Sheetnotes 18/19
Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.
Dit eerste college gaat over vertegenwoordiging, volmacht en lastgeving.
Vertegenwoordiging:
Houdt in dat de rechtshandelingen door de vertegenwoordiger (tussenpersoon) verricht in werking treden voor de vertegenwoordigde (achterman). De tussenpersoon sluit als vertegenwoordiger van de achterman een koopovereenkomst met derde. A en D zijn dan partij bij de overeenkomst, de tussenpersoon is geen partij. Voordelen hiervan zijn dat het efficiënt is en geen risico als de vertegenwoordiger failliet gaat.
Volmacht:
Artikel 3:60 lid 1 BW, 4 vereisten:
- bevoegdheid
- om in naam van een ander
- rechtshandelingen te verrichten
Een volmacht kan onstaan middels uitdrukkelijke of stilzwijgende verlening (art. 3:61 lid 1 BW). Einde van de volmacht ontstaat met het overlijden van de volmachtgever (art. 3:72 BW).
Lastgeving:
Artikel 7:414 BW: betreft een overeenkomst van opdracht waarbij de lasthebber zich vebindt om rechtshandelingen te verrichten voor rekening van de lastgever. Dit kan zowel direct als indirect (lid 2)
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.
Hier is geen sprake van.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Hier is geen sprake van.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord
- Wat is het verschil tussen directe vertegenwoordiging en indirecte vertegenwoordiging?
Directe vertegenwoordiging houdt in dat de tussenpersoon in naam van de achterman en dus ook voor rekening van de achterman een fiets koopt van D. Achterman en D zijn dan partij bij de overeenkomst, D levert de fiets aan A.
Indirecte vertegenwoordiging houdt in dat de tussenpersoon in eigen naam, maar voor rekening van de achterman een fiets koopt van D. Tussenpersoon en D zijn hier partij bij de koopovereenkomst. D levert de fiets dan ook aan de tussenpersoon. Na levering houdt tussenpersoon de fiets direct voor de achterman (3:110 BW). De fiets komt niet in het vermogen van tussenpersoon terecht.
- Een werknemer T sluit op naam van bedrijf A een ICT koop- en onderhoudscontract ter waarde van €75.000/jaar met D. Echter T was slechts gevolmachtigd om contracten af te sluiten tot een bedrag van € 50.000/jaar. T is dus onbevoegd, hij is een zogenaamde pseudo-gevolmachtigde. Is A gebonden aan de overeenkomst die T namens haar sloot en zo nee, kan zij daaraan toch gebonden raken?
Wanneer er sprake is van een ontoereikende of geen volmacht dan is de achterman in beginsel niet gebonden op grond van artikel 3:66 lid 1 BW. Echter, middels artikel 3:69 BW bekrachtiging of de vertrouwensbescherming van artikel 3:61 lid 2 BW kan de achterman toch wel gebonden zijn.
Collegeaantekeningen 16/17
Contracten hebben over het algemeen het doel van dienstverlening of eigendomsovergang.
Dit college gaat over vertegenwoordiging en de vraag wie ‘de wederpartij’ is.
Hiervoor is van belang of er sprake is van een rechtshandeling. Dat kan een eenzijdige of een meerzijdige rechtshandeling zijn. De eenzijdige rechtshandeling kan door iemand alleen verricht worden, maar moet nog steeds op een bepaald persoon gericht zijn.
De wilsvertrouwensleer houdt in dat er redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er redelijkerwijs op vertrouwd mag worden dat een wil ten grondslag ligt aan een rechtshandeling.
Het is vaak onduidelijk wie de wederpartij is als er een overeenkomst wordt gesloten. Wel is het vaak handig om te weten wie het is. Je wil bijvoorbeeld weten of iemand te vertrouwen is en waar je iemand kan vinden in het geval van tekortkoming.
Ook wil je weten of de wederpartij handelingsbekwaam en beschikkingsbevoegd is.
Ondanks al die redenen is het in beginsel niet vereist dat de partijen bekend zijn, maar er zijn er paar uitzonderingen. Denk aan registergoederen of bij gevaar aan misbruik.
Om te bepalen wie de wederpartij is, kan je kijken naar een feitelijk en een juridisch element.
