Aanvulling collegeaantekeningen diagnostiek en testtheorie

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

College 13: Beroepsethiek

Verantwoordelijkheid

Psychologen hebben de taak om beslissingen te nemen over het gedrag van mensen en hun leven. Dit is niet altijd even gemakkelijk, maar er zijn verschillende instrumenten die in de loop van de opleiding aangeboden worden. Het belangrijkste instrument echter ben jij zelf.

Beslissingen die genomen worden hebben vergaande gevolgen voor de individuen over wie ze gaan. Dit moet dus op een verantwoorde manier gedaan worden, en het besef van je verantwoordelijkheid als psycholoog is van uiterst belang.

 

Ethische vragen

Ethisch handelen: iedereen doet het de hele dag. De vraag is: wat is ethisch handelen? Wat is juist? Wie bepaalt dat?

Alles vindt plaats in een bepaalde context. Denk eens na over ethisch handelen in de context van het vakgebied psychologie.

 

Invloed van psychologen

Psychologen hebben, zoals gezegd, grote invloed op andermans leven doordat zij de verantwoordelijkheid hebben om beslissingen te nemen over de cliënt. Beslissingen moeten dus niet genomen worden vanuit een onderbuikgevoel of mening, maar op basis van theorieën, testen en methoden en statistiek.

Wat ook belangrijk is om rekening mee te houden is dat een groot deel van de beslissingen gebaseerd is op aannames, omdat ook theorieën aannames bevatten. Wetenschap betekent niet dat alles bekend is. Dit is op zich niet erg, hoewel een beslissing waar geen aannames voor nodig zijn ideaal zou zijn. Echter, omdat er dus altijd sprake is van aannames, is het belangrijk om hier bewust van te zijn. Ook bewustzijn van jezelf en eigen aannames is van groot belang.

 

Professionaliteit

Wat is professionaliteit? Wanneer denk je dat jij professioneel bent? Wat heb je nodig om professioneel te zijn?

Nog meer vragen om over na te denken. Om professioneel te handelen, zijn er verschillende dingen nodig. Een belangrijk aspect, zeker voor psychologen, is zelfkennis. Daarnaast is bewustzijn van de context waarin gehandeld wordt van belang. En de kern is weten hoe je het beste beslissingen kunt nemen.

 

Mensbeeld, normen en waarden

Een aantal dingen die ook invloed hebben op beslissingen en het omgaan met mensen, zijn je mensbeeld, en eigen normen en waarden.

Je mensbeeld is jouw antwoord op de vraag: wat is een mens? Hoe kijk je naar de mens? Er zijn verschillende perspectieven, bijvoorbeeld de mens zien als biologisch wezen, of vanuit een religie als kind van God.

Vooroordelen hebben invloed op de manier waarop je naar anderen kijkt. Iedereen ontwikkelt in de loop van het leven een frame, een manier van kijken naar de wereld. Zo’n frame is niet statisch. Omdat het gevormd wordt door eigen ervaringen, wordt het door iedere ervaring aangevuld of aangepast.

 

 

Richtlijnen in de psychologie

Nu je nagedacht hebt over juist handelen en jouw verantwoordelijkheid als psycholoog, kunnen de richtlijnen die bestaan voor psychologen besproken worden.

Er bestaan geen wetten over wat juist handelen is, maar wel verzamelingen van overeenstemmingen over juist handelen. De internationale American Psychological Association en op nationaal niveau het Nederlands Instituut voor Psychologen zijn organisaties die zulke richtlijnen naar buiten brengen.

Deze richtlijnen zijn belangrijk voor psychologen zelf, maar ook voor buitenstaanders, waaronder cliënten. Het is een soort bescherming voor ze.

De basisprincipes in de beroepscode van het NIP zijn: verantwoordelijkheid, integriteit, respect, en deskundigheid.

Naast deze ethische richtlijnen hebben psychologen te maken met wetten waar rekening mee gehouden moet worden. Er is wel enige rek in bijvoorbeeld de wet op geheimhouding in juridische zaken, waar diagnoses en testresultaten voor de rechter beschikbaar moeten zijn. In andere gevallen zijn wetten vrijwel altijd bepalend.

 

 

College 14: Item Responstheorie

 

Wat is item-responstheorie?

Item-responstheorie is een model over de manier waarop testscores tot stand komen, net als het klassiek meetmodel. Het klassiek meetmodel heeft echter een aantal tekortkomingen die in item-responstheorie verbeterd worden.

In tegenstelling tot bij klassieke testtheorie zijn bij item-responstheorie betrouwbaarheids-schattingen niet afhankelijk van de groep waarbij de test afgenomen wordt, zodat ze generaliseerbaar worden. Daarnaast is het mogelijk om ontwikkeling vast te stellen voor een individu, omdat scores vergelijkbaar zijn van meting tot meting. Ook is de assumptie dat de meetfout voor ieder individu hetzelfde is niet meer van toepassing bij item-responstheorie; de meetfout kan variëren tussen respondenten.

