieners in Nederland?
D. Biased steekproef.
D. Met opzet meer mensen in één of meer subgroepen van je steekproef stoppen.
A. De populatie waarin een onderzoeker geïnteresseerd is.
Wat wordt bedoeld met bivariate correlationeel onderzoek?
Wat zijn de twee belangrijke componenten van bivariate correlationeel onderzoek? En wat houdt dit in?
Wat wordt gemeten door effectgrootte?
Wat wordt gemeten door de r-value?
Wat houdt statistische significantie in?
Bivariate correlationeel onderzoek kan gebruikt worden om een associatie claim te testen. Deze test vergelijkt twee variabelen.
De resultaten van deze testen hebben twee belangrijke componenten namelijk de richting (direction) en de strength. De direction is de richting. Deze component geeft aan of de associatie positief of negatief is. De tweede component is de strength. Deze geeft aan hoe nauw de variabelen geassocieerd zijn.
De effectgrootte meet de strength van de associatie tussen twee variabelen.
De r-value meet de correlatie tussen twee variabelen. Een hoger r-value stelt dat er een hogere associatie bestaat tussen twee variabelen.
Statistische significantie refereert naar de conclusie die een onderzoeker maakt of de resultaten zijn ontstaan door toeval. Dit wordt gemeten door de p-value. Een hogere p-value stelt dat de kans groter is dat een associatie ontstaan is door toeval.
Wat wordt bedoeld met een longitudinal study?
Wat wordt bedoeld met een multiple regression analysis?
Er bestaan drie typen correlaties namelijk: cross-lag correlatie, cross-sectional correlatie en autocorrelatie. Wat wordt bedoeld met alle drie de typen?
Wat wordt bedoeld met een afhankelijke en een onafhankelijke variabele?
Hoe worden effectgroottes weergegeven in een multiple regressie analyse?
Een longitudinal study wordt uitgevoerd over een langere periode dan bijvoorbeeld een typische associatie claim.
Een multiple regression analysis heeft betrekking op meer dan twee variabelen in dezelfde analyse. Een multiple regression analysis kan de interne validiteit verbeteren door te controleren voor een potentiele derde variabele.
Cross-lag correlatie houdt in dat een eerder geregistreerde maatstaf (measure) geassocieerd met een andere variabele die later wordt gemeten.
Cross-sectional correlatie houdt in dat twee variabelen geassocieerd worden en tegelijk geregistreerd zijn. Auto correlatie houdt in dat een eerder gemeten variabele geassocieerd wordt met de meting van dezelfde later genomen variabele.
Een onafhankelijke variabele wordt ook wel een voorspellende variabele genoemd. Een afhankelijke variabele wordt gezien als de uitkomst variabele.
Effect sizes in multiple-regression analyses worden weergegeven door de beta. Dit is een gestandaardiseerde effect size en b geeft het niet gestandaardiseerde effect size weer.
De onderstaande vijf vragen zijn gebaseerd op het volgende verhaal: Max doet een experiment waar hij participanten vraagt handen te schudden met een 'onderzoeker' welke gespeeld wordt door zijn vriendin. Daarna beoordelen de participanten hoe vriendelijk ze haar vonden. De onderzoeker was altijd dezelfde persoon en begroette alle participanten op dezelfde manier. De participanten werden random toegewezen aan een groep waar de hand van de onderzoeker koud of juist warm was. De onderzoeker werd als vriendelijker ervaren als haar handen warm waren.
Waarom wordt in dit experiment voldaan aan temporele precedentie?
Wat is hier de controle variabele?
Wat voor design is dit experiment?
Max heeft de participanten random bij condities ingedeeld, waarom?
Welke vraag gaat over de constructvaliditeit van het experiment?
Als er een dubbelblind placebo-gecontroleerde studie gedaan wordt met willekeurige toewijzing, welk probleem wordt er dan NIET opgelost?