Het feitelijke element is makkelijk te bepalen, dat is degene met wie de overeenkomst wordt gesloten. Het juridische element hangt af van of iemand in eigen naam handelt of niet.
In het arrest Baby Kelly is bepaald dat het erom gaat of iemand bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam is opgetreden of als vertegenwoordiger van een derde. Dat wordt dan bepaald afhankelijk van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en redelijkerwijs daaruit hebben kunnen afleiden.
Hieruit blijkt dus dat de wilsvertrouwensleer van belang is. Dit wordt geregeld in art. 3:33 tot 3:35 BW. Eerst moet je kijken of er sprake is van een rechtshandeling, en door wie die dan gesloten zou zijn.
Vertegenwoordiging bestaat uit drie elementen:
In naam van een ander;
Verricht je rechtshandelingen;
Krachtens een bevoegdheid (ontleend aan wet of volmacht).
Problemen hier kunnen zijn wanneer in naam van een ander is besloten en wat er gedaan moet worden bij een onbevoegde vertegenwoordiging.
De enige vorm van vertegenwoordiging die uitgebreid is geregeld in het BW is de volmacht.
Volmacht in de zin van art. 3:60 lid 1 BW is:
de bevoegdheid;
om in naam van een ander;
rechtshandelingen te verrichten;
omdat die ander de bevoegdheid daartoe heeft verleend.
De drie personen die hierbij betrokken zijn, zijn de achterman (principaal), de tussenpersoon en de wederpartij. De verlening van volmacht tussen de achterman en de tussenpersoon is een rechtshandeling. Dat kan een uitdrukkelijke rechtshandeling zijn met als rechtsgevolg dat de tussenpersoon bevoegd was. Ook kan er stilzwijgend volmacht verleend worden door bijvoorbeeld een kassamedewerker achter de kassa te zetten.
Verder kan er een uitzonderlijke volmachtverlening zijn, of als geheel van iets anders. In art. 3:60 lid 2 BW wordt het begrip rechtshandeling opgerekt. In de titel over volmacht wordt het in ontvangst nemen van een (volmacht)verklaring ook als een rechtshandeling gezien.
Uit art. 3:66 lid 1 BW volgt dat de tussenpersoon niet wordt geraakt door de gevolgen van de rechtshandeling. Art. 3:63 lid 2 BW zorgt ervoor dat een (onbekwame) minderjarige tussenpersoon wel geldige overeenkomsten kan sluiten in volmacht.
Met de leer van het grootste aandeel wordt er gekeken wie het grootste aandeel gehad heeft in de totstandkoming van de overeenkomst. Als de tussenpersoon een groot aandeel heeft gehad daarin, kan dit gevolgen hebben in geval van wilsgebreken. Dat is van belang als er een beroep wordt gedaan op dwaling; wie moet dan onjuiste voorstellingen hebben gehad?
Als een autodealer als tussenpersoon knoeit met de kilometerstand zonder dat het ‘hoofdkantoor’ dat weet, heeft de dealer het grootste aandeel in de totstandkoming gehad.
Lastgeving is in eigen naam moeten handelen ten behoeve van een ander. Dit wordt bij overeenkomst geregeld in art. 7:414 BW. In dat geval krijg je dus niet alleen de bevoegdheid, maar ben je ook verplicht die bevoegdheid uit te oefenen. Dan is er ook nog de restcategorie van art. 7:424 BW, waarbij je in eigen naam mag handelen ten behoeve van een ander. Het verschil met volmacht ligt er dus in dat je bij lastgeving wel nog in eigen naam handelt.
= volmacht 3:60 BW |
= lastgeving 7:414 |
= volmacht + last |
= restcategorie 7:424 |
Directe (onmiddelijke) vertegenwoordiging
| Indirecte (middelijke) vertegenwoordiging
|
In het arrest Kribbenbijter had een tussenpersoon een paard gekocht voor de paardenrennen. In de overeenkomst stond dat het paard braaf en vrij van enig kwaad was. Later bleek dat het paard een kribbenbijter was, maar de tussenpersoon had in eigen naam gehandeld, voor rekening van de achterman. De tussenpersoon had dus geen schade en de achterman had te overeenkomst niet gesloten. Op grond van art. 7:419 jo. 7:424 BW is de wederpartij gehouden om schade te vergoeden die de achterman lijdt, ook al was de handeling gesloten door de tussenpersoon.