Item-responstheorie (IRT) is gebaseerd op een factormodel dat uitgaat van het bestaan van latente trekken. De meeste tests die gebaseerd zijn op IRT gaan uit van één latente trek die de testscores bepaald; de modellen zijn dus unidimensioneel.

 

Item karakteristieke curve

Bij ieder item hoort een curve die de relatie tussen succeskans en de score op de latente trek weergeeft: de item karakteristieke curve (ICC). De succeskans is de kans op het goed beantwoorden van het item bij een bepaalde waarde van de latente trek.

Meestal geldt dat hoe hoger de latente trekwaarde is, hoe hoger de succeskans is. Dat gaat op voor dominantiegegevens. Dominantiegegevens zijn scores op een test voor een construct waar het individu over kan domineren, met andere woorden, waar goede antwoorden bestaan. Preferentiegegevens zijn scores op een test voor bijvoorbeeld opinie of attitude. Hierbij ziet de item karakteristieke curve er anders uit.

 

Modellen voor ICC’s

Er zijn verschillende modellen over de vorm van een item karakteristieke curve. Het deterministisch model of Guttmanmodel gaat ervan uit dat er maximale discriminatie is tussen wel of geen dominantie op de latente trek. Dat betekent dat een individu dat wel over dominantie beschikt, een item altijd goed zal beantwoorden; een individu dat niet over dominantie beschikt, zal een item altijd fout beantwoorden. Dit wordt ook wel het stap-of-sprongmodel genoemd.

Het probabilistisch model daarentegen houdt rekening met de kans dat er ook toevallige fouten gemaakt kunnen worden of goed gegokt kan worden. Het goed of fout beantwoorden van een item is dus niet alleen maar afhankelijk van de dominantie. Met het toenemen van dominantie neemt de succeskans wel toe, maar het zal nooit 0 of 1 zijn, hierdoor verloopt de functie asymptotisch en monotoon niet dalend. Dat wil zeggen dat de curve vloeiend toeneemt.

 

Kenmerken van ICC’s

ICC’s kunnen verschillen op twee gebieden: vorm en locatie. De vorm is afhankelijk van de mate van helling, die bepaald wordt door het discriminerend vermogen. Dit is het onderscheid dat gemaakt wordt tussen individuen met hoge en lage latente trekwaarden. Hoe meer discriminatie, hoe steiler de helling. De locatie is afhankelijk van de moeilijkheid van een item. Hoe moeilijker het item, hoe meer de ICC naar rechts ligt, aangezien er een hogere latente trekwaarde nodig is.

Een ander kenmerk van de ICC is de giskans: de kans op het goed beantwoorden van een item bij een latente trekwaarde van 0. De giskans kan worden bepaald door het beginpunt van de ICC.

 

Aannames van IRT

IRT berust op een aantal assumpties.

Zoals gezegd, wordt in de meeste gevallen uitgegaan van unidimensionaliteit. Er is één trek die de respons bepaalt. De test wordt gemaakt om deze trek te meten.

Nog een aanname is dat de items onderling samenhangen. Er is sprake van globale afhankelijkheid: bij de totale populatie, waarbij er heterogeniteit van niveau is, is de totaalscore afhankelijk van de latente trekwaarde. Ook is er sprake van lokale onafhankelijkheid: individuen met dezelfde latente trekwaarde hebben dezelfde succeskans, maar de absolute score kan verschillen per item omdat het kans betreft en omdat ieder item een andere moeilijkheid heeft; de score wordt niet gedetermineerd door de latente trekwaarde.

Naast deze algemene aannamen zijn er modelspecifieke aannamen. In het Guttmanmodel is er ten eerste de aanname van monotone homogeniteit, wat betekent dat de succeskans toeneemt of gelijk blijft bij een toename in de latente trekwaarde; en ten tweede de aanname dat een foutenpatroon niet kan voorkomen. Een foutenpatroon betekent dat een individu een moeilijker item goed beantwoord terwijl een makkelijker item fout beantwoord wordt.

In het Mokkenmodel is er ook de aanname van monotone homogeniteit, en daarnaast is de aanname van dubbele monotomie van toepassing. Dubbele monotomie wil zeggen dat er ten eerste monotone homogeniteit (dus een monotoon niet-dalende functie) is, en dat item-responsfuncties van items op dezelfde test elkaar niet mogen snijden. Als ze elkaar snijden, is de moeilijkheid van items verschillend in volgorde voor groepen met verschillende niveaus op de latente trek. Bij dubbele monotomie is het mogelijk om een ordening naar moeilijkheid te maken die geldig is voor de gehele populatie.

 

 

 

 

 

 

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1139
Search a summary, study help or student organization