Hoe heet het experimentele design waarbij er sprake is van één groep, een pretest en een posttest?
B. Omdat de participanten eerst de hand van de onderzoeker schudden voordat ze beoordeelden hoe vriendelijk ze was.
D. De standaard begroeting voor elke participant.
A. Posttest-only.
B. Om selectie effecten te vermijden.
D. Hoe goed geeft de beoordeling van vriendelijkheid weer wat participanten echt dachten van de onderzoeker?
C. Measurement error/meetfout.
A. One-group pretest posttest design.
Hanna is onderzoeker voor bedrijf A in de provincie Groningen. Ze test diverse deodoranten om te onderzoeken of ze mensen lekkerder laten ruiken. Ze scheidt de deelnemers van haar onderzoek in drie groepen en laat ze allemaal dezelfde broek en trui dragen. De eerste groep spuit 0.5 liter deodorant A op, de tweede groep spuit 0.5 liter deodorant B op en de derde groep draagt geen deodorant. Elke deelnemer wordt vervolgens naar een kamer gebracht en twee onafhankelijke onderzoekers beoordelen hoe lekker ze ruiken ze zijn op een schaal van 1 tot 10.
Wat is de afhankelijke, onafhankelijke en controle variabele?
Wat wordt bedoeld met een testing threat?
Wat wordt bedoeld met een regression threat?
Wat wordt bedoeld met een muturation threat?
Wat wordt bedoeld met een null-effect?
Afhankelijk: de schaal van 1-10.
Onafhankelijk: de type deodorant.
Controle: de broek en de trui die elke deelnemer aan heeft.
Een testing threat houdt in dat de toekomstige prestaties van de deelnemer veranderd worden vanwege interactie met een meetwaarde.
Een regression threat houdt in dat extreme scores kunnen terug gaan naar de gemiddelde scores. Onderzoekers moeten de scores van de deelnemers op verschillende tijdstippen in het experiment vergelijken. Daarnaast is het belangrijk de scores ook te vergelijken met de gemiddelde scores.
Dit houdt in dat het gedrag van deelnemers over een bepaalde periode spontaan kan veranderen. Dit wordt ook ‘spontaneous remission’ genoemd. Dit probleem kan voorkomen worden door een vergelijkingsgroep te gebruiken.
Dit houdt in dat een ondezoeker concludeert dat er geen verschil bestaat in de afhankelijke variabele. Dit kan ontstaan doordat er een fout bestaat in het design of dat de variabelen niet aan elkaar gerelateerd zijn. Er bestaat dus geen relatie.
Wat is een factor?
Wat is een interactie-effect?
Wat is een factorial design?
Wat is een hoofdeffect?
Hoe zie je een interactie-effect in een grafiek?
D. Een niveau van een onafhankelijke variabele.
D. Als het effect van één onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele afhangt van een andere onafhankelijke variabele.
A. Een design waarbij het effect van twee of meer onafhankelijke variabelen getest wordt.
C. Het effect van één onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele.
A. Als de lijnen kruisen.
Wat is het verschil tussen een experiment en een quasi experiment?
Wat wordt bedoeld met een single N design?
Wat is het verschil tussen een small N design en een large N design?
Wat houdt het begrip een stable baseline design in? En een multiple baseline design?
Wat wordt bedoeld met een reversal design?
Een experiment manipuleert een onafhankelijke variabele om de verandering in een afhankelijke variabele te zien. Een quasi experiment gebruikt over het algemeen dezelfde structuur, maar met een onafhankelijke variabele die niet echt door de onderzoeker kan worden gemanipuleerd. Een quasi experiment kan door zowel within group designs als between group designs worden uitgevoerd.
Onderzoekers bestuderen enkele vraagstukken erg uitgebreid om op deze manier zoveel mogelijk data te verzamelen uit deze vraagstukken.