Het is belangrijk om te kijken of er in naam van een ander is gehandeld (in beginsel handelt iedereen uit eigen naam).
Gebruik hiervoor de wilsvertrouwensleer, door te kijken wat de aard van de overeenkomst is en wat gebruikelijk is bij zulke overeenkomsten.
Art. 3:67 BW zegt dat de tussenpersoon dat er in naam van een ander gehandeld wordt. In beginsel hoef je nog niet te weten wie dat dan is. Zegt hij het niet, wordt hij geacht in eigen naam gehandeld te hebben. Uiteindelijk moet er binnen een redelijke termijn wel gezegd worden wie de achterman is. Dit is het leerstuk van nader te noemen meester.
Daarna moet je kijken of er in naam van een ander gehandeld mocht worden.
Er is daarbij een onderscheid tussen bevoegde en onbevoegde vertegenwoordiging.
Onbevoegde vertegenwoordiging
Uit 3:66 lid 1 BW volgt a contrario dat er bij onbevoegde vertegenwoordiging tussen de achterman en de wederpartij geen rechtshandeling tot stand komt. Wel treft de rechtshandeling de achterman in haar gevolgen. De tussenpersoon is op grond van art. 3:70 schadeplichtig als hij de grenzen van zijn bevoegdheid overschrijdt. Hij staat dan in voor de omvang van de volmacht die hij zegt te hebben. Als de tussenpersoon echter de omvang van de volmacht heeft verteld of kan bewijzen dat de wederpartij wist of behoorde te weten van de ontoereikende volmacht, is de tussenpersoon niet schadeplichtig. Volgens de HR is de overschrijding van de bevoegdheid als zodanig niet aan te merken als een onrechtmatige daad.
Soms komt er bij onbevoegde vertegenwoordiging wel een rechtshandeling tot stand tussen de achterman en de wederpartij. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er vertrouwensbescherming is voor de wederpartij, op grond van art. 3:61 lid 2 (+3:76 BW).
Ook kan de achterman op grond van art. 3:69 de overeenkomst alsnog bekrachtigen. Het initiatief daarvan gaat uit van de achterman, maar in de leden 2 en 3 staan nog waarborgen voor de wederpartij.
Op grond van art. 3:61 lid 2 is er de vertrouwensbescherming.
Als de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat er een toereikende volmacht was. Zie art. 3:35 en 3:11 BW.
Dit vertrouwen berust op een ‘verklaring of gedraging’ van de achterman (dit om A tegen ongewilde binding te beschermen). In het arrest Vas Dias/Salters wordt dit toedoen-beginsel geformuleerd. Hierbij moet een afweging gemaakt worden tussen het toedoen van de achterman en het vertrouwen van de wederpartij. In de (strengere) klassieke benadering wordt er gezocht naar een concrete verklaring van de achterman. In de moderne benadering telt of de achterman (mede)verantwoordelijk was voor het ontstaan of voortbestaan van een situatie waarin de wederpartij mag aannemen dat de tussenpersoon bevoegd is. Dat kan dus ook voortvloeien uit de aard van de bevoegdheid van de tussenpersoon. Bij een deurwaarder mag je er bijvoorbeeld op vertrouwen dat hij bevoegd is. In de praktijk wordt dit steeds soepeler toegepast.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Burgerlijk Recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- College: Vertegenwoordiging
- College: Algemene voorwaarden
- College: Nakoming/niet-nakoming in het algemeen, toerekening en non-conformiteit
- College: Ingebrekestelling vereist? Andere aspecten van afdeling 6.1.9
- College: Ontbinding en opschorting
- College: Verjaring, rechtsverwerking en afstand
- College: Rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen
- College: Overdracht, (voorwaardelijke) titel, beschikkingsbevoegdheid en levering
- College: Levering registergoederen en derdenbescherming
- College: Levering roerende zaken (bij voorbaat) en derdenbescherming
- College: Levering vorderingen op naam (bij voorbaat) en derdenbescherming
- College: Gemeenschap
- College: Natrekking, zaaksvorming en (oneigenlijke) vermenging
- College: Verjaring en bezit
- Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1683 |
Add new contribution