In small N design wordt elk individu als een apart experiment gebruikt. In dit geval worden een paar deelnemers gebruikt. In een large N design worden zoveel mogelijk deelnemers verzameld. De onderzoekers kijken naar de gegevens van de steekproef als geheel. Small N en large N designs zijn vooral nuttig wanneer er wordt gekeken naar unieke individuen die representatief zijn voor belangrijke vraagstukken.
Een stable baseline design houdt de deelnemers van een onderzoek gedurende een lange periode nauwlettend in de gaten voordat een behandeling begint. De deelnemers worden langere periode geobserveerd om te weten welk type gedrag typerend is. Een (meervoudig) baselinematig ontwerp registreert meer dan één type gedrag gedurende verschillende tijdsduren voordat behandelingen worden toegepast op elk specifiek gedrag.
Een reversal design introduceert een behandeling en verwijdert het vervolgens om te zien of het gedrag zonder de behandeling zal terugkeren.
De volgende vraag wordt gesteld op een enquête: "heb je je telefoon in de afgelopen twee jaar gekocht en heb je de meest recente update gedownload?" Wat is het probleem met deze vraag?
Wat is een volgorde-effect precies?
Wat is het verschil tussen confidentialiteit en anonimiteit?
Welke van onderstaande methoden is NIET een manier om een enquête af te nemen?
Waarom is een enquête handig bij een longitudinale studie?
C. Het is een double-barreled vraag.
D. Dat de antwoorden van participanten op latere vragen worden beïnvloed door eerdere vragen.
A. Confidentialiteit betekent dat alleen onderzoekers toegang hebben tot gevoelige informatie, bij anonimiteit wordt gevoelige informatie helemaal niet bewaard.
D. Via een sms.
B. Het kan gebruikt worden om gemakkelijk informatie over langere tijd te verzamelen.
Wat is een complete participant?
Wat is NIET één van de zes stappen van het doen van etnografisch veldonderzoek?
Wat is triangulation?
Wat is informed consent?
Wat zijn community studies?
B. Wanneer een onderzoeker volledig deelneemt aan de groep die hij of zij probeert in kaart te brengen.
C. Feedback vragen.
A. Het gebruik van meerdere onderzoeksmethoden om te testen of dezelfde onderzoeksvraag bij verschillende benaderingen en materialen tot dezelfde bevindingen leidt.
B. Dat mensen toestemming geven voor deelname aan een onderzoek.
D. Het bestuderen van een hele gemeenschap, zoals een stam, stad of dorp.
Wat is een semi-gestructureerd interview?
Wat is NIET één van de zes stappen van een interview?
Wat is een sneeuwbalsteekproef?
Wat is het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid?
Wat is een probleem bij focusgroepen?
D. Een interviewmethode waarbij de interviewer een lijst met vragen en idee van het interview heeft, maar het gesprek gedeeltelijk zich natuurlijk laat ontwikkelen.
D. Het betalen van participanten.
B. Een steekproef waarbij een respondent andere geschikte respondenten aanlevert voor het onderzoek.
A. Validiteit zegt iets over of je maat meet wat het behoort te meten en betrouwbaarheid geeft aan hoe consistent een meting is.
C. Een onderzoeker kan niet garanderen dat gevoelige informatie privé blijft.
Wat is het positivisme?
Een methode binnen de causes-of-effects approach maakt gebruik van zes vragen, wat is NIET één van deze zes vragen?
Wat is deductief onderzoek?
Wat is NIET één van de zes stappen van kwalitatieve data-analyse?
Wat zijn memo's?
A. Een stroming die ervan uit gaat dat er een externe realiteit is die objectief beschreven en geanalyseerd kan worden door wetenschap.
C. Hoe kan ik het beste dingen noteren?
B. Beginnen met een theorie en van daaruit data verzamelen.
C. Hulp vragen van mede-onderzoekers.
A. Notities over de relaties tussen de gebruikte codes en kennis, interpretaties van de onderzoeksvragen en gedachten over het bewijs van de conclusies.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Nederlands:
Engels:
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution